Andere rijstand kiezen
Om de eerstvolgende rijstand te kiezen, de
keuzehendel tot aan het eerste drukpunt
naar voren of achteren bewegen. De keuze-
hendel keert naar zijn uitgangsstand terug.
Om een rijstand over te slaan, de keuze-
hendel over het drukpunt heen in de ge-
wenste rijstand bewegen. De keuzehendel
keert naar zijn uitgangsstand terug. Zo kan
bijvoorbeeld van rijstand D direct naar rijst-
and R worden geschakeld. Daarbij wordt
de neutrale stand N overgeslagen.
WAARSCHUWING
Het kiezen van een verkeerde rijstand kan
ertoe leiden dat u de controle over de wa-
gen verliest, wat een ongeval en zware
verwondingen tot gevolg kan hebben.
·
Geef bij het inschakelen van de rijstand
nooit gas.
·
Bij draaiende motor en ingeschakelde
rijstand zal de wagen zich in beweging
zetten zodra het rempedaal wordt los-
gelaten.
·
Schakel nooit tijdens het rijden de ach-
teruitversnelling R of de parkeerver-
grendeling P in.
WAARSCHUWING
Onbedoelde wagenbewegingen kunnen
zware verwondingen veroorzaken.
·
Verlaat als bestuurder nooit de be-
stuurdersstoel bij draaiende motor en
ingeschakelde rijstand. Als u de wagen
bij draaiende motor moet verlaten,
schakel dan altijd de parkeervergrende-
ling P in en de parkeerrem.
·
Houd bij draaiende motor en ingescha-
kelde rijstand D/S of R de wagen tegen
met de voetrem. Ook bij stationair toe-
rental wordt de krachtoverbrenging niet
helemaal onderbroken en de wagen
"kruipt".
·
Schakel nooit de achteruitversnelling R
of de parkeervergrendeling P in als de
wagen in beweging is.
·
Verlaat nooit de wagen als de neutrale
stand N is ingeschakeld. De wagen kan
bergafwaarts rollen, ongeacht of de
motor draait of niet.
LET OP
Als bij stilstaande wagen de parkeerrem
niet is ingeschakeld en het rempedaal bij
ingeschakelde parkeervergrendeling P
wordt losgelaten, kan de wagen enkele
centimeters vooruit of achteruit bewegen.
Als u tijdens het rijden per ongeluk in
N schakelt, neem dan direct gas terug.
Wacht het stationaire toerental van de mo-
tor in de neutrale stand af. Schakel pas
daarna in een rijstand.
Met automatische transmissie
schakelen
Afb. 105 Stuurwiel met peddels
Bij de automatische transmissie kun-
nen de versnellingen ook handmatig
op- en teruggeschakeld worden.
In het handmatige schakelprogramma kan
vanuit de rijstanden D en S worden gescha-
keld door een peddel →
trekken.
Vanuit rijstand D wordt het handmatige
programma tijdelijk ingeschakeld.
Vanuit rijstand S wordt het handmatige
programma permanent ingeschakeld.
Bij het wisselen naar het handmatige pro-
gramma wordt de actuele gekozen versnel-
ling behouden. Dat geldt totdat het sys-
teem bij het bereiken van het grenstoeren-
tal automatisch een andere versnelling in-
schakelt.
Automatische transmissie
afb. 105
aan te
155