Pagina 3
Hartelijk dank dat u voor een Ford heeft gekozen. Wij adviseren om u met uw wagen ver- trouwd te maken, door deze publicatie aandachtig te lezen. Het veilige gebruik van uw wa- gen verhoogt de verkeersveiligheid en geeft u meer plezier bij rijden.
Pagina 4
Inhoudsopgave Wagenoverzichten Stuurwiel — Vooraanzicht — Stand van het stuurwiel verstellen — Achteraanzicht Stoelen en hoofdsteunen — Bestuurdersportier — Voorstoelen — Bestuurderszijde — Zitplaatsen achterin — Middenconsole — Hoofdsteunen — Bijrijderszijde — Stoelfuncties — Bedieningselementen in de hemelbekleding Licht — Rijverlichting Bestuurdersinformatie —...
Pagina 5
— Motor starten — Beeldscherm schoonmaken — Motor afzetten Infotainmentsysteem — Schakelbak — Eerste stappen — Automatische transmissie — Radio — Auto StartStop — Media — Aanwijzingen voor het rijden — Navigatie — Rijden op hellingen — Telefooninterface Bestuurdershulpsystemen — Spraakbediening —...
Pagina 6
— Probleemoplossingen — Bandencontrole — Bandenspanningscontrolesysteem — Wiel verwisselen — Bandenafdichtset — Bandkenmerken Onderhoud — Verzorging van de wagen — Accessoires, vervanging van onderdelen, reparaties en wijzigingen 388 Klantinformatie — Stickers en plaatjes — Vloeistoffen in de klimaatregeling — Infotainmentsysteem en antennes —...
Pagina 7
Over deze handleiding Deze handleiding geldt voor alle varianten en uitvoeringen van uw Ford-model en mo- deljaar. De handleiding beschrijft alle uit- rustingen en modellen, zonder deze als meeruitvoeringen of modelvarianten te kenmerken. Zo kunnen er uitrustingen be- schreven zijn die uw wagen mogelijkerwijs niet heeft of die slechts in enkele markten verkrijgbaar zijn.
Pagina 8
Geautoriseerde Informatie in mijlen in plaats van kilometers dealers zijn werkplaatsen, die een of mph in plaats van km/h heeft betrekking contractuele relatie met Ford Motor op landspecifieke instrumentenpanelen of Company hebben. Door deze con- infotainmentsystemen. tractuele relatie hebben deze werk-...
Pagina 9
Het symbool betekent "Copyright" en geeft aan dat de volledige gebruiks- rechten bij Ford Motor Company liggen. In het bijzonder is elke verveelvoudi- ging, verspreiding, opslag of beschikbaarstelling aan het publiek zonder voorafgaande toestemming van Ford Motor Company verboden.
Pagina 10
Wagenoverzichten Vooraanzicht Afb. 1 Overzicht voorzijde wagen Portiergrepen ..........................Tankklep ............................Koplamp ............................Sensoren voor hulpsystemen ....................Mistlampen............................. Radarsensor voor hulpsystemen .................... Achter een afdekking: montagegat voor sleepoog ............Bedieningshendel voor de voorklep ..................Voorruit: — met chassisnummer ........................ —...
Pagina 11
Achteraanzicht Afb. 2 Overzicht van de achterzijde van de auto 288, Dakreling ............................Portiergrepen ..........................Buitenspiegels ..........................Rail van de zijschuifdeur Steunpunten voor de krik ......................105, Achterlichten en reflectoren ..................... Achter de bumper: radarsensor voor hulpsystemen ............Sensoren voor hulpsystemen ....................
Pagina 12
Bestuurdersportier Afb. 3 Overzicht van de bedieningselementen van het bestuurdersportier (auto met links stuur) Slotgreep Knoppen voor het centraal ver- en ontgrendelen van de auto ........Controlelampje van de centrale vergrendeling ..............Opbergvak met opbergmogelijkheid voor een veiligheidsvest ........Knoppen: —...
Pagina 14
Bestuurderszijde Afb. 4 Overzicht bestuurderszijde (auto met links stuur) Afb. 5 Overzicht bestuurderszijde (auto met rechts stuur) Wagenoverzichten...
Pagina 15
Luchtroosters ..........................Richtingaanwijzer- en grootlichthendel ................105, 106 Bedieningsveld voor lichtfuncties ..................Bedieningselementen van het multifunctiestuurwiel: — voor bestuurdershulpsystemen ..................— voor menukeuze ........................— voor aanname van telefoonoproepen ................— voor audio, navigatie ....................... — Om het volume in te stellen ....................
Pagina 16
Middenconsole Afb. 6 Overzicht van het bovenste gedeelte van de middenconsole (auto met links stuur) Opbergvlakken ..........................Infotainmentsysteem ........................Bedieningselementen: — voor het in- en uitschakelen van het infotainmentsysteem ........232, 234 — voor temperatuurinstelling van de klimaatregeling resp. het verwarmings- en ventilatiesysteem .......................
Pagina 17
Afb. 7 Overzicht van het onderste gedeelte van de middenconsole (auto met links stuur) USB-aansluitingen ........................Sigarettenaansteker of 12 volt stopcontact ............... Opbergvak ............................Hendel: — voor schakeltransmissie ......................— voor automatische transmissie ..................Bekerhouder of asbak ......................... Opbergvak onder de middenarmsteun ................
Pagina 18
Bijrijderszijde Afb. 8 Bijrijderszijde (auto met links stuur): Overzicht van het dashboard (auto met rechts stuur in spiegelbeeld uitgevoerd) Inbouwplaats van de bijrijdersvoorairbag in het dashboard ........Luchtrooster ............................ Verstelbaar luchtrooster ......................Dashboardkastje of geopend opbergvak ................Bedieningshendel voor dashboardkastje ................
Pagina 19
Bestuurdersinformatie Symbool Betekenis Rempedaal intrappen! → pag. Symbolen in het instrumen- Motoroliepeil te laag → pag. tenpaneel De waarschuwings- en controlelampjes ge- Niet verder rijden! ven waarschuwingen, storingen of bepaal- de functies aan. Sommige waarschuwings- Motoroliedruk te laag → pag. en controlelampjes gaan bij het inschake- len van het contact branden en moeten na enige tijd weer uit gaan.
Pagina 20
Symbool Betekenis Symbool Betekenis Bijrijdersvoorairbag buiten Niet verder rijden! werking gesteld → pag. 56 Bandenspanning te laag Bijrijdersvoorairbag in paraat- → pag. 358, → pag. 362 heid → pag. 55 Storing in noodoproepsys- Niet verder rijden! teem → pag. 74 Storing in bandencontrolesys- Storing in parkeerrem →...
Pagina 21
Symbool Betekenis Symbool Betekenis Noodgevalassistent niet be- Grootlicht of grootlichtsignaal schikbaar → pag. 184 → pag. 106 Roetfilter met roet verstopt Zitplaats niet bezet → pag. → pag. 301 Motortoerental begrensd Buitentemperatuur lager dan → pag. 143 +4 °C (+39 °F) → pag. 25 Storing in SCR-systeem Zitplaats is bezet →...
Pagina 22
Waarschuwingsmelding met priori- Symbool Betekenis teit 1 Ladingstoestand van de bat- Het rode centrale waarschuwingslampje terij van de mobiele telefoon knippert of brandt voor een deel samen → pag. 26 met waarschuwingsgeluiden of extra sym- Verwijzing naar informatie in bolen. Niet verder rijden! Er bestaat de handleiding →...
Pagina 23
Het instrumentenpaneel geeft belangrijke WAARSCHUWING informatie weer, zoals de snelheid. Als er sprake is van een ernstige storing in Bovendien zijn, afhankelijk van de uitrus- het instrumentenpaneel, kan het display ting, onder andere de volgende functies be- worden uitgeschakeld. Daarbij kan ook schikbaar: het controlelampje branden.
Pagina 24
Afb. 9 Digital Cockpit in het instrumentenpaneel (principeafbeelding) Digitale snelheidsweergave. Nevenweergaven. Actuele ingeschakelde versnelling of Pop-ups. keuzehendelstand. Hoofdweergaveveld. Nevenweergaven. Bediening digitaal instrumenten- paneel Afb. 11 Rechts aan de stuurkolom: Toetsen op de ruitenwisserhendel (principeafbeelding) Bij auto's met multifunctiestuurwiel verval- len de toetsen op de ruitenwisserhendel. De multifunctie-indicatie wordt dan uitslui- tend via de toetsen op het multifunctie- Afb.
Pagina 25
stuurwiel worden bevestigd en uitgescha- Auto's zonder multifunctiestuurwiel: keld. Contact inschakelen. Auto's zonder multifunctiestuurwiel: Zolang 2. Als een melding of het voertuigpicto- er een waarschuwingsmelding met priori- gram wordt weergegeven, toets teit 1 wordt weergegeven, kunnen er geen afb. 11 indrukken, zo nodig →...
Pagina 26
Auto's zonder multifunctiestuurwiel: WAARSCHUWING In het weergegeven menu boven- of Als de bestuurder tijdens het rijden wordt onderzijde van de tuimelschakelaar afgeleid, kunnen ongevallen en zware ver- afb. 11 indrukken tot het gewen- → wondingen worden veroorzaakt. ste menupunt is gemarkeerd. ·...
Pagina 27
— Waarschuwings- en informatieteksten. Instellingen voor de snelheidswaarschu- wing kunnen in de voertuiginstellingen in — Keuzehendelstand voor automatische het infotainmentsysteem worden uitge- transmissie. voerd → pag. 35. Buitentemperatuurmeter Topsnelheidsbegrenzing Bij buitentemperaturen lager dan circa +4 De klantspecifieke topsnelheidsbegrenzing °C (ca. +39 °F) verschijnt in de buitentem- begrenst de snelheid van de auto op een peratuurmeter tevens het symbool .
Pagina 28
Keuzehendelstand voor automatische Navigatieaanwijzingen transmissie Bij geactiveerde routegeleiding wordt in de De ingeschakelde rijstand en, afhankelijk nevenweergave Navigatieaanwijzingen van het schakelprogramma, de ingescha- middels een pijlweergave de rijrichting ge- kelde versnelling worden zowel op de keu- toond. zehendel als op het display in het instru- Een pijl achter de vermelding in het mentenpaneel weergegeven.
Pagina 29
Analoog instrumentenpaneel Overzicht analoog instrumentenpaneel Afb. 12 Analoog instrumentenpaneel in het dashboard Toerenteller (omwentelingen x 1000 per minuut van de draaiende motor) → pag. 29. Temperatuurweergave van de koelvloeistof → pag. 30. Displayweergaven → pag. 29. Snelheidsmeter. Brandstofmeter → pag. 29. Bediening analoog instrumenten- paneel Afb.
Pagina 30
Sommige waarschuwingsmeldingen kun- Instellingen in menu's uitvoeren nen met de toets afb. 13 op het mul- → Auto's met multifunctiestuurwiel: tifunctiestuurwiel worden bevestigd en uit- In het weergegeven menu pijltoets geschakeld. indrukken tot het gewenste menu- Auto's zonder multifunctiestuurwiel: Zolang punt is gemarkeerd →...
Pagina 31
korte tijd in het rode gebied van de WAARSCHUWING schaal staan. Als de bestuurder tijdens het rijden wordt afgeleid, kunnen ongevallen en zware ver- Vroeg opschakelen helpt brandstof te wondingen worden veroorzaakt. besparen en bedrijfsgeluiden te ver- minderen. · Bedien het instrumentenpaneel nooit tijdens het rijden.
Pagina 32
Koelvloeistoftemperatuurme- Probleemoplossingen Brandstoftank bijna leeg Digitale koelvloeistoftempera- Het controlelampje brandt geel. De reser- tuurmeter vehoeveelheid (rode markering) wordt ver- bruikt. De koelvloeistoftemperatuur kan in de ne- Bij de volgende gelegenheid brandstof venweergaven in het digitale instrumenten- tanken → pag. 294. paneel worden weergegeven →...
Pagina 33
Rijgegevensindicatie Ander geheugen in het analoge instru- mentenpaneel kiezen De rijgegevensindicatie (multifunctie-indi- Auto's met multifunctiestuurwiel: catie) geeft verschillende rij- en verbruiks- Toets indrukken. waarden weer. Auto's zonder multifunctiestuurwiel: Afhankelijk van de voertuiguitrusting kun- nen verschillende rijgegevens worden Toets op de ruitenwisserhendel weergegeven.
Pagina 34
2. Om de actuele snelheid op te slaan en Weergave -snelheid de waarschuwing te activeren, toets De gemiddelde snelheid wordt na ongeveer op het multifunctiestuurwiel in- 100 m (ca. 328 ft) weergegeven. Tot dan drukken. worden streepjes weergegeven. 3. Binnen ongeveer 5 seconden met de Weergave -brandstofverbruik toetsen...
Pagina 35
Servicemenu in het digitale instrumen- Er zijn verschillende uitvoeringen van het in- tenpaneel openen strumentenpaneel en het infotainmentsys- teem, daarom kunnen de uitvoeringen en Informatieprofiel Rijtijd/Afstand in de weergaven van de schermen variëren. nevenweergaven kiezen. Bij auto's met vast Olieservice-interval zijn 2.
Pagina 36
De servicetermijn kan ook via het service- 3. Menu Tijd kiezen. menu worden opgevraagd → pag. 32. 4. Correcte tijd met de toets instellen. Service-intervalindicatie terugzetten Tijd en datum via het infotainmentsys- Als de service-intervalindicatie na de servi- teem instellen cebeurt of het onderhoud niet werd terug- Functietoets aantippen →...
Pagina 37
2. Gewenste vermeldingen kiezen en zo Systeeminstellingen en weergave van nodig de volgorde herschikken. voertuiginformatie Na het aantippen van de functietoets opnieuw aantippen. kunt u door het aantippen van de Voertuig overeenkomstige functietoetsen informatie weergeven of instellingen uitvoeren. Menu 'Voertuiginstellingen' —...
Pagina 38
tinu met het actuele rijgedrag vergeleken. Bij een storing in het systeem, een Als het systeem vermoeidheid bij de be- hiervoor gekwalificeerde specialist op- stuurder herkent, informeert het akoestisch zoeken en het systeem laten controleren. en optisch met een symbool op het display in het instrumentenpaneel in combinatie met een aanvullende tekstmelding →...
Pagina 39
to ingebouwde infotainmentsysteem kun- Driver Alert bedienen nen de verkeersborden ook daar worden weergegeven. Raadpleeg aan het begin van dit Traffic Sign Recognition is bij het inschake- hoofdstuk op pag. 35. len van het contact altijd actief. Melding onderdrukken Weergave van verkeersborden De melding op het display in het instrumen- tenpaneel kan als volgt worden uitgescha- keld:...
Pagina 40
Snelheidswaarschuwing momenteel niet WAARSCHUWING beschikbaar. De intelligente techniek van de Traffic Storing in de snelheidswaarschuwing Sign Recognition kan de natuurkundig be- van de Traffic Sign Recognition. Een paalde grenzen niet overwinnen en func- hiervoor gekwalificeerde specialist tioneert uitsluitend binnen de systeem- opzoeken.
Pagina 41
— Verouderd kaartmateriaal van het info- tainmentsysteem. — Stickers op wagens die verkeersborden voorstellen, bv. snelheidsgeboden op vrachtwagens. Traffic Sign Recognition bedienen Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 37. Snelheidswaarschuwing Als de Traffic Sign Recognition herkent dat een geldig snelheidsgebod wordt over- schreden, waarschuwt het systeem even- tueel akoestisch of optisch met een mel-...
Pagina 42
Sommige van de verzamelde neerde diensten. gegevens worden in storingverslagen opge- Meer informatie over ons privacybeleid slagen. vindt u op de Ford-website van uw land. Storingverslagen worden na onder- Door derden ter beschikking gestelde houd of reparatie gewist. diensten...
Pagina 43
Meer infor- Uw wagen is met elektronische regelappa- matie over ons privacybeleid vindt u op de raten uitgerust, die de mogelijkheid hebben, Ford-website van uw land of op: gegevens op te slaan met betrekking tot www.FordConnected.com uw persoonlijke instellingen. De gegevens...
Pagina 44
Meer informatie over ons privacybeleid ven. Via het systeem kunt u uw wagenge- vindt u op de Ford-website van uw land. gevens voor mobiele apps op uw apparaat vrijgeven → pag. 266. Om vast te stellen, of uw wagen met connectiviteitstechnologieën is uitge-...
Pagina 45
— Of de noodoproep automatisch of hand- matig werd verzonden. — Voertuigcategorie. — Aantal inzittenden in de wagen. De wettelijk voorgeschreven noodop- roepsystemen kunnen niet worden gedeactiveerd. Gegevensregistratie...
Pagina 46
Veiligheid van de airbag het risico van zware of do- delijke verwondingen vergroten. · Zithouding Voor het begin van de rit moeten alle in- zittenden van de auto de juiste zithou- ding innemen en deze tijdens het rijden Inleiding blijven aanhouden. Dit geldt ook voor het omgespen van de veiligheidsgordel.
Pagina 47
Voor uw eigen veiligheid en om verwondin- — Indien mogelijk, bijrijdersstoel zo ver mo- gen bij een plotselinge remmanoeuvre of gelijk naar achteren schuiven, zodat de een ongeval tot een minimum te beperken, airbag in geval van activering de beste de volgende zithouding innemen: beschermende werking kan bieden.
Pagina 48
· werking van de veiligheidsgordel wor- Houd de veiligheidsgordels altijd den belemmerd. schoon. · Laat nooit vreemde voorwerpen en WAARSCHUWING vloeistoffen in de insteekopeningen en de gordelsloten komen. Hierdoor kan Beschadigde veiligheidsgordels verhogen het risico van zware of dodelijke verwon- de werking van de insteekopeningen, gordelsloten en veiligheidsgordels wor- dingen.
Pagina 49
· Gordelwaarschuwing voor de zitplaat- Controleer voordat u gaat rijden of het sen achterin aantal weergegeven zitplaatsen in het instrumentenpaneel overeenkomt met het aantal ingebouwde stoelen achter- · Controleer voordat u gaat rijden of alle inzittenden hun veiligheidsgordel op juiste wijze omgegespt hebben. WAARSCHUWING De gordelwaarschuwing is geconstrueerd voor de herkenning van volwassen perso-...
Pagina 50
4. Aan de veiligheidsgordel trekken om te Gordelwaarschuwing uitgevallen controleren of de slotgesp goed in het slot is vergrendeld. Het gele controlelampje brandt permanent. Bovendien kan op het display in het instru- Veiligheidsgordel losmaken mentenpaneel een melding worden weer- gegeven. Hiervoor een gekwalificeerde specialist opzoeken.
Pagina 51
Juist gordelverloop bij zwangere vrou- Gordelverloop Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 45. Alleen met een juist gordelverloop bieden omgegespte veiligheidsgordels bij een on- geval optimale bescherming en verminde- ren het risico van zware of fatale verwon- dingen.
Pagina 52
· Laat de veiligheidsgordel vlak en nauw Gordelhoogteverstelling op het bovenlichaam aansluiten. · Het heupgordelgedeelte van de veilig- Raadpleeg aan het begin van dit heidsgordel moet over het bekken lo- hoofdstuk op pag. 45. pen en nooit over de buik. Laat de vei- ligheidsgordel vlak en nauw op het bek- ken aansluiten.
Pagina 53
spanners zijn geactiveerd, moet het sys- Gordeloprolautomaat, gordel- teem worden vervangen. spanner, gordelspankrachtbe- · Laat geactiveerde gordelspanners en grenzer betreffende systeemonderdelen direct vervangen door nieuwe onderdelen die Raadpleeg aan het begin van dit voor de auto zijn goedgekeurd. hoofdstuk op pag. 45. ·...
Pagina 54
vuiling te veroorzaken, moeten voorschrif- — Bij botsingen van achteren. ten in acht worden genomen. Deze voor- — Wanneer bij het omrollen de door het re- schriften zijn hiervoor gekwalificeerde spe- gelapparaat gemeten draaisnelheid te cialisten bekend. gering is. — Bij botsingen met lage snelheid. WAARSCHUWING Verwondingen zoals zwellingen, kneuzin- Onjuiste behandeling van en zelf uitge-...
Pagina 55
· Bouw nooit uit oude auto's uitgebouw- Airbagsysteem de of uit de recycling afkomstige airba- De bijrijdersvoorairbag kan alleen door een gonderdelen in de auto in. hiervoor gekwalificeerde specialist buiten · werking worden gesteld. Verander nooit componenten van het airbagsysteem. Kenmerken van het airbagsysteem: —...
Pagina 56
Hiervoor gekwalificeerde specialist op- en bewerk ze ook niet op andere ma- zoeken en het airbag- en gordelspan- nieren. nersysteem laten controleren. · Tussen de inzittenden en het werkings- gebied van de airbags mogen zich geen Airbag- of gordelspannersysteem met andere personen, dieren of voorwerpen diagnosetester buiten werking gesteld bevinden.
Pagina 57
Bijrijdersvoorairbag buiten werk- ing stellen en in paraatheid bren- Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 52. Afb. 29 Inbouwplaats en werkingsgebied van de bijrijdersvoorairbag (principeafbeel- ding) WAARSCHUWING Afb. 30 Aan de kopse kant van het dash- board: Sleutelschakelaar voor het buiten Een verkeerde zithouding kan de juiste werking stellen en in paraatheid brengen van werking van de voorairbag belemmeren...
Pagina 58
veer 60 seconden na inschakelen van Bijrijdersportier sluiten. het contact of na in paraatheid bren- 8. Controleer of bij ingeschakeld contact gen van de bijrijdersvoorairbag met het controlelampje PASSENGER AIR de sleutelschakelaar → afb. 31 in de dakconsole niet brandt gaat daarna vanzelf uit.
Pagina 59
GEVAAR LET OP De bijrijdersvoorairbag mag alleen in bij- Een sleutelbaard die niet ver genoeg erin zondere gevallen buiten werking worden gestoken is, kan bij het draaien de sleutel- gesteld. schakelaar beschadigen. · Stel de bijrijdersvoorairbag alleen bui- LET OP ten werking en breng deze alleen in pa- raatheid als het contact is uitgescha- Autosleutel niet in de sleutelschakelaar la-...
Pagina 60
WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de bestuurders- en bijrijdersstoel kan de juiste werking van de zij-airbags belemmeren en zware verwon- dingen veroorzaken. · Verwijder nooit de voorstoelen uit de auto en pas nooit onderdelen van de voorstoelen aan. Afb. 36 Aan de linkervoertuigzijde: Inbouw- ·...
Pagina 61
· · Laat beschadigingen aan de originele Laat kinderen nooit zonder toezicht in stoelbekledingen of de naad in de een- het kinderzitje zitten. heid van de middenairbag direct door · Sta nooit toe dat kinderen zonder gor- een hiervoor gekwalificeerde specialist del in de auto worden meegenomen, tij- herstellen.
Pagina 62
ge toelatingsnummer op het ECE-controle- de veiligheidsgordel gebruiken. Gebruiks- zegel met 03 of 04 beginnen. Dit geeft aan aanwijzing van het kinderzitje in acht ne- dat het zitje is toegestaan. Oudere kinderzi- men. tjes waarvan het toelatingsnummer met 01 Niet elk kind past één op één in het kinder- of 02 begint, zijn niet toegestaan.
Pagina 63
— De rugleuning van het kinderzitje moet zo Kinderzitjes inbouwen en gebrui- volledig mogelijk tegen de rugleuning van de stoel aan liggen. De schuine stand van de rugleuning zo nodig zo verstellen dat Raadpleeg aan het begin van dit het kinderzitje er volledig tegenaan ligt. hoofdstuk op pag.
Pagina 64
Gevaren bij het vervoer van kinderen op bijrijdersstoel als de bijrijdersvoorairbag de bijrijdersstoel in paraatheid is. · Bij het gebruik van een met de rug naar Stel de bijrijdersvoorairbag buiten werk- het dashboard gekeerd kinderzitje kan ing. Als de bijrijdersvoorairbag niet bui- een bijrijdersvoorairbag die wordt geacti- ten werking kan worden gesteld, mo- veerd levensgevaarlijke of dodelijke ver-...
Pagina 65
ste stand van de gordelhoogteverstel- — 3-puntsrolgordel: indien beschikbaar ling. moet aan de bevestiging van kinderzitjes met Isofix de voorkeur worden gegeven · Alleen kinderzitjes gebruiken die door boven de bevestiging met een 3-punts- de fabrikant van het kinderzitje voor het rolgordel.
Pagina 66
Kinderzitje met Isofix bevestigen Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 59. Overzicht inbouw met Isofix en i-Size De volgende tabel laat de inbouwmogelijk- heden van Isofix- of i-Size-kinderzitjes op De aanduiding van de Isofix- of i-Size-ver- de Isofix-verankeringspunten van de afzon- ankeringspunten is afhankelijk van de uit- derlijke wagenzitplaatsen zien.
Pagina 67
— Klasse: de opgave uit de klasse komt overeen met het voor het kinderzitje toe- gestane lichaamsgewicht. Bij kinderzitjes met de toelating "universeel" of "semi- universeel" is de klasse op het ECE-con- trolezegel aangegeven. De opgave uit de klasse is op het betreffende kinderzitje aangebracht.
Pagina 68
keringen schuiven → afb. 43. Het kinder- Als het kinderzitje met een steun is uitge- zitje moet goed en hoorbaar vastklik- rust, moet de steun stevig op de bodem- ken. plaat rusten. 4. Door aan beide zijden van het kinderzi- tje te trekken, controleren of het kinder- zitje juist is vergrendeld.
Pagina 69
8. Zo nodig de laadruimteafdekking in- bouwen. WAARSCHUWING Bevestig de bovenste bevestigingsgordel alleen aan de daarvoor bestemde beves- tigingsogen of sjorogen. Anders zouden zware verwondingen het gevolg kunnen zijn. · Bevestig per bevestigingsoog of sjoroog altijd slechts een bevestigingsgordel Afb. 47 Derde zitrij: Vastgehaakte bovenste van een kinderzitje.
Pagina 70
Bijrijdersstoel Zitplaatsen Zitplaatsen Bijrijders- van de ach- Bijrijders- wicht op de achter- voorairbag Groep terbank voorair- van het bank buiten (tweede zit- bag in pa- kind (derde zitrij) werking rij) raatheid gesteld Tot 10 Groep 0 Groep 0+ 13 kg Met de rug naar 9 tot 18...
Pagina 71
— Chicco Seat Up RF. — MaxiCosi Tobi. — Cybex Aton M i-Size. — MaxiCosi Priori. — Cybex Cloud Z i-Size. — MaxiCosi PrioriFix. — Joie Gemm. — MaxiCosi Opal. — Joie i-Gemm. — MaxiCosi Axiss. — MaxiCosi Cabriofix. — RECARO Young Sport. —...
Pagina 73
alarmknipperen wordt dan tijdelijk onder- den en zware verwondingen worden ver- broken. oorzaakt. · Zet de wagen zo neer dat de onderde- Alarmlichten inschakelen len van het uitlaatsysteem nooit met Om het achteropkomende verkeer te waar- licht ontvlambare materialen onder de schuwen, in de volgende situaties de wagen in aanraking komen, bv.
Pagina 74
— Rechts in de bagageruimte, aan de zij- door het interieur van de wagen worden kant achter een afdekking. geslingerd en zware verwondingen ver- oorzaken. Veiligheidsvest · Bevestig de EHBO-set, gevarendrie- Afhankelijk van de uitrusting kan het veilig- hoek en brandblusser altijd veilig in de heidsvest in een opbergvak van de voorpor- daarvoor bedoelde houders in de wa- tierbekleding of in het dashboardkastje zit-...
Pagina 75
· vindt. Bovendien worden er automatisch De landelijke alarmcentrale is technisch wettelijk verplichte, voor de noodoproep niet in staat noodgevalgegevens te ont- relevante gegevens doorgegeven aan de vangen. landelijke alarmcentrale, bv. de actuele lo- · De voor de handmatige of automati- catie van de auto.
Pagina 76
cialist opzoeken en de geïntegreerde accu Probleemoplossingen laten vervangen. Storing in noodoproepsysteem Dataoverdracht eCall Bij een noodoproep worden de wettelijk Het controlelampje in de noodoproeptoets verplichte gegevens aan de landelijke brandt permanent rood . Bovendien kan alarmcentrale doorgegeven voor het bepa- op het display in het instrumentenpaneel len van de noodzakelijke reddingsmaatre- een melding worden weergegeven.
Pagina 77
Open en dicht gekwalificeerd zijn om deze autosleutels te maken. Wagensleutels WAARSCHUWING Onoplettend gebruik van de autosleutel Functies van de autosleutel of gebruik zonder toezicht kan ongevallen en zware verwondingen veroorzaken. Knoppen op de autosleutel · Als u de auto verlaat altijd alle auto- Auto vergrendelen.
Pagina 78
Knoopcel vervangen (variant 1) Afb. 51 Wagensleutel: Ontgrendeling van de noodsleutel Afb. 52 Autosleutel: Knoopcel vervangen Sleutelbaard van de autosleutel uit- Ontgrendelingsknop kort indrukken. De klappen. sleutelring klapt open. 2. Klepje naar boven toe openen → afb. 52 Ontgrendelingsknop indrukken, nood- sleutel in pijlrichting eruit trekken.
Pagina 79
· Als het batterijvakklepje niet kan worden gesloten, gebruik de radiografische af- standsbediening dan niet. Batterijen van het type dat in de af- standsbediening van uw autosleutel wordt gebruikt, kunnen perchloraat bevat- ten. Dit kan een speciale behandeling verei- sen. Volg alle wettelijke bepalingen over het gebruik en de recycling van deze batte- rijen op.
Pagina 80
Of: Er zit een storing in de sensor van de Als de achterklep is geopend, moet zich wagensleutel. voor in het interieur van de wagen een wa- gensleutel bevinden om het contact in te Controleer of de sensor van de wagen- kunnen schakelen of de motor te kunnen sleutel wordt gestoord, bv.
Pagina 81
Auto ontgrendelen 2. Sensor → afb. 56 aan de buitenzijde van de portiergreep aanraken. Alle rich- Sensor → afb. 56 aan de binnenzijde tingaanwijzers knipperen eenmaal. van de portiergreep aanraken. Alle rich- tingaanwijzers knipperen tweemaal. Om te kunnen controleren of de auto suc- cesvol is vergrendeld, is de ontgrendelings- Als de sensor tweemaal wordt aange- functie gedurende enkele seconden ge-...
Pagina 82
Autosleutel verwijderen en de auto ver- grendeld, bijvoorbeeld bij uitval van de au- grendelen. tosleutel of de centrale vergrendeling. Met de centrale vergrendeling kunnen alle Automatisch uitschakelen van de sen- portieren, de achterklep en de tankklep van soren de auto centraal worden ontgrendeld en In de volgende situaties worden de senso- vergrendeld.
Pagina 83
WAARSCHUWING Controlelampje in het bestuurder- sportier Onjuist of zonder toezicht ontgrendelen, openen of sluiten van de portieren kan Raadpleeg aan het begin van zware verwondingen veroorzaken. dit hoofdstuk op pag. 80. · Bij een van buiten vergrendelde auto kunnen de portieren en elektrisch be- In het bestuurdersportier zit het controle- dienbare ruiten niet van binnenuit wor- lampje van de centrale vergrendeling.
Pagina 84
2. Autosleutel rechtsom draaien. WAARSCHUWING 3. Controleer of het portier goed is ver- Het zwenkgebied van de portieren is ge- grendeld. vaarlijk en kan verwondingen veroorza- ken. Rechtervoorportier zonder slotcilinder: · Portier openen. Open of sluit alleen dan portieren als niemand zich in het zwenkgebied be- 2.
Pagina 85
Afhankelijk van de instelling van de Schuifdeuren handmatig openen centrale vergrendeling worden pas bij en sluiten tweemaal indrukken van de knop alle portieren en de achterklep ontgrendeld. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 80. Schuifdeur van buitenaf openen Knop voor centrale vergrendeling Bij een ontgrendelde schuifdeur aan de Raadpleeg...
Pagina 86
lage temperaturen ontstaan die vooral Elektrische kinderbeveiliging bij kleine kinderen ernstige verwondin- gen en ziektes kunnen veroorzaken of Raadpleeg aan het begin van de dood tot gevolg kunnen hebben. dit hoofdstuk op pag. 80. De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat de schuifdeuren van binnenuit worden SAFE-vergrendeling geopend.
Pagina 87
de wagensleutel van buitenaf werd ver- WAARSCHUWING grendeld. Onoplettend gebruik of gebruik zonder Knop op de wagensleutel in de wa- toezicht van de SAFE-vergrendeling kan gen indrukken om deze vrij te geven zware verwondingen veroorzaken. voor het starten van de motor → pag. ·...
Pagina 88
Bij een zwakke of ontladen 12 volt ac- Alarm uitschakelen cu of knoopcel in de wagensleutel kan Wagen met de ontgrendelingsknop de wagen mogelijk niet via Keyless Entry op de wagensleutel ontgrendelen. worden ontgrendeld of vergrendeld. De Of: Contact met een geldige wagen- wagen kan handmatig worden ontgrendeld sleutel inschakelen.
Pagina 89
In de volgende situaties is het aan te ra- Achterklep den de interieurbewaking en het af- sleepalarm uit te schakelen: Inleiding — Als zich personen of dieren in het interi- eur ophouden. De achterklep wordt samen met de portie- ren ont- en vergrendeld. —...
Pagina 90
lage temperaturen ontstaan die vooral 2. Auto's zonder sluithulp: achterklep van bij kleine kinderen ernstige verwondin- buitenaf naar beneden drukken tot de- gen en ziektes kunnen veroorzaken of ze in het slot vastklikt → de dood tot gevolg kunnen hebben. Auto's met sluithulp: achterklep van bui- tenaf naar beneden drukken tot deze WAARSCHUWING...
Pagina 91
Ruiten Instellingen voor het centraal openen via het menu Voertuiginstellingen in het info- tainmentsysteem uitvoeren. Ruiten openen en sluiten WAARSCHUWING De ruitbedieningsschakelaars zitten in het Onoplettend gebruik van de elektrische bestuurdersportier → pag. 10. ruitbediening of gebruik zonder toezicht Ruiten openen: schakelaar indruk- kan zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 92
niet goed. Gekwalificeerde specialist op- De krachtbegrenzing werkt ook bij het zoeken. comfortsluiten van de ruiten met de autosleutel. Het centraal openen van de ruiten met de autosleutel in het portierslot is alleen mogelijk als de auto eerst met de Probleemoplossingen autosleutel werd ontgrendeld.
Pagina 93
Stuurwiel Bedieningsvelden reageren anders dan verwacht Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de Stand van het stuurwiel ver- bedieningsvelden beperken. stellen Bedieningsvelden altijd schoon en droog houden. Afb. 58 Onder het stuurwiel in de stuurko- lombekleding: Hendel voor de verstelling van de stand van het stuurwiel Afb.
Pagina 94
Stoelen en hoofdsteunen WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de stuurwielstandin- Voorstoelen stelling en een verkeerde instelling van het stuurwiel kunnen zware of dodelijke Inleiding verwondingen veroorzaken. · Zwenk de hendel na het verstellen altijd Hierna worden de verstelmogelijkheden stevig naar boven, zodat het stuurwiel van de voorstoelen beschreven.
Pagina 95
dens het rijden onverwacht verstellen. Daardoor kan de controle over de auto worden verloren. Dit kan ongevallen en verwondingen tot gevolg hebben. Verder kan materiële schade aan de elektrische onderdelen in de voorstoelen worden ver- oorzaakt. · Breng nooit stoelbekledingen of be- schermhoezen over de elektrische be- dieningselementen aan.
Pagina 96
Bijrijdersstoelleuning neer- en te- Hendel zo nodig meerdere keren aan- trekken of indrukken om de schuine rugklappen stand van de zitting in te stellen. Handgreep omhoogbrengen om de zit- Raadpleeg aan het begin van ting naar voren of naar achteren te dit hoofdstuk op pag.
Pagina 97
· 3. Bijrijdersstoel zo ver mogelijk terug- Bij het terugklappen moet de bijrijders- schuiven. stoelleuning goed rechtop zijn vergren- deld. Een niet goed vergrendelde bijrij- 4. Hoofdsteun helemaal omlaagschuiven. dersstoelleuning kan plotseling gaan 5. Hendel naar voren trekken om de bijrij- bewegen en zware verwondingen tot dersstoelleuning te ontgrendelen.
Pagina 98
· Vloermatten of andere voorwerpen GEVAAR kunnen in de scharnieren van de rugleu- Onderdelen in de zitplaatsen achterin be- ning of de zitplaats achterin vastraken. vatten knoopcellen en zijn bij neergeklap- Dit kan tot gevolg hebben dat de rug- te of uitgebouwde zitplaatsen achterin leuning of de zitplaats achterin niet toegankelijk.
Pagina 99
3. Lus loslaten en rugleuning laten vastk- Rugleuning op de tweede zitrij likken door licht voor- of achteruit te verstellen schuiven. De rugleuning is veilig vergrendeld als Raadpleeg aan het begin de rode markering → afb. 66 (pijl) bij de van dit hoofdstuk op pag.
Pagina 100
2. De rugleuning verder terugklappen tot de rugleuning goed vastklikt. 3. Nadat de leuning is teruggeklapt, con- troleren of deze goed is vergrendeld. De rugleuning is veilig vergrendeld als de rode markering → afb. 66 (pijl) bij de lus niet te zien is → 4.
Pagina 101
LET OP Onjuist naar voren klappen van de zitplaat- sen kan beschadigingen aan de zitplaatsen tot gevolg hebben. · Sluit voordat u de 2-zitsbank naar voren klapt, de bekerhouder tussen de voor- stoelen. Zitplaatsen op de tweede zitrij uit- en inbouwen Raadpleeg aan het begin Afb.
Pagina 102
niet goed vastgeklikt. Controleer altijd 2. Nadat de rugleuning is teruggeklapt, of beide vergrendelingsindicaties in het controleren of deze goed is vergrendeld. groene gebied staan als de zitplaats is De rode markering op de ontgrende- ingebouwd. lingshendel mag niet meer zichtbaar zijn →...
Pagina 103
de markeringen niet zichtbaar zijn als de stoelen zijn ingebouwd. Hoofdsteunen Inleiding Hierna zijn de verstelmogelijkheden en het uitbouwen van de hoofdsteunen beschre- ven. Let er altijd op dat de juiste zithouding is ingesteld → pag. 44. Alle zitplaatsen zijn met hoofdsteunen uit- gerust.
Pagina 104
WAARSCHUWING Het rijden met uitgebouwde of verkeerd ingestelde hoofdsteunen verhoogt bij on- gevallen en plotselinge rij- en remma- noeuvres het risico van zware of dodelijke verwondingen. · Rijd altijd met juist ingebouwde en in- gestelde hoofdsteun als op de zitplaats een persoon zit.
Pagina 105
Hoofdsteunen voorin uit- en in- LET OP bouwen Spitse voorwerpen kunnen schade aan het zitkussen en krassen in het opbergvak van Raadpleeg aan het begin van de rugleuning veroorzaken. dit hoofdstuk op pag. 101. · Gebruik bij wagens met opbergvak in de rugleuning altijd een stomp voorwerp voor het uitbouwen van de hoofdsteun.
Pagina 106
Hoofdsteun achterin uitbouwen 3. Verstellen in lengterichting: middenarm- steun naar voren resp. naar achteren — Zo nodig de rugleuning een stuk naar vo- schuiven → afb. ren klappen → pag. 97, → pag. 100. — Hoofdsteun helemaal omhoogschuiven. WAARSCHUWING — Hoofdsteun bij ingedrukte knop → afb.
Pagina 107
Licht WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de knipperlichten, de Rijverlichting knipperlichten niet gebruiken of vergeten het knipperlicht weer uit te schakelen, kan Knipperlichten in- en uitschake- verkeersdeelnemers verwarren. Dit kan ongevallen en zware verwondingen ver- oorzaken. · Geef rijstrookwissels, inhaalmanoeu- vres en afslaan altijd door tijdig knippe- ren aan.
Pagina 108
· Weergave alleen in het instrumenten- Schakel het dimlicht bij duisternis, neer- paneel: licht uitgeschakeld. Vanaf slag en slecht zicht altijd in. een snelheid van ongeveer 10 km/h · Bij de dagrijverlichting worden de ach- (6 mph) of een afgelegde afstand terlichten niet mee ingeschakeld.
Pagina 109
2. Hendel vanuit de middenstand naar vo- 2. Automatische aansturing van de rijver- ren drukken → afb. lichting inschakelen. 3. Richtingaanwijzer- en grootlichthendel Grootlicht uitschakelen vanuit de basisstand naar voren tippen. Hendel vanuit de middenstand naar Bij ingeschakelde automatische grootlicht- achteren trekken →...
Pagina 110
— Bij mist, sneeuw en zware neerslag. Probleemoplossingen — Bij opstuivend stof en zand. Controlelampje richtingaanwij- — Bij beschadiging van de voorruit in het cameravenster. Het controlelampje knippert groen. — Wanneer het cameravenster beslagen, Als een richtingaanwijzer defect is, knippert vuil of door stickers, sneeuw en ijs bedekt het controlelampje twee keer zo snel.
Pagina 111
aanwijzers aan de binnenkant tijdelijk be- schakeld, ongeacht de omgevingshelder- slaan. Dit verschijnsel is normaal en heeft heid. geen invloed op de levensduur van de ver- Bij auto's met af fabriek gemonteerd lichtingsinstallatie van de auto. trekhaaksysteem: als een aanhang- wagen met mistachterlicht elektrisch met de auto is verbonden, wordt het mistach- Mistlampen...
Pagina 112
Parkeerlicht in- en uitschakelen WAARSCHUWING Als de auto onvoldoende verlicht wordt geparkeerd en daardoor niet of slechts moeilijk door andere weggebruikers wordt gezien, kunnen ongevallen en zware of dodelijke verwondingen worden veroor- zaakt. · Parkeer de auto altijd veilig en voldoen- de verlicht.
Pagina 113
schakeld en de lichtsensor duisternis Automatische aansturing rijver- herkent. lichting De naverlichtingstijd begint als het laat- ste portier of de achterklep wordt ge- Als de automatische aansturing van de rij- sloten. verlichting is ingeschakeld, schakelen de autoverlichting en de instrumenten- en Coming-homefunctie uitschakelen schakelaarverlichting in de volgende om- standigheden automatisch in:...
Pagina 114
5. Benodigde waarde aantippen (een Veranderen van de koplamp- voorbeeldbelading van de wagen). asymmetrie (reismodus) Waarde in het Bij ritten in landen waar aan de andere kant infotainment van de weg wordt gereden dan in het thuis- Voorstoelen bezet en land, kan het dimlicht bij auto's met dyna- laadruimte leeg.
Pagina 115
het infotainmentsysteem worden ingesteld Aanrakingsgevoelige leeslampjes met → pag. 35. handmatige dimfunctie In de dakconsole en boven de zitrijen kun- De ingestelde helderheid wordt automa- nen afhankelijk van de uitrusting aanra- tisch aan de wijzigende omgevingshelder- kingsgevoelige leeslampjes zitten → afb.
Pagina 116
Zicht Ruitenwissers Ruitenwisserhendel bedienen Afb. 87 Rechts aan de stuurkolom: Achter- ruitwisser bedienen Intervalwissen voor de achterruit. De ruitenwisser wist ongeveer elke 6 seconden. Wis-wasautomaat voor het schoonmaken van de achterruit bij van Afb. 86 Rechts aan de stuurkolom: Ruiten- u af gedrukte hendel.
Pagina 117
LET OP Regen-lichtsensor Onjuist gebruik van de ruitenwissers kan beschadigingen aan de ruit, de ruitenwis- serbladen en de ruitenwissermotor tot ge- volg hebben. · Controleer vóór het begin van de rit en voordat het contact wordt ingeschakeld of de ruitenwisserhendel in de basisstand staat.
Pagina 118
— Zoutresten: in de winter kan het door WAARSCHUWING zoutresten op de ruit mogelijk zijn dat de De regen-lichtsensor kan niet elke neer- ruitenwissers lang nawissen, terwijl de slag voldoende herkennen en de ruiten- ruit nagenoeg droog is. wissers inschakelen. —...
Pagina 119
· Als uw ogen en huid in contact komen WAARSCHUWING met de elektrolytvloeistof, was de be- Het verstellen van de buitenspiegels en treffende plek dan direct ten minste 15 de binnenspiegel tijdens het rijden kan de minuten lang met veel water en bezoek bestuurder afleiden.
Pagina 120
Afhankelijk van de gemeten waarden is de Binnenspiegel binnenspiegel zelfdimmend. Raadpleeg aan het begin van Wanneer de lichtinval op de sensoren dit hoofdstuk op pag. 116. wordt belemmerd of onderbroken, bv. door een rolgordijn of opgehangen voorwerpen, werkt de zelfdimmende binnenspiegel niet of niet storingsvrij.
Pagina 121
Modelafhankelijk kunnen elektrische bedie- Buitenspiegels ningselementen met mechanisch inklapba- re buitenspiegels zijn gecombineerd. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 116. Buitenspiegelfuncties activeren De hierna genoemde buitenspiegelfuncties moeten eenmalig in de wageninstellingen in het infotainmentsysteem worden geacti- veerd → pag. 35. Synchrone spiegelinstelling De synchrone spiegelinstelling stelt bij het instellen van de linkerbuitenspiegel tegelijk...
Pagina 122
· Gewelfde spiegelvlakken (convex of as- Bescherming tegen de zon ferisch) vergroten het blikveld en ma- ken dat voorwerpen in de spiegel klei- Zonnekleppen ner en verder weg lijken. · Als u gewelfde spiegels voor het in- schatten van de afstand tot het achter- opkomende verkeer bij het wisselen van rijbaan gebruikt, is de inschatting on- nauwkeurig en kan ongevallen en zware...
Pagina 123
Verwarming en aircondi- ders zeer snel beslaan en het zicht zeer ernstig beperken. tioning · Schakel de circulatiefunctie uit als deze niet meer nodig is. Automatische klimaatrege- ling Automatische klimaatregeling in- Overzicht van de automatische schakelen en uitschakelen klimaatregeling In het klimaatmenu: bovenste beeld- Automatische klimaatregeling schermrand De automatische klimaatregeling ver-...
Pagina 124
Automatische luchtververser WAARSCHUWING Slecht zicht door de ruiten verhoogt het In het klimaatmenu: submenu Lucht- risico van botsingen en ongevallen die verv. zware of dodelijke verwondingen kunnen De automatische luchtververser kan het veroorzaken. binnendringen van schadelijke stoffen en · Houd alle ruiten vrij van ijs, sneeuw en allergenen verminderen.
Pagina 125
In het klimaatmenu: bovenste beeld- WAARSCHUWING schermrand Slecht zicht door de ruiten verhoogt het — Front: instellingen voor de zitplaatsen risico van botsingen en ongevallen die voorin in de submenu's Standaard en zware verwondingen kunnen veroorzaken. Comfort uitvoeren. · Houd alle ruiten vrij van ijs, sneeuw en —...
Pagina 126
in het midden tussen aantippen len en zware verwondingen kan veroorza- en vasthouden. ken. · Schakel nooit de ventilator gedurende Of: Om een andere temperatuur in te langere tijd uit en gebruik nooit de cir- stellen, de touch-regelaar naar links of culatiefunctie gedurende langere tijd, naar rechts swipen.
Pagina 127
Ontwasemingsfunctie gecombineerde actief filter neerslaan en voor blijvende stankoverlast zorgen. Op het bedieningsveld in het bovenste Automatische klimaatregeling: Bij inge- gedeelte van de middenconsole schakelde achteruitversnelling of tij- De ontwasemingsfunctie maakt de dens het gebruik van de wis-wasautomaat voorruit vrij van ijs en aanslag. wordt de circulatiefunctie ingeschakeld om De lucht wordt ontvochtigd en de te voorkomen dat geuren het interieur bin-...
Pagina 128
Frisseluchtaanzuiging Wanneer moet de stoelverwarming worden uitgeschakeld? Als een van de volgende situaties van toe- passing is, de stoelverwarming uitschake- len: — Op de stoel zit een persoon met beperkte pijn- of temperatuurwaarneming → — De stoel is niet bezet. —...
Pagina 129
Of: Om de stoelverwarming in of uit te WAARSCHUWING schakelen, met twee vingers de touch- Een doorweekte stoelbekleding kan sto- regelaar voor de bestuurders- of bijrij- ringen in de stoelverwarming veroorzaken derszijde onder het infotainmentsys- en het risico van verbrandingen verhogen. teem aantippen (afhankelijk van de uit- ·...
Pagina 130
Stuurwielverwarming op het multi- tomatisch de stuurwielverwarming in- functiestuurwiel in- en uitschakelen. geschakeld. Stuurwielverwarming schakelt auto- Verwarmingsstanden van de stuurwiel- matisch uit verwarming Als een van de volgende situaties van toe- De standen van de stuurwielverwarming passing is, schakelt de stuurwielverwar- worden in het infotainmentsysteem met ming automatisch uit: kleur aangegeven.
Pagina 131
— Er is sprake van een storing in het kli- den gebruikt. Daarvoor moet aan de vol- maatregelingssysteem. gende voorwaarden zijn voldaan: — In het klimaatmenu is de functie Extra — De ingestelde tijd is verstreken. verwarming automatisch ingeschakeld. — De buitentemperatuur is lager dan ca. +5 Achterruitverwarming °C (+41 °F).
Pagina 132
en kleurloze koolmonoxide, een giftig gas. Interieurvoorverwarming inschakelen Koolmonoxide kan bewusteloosheid en Direct-verwarmenfunctie in het menu de dood tot gevolg hebben. Interieurvoorverw. in het infotain- · Als de auto zich in ongeventileerd of af- mentsysteem of in het uitstapmenu gesloten ruimtes bevindt, schakel de in- →...
Pagina 133
— Als het gele controlelampje (brand- Gewenste temperatuur instellen stofmeter) brandt → pag. 29. De gewenste temperatuur van de interieur- — De ladingstoestand van de 12 volt accu is voorverwarming kan afhankelijk van de uit- te sterk gedaald. rusting alleen bij de automatische klimaat- regeling worden ingesteld.
Pagina 134
Radiografische afstandsbe- Knippert ongelijkmatig groen: interi- eurvoorverwarming en -ventilatie ge- diening van de interieurvoor- blokkeerd. verwarming en -ventilatie Als een van de volgende situaties van toe- passing is, wordt de interieurvoorverwar- Interieurvoorverwarming en -ven- ming en -ventilatie geblokkeerd: tilatie op afstand bedienen —...
Pagina 135
vocht, sterke schokken en blootstelling aan 2. Batterijvakklepje met het gereedschap direct zonlicht kunnen worden beschadigd. iets omhoogbrengen tot de vergrende- lingen van de behuizing zijn vrijgegeven. · Bescherm de radiografische afstandsbe- diening tegen vocht, harde schokken en 3. Batterijvakklepje voorzichtig in pijlrich- direct zonlicht.
Pagina 136
Recycle de lege knoopcellen milieube- De temperatuureenheid is versteld wust. Temperatuureenheden voor alle tem- peratuurweergaven in de auto via het De knoopcel van de radiografische af- infotainmentsysteem omschakelen. standsbediening kan perchloraat be- vatten. Let op de wettelijke bepalingen met Water of waterdamp onder de auto betrekking tot recycling.
Pagina 137
Rijden nen, daarna het contact uitschakelen. Zo- lang de auto niet wordt vergrendeld, blijft ook de stuurkolom ontgrendeld. Stuurinrichting Tegenstuurhulp Informatie over de stuurinrichting De tegenstuurhulp ondersteunt de bestuur- der bij het sturen in kritieke rijsituaties. Om diefstal van de auto te bemoeilijken, is Daarbij helpen extra stuurkrachten en het het raadzaam de stuurinrichting elke keer ESC de bestuurder bij het tegensturen →...
Pagina 138
5. De hulp van een specialist inschakelen. LET OP Als het contact bij het afslepen is uitge- schakeld, zijn sommige voertuigfuncties Pedalen niet beschikbaar, zoals de richtingaanwij- zers, de claxon, de ruitenwissers en de rui- tensproeierinstallatie. · Schakel het contact in als de auto wordt afgesleept.
Pagina 139
· Let erop dat de pedalen altijd ongehin- Remmen derd kunnen worden ingetrapt. · Bevestig vloermatten altijd veilig in de Informatie over de remmen voetenruimte. · Remblokken inrijden Leg nooit vloermatten of andere bo- dembekledingen over de ingebouwde Nieuwe remblokken bieden tijdens de eer- vloermat.
Pagina 140
Als de remblokken niet of gering worden en zware of dodelijke verwondingen kan belast en als ze corrosie vertonen, bij hoge leiden. snelheid meerdere keren krachtig remmen · Laat de rem nooit te vaak en te lang om de remschijven en remblokken te reini- "aanlopen"...
Pagina 141
Probleemoplossingen Storing in remsysteem Het waarschuwingslampje brandt rood. Daarnaast kan een tekstmelding worden weergegeven. Niet verder rijden! Direct de hulp van een specialist in- schakelen en het remsysteem laten controleren. Als het remvermogen van de auto ver- andert Als de remblokken zijn versleten of u con- stateert dat de auto niet meer zo remt als gewoonlijk, bv.
Pagina 142
worden bediend, wat zware verwondin- schakelaar en bij ingetrapt rempedaal ge- gen tot gevolg kan hebben. start. · Laat nooit kinderen of hulpbehoevende De wagen kan alleen worden geactiveerd personen in de wagen achter als de wa- als zich een geldige wagensleutel in de wa- gen wordt vergrendeld.
Pagina 143
Daarom kan de motor alleen met een pas- paneel. sende, gecodeerde en originele Ford-wa- 6. Als de motor aanslaat, de drukknop gensleutel worden gestart. Gecodeerde contactschakelaar loslaten. wagensleutels zijn verkrijgbaar bij een ge- kwalificeerde specialist.
Pagina 144
schakelde versnelling of ingeschakelde LET OP rijstand. De wagen zou plotseling kun- Wagens met contactslot: Als de motor niet nen gaan bewegen of er kan zich een aanslaat, gebruik dan nooit de startmotor ongebruikelijke situatie voordoen die met ingeschakelde versnelling om te rijden schade, brand en zware verwondingen of aan te slepen, bv.
Pagina 145
Storing in de motorregeling of het 2. Motor onmiddellijk door een hiervoor rijvermogen is beperkt gekwalificeerde specialist laten contro- leren. Het controlelampje brandt geel. Het aandrijfvermogen van de auto kan be- perkt zijn! Voorgloeisysteem of motorrege- ling Er is een storing in de motorregeling of het Auto's met dieselmotor: rijvermogen is beperkt om oververhitting van onderdelen van de motorregeling te...
Pagina 146
De motor kan niet door kort indrukken van parkeervergrendeling automatisch wordt de drukknop contactschakelaar worden af- ingeschakeld, verschijnt op het display in gezet. het instrumentenpaneel een overeenkom- stige waarschuwingsmelding → pag. 188. Er moet een nooduitschakeling worden uit- gevoerd: Waarschuwing bij verlaten Drukknop contactschakelaar tweemaal Om bij het verlaten van de auto erop te at- binnen een paar seconden indrukken of...
Pagina 147
Koppelingspedaal helemaal intrappen LET OP en ingetrapt houden. Als de auto langere tijd met hoge motorbe- 2. Versnellingshendel in de gewenste lasting heeft gereden, kan de motor na het stand brengen → afzetten oververhit raken. Om motorscha- 3. Koppelingspedaal voor het koppelen de te voorkomen, laat u de motor ca.
Pagina 148
· Accelereer alleen snel als het zicht, het Probleemoplossingen weer, de weg- en de verkeersomstan- digheden dat toelaten en andere ver- Koppeling "slipt" keersdeelnemers door de acceleratie van de wagen en de rijstijl niet in gevaar Het controlelampje brandt geel. worden gebracht.
Pagina 149
Automatische transmissie – Achteruitversnelling De achteruitversnelling is ingeschakeld. Al- Automatische transmissie: rijst- leen bij stilstaande wagen inschakelen. and kiezen – Neutraal De transmissie staat in de neutrale stand. Er wordt geen kracht op de wielen overge- dragen en het remeffect van de motor is niet beschikbaar.
Pagina 150
· Geef bij het inschakelen van de rijstand Met automatische transmissie nooit gas. schakelen · Bij draaiende motor en ingeschakelde rijstand zal de wagen zich in beweging zetten zodra het rempedaal wordt los- gelaten. · Schakel nooit tijdens het rijden de ach- teruitversnelling R of de parkeerver- grendeling P in.
Pagina 151
Automatische transmissie met de ped- Bergopwaarts stoppen en wegrijden dels bedienen Hoe steiler de helling is, des te lager moet de versnelling worden gekozen. — Rechterpeddel naar het stuurwiel trekken om op te schakelen → afb. 104. Als u bergop met draaiende motor stopt of wegrijdt, moet de Auto-Hold-functie wor- —...
Pagina 152
Launch Control LET OP De Launch Control maakt maximale acce- · Probeer bij het stoppen op hellingen met leratie vanuit stilstand mogelijk. ingeschakelde rijstand niet door gas te ASR uitschakelen → pag. 211. geven te voorkomen dat de wagen weg- 2.
Pagina 153
Om een rijstand in te schakelen, het LET OP rempedaal intrappen. Als de auto met afgezette motor en de keu- Zie ook: Parkeerrem → pag. 188. zehendel in de neutrale stand N voor een langere periode of met hoge snelheid rolt Noodontgrendeling van de keuzehen- (bv.
Pagina 154
pedaal loslaten. De motor wordt afge- Omstandigheden voor een automati- zet. sche herstart De motor kan onder de volgende omstan- 2. Om de motor opnieuw te starten, kop- digheden automatisch starten: peling intrappen. — Als het interieur te sterk opwarmt of af- Auto's met automatische transmissie: koelt.
Pagina 155
— Als de Adaptieve Cruise Control de snel- Er is sprake van een storing in Auto Start- heids- en afstandsweergave weer heeft Stop. hervat. Motor handmatig starten → pag. 141. — Als het voor u rijdende voertuig de af- 2. Direct een hiervoor gekwalificeerde stand vergroot.
Pagina 156
motorvermogen kan bv. bij inhaalma- Schakeladvies noeuvres tot ongevallen leiden. Dat kan zware of dodelijke verwondingen tot ge- volg hebben. · Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan het zicht, het weer, de weg- en verkeersom- standigheden aan. Motor inrijden Afb.
Pagina 157
De weergave van het schakeladvies — Schakeladvies opvolgen → pag. 154. verdwijnt, wanneer bij wagens met — Indien mogelijk rijprofiel gebruiken. schakeltransmissie het koppelingspedaal wordt ingetrapt of bij wagens met automa- Minder stationair draaien tische transmissie het handmatige scha- Direct en met laag toerental wegrijden. Bij kelprogramma wordt verlaten.
Pagina 158
— Comfortverbruikers uitschakelen als deze WAARSCHUWING hun taak hebben volbracht. Verschuivende lading kan de rijstabiliteit en de rijveiligheid van de auto aanzienlijk WAARSCHUWING benadelen, de remweg bij voluit remmen Pas snelheid en veiligheidsafstand ten of een noodstop verlengen en daardoor opzichte van voor u rijdende voertuigen ongevallen en zware verwondingen ver- altijd aan het zicht, het weer en de weg-...
Pagina 159
· Verwijder altijd een op de achterklep WAARSCHUWING gemonteerde bagagedrager met de Na het rijden door water, modder enz. kan eventuele lading als met geopende de remwerking vanwege de natte en in de achterklep moet worden gereden. winter bevroren remschijven en remblok- ken beïnvloed worden en de remweg lan- WAARSCHUWING ger worden.
Pagina 160
LET OP houden, totdat wordt weggereden. · — De motor draait "soepel". Ford is niet verantwoordelijk voor schade aan uw wagen die het gevolg is van min- — Rijstand D of de achteruitversnelling is derwaardige brandstof, ontoereikende ingeschakeld.
Pagina 161
Bestuurdershulpsyste- dat de auto achteruit rolt bij het wegrij- den in druk verkeer op een helling. Informatie over de sensoren Inleiding De auto beschikt afhankelijk van de uit- rusting over bestuurdershulpsystemen die het comfort tijdens het rijden verho- gen. Deze bestuurdershulpsystemen maken deels gebruik van sensoren of camera's (hierna "sensoren"...
Pagina 162
· Blijf altijd oplettend en vertrouw niet al- — Na geweldsinwerking op de onderdelen leen op het systeem. De verantwoorde- van de radarsensoren, bv. na een kop- lijkheid voor alle rijtaken ligt altijd bij de staartbotsing. bestuurder. — Als de radarsensoren afgedekt, vuil, ver- ·...
Pagina 163
ongeluk herkend of voor u rijdende voertui- Cruise Control gen niet herkend worden. Inleiding De Cruise Control helpt een door u in- gestelde snelheid constant te houden. Snelheidsbereik De Cruise Control is bij vooruitrijden vanaf Afb. 108 Smal voertuig ongeveer 20 km/h (ca. 15 mph) beschik- baar.
Pagina 164
Bergaf rijden Inschakelen De auto kan de opgeslagen snelheid niet in Toets indrukken. alle rijsituaties constant houden. Wees al- Er is geen snelheid opgeslagen en er tijd klaar om de auto af te remmen. vindt nog geen regeling plaats. Voor langere afdalingen terugschake- len.
Pagina 165
· Schakel de Cruise Control uit als u deze — De auto werd door de Automatic Emer- niet nodig heeft. gency Braking afgeremd. — Als het probleem blijft bestaan, de Cruise Uitschakelen Control uitschakelen en een hiervoor ge- Toets lang indrukken. kwalificeerde specialist opzoeken.
Pagina 166
Bergaf rijden Er is geen snelheid opgeslagen. Er wordt nog niet geregeld. De auto kan de opgeslagen snelheid niet in alle rijsituaties constant houden. Wees al- Regeling beginnen tijd klaar om de auto af te remmen. Tijdens het rijden toets indrukken.
Pagina 167
Afhankelijk van de uitrusting zit de De Eco Coach is afhankelijk van de uitrus- toets ofwel op het multifunctie- ting en is niet in alle landen beschikbaar. stuurwiel of op de richtingaanwijzerhendel. Met de Eco Coach rijden Probleemoplossingen Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag.
Pagina 168
· Kruispunt voor u. Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan het zicht, het weer, de weg- en verkeersom- standigheden aan. Snelwegafrit voor u. · Verkeerstekens langs de weg en ver- keersregels hebben altijd voorrang op rijadviezen. Rotonde voor u. ·...
Pagina 169
Oproep tot overname door bestuurder Bijzondere rijsituaties Als de automatische vertraging door Raadpleeg aan het begin van dit de Adaptieve Cruise Control niet vol- hoofdstuk op pag. 166. doet of de systeemgrenzen worden bereikt, roept de Adaptieve Cruise De hierna beschreven functies zijn afhanke- Control u door een melding in het in- lijk van de uitrusting en niet in alle landen strumentenpaneel op om bij te rem-...
Pagina 170
— Een portier wordt geopend. Systeemgrenzen van de Adaptie- ve Cruise Control — Het contact wordt uitgeschakeld. WAARSCHUWING Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 166. Als op het display in het instrumentenpa- neel Adaptieve Cruise Control klaar om Grenzen van de sensoren weg te rijden wordt weergegeven en het De Adaptieve Cruise Control herkent rijsi-...
Pagina 171
worden afgeremd. De Adaptieve Cruise De Adaptieve Cruise Control regelt. Control voert geen noodstop uit. De reactie op stilstaande voertuigen is af- Adaptieve Cruise Control regelt, hankelijk van de uitrusting en is niet in alle geen voor u rijdend voertuig herkend. landen beschikbaar.
Pagina 172
Het display in het instrumentenpaneel Adaptieve Cruise Control instel- laat de ingestelde stand zien → afb. , → afb. 117 . Neem de landspe- cifieke voorschriften voor de minimu- Raadpleeg aan het begin van dit mafstand in acht. hoofdstuk op pag. 166. U kunt in het menu 'Hulpsystemen' van het Afstand instellen infotainmentsysteem instellen of u de re-...
Pagina 173
· Wees altijd gereed om de auto zelf af te — Als het probleem blijft bestaan, een hier- remmen. voor gekwalificeerde specialist opzoe- ken. · Als u het gaspedaal intrapt, wordt de snelheids- en afstandsregeling overru- Adaptieve Cruise Control werkt niet led.
Pagina 174
Automatic Emergency Bra- U kunt automatische stuuringrepen afbre- ken door tegen te sturen. king Automatische remingreep Inleiding De Automatic Emergency Braking kan de auto zo nodig tot stilstand vertragen. De auto wordt aansluitend niet blijvend stilge- De Automatic Emergency Braking kan houden.
Pagina 175
Het controlelampje brandt. Afstand Waarschuwingsstappen en re- vergroten! mondersteuning Voorwaarschuwing Raadpleeg aan het begin van dit De Automatic Emergency Braking hoofdstuk op pag. 172. herkent een mogelijke botsing en be- reidt de wagen op een mogelijke Snelheidsbereiken noodstop voor. In deze snelheidsbereiken ondersteunt de Er klinkt een waarschuwingsgeluid, Automatic Emergency Braking maximaal: het rode waarschuwingslampje...
Pagina 176
Na het starten van de auto aties niet geschikt en moet worden uitge- schakeld → Direct na het starten van de auto is — Als de auto niet op de openbare weg rijdt, de Automatic Emergency Braking niet bv. in het terrein of op een circuit. of slechts beperkt beschikbaar.
Pagina 177
Grenzen Automatic Emergency Braking be- De uitwijkassistent reageert niet op krui- dienen sende objecten en dieren. Houd ook reke- ning met de fundamentele systeemgren- Raadpleeg aan het begin van dit zen van de Automatic Emergency Braking hoofdstuk op pag. 172. →...
Pagina 178
in het menu 'Hulpsystemen’ van het info- er een beschadiging zichtbaar is → pag. tainmentsysteem uitvoeren: 388. — Afstandswaarschuwing in- en uitschake- — De camera is als gevolg van de hoge om- len. gevingstemperatuur of langer direct zon- licht automatisch gedeactiveerd. Als de —...
Pagina 179
Als de auto een herkende rijstrookbegren- Systeemgrenzen van het Lane- zing te dicht nadert, waarschuwt het sys- Keeping System teem de bestuurder met een corrigerende stuuringreep. De corrigerende stuuringreep Raadpleeg aan het begin van dit kan elk moment door de bestuurder wor- hoofdstuk op pag.
Pagina 180
— Bij ingeschakelde richtingaanwijzer vóór Als de Adaptieve Cruise Control met Lane handmatig van rijstrook wisselen. Centring wordt ingeschakeld, wordt ook het Lane-Keeping System ingeschakeld. — Bij oversturen van een systeemingreep door de bestuurder. Als er sprake is van een systeemsto- —...
Pagina 181
Systeem regelt (corrigerende stuur- Probleemoplossingen ingreep). Raadpleeg aan het begin van dit Als er geen controlelampje brandt, is het hoofdstuk op pag. 176. systeem niet gereed om te regelen (sys- teemstatus passief) of uitgeschakeld. Lane-Keeping System niet Als de Adaptieve Cruise Control met beschikbaar Lane Centring actief regelt, vindt er geen stuuringreep plaats en is er geen...
Pagina 182
Het systeem gedraagt zich anders dan en het Lane-Keeping System en neem de verwacht aanwijzingen in acht. Wees altijd oplettend en grijp zo nodig zelf in! Geen voorwerpen op het stuurwiel monteren. Met een Adaptieve Cruise Control met Lane Centring rijden Bedieningsvelden reageren anders dan De Adaptieve Cruise Control met Lane verwacht...
Pagina 183
Adaptieve Cruise Control met Lane ring door de Adaptieve Cruise Control Centring actief, afstandsindicatie en met Lane Centring niet toereikend is. rijstrookgeleiding passief. · Rem als de auto onbedoeld begint te rollen, bv. na een oproep tot overname Oproep tot overname door bestuurder door de bestuurder.
Pagina 184
vooraf ingestelde afstand tot de voorlig- Probleemoplossingen ger vast (systeemstatus passief). Raadpleeg aan het begin van dit Bij herkende wegmarkeringen wordt de hoofdstuk op pag. 180. auto tegelijkertijd door stuurbewegingen binnen de rijstrook gehouden (systeem- De Adaptieve Cruise Control met status actief).
Pagina 185
· U heeft het stuurwiel gedurende langere De noodgevalassistent kan ongevallen tijd losgelaten. en zware verwondingen niet altijd zelf- standig voorkomen. — Storing of defect. Motor afzetten en op- · nieuw starten. Als de radarsensor of de frontcamera defect, bedekt of versteld is, kan de —...
Pagina 186
mentenpaneel brandt een van de volgende Probleemoplossingen controlelampjes: Raadpleeg aan het begin van dit Systeem regelt. hoofdstuk op pag. 183. Noodgevalassistent niet beschik- Systeem regelt. baar Storing of defect. Het controlelampje U kunt de regeling op elk moment afbreken brandt geel. Bovendien wordt er een mel- door, afhankelijk van de verkeerssituatie, ding weergegeven op het display in het in- krachtig te accelereren, te remmen of te...
Pagina 187
sist onder andere in de volgende situaties WAARSCHUWING de verkeerssituatie niet goed interpreteren: De intelligente techniek van de Blind Spot — Bij het rijden in het midden van twee rijst- Assist kan de natuurkundig bepaalde roken. grenzen niet overwinnen en functioneert —...
Pagina 188
wordt de Blind Spot Assist automatisch vindt ook plaats als u de richtingaanwijzer uitgeschakeld. Zodra een aanhangwagen voor de betreffende richting heeft inge- elektrisch met de auto is verbonden en de schakeld. Als u ondanks de stuuringreep bestuurder wegrijdt, verschijnt er een tekst- stuurt, wordt een extra waarschuwing in de melding op het display in het instrumen- vorm van een stuurwieltrilling gegeven.
Pagina 189
Parkeren en manoeuvre- — De radarsensoren zijn door water bedekt. — Het zicht van de radarsensoren wordt belemmerd door het weer, bv. sneeuw, of door vuil, wasmiddelresten of coatings. Auto veilig stilzetten Radarsensoren schoonmaken → pag. 384. Parkeren — De systeemgrenzen zijn niet in acht ge- nomen →...
Pagina 190
· 10. Uitstappen en erop letten dat alle inzit- Schakel altijd de parkeerrem in om onge- tenden en met name kinderen uitstap- wilde bewegingen van de auto bij het pen → . Let op andere verkeersdeel- stilzetten van de auto te voorkomen. nemers! ·...
Pagina 191
Automatische transmissie: De parkeerrem De elektronische parkeerrem zorgt er- kan het wegrijden op steile hellingen verge- voor dat de auto niet kan wegrollen. In makkelijken, daarom moet vóór het wegrij- geval van nood kan de auto hiermee den de parkeerrem met de knop hand- worden afgeremd.
Pagina 192
Veilig stilzetten van de wagen is niet moge- lijk. Menu en aansluitend de func- Voertuig tietoets in het infotainment- Wagen op een andere plek of op een Remmen systeem aantippen om in het menu het vlakke ondergrond stilzetten. automatisch inschakelen van de par- 2.
Pagina 193
de behuizing van de buitenspiegel geel en branden daarna permanent → afb. 124. Ge- lijktijdig klinkt er een waarschuwingssig- naal. Als er een obstakel wordt herkend, houdt het portier dan gesloten. Let ook op de veiligheidsaanwijzingen voor de parkeersystemen → pag. 193. Bij geopende portieren kunnen func- tiebeperkingen zijn.
Pagina 194
spiegel en het akoestische waarschu- Auto-holdfunctie inschakelen wingssignaal. Knop afb. 125 indrukken. → · Bij zeer snel naderende voertuigen kan Het controlelampje in de knop de weergave mogelijk niet of niet op tijd brandt geel. Auto Hold is gereed, de auto (gaan) branden.
Pagina 195
uit te schakelen om het rollen van de auto grenzen niet overwinnen en functioneert te vergemakkelijken. uitsluitend binnen de systeemgrenzen. Het hogere comfort dat de parkeersyste- Bij draaiende motor het rempedaal in- men bieden, mag nooit verleiden tot het trappen. nemen van een veiligheidsrisico.
Pagina 196
of hoge obstakels en geopende of zich ✓ Ondergrond is een recht vlak. openende achterkleppen. ✓ Wagen is niet achter zwaar of eenzijdig — De registratiegebieden van de sensoren beladen. hebben dode hoeken waarin personen en ✓ Motor draait. objecten niet kunnen worden waargeno- ✓...
Pagina 197
· schreden, wordt de inparkeerhandeling Reageer op waarschuwingen en rijad- afgebroken. viezen van de parkeersystemen. · De automatische remondersteuning WAARSCHUWING van de actieve parkeerhulp wordt na ca. 1,5 seconde beëindigd. Na de automati- De automatische remingreep van de ac- sche remingreep de auto zelf afrem- tieve parkeerhulp mag niet verleiden tot men.
Pagina 198
Of: Functietoets in de schermweer- Probleemoplossingen gave van het parkeersysteem aantip- pen. Het parkeersysteem gedraagt zich an- ders dan verwacht Manoeuvreerremfunctie van de par- Er zijn verschillende oorzaken mogelijk: keerhulp — Er is niet voldaan aan de voorwaarden Om de automatische remingreep af te van het systeem →...
Pagina 199
Als er een storing in de parkeersensoren is, Actieve parkeerhulp is actief en onder- klinkt bij het inschakelen meerdere secon- steunt stuurbewegingen bij stilstand den een aanhoudende toon. Eventueel Als de actieve parkeerhulp probeert om het wordt een tekstmelding op het display in stuurwiel bij stilstaande auto te verdraaien, het instrumentenpaneel weergegeven.
Pagina 200
Hoe dichter de auto een obstakel nadert, Storing in het systeem in geregi- hoe dichter het segment naar de weerge- streerd gebied (afhankelijk van uit- geven auto schuift → rusting). De kleur kan variëren. Als de bestuurder bij een naderend obsta- LET OP kel niet reageert, kan een automatische re- Er wordt alleen voor obstakels binnen de...
Pagina 201
2. Functietoets in het infotainmentsys- Parkeersensoren in- en uitschake- teem aantippen. 3. Functie activeren. Raadpleeg aan het begin van De automatische activering vindt maar dit hoofdstuk op pag. 197. eenmaal plaats. Een hernieuwde automati- sche activering is onder de volgende om- standigheden mogelijk: —...
Pagina 202
Aanhangwagenondersteuning: Inparkeren (achteruitrijcamera Weergave van het gebied direct ach- met parkeermoduskeuze) ter de auto met hulplijnen. Raadpleeg aan het begin van dit WAARSCHUWING hoofdstuk op pag. 199. De intelligente techniek van de parkeer- systemen kan de natuurkundig bepaalde Schermweergaven grenzen niet overwinnen en functioneert Afhankelijk van de uitrusting zijn de volgen- uitsluitend binnen de systeemgrenzen.
Pagina 203
aan de zijkanten → afb. 129 samen- vallen. 5. Als de rode lijn de achterste begrenzing afb. 130 bereikt, stoppen. → De oriëntatielijnen op het beeld- scherm worden door het systeem on- afhankelijk van de voertuigomgeving inge- schakeld, er is geen sprake van automati- sche obstakelherkenning.
Pagina 204
Actieve parkeerhulp LET OP De parkeerassistent (Park Assist) oriën- Inleiding teert zich op geparkeerde voertuigen, trot- toirranden of andere omstandigheden. Let erop dat lager gelegen voertuigonderdelen, De actieve parkeerhulp laat een par- zoals banden en velgen, bij het inparkeren keerruimte zien die geschikt is om in te niet worden beschadigd.
Pagina 205
sparkeerruimte (blauwe auto) weergege- Parkeerruimte zoeken ven. Raadpleeg aan het begin van De actieve parkeerhulp kan nader- dit hoofdstuk op pag. 202. hand worden geactiveerd. Als eerder langs een geschikte parkeerruimte werd gereden, wordt deze weergegeven. Als de actieve parkeerhulp niet is ge- activeerd, worden herkende parkeer- ruimtes →...
Pagina 206
stig wisselen → afb. 133 of → afb. Het kan noodzakelijk zijn meerdere par- keerbewegingen uit te voeren. Als de parkeerhandeling werd afgerond, ver- schijnt een tekstmelding op het display in het instrumentenpaneel. Aan het einde van een inparkeerbewe- ging altijd wachten tot de actieve par- keerhulp de draaibewegingen van het stuurwiel heeft beëindigd om een opti- maal parkeerresultaat te bereiken.
Pagina 207
4. Stuurwiel loslaten en alle handelingen 5. Functietoets op het beeldscherm zoals boven beschreven volgen. van het infotainmentsysteem aantip- pen. De actieve parkeerhulp kan ook onafhanke- 6. Tekstmeldingen op het display in het in- lijk van deze parkeerscenario's worden ge- strumentenpaneel opvolgen.
Pagina 208
Pro Trailer Backup Assist Als binnen ongeveer drie minuten geen bestuurdersinteractie plaats- vindt, breekt de manoeuvre af en wordt de Inleiding Pro Trailer Backup Assist beëindigd. De Pro Trailer Backup Assist onder- steunt de bestuurder bij het achteruit- Voorwaarden rijden en manoeuvreren met een aan- hangwagen.
Pagina 209
Raadpleeg vóór gebruik van de Pro Trailer Met de aanhangwagen manoeu- Backup Assist de voorwaarden → pag. 206: vreren Achteruitversnelling inschakelen. Raadpleeg aan het begin van dit 2. Functietoets in het infotainmentsys- hoofdstuk op pag. 206. teem aantippen. 3. Stuurwiel loslaten → 4.
Pagina 210
— Uitzondering: als er een gevaarlijke si- tuatie ontstaat, ingrijpen en de bestu- ring zelf overnemen. WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen! De automati- sche remingreep mag niet verleiden tot het nemen van een veiligheidsrisico. Het systeem kan de oplettendheid van de be- stuurder niet vervangen.
Pagina 211
Trap het rempedaal in om de auto stil te Als er een remhulpsysteem regelt, met de houden. noodzakelijke kracht blijven remmen en, in- dien noodzakelijk, de auto sturen. Storing WAARSCHUWING Bij een storing in de Cross Traffic Alert, bv. door verontreinigde sensoren of een sys- De intelligente techniek van de remhulp- teemfout, brandt het volgende controle- systemen kan de natuurkundig bepaalde...
Pagina 212
· Laat ombouwen en wijzigingen aan de verdere botsingen tijdens het ongeval te auto alleen door een hiervoor gekwalifi- verminderen door een automatisch gestar- ceerde specialist uitvoeren. te remingreep. · Gebruik altijd geschikte banden. De Het vervolgongevalreductiesysteem werkt rijstabiliteit is afhankelijk van de grip alleen bij botsingen die door het airbagre- van de banden.
Pagina 213
· Zet nooit de motor af en schakel nooit Probleemoplossingen het contact uit, zolang de auto in bewe- ging is. Elektromechanische rembekrachti- · Als de rembekrachtiger niet werkt of de ger uitgevallen auto afgesleept wordt, moet het rem- Niet verder rijden! pedaal krachtiger worden ingetrapt, Controlelampje brandt rood.
Pagina 214
Praktische uitrusting Met de noodzakelijke kracht blijven remmen en, indien nodig, de wagen stu- ren. Opbergmogelijkheden WAARSCHUWING Inleiding Als het remsysteemwaarschuwingslamp- samen met het ABS-controlelampje Opbergvakken zijn alleen bedoeld voor het gaat branden, kan de regelfunctie van opbergen van lichte of kleine voorwerpen. het ABS zijn uitgevallen.
Pagina 215
WAARSCHUWING Schuifladen Voorwerpen in de voetenruimte van de Raadpleeg aan het begin van bestuurder kunnen de bediening van de dit hoofdstuk op pag. 212. pedalen belemmeren. Dit kan ertoe leiden dat u de controle over de auto verliest en verhoogt het risico van zware verwondin- gen.
Pagina 216
kan bij ingeschakeld contact gebruikt Klaptafel worden. · Raadpleeg aan het begin van Stop nooit papier of andere voorwer- dit hoofdstuk op pag. 212. pen die brand kunnen veroorzaken in de asbak. Sigarettenaansteker Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 214. Er zit een sigarettenaansteker in het onder- ste gedeelte van de middenconsole.
Pagina 217
· Als de elektrische apparaten te warm Stopcontacten in de wagen worden, schakel deze dan direct uit en verbreek de stroomverbinding. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 214. LET OP · Sluit nooit stroomleverende elektrische apparaten, zoals zonnepanelen of accu- laders, op het 12 volt stopcontact aan om beschadigingen aan de elektrische in- stallatie te voorkomen.
Pagina 218
den overschreden. De vermogensopname Knippert groen Het contact is uitgescha- van de apparaten staat op de typeplaatjes keld, maar er is nog voldoende ener- ervan vermeld. gie beschikbaar om het stopcontact nog eens maximaal 10 minuten van 12 volt stopcontact stroom te voorzien.
Pagina 219
— Overschrijd nooit de maximale vermo- Aanduiding van een USB-aanslui- gensopname, omdat dan de gehele ting via welke gegevens kunnen elektrische installatie van de wagen worden overgedragen en appara- beschadigd kan raken. ten kunnen worden opgeladen. — Gebruik alleen accessoires die conform Aanduiding van een USB-aan- de geldende richtlijnen betreffende de sluiting via welke alleen appara-...
Pagina 220
De draadloze oplader voor accessoires is Het infotainmentsysteem informeert over afhankelijk van de uitrusting en is niet in al- de start van het laden en eventueel over le landen beschikbaar. herkende vreemde metaalhoudende voor- werpen in het opbergvak. Met de draadloze oplader voor accessoires kan middels elektromagnetische inductie Mobiele telefoon wordt niet geladen over een korte afstand draadloos energie...
Pagina 221
· Dataoverdracht Verwijder eventueel voorwerpen die de sluitfunctie van de afdekking hinderen. · Houd tijdens het rijden de afdekking al- Cyberveiligheid tijd gesloten. WAARSCHUWING Onder cyberveiligheid verstaan we Leg geen metalen voorwerpen of voor- maatregelen die het risico van een on- werpen met metalen onderdelen op het rechtmatige toegang door schadelijke opbergvlak voor de draadloze oplader...
Pagina 222
Over-the-Air-upda- ters, opslagmedia of mobiele telefoons te uit te voeren, voer dan de door Ford die met schadelijke software of virussen beschikbaar gestelde Over-the-Air-up- zijn besmet, met de auto verbindt. De sto- dates onmiddellijk uit.
Pagina 223
✓ U heeft een actief FordPass-account. jes, symbolen en tekstmeldingen worden ✓ U heeft de auto aan uw actieve Ford- weergegeven. Het rijden met uitgevallen account toegekend. instrumentenpaneel kan tot ongevallen ✓ Er is een hoofdgebruiker aanwezig.
Pagina 224
ken en wordt zo nodig met het inschakelen Motor afzetten en parkeerrem inscha- van het contact voortgezet. kelen. 2. Voorklep, achterklep, alle ruiten en alle De duur van het downloaden is afhankelijk portieren sluiten. van de netwerkkwaliteit, de dataomvang en het type Over-the-Air-update. 3.
Pagina 225
Let op de overeen- Meer informatie vindt u op de lokale Ford- komstige meldingen en waarschuwin- website. gen. Bij een kritieke installatiefout werken...
Pagina 226
Optie 1: van de FordPass-app Rij- en voertuigegevens vrijgeven: uw Om de verbinding tussen auto en Ford- auto is in staat om gegevens naar het Pass-account te verbreken, verwijdert netwerk te versturen, nu kunt u uw...
Pagina 227
— In sommige functies kan er informatie worden weergegeven die van derden af- — Zoek favoriete radiozenders, hierna ook komstig is. Ford Motor Company is er niet zenders genoemd, en sla deze onder voor verantwoordelijk dat informatie van voorkeuzetoetsen op om er snel gebruik andere aanbieders juist, actueel en volle- van te kunnen maken →...
Pagina 228
· — Folies of stickers met een metaalcoating Rijd altijd oplettend en met verant- op de antenne en de ruiten kunnen de ra- woordelijkheidsbesef. dio-ontvangst belemmeren. WAARSCHUWING — Bij gebruik van mobiele telefoons, op- slagmedia, externe apparaten, externe Ongunstige lichtomstandigheden en een audio- en mediabronnen de gebruiksaan- beschadigd of verontreinigd beeldscherm wijzing van de betreffende fabrikant...
Pagina 229
onderdelen in de auto beschadigd zijn, plantaat, bijvoorbeeld een pacemaker, niet werken of onvoldoende elektrische een minimumafstand van 20 cm (ca. energie hebben. 8 inch) aan, omdat mobiele telefoons de werking van actieve medische im- · Als de batterij van de mobiele telefoon plantaten negatief kunnen beïnvloeden.
Pagina 230
audio- en mediabronnen de gebruiksaan- LET OP wijzing van de betreffende fabrikant door Het erin schuiven van voorwerpen, het ver- en neem in acht. keerd plaatsen van opslagmedia en het plaatsen van opslagmedia met een afwij- WAARSCHUWING kende vorm of maat kunnen de mediaspe- Leg aansluitkabels van externe apparaten lers en het apparaat beschadigen.
Pagina 231
het aantal functies van het infotainment- — Informatie over de aanwezige software systeem en kan vooral bij lage en hoge en de licentievoorwaarden is in het info- temperaturen langer duren dan normaal. tainmentsysteem opgeslagen: Setup Copyright. — Als u het infotainmentsysteem en bijbe- horende accessoires gebruikt, bv.
Pagina 232
ken garandeert niet dat begrippen vrij mo- — SD® en SDHC® zijn merken of geregi- gen worden gebruikt. streerd merken van SD-3C LLC in de USA en andere landen. Andere productnamen zijn geregistreerde — Windows® is een geregistreerd merk van merken of merken van de betreffende de Microsoft Corporation, Redmond, rechthebbende partijen.
Pagina 233
schoonmaakmiddelen kunnen het appa- raat beschadigen en het beeldscherm dof maken. LET OP Als het beeldscherm te nat wordt schoon- gemaakt, kan het beeldscherm in sommige gevallen niet meer worden bediend of zich- zelf uitschakelen. · Maak het beeldscherm droog en laat de auto vervolgens van buitenaf ten minste 2 minuten vergrendeld.
Pagina 234
Infotainmentsysteem Eerste stappen Overzicht van het infotainmentsysteem Afb. 146 Overzicht van het infotainmentsysteem in de 10 inch variant Weergave van de tijd. Statusweergave van de functie "Privésfeer" (afhankelijk van het land beschikbaar) en indicatie van het aantal berichten. Home Button: (hierna: HOME Statusweergave van de stoelverwarming.
Pagina 235
Home Button: (hierna: Scrollbalk HOME De Home Button wordt hierna met Sommige menu's en functies hebben ver- HOME aangeduid. dere informatie boven en onder de actuele beeldschermweergave. Om het startscherm te openen, HOME aantippen. Om de overige informatie weer te ge- ven, scrollbalk aantippen en naar bene- Sensorveld voor infotainmentsys- den of naar boven vegen.
Pagina 236
Overzicht van het infotainmentsysteem Afb. 147 Overzicht van het infotainmentsysteem in de 8,25 inch variant Draai-drukknop. Weergave van de tijd. Aantalindicatie van de functie "Privésfeer" (afhankelijk van het land beschikbaar) met berichten. Home Button: Statusweergave van de stoelverwarming. Functietoets voor hoofdmenu. Control Center.
Pagina 237
leerde uitleg over de verschillende vinger- Functietoets voor hoofdmenu bewegingen vindt u in de digitale handlei- De positie van de functietoetsen kan niet ding, indien aanwezig. worden geconfigureerd. Bediening aantippen. HOME Om een hoofdmenu te openen, de overeenkomstige functietoets aantip- Scrollbalk pen, bv.
Pagina 238
Objecten bewegen, volume regelen Apps. Om instellingen, bv. van schuifknoppen, aan te passen of delen van een menu te verschuiven, verschuift u objecten op het Hulpsystemen. beeldscherm. Personaliseer afhankelijk van de uitrusting functietoetsen en aanzichten → pag. 236. Voertuig. Weergave van afbeeldingen en kaarten op het beeldscherm vergroten en ver- Help: hier vindt u meer informatie kleinen...
Pagina 239
4. Om naar het aanzicht terug te gaan, Voor het Control Center zijn er meer aantippen of een vrij gedeelte van het functies beschikbaar dan op het eer- beeldscherm aantippen. ste oog in het extra venster zichtbaar zijn. Om alle functies te zien, veegt u in het extra Ten minste twee tegels zijn altijd be- venster naar links of rechts.
Pagina 240
Systeeminstellingen Als de aangesloten externe audiobron te hard of vervormd wordt weergegeven, het In de systeeminstellingen kunnen de vol- uitgangsvolume op de externe audiobron gende functies, informatie en instellings- verlagen. Als dat niet afdoende is, het in- mogelijkheden beschikbaar zijn: gangsvolume op Middel of Zacht zetten.
Pagina 241
Zenders zoeken en kiezen het FM/DAB-frequentiegebied wordt de zenderlijst doorgaans automatisch aange- U kunt zenders op verschillende manieren past. zoeken en kiezen. De mogelijkheden varië- ren afhankelijk van de ontvangstsoort. Zenderlijst openen. 2. Gewenste zender aantippen. Zender in de scanfunctie zoeken De gekozen zender wordt ingesteld.
Pagina 242
Verkeersinformatie-functie (TP-func- tomatisch de beste ontvangstsoort geko- tie) zen. De verkeersinformatie-functie (TP-functie) Als in het DAB-frequentiegebied de ont- volgt de meldingen van een ingestelde ver- vangst van een ingestelde zender wegvalt, keersinformatiezender en onderbreekt de kan bij beschikbaarheid van deze of een radio- of mediaweergave als er verkeersin- soortgelijke zender in het FM-frequentiege- formatie te melden is.
Pagina 243
5. Om het toewijzen van zenderlogo’s te Extra venster met actuele weergave beëindigen, aantippen. openen. Favorieten openen. Klein in een zenderlijst: reeds als fa- Functies en symbolen voriet opgeslagen zender. Raadpleeg op pag. 225. Vorige zender uit de zenderlijst of de favoriet openen.
Pagina 244
Media media kunnen wij niet aansprakelijk wor- den gesteld. Inleiding Mediabestand afspelen In de mediafunctie kunt u mediabestanden vanaf opslagmedia via het infotainment- systeem afspelen en uw favorieten opslaan Raadpleeg op pag. 225. voor snelle toegang. Mediabron verbinden en kiezen Afhankelijk van de uitrusting kunnen de vol- Mediabron verbinden.
Pagina 245
slagen. U kunt afzonderlijke titels, albums, In sommige landen wordt om redenen van artiesten en genres als favorieten opslaan. de verkeersveiligheid zelfs bij stilstaande auto geen videobeeld weergegeven. Weergave van de gewenste titel star- ten. 2. Lijst met favorieten openen. Functies en symbolen 3.
Pagina 246
— Alle mediabestanden van USB-appa- kunnen verbonden USB-apparaten raten zijn gefilterd op categorieën, bv. worden gekozen. album. In Mijn media wordt altijd dit Bluetooth: via Bluetooth verbonden categorieënaanzicht weergegeven. De apparaat als mediabron kiezen. klassieke mapstructuur van de afzon- derlijke USB-opslagmedia staat ook in Via USB-aansluiting verbonden ap- het menu Mijn media.
Pagina 247
ken, worden alle meetwaarden en eventu- Beschrijving van de werking ele verkeersinformatie met het beschikbare kaartmateriaal vergeleken. Raadplaag op pag. 225 en aan het begin van dit hoofdstuk op pag. Akoestische navigatiemeldingen en grafi- 244. sche weergaven leiden naar het reisdoel. Afhankelijk van het land kunnen sommige Navigatiemeldingen functies van het infotainmentsysteem van-...
Pagina 248
kaartaanzicht te vergroten, de vinger 3. Om de routegeleiding naar het reisdoel naar beneden bewegen. of de tussenstop te stoppen, naast het reisdoel in de routeplanning aantip- Kaartaanzicht vergroten of verkleinen pen. Advies: duim en wijsvinger gebruiken. Routegeleiding in de routeplanning be- Met twee vingers gelijktijdig de kaart werken aantippen en gedrukt houden.
Pagina 249
Daarnaast leert het systeem zelfstandig, 2. Gebruikspatroon leren aantippen. welke categorie uw voorkeur heeft. Voorgestelde routes weergeven Opgeslagen gegevens aantippen. Om een snelle reisdoelingave mogelijk te maken en de routegeleiding te optimalise- Opgeslagen gegevens over "gebruiks- ren, slaat het infotainmentsysteem bepaal- patroon leren"...
Pagina 250
Opgeslagen adressen (contactenlijst Navigatiemeldingen onderdrukken en van de verbonden mobiele telefoon) volume van navigatiemeldingen in- openen. stellen. Overige symbolen Instellingen openen. Reisdoel zoeken: gedetailleerde reis- doelingave voor een adres. Symbolen op de kaart De functietoetsen en weergaven zijn afhan- Symbolen in de routeplanning kelijk van de instellingen en de actuele rijsi- Actuele positie weergeven.
Pagina 251
Reisdoelsuggesties Reisdoel ingeven en routegelei- Om mogelijke reisdoelen voor te stellen, ding starten gebruikt het reisdoeloverzicht opgeslagen gegevens. Raadplaag op pag. 225 en aan het begin van dit hoofdstuk op pag. Reisdoel kiezen en navigatie starten 244. Voorstellen aantippen. Afhankelijk van de uitrusting zijn er verschil- 2.
Pagina 252
reisdoelingave. Voor een reisdoelingave de aantippen. gewenste positie of de gewenste plaats op LET OP de kaart aantippen. Als op deze plek kaart- gegevens beschikbaar zijn, kunt u een rou- Als de adresgegevens van een contact ver- tegeleiding starten. ouderd zijn, wordt de routegeleiding deson- danks naar het opgeslagen adres uitge- Een reisdoelingave via de navigatiekaart is voerd.
Pagina 253
Navigatiedata handmatig updaten Afhankelijk van de routegeleiding kan op deze manier slechts één verkeers- Voor het handmatig updaten van de navi- opstopping worden vermeden. gatiedata voor grotere regio's, kunt u zich richten tot uw geautoriseerde dealer. Lokale waarschuwingen, bv. voor on- weer, kunnen als pop-upbericht via Versie van de kaartgegevens weerge- het infotainmentsysteem worden weerge-...
Pagina 254
Als een telefoongesprek via de hand- De telefooninterface Comfort gebruikt sfreeset wordt gevoerd of als een net als de basisuitvoering van de tele- hoog volume is ingesteld, kunnen derden fooninterface het Bluetooth-profiel HFP. buiten de auto meeluisteren. De telefooninterface Comfort kan zijn uitgerust met de draadloze oplader voor Plaatsen met bijzondere voorschriften accessoires.
Pagina 255
Mobiele telefoon kie- HOME Beschrijving van de werking zen aantippen. Raadplaag op pag. 225 en Het zoeken naar beschikbare Blue- aan het begin van dit hoofdstuk op tooth-apparaten wordt gestart. Na het pag. 251. beëindigen van het zoeken wordt een lijst met de beschikbare Bluetooth-ap- Gebruikersprofielen paraten geopend.
Pagina 256
Passief Mobiele telefoon is gekoppeld en Als bij een contact een foto is opgeslagen, verbonden. Alleen inkomende oproe- kan deze in de lijst naast de vermelding pen kunnen via de telefooninterface worden weergegeven. worden beantwoord. Andere functies Bellen zijn niet beschikbaar. Kies een telefoonnummer om een oproep Verbindingstype wisselen (passief naar te starten.
Pagina 257
Snelkeuzetoetsen moeten handmatig wor- E-mail versturen den toegewezen en worden aan een ge- E-MAIL Nieuw bericht aantippen. bruikersprofiel toegekend → pag. 252. 2. Onderwerp en bericht ingeven. Snelkeuzetoets toewijzen 3. OK aantippen. aantippen. 4. Gewenst contact in de zoekbalk inge- ven en aantippen.
Pagina 258
Noodoproep doen. Oproepenlijsten van inkomende en uitgaande oproepen. Verdere informatie weergeven. Telefoonnummer kiezen. Voicemailbox. Tekstberichten. Symbolen in het contactvenster Instellingen openen. Om het contactvenster te openen, aantippen. Ingave voor het zoeken naar contac- Via Bluetooth verbonden apparaat ten. voor de koppeling kiezen. Favorieten openen.
Pagina 259
Mobiel nummer (privé) talen zitplaatsgerelateerde functies ope- nen, bv. inschakelen van de stoelverwar- ming. Faxapparaat. Beschikt mijn auto over spraakbedie- ning? Symbolen voor tekstberichten Als op het multifunctiestuurwiel de spraak- bedieningstoets zit of uw auto het acti- Om de tekstberichten te openen, vatiewoord begrijpt, is er een spraakbedie- aantippen.
Pagina 260
Ondersteunde talen Afhankelijk van de mobiele telefoon en het besturingssysteem kan ook de Het aantal in uw land beschikbare talen is spraakbediening van een verbonden mobi- afhankelijk van de uitrusting . ele telefoon door het ingedrukt houden van Start de spraakbediening door het in uw de spraakbedieningstoets worden ge- land beschikbare activatiewoord uit te...
Pagina 261
Inleiding ✓ Het Activatiewoord is in de instellingen ingeschakeld. Sommige externe apparaten kunnen via kabelaansluitingen en draadloze aanslui- Het activatiewoord luidt: OK Ford. tingen in de auto, voor zover aanwezig, met het infotainmentsysteem worden verbon- den. Probleemoplossingen Het type en aantal kabelaansluitingen en...
Pagina 262
De USB-aansluitingen in de zitplaat- USB-aansluiting sen achterin kunnen alleen worden gebruikt om apparaten op te laden. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 259. Beschikbare functies van de dataover- dracht De USB-aansluiting kan worden ge- De volgende functies van de USB-datao- bruikt om gegevens over te dragen en verdracht zijn afhankelijk van de uitrusting apparaten op te laden of alleen om ap-...
Pagina 263
Bluetooth-profielen Weergave bedienen Af fabriek is het infotainmentsysteem met In hoeverre de Bluetooth-audiobron via het een Bluetooth-interface uitgerust. infotainmentsysteem kan worden bediend, is afhankelijk van de verbonden Bluetooth- Er kunnen maximaal drie Bluetooth-appa- audiobron. raten tegelijk verbonden zijn. Bij mediaspelers die het AVRCP-Bluetooth- De volgende Bluetooth-profielen kunnen in profiel ondersteunen kan de weergave van de aangegeven of een andere versie be-...
Pagina 264
Voorwaarden Aan de benodigde dataoverdracht kunnen kosten verbonden zijn. Wij ad- ✓ De verbonden audiobron beschikt over viseren u vanwege het mogelijke datavolu- een geschikte applicatie (app) of on- me een mobiele-telefonietarief met data- dersteunt mediavrijgave volgens de flatrate te gebruiken. Informatie hiervoor is standaard UPnP.
Pagina 265
— Apple CarPlay via WLAN. extra kosten, bv. roamingtarieven, ont- — Android Auto via WLAN. staan. Ford adviseert u vanwege het moge- lijke datavolume een mobiele-telefoniet- Soort dataverbinding arief met dataflatrate te gebruiken. Infor-...
Pagina 266
Afhankelijk van de uitrusting kunnen som- vens op het externe WLAN-apparaat mige infotainmentsystemen voor het inter- worden ingevoerd. netgebruik als WLANhotspot worden ge- 6. Optioneel: Om meer WLAN-apparaten bruikt. Als het infotainmentsysteem toe- te verbinden, de procedure herhalen. gang heeft tot een sim-kaart met datavolu- De naam en de netwerksleutel van de me, bv.
Pagina 267
Apple CarPlay en Android Auto zijn techno- wettelijke voorschriften worden gedeac- logieën die door derden worden beheerd en tiveerd. aan Ford Motor Company ter beschikking worden gesteld. Ford Motor Company is De WLANhotspot moet worden gedeac- niet verantwoordelijk als deze technologie- tiveerd.
Pagina 268
Raadplaag op pag. 225 en functioneren. De door Ford aangeboden aan het begin van dit hoofdstuk op apps kunnen zonder voorafgaande aan- pag. 264. kondiging worden gewijzigd, gestaakt, ge- deactiveerd, gereactiveerd en uitgebreid.
Pagina 269
De weergave van de functietoetsen op het certificeerde apps en beschikbaarheid is via display kan variëren. de homepage van Ford en Apple CarPlay of bij de geautoriseerde dealer beschikbaar. Bijzonderheden Tijdens een actieve Apple CarPlay-verbin- ding gelden de volgende bijzonderheden: Android Auto —...
Pagina 270
Android Auto-werking Te- certificeerde apps en beschikbaarheid is via of Beëindig aantippen. de homepage van Ford en Android Auto of 2. Om de actieve verbinding te verbreken, bij de geautoriseerde dealer beschikbaar. aantippen.
Pagina 271
Transporteren gende om het risico van verwondingen te verminderen: · Berg alle voorwerpen veilig in de auto Lading opbergen · Berg voorwerpen zo in het interieur op De lading moet worden vastgezet met in- dat deze tijdens het rijden nooit in de achtneming van de landspecifieke wegen- werkingsgebieden van de airbags kun- verkeerswet en eventueel ook andere gel-...
Pagina 272
· Berg zware voorwerpen in de laadruim- van zware of dodelijke verwondingen te te altijd veilig zo ver mogelijk vóór de verminderen. achteras op. · Laat kinderen nooit zonder toezicht, · Losse voorwerpen in de laadruimte met name als de achterklep is geo- kunnen plotseling verschuiven en het pend.
Pagina 273
houders drukken, tot de afdekking uit WAARSCHUWING de houders is losgeklikt. Onjuist gebruik van de veiligheidsgordels 2. Als de laadruimteafdekking is losge- verhoogt het risico van zware of dodelijke klikt, de rechterzijde van de laadruim- verwondingen. teafdekking met een hand omhoog- ·...
Pagina 274
Laadruimteafdekking sluiten Scheidingsnet De opgerolde laadruimteafdekking aan Scheidingsnet inbouwen en uit- de handgreep → afb. 150 gelijkmatig bouwen naar achteren trekken. 2. Laadruimteafdekking in de houders Scheidingsnet achter de voorstoelen links en rechts aan de zijkant vasthaken. gebruiken Laadruimteafdekking uitbouwen Laadruimteafdekking in pijlrichting ont- grendelen →...
Pagina 275
Scheidingsnet achter de tweede zitrij 4. Scheidingsnet uit de linkersteun in het gebruiken dak loshaken. Scheidingsnet achter de derde zitrij ge- bruiken Het is alleen in de 7-zitter mogelijk om het scheidingsnet achter de derde zitrij in te bouwen. Afb. 152 Achter de tweede zitrij: Ingebouwd scheidingsnet Inbouwen Scheidingsnet in de voorste linker- (5-...
Pagina 276
· Controleer of de dwarsstangen correct Rolwieltje van het scheidingsrek. zijn vergrendeld. Uitsparing in de verankering. · Zet voorwerpen vast, ook als het schei- dingsnet correct is ingebouwd. Scheidingsrek achter de tweede zitrij · Als de auto in beweging is, mogen er inbouwen geen personen achter het ingebouwde Als het scheidingsrek achter de tweede zit-...
Pagina 277
4. Verstelbaar scheidingsrek uit de onder- Tassenhaken ste verankeringen verwijderen. 5. Zo nodig zitplaatsen op de tweede zitrij terugklappen. WAARSCHUWING Losse voorwerpen kunnen bij plotselinge rij- of remmanoeuvres en bij een ongeval door het interieur van de wagen worden geslingerd en zware verwondingen ver- oorzaken.
Pagina 278
· Belast sjor-, fixeer- of spanbanden nooit sterker dan de maximale trek- kracht. · Bevestig de sjor-, fixeer- en spanban- den goed aan de sjorogen. · Losse voorwerpen in de laadruimte kunnen plotseling verschuiven en het rijgedrag van de wagen veranderen. ·...
Pagina 279
Trekhaaksysteem 3. Sluitstop uit het montagegat voor de trekhaak onder de bumper verwijderen. Sluitstop veilig in de auto opbergen. Afneembare trekhaak monteren 4. Controleer of het montagegat, het handwiel → afb. 158 , de schacht en de vergrendelingskogels van de trekhaak schoon en onbeschadigd zijn .
Pagina 280
3. Het handwiel → trekhaak in het montagegat drukt, afb. 158 staat nu in springt het handwiel in de oorspronke- de oorspronkelijke stand. Er is geen lijke stand terug. spleet meer tussen handwiel en trek- · haak. Als het niet lukt om de trekhaak aan te brengen, laat het trekhaaksysteem dan 4.
Pagina 281
5. Sleutel → afb. 159 in het slot steken Trekhaak verwijderen en ontspan- en linksom draaien. 6. Trekhaak → afb. 159 met één hand vasthouden → Met de andere hand het handwiel afb. 159 in pijlrichting eruit trek- → ken en in deze stand vasthouden. 8.
Pagina 282
noeuvre en bij een ongeval in de auto Bevestigingspunten worden rondgeslingerd en verwondingen 5-zitter: 934 mm. veroorzaken. · Berg de trekhaak altijd in de opbergbox 7-zitter: 1072 mm. Ten minste 65 mm. 350 mm tot 420 mm. LET OP 235 mm. De afneembare trekhaak is nodig voor het 531 mm.
Pagina 283
· Zwenk de trekhaak naar binnen of ver- teerd en wanneer een naderhand door Ford wijder deze, indien mogelijk, om het risi- gemonteerd trekhaaksysteem niet door het co van lichamelijk letsel bij aanrijdingen...
Pagina 284
lingshoeksensor kan anders onbedoeld het WAARSCHUWING alarm activeren. Het rijden met een aanhangwagen en het Rijd met een nieuwe motor tijdens de vervoeren van zware of grote voorwerpen eerste 1000 km niet met een aan- kan de rijeigenschappen veranderen, de hangwagen.
Pagina 285
Als u niet zeker weet, hoe de aanhangwa- WAARSCHUWING gen elektrisch goed op de trekkende auto Een onjuist ingebouwd of ongeschikt trek- moet worden aangesloten, vraag dit dan na haaksysteem kan tot gevolg hebben dat bij een hiervoor gekwalificeerde specialist. de aanhangwagen loskomt van de auto.
Pagina 286
· Laat alle werkzaamheden aan de elek- Aanhangwagen beladen trische installatie alleen uitvoeren door een hiervoor gekwalificeerde specialist. Raadpleeg aan het begin van · Sluit de elektrische installatie van de dit hoofdstuk op pag. 281. aanhangwagen nooit aan op de elektri- Basisinformatie sche aansluitingen van de achterlichten van de trekkende auto of andere...
Pagina 287
maal toelaatbare bandenspanning Bijzonderheden bij het rijden met een brengen → pag. 348. aanhangwagen — Bij een aanhangwagen met oplooprem WAARSCHUWING eerst zacht, daarna stevig remmen. Zo Verschuivende lading kan de rijstabiliteit voorkomt u remschokken door blokke- en de rijveiligheid van de auto met aan- rende aanhangwagenwielen.
Pagina 288
Knop pas loslaten als de motor vol- lisator automatisch met de tegenstuurhulp doende aandrijfkracht voor het wegrij- het slingeren van de aanhangwagen te ver- den heeft. minderen. Afhankelijk van het land kan de aanhangwagenstabilisator gedeactiveerd 8. Langzaam wegrijden. zijn. WAARSCHUWING Voorwaarden voor aanhangwagensta- Onjuist trekken van een aanhangwagen bilisator...
Pagina 289
Gebruik alleen bagagedragers die door de betreffende fabrikant voor het model, het modeljaar en de voertuiguitvoering zijn be- doeld. Ford adviseert het gebruik van Ford Origi- nele Accessoires, die u bij een Ford-Partner kunt aanschaffen. Bagagedrager aan de hand van de monta- gehandleiding van de fabrikant monteren.
Pagina 290
Het gebruik van Ford originele onderdelen LET OP wordt aanbevolen. Deze kunt u bij een ge- Het bevestigen van wat voor dakdragersys- autoriseerde dealer aanschaffen.
Pagina 291
dragersysteem, kan ernstige beschadiging Dragers en dakdragersysteem bevesti- van de wagen tot gevolg hebben. gen (wagens met dakreling) Dragers aan de hand van de bijgeleverde montagehandleiding aan de dakreling monteren. Dakdragersysteem bevestigen Op de dakreling zitten markeringen (drie- Raadpleeg aan het begin van hoekjes).
Pagina 292
Dakdragersysteem beladen Gebruiksaanwijzingen Raadpleeg aan het begin van Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 288. dit hoofdstuk op pag. 288. Maximaal toegestane dakbelasting Dakdragersysteem in de volgende situ- aties verwijderen De maximaal toegestane dakbelasting be- draagt 100 kg (220 lbs). —...
Pagina 293
Brandstof en uitlaatgas- Een noodontgrendeling van de tank- klep is niet mogelijk. Schakel zo nodig reiniging een specialist in. Veiligheidsaanwijzingen voor Brandstofsoorten en tanken het werken met brandstof Inleiding WAARSCHUWING Op onjuiste wijze omgaan met brandstof De tankklep zit aan de linkerzijde van de kan explosies, brand, zware brandwonden auto.
Pagina 294
navragen welke beschikbare brandstoffen leen brandstoffen tanken met de ge- voor de auto geschikt zijn. noemde norm en aanduiding. Benzine E5 staat voor benzine met een etha- Benzine nolaandeel van maximaal 5%. Raadpleeg op pag. 291. E10 staat voor benzine met een etha- nolaandeel van maximaal 10%.
Pagina 295
alleen met middelhoge toerentallen en Beveiliging tegen verkeerd tanken lage motorbelasting draaien. Voorkom De tankvulopening van dieselwagens is hoge motortoerentallen en sterke belas- met een beveiliging tegen verkeerd tanken ting van de motor. Tank zo snel mogelijk uitgerust, die u erbij moet ondersteunen de brandstof met voldoende octaangetal.
Pagina 296
5. Greep van het vulpistool naar beneden Brandstof tanken houden om te waarborgen dat er opti- maal wordt getankt. Raadpleeg op pag. 291. De brandstoftank is vol zodra het vol- gens voorschrift bediende automati- sche vulpistool voor het eerst uitscha- kelt →...
Pagina 297
stof, wat schade aan het brandstofsys- — Met gemiddelde toerentallen en lage teem van de auto tot gevolg kan hebben. motorbelasting naar de dichtstbijzijnde specialist rijden. Volgende maatregelen uitvoeren om scha- — Als de symptomen direct na het tanken de aan het brandstofsysteem van de auto optreden, direct de motor afzetten om te voorkomen.
Pagina 298
lange perioden van koud weer met tempe- WAARSCHUWING raturen onder -11 °C (+13 °F) en onder zeer De onderdelen van het uitlaatsysteem ongunstige omstandigheden is het mogelijk worden zeer heet. Daardoor kan brand ® dat AdBlue niet goed kan worden ont- worden veroorzaakt.
Pagina 299
· Vul op zijn laatst bij een rijbereik van ca. gingssysteem is gevuld met AdBlue ® niet voldoet aan ISO-22241-1, branden de 1000 km (600 mijl) voldoende AdBlue ® witte of gele controlelampjes . Vanaf bij. het branden van de witte of gele controle- ·...
Pagina 300
4. Dop van de AdBlue ® -vulopening eruit draaien. 5. Dop in de daarvoor bedoelde opening in de tankklep steken. Als een melding over het AdBlue ® -vloei- stofpeil op het display in het instrumenten- paneel werd weergegeven, ten minste de minimale bijvulhoeveelheid bijvullen.
Pagina 301
· 2. Ten minste de in het instrumentenpa- Tank niet meer dan de op het display in neel weergegeven minimale navulhoe- het instrumentenpaneel aangegeven veelheid bijvullen. maximale navulhoeveelheid bij. · 3. De AdBlue ® ® -tank is vol, zodra het vul- Verwijder gemorst AdBlue zo snel mo- pistool voor het eerst uitschakelt →...
Pagina 302
Katalysator Storing in SCR-sys- teem Raadpleeg aan het begin van dit De controlelampjes branden geel of wit. hoofdstuk op pag. 295. Daarnaast kan een tekstmelding worden Let voor een langdurige goede werking van weergegeven. de motor op het volgende: Storing in het SCR-systeem of SCR-sys- —...
Pagina 303
continu aangepast om het hoge tempera- van het filter, bijvoorbeeld door continu rij- tuurniveau in het roetfilter tijdens de rege- den van korte afstanden, niet mogelijk is, neratie te behouden. Tijdens de na-inspui- raakt het filter verstopt met roet. Het roet- ting van diesel kunnen geringe hoeveelhe- filter heeft een reiniging (regeneratie) no- den diesel in het oliecircuit van de motor...
Pagina 304
Door de op deze wijze bereikte tempe- LET OP ratuurverhoging kan het roet in het filter Als de controlelampjes branden of knippe- verbranden. ren, moet met storingen en een verhoogd 2. De regeneratierit pas beëindigen, nadat brandstofverbruik van de motor rekening het controlelampje uitgaat.
Pagina 305
Tips om het zelf te doen De krik na gebruik in zijn oorspronkelij- ke positie terugdraaien, zodat deze veilig kan worden opgeborgen. Wagengereedschap Inleiding Onderdelen van het boordgereed- schap Bij het in veiligheid brengen van de auto bij pech de wettelijke bepalingen van het be- Raadpleeg aan het begin van dit treffende land opvolgen.
Pagina 306
Krik. Voordat u de krik weer inpakt, de krikklauw helemaal terugdraaien. Na het terugdraaien de slinger strak tegen de zijkant van de krik aandrukken om de krik goed te kunnen opbergen. Wielsleutel om de wielbouten los en vast te draaien. Krikslinger.
Pagina 307
· Ruitenwisserarmen tegen de voorruit Maak de ruitenwisserbladen niet met plaatsen harde sponzen en andere scherpe voor- werpen schoon. Ruitenwisserarmen vóór het begin van de rit voorzichtig en alleen bij de ruiten- Als wasresten uit wasstraten en ande- wisserbladbevestiging vastpakken en re onderhoudsmiddelen op de ruiten tegen de voorruit plaatsen.
Pagina 308
4. Nieuw ruitenwisserblad van dezelfde LEDlampje defect is. Gloeilampjes kunt lengte en uitvoering op de ruitenwisse- u doorgaans zelf vervangen. Als de buiten- rarm steken tot dit vastklikt. verlichting afhankelijk van het type en de uitrusting met LEDtechniek is uitgevoerd, 5.
Pagina 309
gen vertrouwd bent. Bij twijfel over wat 5. Bij auto's met automatische transmissie: te doen, de noodzakelijke werkzaamhe- keuzehendel in stand P zetten. den door een hiervoor gekwalificeerde Bij auto's met schakeltransmissie: ver- specialist laten uitvoeren. snelling inschakelen. · Raak het lampenglas van het gloei- 6.
Pagina 310
LET OP Om beschadigingen aan de autolak of aan andere delen van de auto te voorkomen, het volgende in acht nemen: · Haal de lampjes altijd voorzichtig eruit en plaats de lampjes altijd voorzichtig erin. Gloeilampjes in de koplamp ver- vangen Raadpleeg aan het begin van...
Pagina 311
2. Fitting tot de aanslag in pijlrichting 4. Voorklep sluiten. draaien en naar achteren eruit trekken afb. 173 → Gloeilampjes in het achterlicht 3. Defect gloeilampje vervangen door een identiek nieuw gloeilampje. Zo nodig de vervangen vergrendeling op de fitting indrukken en het gloeilampje recht uit de fitting trek- Raadpleeg aan het begin van...
Pagina 312
Stekker in pijlrichting lostrekken → afb. Hulpstuk. Drie bevestigingsschroeven met een 2. Drie bevestigingsschroeven met een schroevendraaier losdraaien → afb. schroevendraaier losdraaien → afb. . Zo nodig passend schroeven- . Zo nodig passend schroeven- draaierblad plaatsen. draaierblad plaatsen. 2. Achterlicht met het hulpstuk → afb.
Pagina 313
6. Defect gloeilampje vervangen door een Gloeilampje voor richtingaanwij- identiek nieuw gloeilampje. zer aan de zijkant vervangen Fitting in de behuizing plaatsen en te- gen de pijlrichting in tot de aanslag Raadpleeg aan het begin van draaien → afb. 178. dit hoofdstuk op pag.
Pagina 314
bruggen van een stroomcircuit zonder ze- Zekeringen in het dashboard keringen kan zware schade of brand in de auto veroorzaken. Zware of dodelijke ver- Raadpleeg aan het begin van wondingen kunnen het gevolg zijn. dit hoofdstuk op pag. 311. · Vervang zekeringen alleen door zekerin- Auto met links stuur: zekeringenhouder gen van dezelfde sterkte en omvang.
Pagina 315
Auto met rechts stuur: zekeringenhou- Zekeringentabel voor zekeringen der in het dashboard openen en sluiten in het dashboard Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 311. De tabel toont de positie van de zekeringen van voor de bestuurder relevante verbrui- kers.
Pagina 316
lasting is verholpen, bv. bij vastgevroren rui- 25 ampère, ATO ® , regelapparaat ten, na enkele seconden automatisch weer voor speciale auto's (afhankelijk van worden ingeschakeld. de uitrusting). 40 ampère, MAXI+ ® , buitenverlich- ting rechts. Zekeringen in de motorruimte ®...
Pagina 317
Insteekplaatsen bij auto's met af fabriek in- Zekeringentabel voor zekeringen gebouwde interieurvoorverwarming en - in de motorruimte ventilatie → afb. 183. ® 20 ampère, ATO , interieurvoorver- Raadpleeg aan het begin van warming. dit hoofdstuk op pag. 311. De tabel toont de positie van de zekeringen van voor de bestuurder relevante verbrui- Doorgebrande zekeringen vervan- kers.
Pagina 318
Kleurcode van de zekeringen zijdelings → afb. 185 op de zekering schuiven. Zekeringen (ATO ® - MINI ® - MAXI ® resp. ® 3. Zekering eruit trekken. MAXI+ Kleur Stroomsterkte 4. Wanneer de zekering is doorgebrand, deze door een nieuwe zekering met het- Zwart 1 ampère zelfde ampèrage (dezelfde kleur en de-...
Pagina 319
· Houd altijd vuur, vonken, open vlam- Starthulp uitvoeren men en gloeiende sigaretten uit de buurt van de 12 volt accu. Raadpleeg aan het begin van · Voorkom elektrostatische ontladingen dit hoofdstuk op pag. 316. in de buurt van de 12 volt accu. Een ontladen 12 volt accu kan al bij LET OP temperaturen van rond de 0 °C...
Pagina 320
volt accu moet de kabeldiameter van de Starthulp uitvoeren startkabel ten minste 25 mm (0,038 inch ) zijn. — Auto's met dieselmotor: Voor de starthulp van de auto met een ontladen 12 volt ac- cu moet de kabeldiameter van de start- kabel ten minste 35 mm (0,054 inch zijn.
Pagina 321
stroomleverende 12 volt accu aan een Afslepen massief aan het motorblok vastge- schroefd metalen onderdeel of het mo- Inleiding torblok zelf vastmaken → afb. 187 6. Het andere uiteinde van de zwarte Het afslepen vraagt oefening, vooral wan- startkabel bij de auto met de ontladen neer er een sleepkabel wordt gebruikt.
Pagina 322
Afslepen richting bedienen. Gedurende het rich- tingaangeven wordt het alarmknipperen Afslepen is het trekken van een niet-rijklare onderbroken. Zodra de richtingaanwijzer- auto met behulp van een andere auto. hendel weer in de neutrale stand staat, be- De auto kan met een sleepstang of een gint automatisch het alarmknipperen weer.
Pagina 323
· Schakel de hulp van een specialist in en WAARSCHUWING laat de auto zo nodig staande op een Voertuigonderdelen kunnen door verkeerd bergingsvoertuig afvoeren. bevestigde sleepkabels of sleepstangen ernstig worden beschadigd. Het risico van LET OP ongevallen wordt verhoogd en zware of Als de ladingstoestand van de 12 volt accu dodelijke verwondingen kunnen het ge- onvoldoende is, kan het stuurslot niet wor-...
Pagina 324
3. Anders voor het afslepen de hulp van LET OP een specialist inschakelen en de auto Onjuist uit- en inbouwen van de afdekking zo nodig door een bergingsvoertuig la- en het sleepoog kan schade aan de lak en ten afvoeren. aan de carrosserie van de auto veroorza- Het sleepoog moet altijd in de auto worden ken.
Pagina 325
Sleepoog vóór monteren Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 319. Afhankelijk van het land en de uitrusting zit achter de afdekking van de bumper het montagegat voor het sleepoog. Vóór het afslepen controleren of er een montagegat met schroefdraad voor het sleepoog aanwezig is.
Pagina 326
Controleren en bijvullen Sleepoog zo nodig schoonmaken en weer bij het boordgereedschap leggen. In de motorruimte Veiligheidsaanwijzingen voor werkzaamheden in de motorruim- De motorruimte van een auto is een ge- vaarlijk gebied. Werkzaamheden aan de motor en in de motorruimte alleen zelf ver- richten, wanneer u vertrouwd bent met de noodzakelijke handelingen en de algemeen geldende veiligheidsmaatregelen en u over...
Pagina 327
specialist laten uitvoeren. Het verkeerd WAARSCHUWING uitvoeren van werkzaamheden kan In de motorruimte bevinden zich draaien- zware verwondingen tot gevolg heb- de delen die zware verwondingen kunnen ben. veroorzaken. · Open of sluit nooit de voorklep zolang · Grijp nooit in de koelluchtventilator of in er damp of koelvloeistof naar buiten het werkingsgebied van de koellucht- komt.
Pagina 328
van de motor storen, branden veroorza- Auto voor werkzaamheden in de ken en zware verwondingen tot gevolg motorruimte voorbereiden hebben. · Dek nooit de motor met dekens of an- De volgende handelingen altijd in de aan- dere dempende stoffen af. gegeven volgorde vóór alle werkzaamhe- den in de motorruimte uitvoeren →...
Pagina 329
Voorklep openen Vóór het openen van de voorklep con- troleren of de ruitenwisserarmen tegen de voorruit aan liggen → 2. Linkervoorportier openen en ontgrende- lingshendel in pijlrichting trekken → afb. 192. De voorklep springt door veerkracht uit de vergrendeling van het front → 3.
Pagina 330
· Breng de auto tot stilstand, zodra het LET OP mogelijk en veilig is. Onjuist openen en sluiten van de voorklep kan beschadigingen aan de voorklep of de Afhankelijk van de uitvoering van het ruitenwisserarmen tot gevolg hebben. instrumentenpaneel kunnen de sym- bolen variëren.
Pagina 331
bedrijfsvloeistoffen en neem deze in Ruitensproeierwater acht. · Werk bij het gebruik van producten die schadelijke dampen afgeven, altijd in de buitenlucht of in een goed geventi- leerde omgeving. WAARSCHUWING Bedrijfsvloeistoffen en sommige materia- len in de motorruimte zijn licht ontvlam- baar en kunnen ontvlammen bij contact met hete oppervlakken, vonken of open vuur.
Pagina 332
· Gebruik schoon helder water, maar raking is gekomen met motorolie altijd geen gedestilleerd water, met een ge- grondig met water en zeep. schikte ruitenreiniger. · Motorolie wordt tijdens het draaien van · Voeg aan het ruitensproeierwater zo de motor zeer heet en kan zware nodig een geschikt middel ter bescher- brandwonden veroorzaken.
Pagina 333
· Vul in noodgevallen maximaal 0,5 l ten originele verpakking. Dat geldt ook (0,5 qt) motorolie bij die voldoet aan de voor de oude olie bij het opslaan en af- als alternatief genoemde motorolienor- voeren ervan. men. · Gebruik nooit lege blikken, flessen of andere verpakkingen van levensmidde- len om motorolie te bewaren, omdat personen de aanwezige motorolie zou-...
Pagina 334
Bij bijzondere belasting van de motor moet het motoroliepeil in het bovenste toegesta- ne gebied liggen → pag. 332, bv. bij lange ritten op de autosnelweg in de zomer of bij pasritten in het hooggebergte. Motoroliepeil controleren en mo- torolie bijvullen Raadplaag op pag.
Pagina 335
Motoroliepeil in normale gebied. Mo- WAARSCHUWING torolie kan tot aan de bovenste grens Motorolie kan vlam vatten als deze op he- van dit gebied worden bijgevuld, bv. bij te motoronderdelen terechtkomt. Dit kan hoge motorbelasting → pag. 330, brand, brandwonden en andere zware →...
Pagina 336
motor. De hulp van een specialist in- Motoroliepeil te hoog schakelen. Het controlelampje brandt geel. Er wordt een melding weergegeven op het display in Motoroliepeil zeer laag het instrumentenpaneel. Het waarschuwingslampje knippert rood. Zodra het mogelijk en veilig is de wagen Er wordt een melding weergegeven op het tot stilstand brengen.
Pagina 337
· Zoek na het inslikken van koelvloeistof het koelvloeistofconcentraat G12evo onmiddellijk medische hulp. (TL 774-L). · Zoek als u gezondheidsproblemen krijgt Het aandeel koelvloeistofconcentraat na het werken met koelvloeistof medi- moet ter bescherming van het koelsysteem sche hulp. altijd ten minste 40% bedragen. Als van- ·...
Pagina 338
· Laat in dit geval de koelvloeistof direct WAARSCHUWING verversen. Het koelsysteem staat bij hete motor on- · Meng nooit originele soorten koelvloei- der druk. Als het deksel onvoorzichtig stofconcentraat met andere, niet goed- wordt geopend, kan er koelvloeistof uit- gekeurde koelvloeistoffen.
Pagina 339
· kant van het koelvloeistofexpansiere- Vul geen koelvloeistof boven de boven- servoir controleren → afb. 201. kant van het gemarkeerde gebied van het koelvloeistofexpansiereservoir bij. Het koelvloeistofpeil moet binnen de markeringen liggen. LET OP 2. Als het vloeistofpeil in het koelvloei- Als er in het koelvloeistofexpansiereservoir stofexpansiereservoir onder de mini- geen koelvloeistof meer zit, kan er lucht in...
Pagina 340
· 2. Motor afzetten. Verwijder gemorste of weggelekte rem- vloeistof direct van alle delen van de au- 3. Motor laten afkoelen. 4. Koelvloeistofpeil op het koelvloeistof- expansiereservoir controleren → pag. Remvloeistof kan het milieu verontrei- 336. nigen. Vrijgekomen bedrijfsvloeistof- fen opvangen en vakkundig afvoeren en 5.
Pagina 341
· Remvloeistofpeil controleren De bijgevulde remvloeistof moet nieuw zijn. · Let er altijd op dat de juiste remvloei- stof wordt gebruikt. Alleen remvloeistof gebruiken die uitdrukkelijk voldoet aan de genoemde norm. Elke andere rem- vloeistof of een remvloeistof die niet hoogwaardig is, kan de remfunctie be- lemmeren en de remwerking verminde- ren.
Pagina 342
· Aantal en inbouwplaats van de 12 volt Vermijd vonkvorming bij het werken accu met kabels en elektrische apparaten en door elektrostatische ontlading. De 12 volt accu zit in de motorruimte. · Sluit accupolen nooit kort. Uitleg van de waarschuwingsaanwijzin- ·...
Pagina 343
Voorbereidingen WAARSCHUWING Auto op werkzaamheden in de motor- Werkzaamheden aan de 12 volt accu kun- ruimte voorbereiden → pag. 326. nen zware chemische brandwonden, ex- plosies of elektrische schokken veroorza- 2. Voorklep openen → pag. 326. ken. Accuzuurstand controleren (12 volt ac- ·...
Pagina 344
12 volt accu vervangen 2. Eerst de pluskabel en daarna de mas- sakabel vastmaken → De 12 volt accu is speciaal voor zijn inbouw- plaats ontwikkeld en van veiligheidsken- Na het vastmaken van de accukabels van merken voorzien. Als de 12 volt accu moet de 12 volt accu en het inschakelen van het worden vervangen, moet de nieuwe accu contact kunnen verschillende controle-...
Pagina 345
· Gebruik altijd alleen onderhoudsvrije en Probleemoplossingen lekvrije 12 volt accu's die dezelfde ei- genschappen, specificaties en afmetin- Raadplaag op pag. 324 en gen hebben als de af fabriek ingebouw- aan het begin van dit hoofdstuk de 12 volt accu. op pag.
Pagina 346
Velgen en banden de band tijdens het rijden zo sterk op- warmen dat dit kan leiden tot loslating van het loopvlak en een klapband. Inleiding · Controleer de banden regelmatig op beschadigingen en slijtage. Wielen zijn de meest belaste en onder- ·...
Pagina 347
· Vervang versleten of beschadigde ban- Velgen en banden verzorgen den direct. Omgang met banden WAARSCHUWING Als de wielbouten met een te laag aan- Beschadigingen aan banden voorko- trekmoment zijn aangetrokken, kunnen de wielbouten en daardoor het wiel tijdens — Alleen langzaam en in een rechte hoek het rijden losraken.
Pagina 348
— Banden zonder velgen in geschikte hoe- verschillende ontwerpkenmerken en pro- zen beschermen tegen verontreinigingen fieldesigns variëren. en staande op het loopvlak opslaan. WAARSCHUWING Banden die ouder dan 6 jaar zijn Nieuwe banden moeten worden ingere- Banden verouderen door natuurkundige en den, omdat nieuwe banden in het begin chemische processen, waardoor hun werk- verminderde grip en remwerking hebben.
Pagina 349
den of het noodreservewiel, mag het reser- WAARSCHUWING vewiel alleen in geval van pech korte tijd en Wielen moeten de constructief noodza- met overeenkomstig voorzichtige rijstijl kelijke vrije ruimte hebben. Als er geen worden gebruikt. Vervang het noodreserve- vrije ruimte is, kunnen de banden in wrij- wiel zo spoedig mogelijk weer door een vingscontact komen met delen van het normaal wiel.
Pagina 350
— Naam van de fabrikant of het merk. — Altijd alle banden controleren, ook de band van het reservewiel, indien aanwe- — Productiedatum (maand/jaar). zig. — Land van herkomst. — Bandenspanning alleen bij de koude — Productienummer. band controleren. De aangegeven ban- —...
Pagina 351
WAARSCHUWING Aanwijzing: bandenspanning bij de kou- de band controleren. Een te hoge snelheid en te zware belading Velgmaat. van de auto kunnen leiden tot oververhit- Bandenspanning voor de banden aan ting, plotselinge bandschade, zoals het de vooras. klappen van de band of het loslaten van het loopvlak.
Pagina 352
Aantrekmoment van de wielbouten Wielen wisselen Het aantrekmoment van de wielbouten wordt in het hoofdstuk “Wiel verwisselen” aangegeven → pag. 371, Wiel verwisselen. WAARSCHUWING Als de wielbouten met een te laag aan- trekmoment worden aangetrokken, kun- nen de wielbouten en dus het wiel tijdens het rijden losraken.
Pagina 353
— Rijstijl. WAARSCHUWING — Balancering van de banden. Versleten banden zijn een veiligheidsrisico — Afstelling van het onderstel. en maken het moeilijker om de auto goed onder controle te houden, ze vergroten de Tijdens het rijden kan onbalans ontstaan, remweg en het risico van slippen. die merkbaar is door onrust in het stuur- Versleten banden hebben een sterk ver- wiel.
Pagina 354
· — Let op de snelheidsbeperking die afhan- Overschrijd nooit het maximale draag- kelijk is van de snelheidscode → vermogen van de gemonteerde winter- banden. Snelheidsbeperking · Pas uw snelheid en rijstijl aan het zicht, Winterbanden hebben afhankelijk van de het weer en het wegdek en de verkeers- snelheidscode een snelheidsbegrenzing omstandigheden aan.
Pagina 355
· Er wordt geadviseerd om u te laten infor- Gebruik altijd de juiste sneeuwkettin- meren bij een hiervoor gekwalificeerde spe- gen. cialist over de afmetingen van velgen, ban- · Gebruik sneeuwkettingen alleen op de den en sneeuwkettingen. voor de auto goedgekeurde velg-band- combinaties.
Pagina 356
Of: Beschadigd wiel met bandenaf- Wielbouten kunnen maar moeilijk wor- dichtset afdichten en oppompen den losgedraaid → pag. 372. De wielbouten kunnen na verloop van tijd corroderen. Daardoor kunnen de wielbou- 4. Als er geen uitwendige schade zicht- ten maar moeilijk worden losgedraaid. baar is, langzaam en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde hiervoor gekwalifi- De hulp van een hiervoor gekwalificeer-...
Pagina 357
Als een band lucht verliest of de banden- spanningsplaatje, moet de correcte ban- spanning te laag is, neemt de afrolomtrek denspanning worden bepaald. af en het toerental toe. Als extra veiligheidsvoorziening is de auto De bandencontrole geeft een verandering uitgerust met een bandenspanningscontro- in de afrolomtrek van de banden weer met lesysteem (TPMS), waarbij een controle- het controlelampje...
Pagina 358
het controlelampje gaat branden, zet WAARSCHUWING de auto dan direct op een veilige plek Het bandencontrolesysteem kan de op- stil en controleer alle banden → pag. lettendheid van de bestuurder niet ver- 348. vangen en werkt uitsluitend binnen de · De bestuurder is verantwoordelijk voor systeemgrenzen.
Pagina 359
Vertrouw niet alleen op het banden- Bandencontrole inleren controlesysteem. Controleer regelma- tig de banden om er zeker van te zijn dat de De bandencontrole moet in de volgende bandenspanning in orde is en de banden gevallen opnieuw worden ingeleerd: geen tekenen van beschadigingen verto- —...
Pagina 360
gaat echter uit als de wegomstandigheden Probleemoplossingen banden- of de rijstijl veranderen. controle Bandenspanning laag Bandenspanningscontrole- Het controlelampje brandt geel. systeem De bandenspanning van één of meerdere Werking van het bandenspan- banden is afgenomen of de band is structu- reel beschadigd. ningscontrolesysteem Auto direct verkeersveilig stoppen.
Pagina 361
tot oververhitting van de band en kan tot Weergave van de bandenspanningen in bandschade leiden. Een te lage banden- het infotainmentsysteem spanning vermindert bovendien de brand- stofefficiëntie en de levensduur van de banden, en kan het rijgedrag en het remver- mogen van de auto beïnvloeden.
Pagina 362
Bandenspanningcontrolesysteem in- of Een te hoge of te lage bandenspanning uitschakelen (voertuigafhankelijk) verkort de levensduur van de banden en verslechtert het rijgedrag van de auto. Als er een bandenset op de auto is gemon- teerd die geen of niet bij de auto passende Verschillende bandenspanningen of te la- bandenspanningssensoren heeft, knippert ge bandenspanningen kunnen de ban-...
Pagina 363
Te lage bandenspanning verhoogt het sensoren werken, kunnen de werking van brandstofverbruik en de bandenslijta- het systeem tijdelijk belemmeren → pag. 362. Metalen ventieldopjes kunnen het radio- Als voor het eerst met nieuwe banden grafische signaal van de sensoren storen. met hoge snelheid wordt gereden, Daardoor kan een bandenspanningssensor kunnen deze iets vervormen en daardoor...
Pagina 364
Er kunnen afwijkingen bestaan tussen de bij Probleemoplossingen banden- het oppompen van de banden op de ma- spanningscontrolesysteem nometer afgelezen waarden en de door het bandenspanningscontrolesysteem geme- Bandenspanning laag ten waarden. Het RDK werkt nauwkeuriger! Het controlelampje brandt geel. Normbandenspanning kiezen voor on- beladen of maximaal beladen auto Tekstmelding: Bandenpech! De banden- spanning van een of meerdere banden be-...
Pagina 365
ten minste één band een verminderde ban- Wiel verwisselen denspanning aan. Lange afstanden en hoge snelheden Inleiding vermijden, zolang de waarschuwing wordt weergegeven. Wiel alleen zelf verwisselen als de auto vei- 2. Bandenspanning van alle banden con- lig is stilgezet, de veiligheidsmaatregelen troleren en, zo nodig, aanpassen →...
Pagina 366
· Zet de auto op een veilige afstand van Auto voorbereiden het rijdend verkeer neer. · Om het risico van een onbedoelde be- Raadpleeg aan het begin van dit weging van de auto te verkleinen, zet hoofdstuk op pag. 363. u altijd de motor af en zet u de keuze- Checklist hendel in stand P.
Pagina 367
Let erop dat de haak van de wielsleutel Reservewiel of noodreservewiel in het gat van de houder zit → afb. 210 eruit nemen (deelvergroting). De ingehaakte wiel- sleutel mag niet naar achteren eruit te Raadpleeg aan het begin van dit trekken zijn.
Pagina 368
· den, bijvoorbeeld bij winterbanden of het Rijd nooit meer dan 200 km (125 mijl) noodreservewiel, mag het reservewiel al- met een noodreservewiel als dit op de leen in geval van pech korte tijd en met aandrijfas is gemonteerd. overeenkomstig voorzichtige rijstijl worden ·...
Pagina 369
de remmen worden onderbroken of ver- Naafdop verwijderen en aanbren- minderd. Dat geldt ook bij het naderhand aanbrengen van wieldoppen. Onvoldoen- de ventilatie van het remsysteem kan een Raadpleeg aan het begin van dit aanzienlijk langere remweg tot gevolg hoofdstuk op pag. 363. hebben.
Pagina 370
tiel heen valt. Let erop dat de wieldop Doppen van de wielbouten verwij- rondom overal goed vastklikt. deren en aanbrengen WAARSCHUWING Raadpleeg aan het begin van dit Ongeschikte wieldoppen en een onjuiste hoofdstuk op pag. 363. montage ervan kunnen ongevallen en zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 371
drukken. Daarbij kunt u zich het beste aan Wielbouten losdraaien de auto vasthouden en zorgen dat u stevig staat. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 363. WAARSCHUWING Als de wielbouten worden verwijderd of meer dan één omwenteling worden los- gedraaid, voordat de auto wordt opge- krikt, kan het wiel eraf vallen en de auto kantelen.
Pagina 372
Krik plaatsen het kriksteunpunt onder de auto grijpt afb. 217. → 6. Krik verder omhoogdraaien tot het wiel net vrij van de grond is. WAARSCHUWING Het negeren van de voor uw eigen veilig- heid belangrijke checklist kan ongevallen en zware verwondingen veroorzaken. ·...
Pagina 373
3. Antidiefstalwielbout met de adapter op Wiel verwisselen de correcte positie rechtsom erin schroeven en licht vastdraaien. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 363. Bij een wiel met een wieldop moet de antidiefstalwielbout op plek → afb. 219 Wiel verwijderen , afhankelijk van de positie van het bandenventiel...
Pagina 374
Nooit de wielbouten en de schroefgangen Na het verwisselen van een wiel kan in de wielnaven met vet of olie insmeren. het controlelampje van het banden- Ook met het voorgeschreven aantrekmo- controlesysteem een systeemstoring aan- ment kunnen ze dan tijdens het rijden los- geven →...
Pagina 375
· — In combinatie met zelfdichtende banden. Laat een met de bandenafdichtset ge- Of uw auto met zelfdichtende banden is repareerde band direct vervangen. De uitgerust, herkent u aan het opschrift bandenafdichtset is alleen bedoeld om "Seal" op de buitenzijde van de band. in geval van nood een gekwalificeerde specialist te bereiken.
Pagina 376
6. Bij aanhangwagengebruik: de aanhang- De ventielsleutel → afb. 220 heeft wagen van de trekkende auto loskop- aan de onderzijde een gleuf, waarin pelen en neerzetten → pag. 281. het ventielinzetstuk past. Alleen hiermee kan het ventielinzetstuk uit en weer in het Bij beladen bagageruimte: bagage ver- ventiel worden gedraaid.
Pagina 377
Band oppompen (variant 1) 2. Bandenvulslang → afb. 221 met de vleugelmoer zo in de houder voor de bandenvulslang steken dat de vleu- gelmoer naar wijst. 3. Vleugelmoer → afb. 221 rechtsom draaien tot de vleugelmoer naar wijst afb. 222. →...
Pagina 378
3. Na 10 minuten rijden de bandenspan- Als de bandenspanning van 2,0 – 2,5 ning controleren. bar (29 – 36 psi / 200 – 250 kPa) niet kan worden bereikt: Band oppompen (variant 2) Bandenvulslang van het bandenventiel af draaien. 2.
Pagina 379
· 1,3 bar (19 psi / 130 kPa) en lager: Laat de bandenvulslang en de com- pressor afkoelen, voordat u deze op- Niet verder rijden! De band kan met bergt. de bandenafdichtset niet voldoende worden afgedicht → . De hulp van WAARSCHUWING een hiervoor gekwalificeerde specialist Als de defecte band met de bandenaf-...
Pagina 380
Bandkenmerken Aanduiding op banden en bandentype Afb. 224 Internationale aanduidingen op de band Aanduidingen op de band (voorbeeld), betekenis Individuele bandaanduiding van de fabrikant Productnaam De band voldoet aan de wettelijke eisen van het Ministerie van Verkeer van de VS, dat verantwoordelijk is voor de veilig- heidsnormen van banden (Department of Transportation).
Pagina 381
Aanduidingen op de band (voorbeeld), betekenis Remvermogen van de band op nat wegdek (AA, A, B of C). Het remvermogen van de band op nat wegdek wordt geme- ten onder gecontroleerde omstandigheden op gecertificeer- de testbanen. Met C gemarkeerde banden hebben een lage TRACTION AA tractiescore.
Pagina 382
Aanduidingen op de band (voorbeeld), betekenis SIDEWALL 1 PLY Gegevens over de bestanddelen van het karkas van de band: RAYON 1 laag rayon (kunstzijde). TREAD 4 PLIES Gegevens over de bestanddelen van het loopvlak: 1 RAYON + 2 STEEL In het voorbeeld zitten onder het loopvlak 4 lagen: 1 laag ray- + 1 NYLON on (kunstzijde), 2 staalgordellagen en 1 nylon laag.
Pagina 383
1250 kg max. 190 km/h (118 mph) 1320 kg max. 200 km/h (125 mph) 1400 kg max. 210 km/h (130 mph) max. 240 km/h (149 mph) Snelheidscode max. 270 km/h (168 mph) De snelheidscode geeft aan met welke max. 300 km/h (186 mph) maximumsnelheid met de band mag wor- den gereden.
Pagina 384
· Onderhoud Behandel de voorruit niet met wateraf- stotende ruitcoatingsmiddelen. In geval van ongunstig zicht kan de verblinding Verzorging van de wagen worden versterkt. Aanwijzingen voor de verzorging WAARSCHUWING van de auto Onderhoudsmiddelen kunnen giftig en gevaarlijk zijn. Ongeschikte onderhouds- Regelmatig, deskundig onderhoud is be- middelen en onjuist gebruik van onder- langrijk voor het behoud van uw auto →...
Pagina 385
Hogedrukreiniger WAARSCHUWING — Nooit roterende sproeikoppen gebruiken! Na een wasbeurt kan de remwerking ver- Aanwijzingen van de fabrikant in acht ne- traagd verlopen en de remweg langer men. worden. Remschijven en remblokken kun- nen nat resp. in de winter bevroren zijn. Er —...
Pagina 386
· Laat het gebied onder de geperforeerde Het gebied vóór de sensoren of een camera afdekking door een specialist schoonma- met een zachte doek en reinigingsmiddelen ken. zonder oplosmiddel schoonmaken. Gevoelige lagen van de regen-lichtsensor LET OP en het cameravenster aan de voorruit met Niet-gespoten kunststof delen, koplamp- een geschikte ruitenreiniger schoonmaken.
Pagina 387
— Elke drie maanden de schone en stofvrije Eventueel een hiervoor geschikte specia- wagen met vaste was behandelen. Voor list opzoeken. het aanbrengen alleen schone, zachte — Remslijpsel met een geschikte velgenrei- microvezeldoeken gebruiken. Geen hete niger verwijderen. was gebruiken, ook niet in wasstraten! Portierslotcilinder —...
Pagina 388
— Laat hardnekkige vlekken door een hier- — Regelmatig en na elke reiniging leerver- voor gekwalificeerde specialist verwijde- zorgingsmiddel voor zitmeubels aan- ren. brengen. Wanneer de auto langere tijd buiten staat, moet u het leer afdekken Ruiten om het zo tegen direct zonlicht te be- schermen.
Pagina 389
Infotainmentsysteem tijdens het deling of nat worden van de zittingen en schoonmaken tijdelijk uitschakelen. rugleuningen kunnen behalve schade aan de elektrische installatie van de auto ook 2. Een geschikte reinigingsdoek met wat storingen in het airbagsysteem veroorzaken water, een geschikte glasreiniger of een →...
Pagina 390
gevolg van veroudering. Neem de betref- kan voertuigonderdelen beschadigen, zoals fende verzorgingsaanwijzingen in acht. bijvoorbeeld kabels of sensoren. · Monteer het kenteken of de kenteken- plaathouder met sierframe alleen op de daarvoor voorgeschreven positie. Infor- Accessoires, vervanging van meer uzelf altijd bij een hiervoor gekwali- onderdelen, reparaties en wij- ficeerde specialist als u een kenteken of zigingen...
Pagina 391
· Gebruik alleen velg-bandcombinaties aan het uitvoerende demontagebedrijf die door Ford voor het model zijn goed- worden overhandigd. Op deze manier moet gekeurd. milieuvriendelijke verwerking, ook bij omge- bouwde auto's, worden gegarandeerd.
Pagina 392
Bijvoorbeeld keurd. door gebruik van velg-bandcombinaties die niet door Ford zijn goedgekeurd, door het verlagen van de wagen, door het verande- Mobiele zendontvangapparaten ren van de sterkte van de vering inclusief de in de auto veren, de veerpoten, de schokdempers enz.
Pagina 393
· Klantinformatie Bevestig resp. berg de mobiele telefoon en toebehoren veilig op buiten de wer- kingsgebieden van de airbags. Stickers en plaatjes WAARSCHUWING Af fabriek zitten in de motorruimte en op Bij gebruik van een mobiele telefoon resp. sommige voertuigonderdelen stickers en zendontvangapparatuur zonder aanslui- plaatjes met belangrijke informatie voor het ting op een buitenantenne kunnen in de...
Pagina 394
Vloeistoffen in de klimaatre- Let op de correcte recycling van alle componenten en bouw nooit compo- geling nenten in de auto in die uit oude au- to's zijn uitgebouwd of uit de recyc- Koelmedium in de klimaatregeling ling afkomstig zijn. De sticker in de motorruimte geeft informa- tie over de soort en hoeveelheid gebruikt Koelmediumolie in de klimaatregeling...
Pagina 395
Om deze gevolgen tegen te gaan, altijd ordening, zoekt u op de Ford-website van voor een gescheiden inzameling en cor- uw land naar REACH. recte recycling zorgen. Om de Ford-website voor uw land te vin- den, gaat u naar: Elektrische en elektronische oude ap- paraten https://corporate.ford.com/operations/loca- tions/global-links.html...
Pagina 396
Meer informatie over het voorkomen van afval, de terugname en de recycling is te verkrijgen bij een geautoriseerde dealer of https://corporate.ford.com/operations/loca- tions/global-links.html Afb. 227 Recyclingaanwijzingen voor Frank- Productrecycling rijk Afb. 228 Recyclingaanwijzingen voor Frank-...
Pagina 397
Product Sa- inzamelpunten beschikbaar waar u uw wa- fety and Metrology Regulations: gen kunt inleveren. Als aan de nationale Ford Motor Company Limited wettelijke voorschriften wordt voldaan, kunt u uw oude wagen binnen de EU gratis Dunton Campus, inleveren.
Pagina 398
De volledige tekst van de EU-conformi- імпортер teitsverklaringen is op het volgende inter- Winner Imports Ukraine netadres beschikbaar: Official Importer of Ford in Ukraine www.wirelessconformity.ford.com Kapitanovka, 5-A, Groot-Brittannië Dachnaya Str. Uw auto beschikt over verschillende zen- dontvanginstallaties. De fabrikanten van...
Pagina 399
zamelpunten → pag. 393, Recycling den waarop deze worden gebruikt, het hier- van oude batterijen en elektronische in afgegeven maximale zendvermogen en apparaten. de bijbehorende fabrikanten. Daarbij bevat elke tabel een bouwgroep van onderdelen. Merkteken voor het beperkte ge- De gegevens van de fabrikanten, frequen- bruik van bepaalde gevaarlijke tiebanden en maximale zendvermogens stoffen in elektrische en elektroni-...
Pagina 400
Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Buitenspiegelantenne 7E0.035.510 7E0.035.510 navigatie [beugel kort] GNSS Buitenspiegelantenne 7E0.035.510.A 7E0.035.510.A navigatie [beugel lang] GNSS Dakantennevoet voor Receiving antenna am- 7C0.035.501 staafantenne AM, FM plifier AM/FM, DAB,...
Pagina 401
Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Buitenspiegelantenne- 920611A 920611A systeem [beugel kort] FM, DAB Buitenspiegelantenne- 920611A 920611A systeem [beugel lang] AM, FM Buitenspiegelantenne- 920611A 920611A systeem [beugel lang] Buitenspiegelantenne-...
Pagina 403
Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- MIB3 OI RdW2 MQB MIB3 OI MIB3 OI MIB3 OI RdW2 DAB MIB3 OI MIB3 OI MIB3 OI EU1 37W MIB3 OI MIB3 OI MIB3 OI EU2 37W...
Pagina 404
Draadloze gordelcontrole Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- wSBR F-SG (wireless wSBR F-SG (wireless wSBR F-SG (wireless Seat Belt Reminder re- Seat Belt Reminder - Seat Belt Reminder - gelapparaat voertuig- car unit)
Pagina 405
Instrumentenpaneel/elektronische wegrijblokkering Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Instrumentenpaneel VW MQBAB2020 In- Medium 5c analoog medium strument Cluster and Immobilizer System Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- 17101055 lowline ted in dashboard mo-...
Pagina 406
Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- analoog medium ted in dashboard mo- dule instrument clus- ter / Wegfahrsperre im Schalttafeleinsatz Kombi-Instrument" Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- 18100931...
Pagina 407
Mobiele onlinediensten Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Communicatiebox Telematics TLVHM3IU- Telematics TLVHM3IU- OCU3 (onlinediensten E, TLAHW3IU-E, E, TLAHW3IU-E, “Security & Service”) TLVHM3IU-R, TLVHM3IU-R, TLAHW3IU-R TLAHW3IU-R Communicatiebox...
Pagina 413
Fre- Frequentieband Maximaal zendvermogen quen- WCDMA band 1: 1920 MHz – 1980 MHz WCDMA band 1: 22,47 dBm WCDMA band 3: 1710 MHz – 1785 MHz WCDMA band 3: 22,81 dBm WCDMA band 8: 880 MHz – 915 MHz WCDMA band 8: 23,31 dBm LTE band 1: 1920 MHz –...
Pagina 414
Fabrikant Fabrikantnaam Adres van de fabrikant Panasonic Automotive Systems Euro- Robert Bosch Str. 27-29, 63225 Lan- pe GmbH Duitsland Joynext Joynext Dresden, Gewerbepark Mer- bitz 5, 01156 Dresden Duitsland Fabrikant/Manufacturer: LG Electronics Inc LG Twin Towers 128 Yeoui-daero, Yeongdeungpo-gu Seoul 150-721 Korea Korea importeur/Importer: LG Electronics European Shared Ser-...
Pagina 415
Fabrikant Fabrikantnaam Adres van de fabrikant Huf Baolong Electronics Bretten Gewerbestrasse 40, 75015 Bretten GmbH Duitsland Sensata / Schrader Electronics Sensata / Schrader Electronics 11 Technology Park, Belfast Road Antrim Noord-Ierland, BT41 1QS, UK Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG Steegerstr.17, 42551 Velbert Duitsland Robert Bosch GmbH XC-DA/ECR Postfach 1661, 71226 Leonberg...
Pagina 416
Fabrikant Fabrikantnaam Adres van de fabrikant Visteon Visteon Portuguesa Ltd. 2950-503 Palmela(PRT) Estrada Nacional 252, KM12 Parque das Carrascas Portugal Conformiteitsverklaring voor Goedkeuringsmerkteken voor zendontvanginstallaties in Mexi- zendontvanginstallaties in landen buiten de Europese Goedkeuringsmerkteken voor Mol- Unie (EU) davië. Goedkeuringsmerkteken voor Nieuw-Zeeland.
Pagina 417
damentele eisen en andere relevante voor- Groot-Brittannië schriften en wetten. Meer informatie over de importeur en de conformiteitsverklaringen → pag. 396. De hierna genoemde zendontvanginstalla- ties zijn niet in elke markt en niet in elke au- Turkije to beschikbaar. Meer informatie over de importeur en de —...
Pagina 419
11249-SUTEL-DGC-2021. entre l’équipement radioélectrique et l’im- plant (15 centimètres dans le cas des sour- 01669-SUTEL-DGC-2022. ces d’exposition les plus fortes comme les 09320-SUTEL-DGC-2022. téléphones mobiles). 09325-SUTEL-DGC-2022. B. - Informations sur les comportements à adopter pour réduire l’exposition aux Curaçao rayonnements émis par les équipements 2018/159/TA, 2019/067/TA, 2019/121/TA, radioélectriques 2019/121a/TA, 2020/020/TA3,...
Pagina 420
044/ARCEP/2022, 096/ARCEP/2022, ARS5-B. 112/ARCEP/2022, 203/ARCEP/2022, CB2JCIBUSHL4, CONBOX-HIGH. 263/ARCEP/2022, 264/ARCEP/2022, FPK8 IMMO5D, FR5CUEC, FS14T and 320/ARCEP/2022, 604/ARCEP/2022, FS14TK, FS19, FS19S, FS125C, FS191S. 891/ARCEP/2022. LTE-MBC-NAR, LTE-MBC-NAR2. 104/ARCEP/2023, 105/ARCEP/2023. Medium 5C_21, MEDIUM 5C & COLOUR Guatemala 5C, MIB GLOBAL STANDARD PLUS, MQB3 SIT-DH-028-2022, SIT-DH-029-2020, OI, MQBS01.
Pagina 425
Thailand Turkije Zie EU-conformiteitsverklaringen op → pag. 396. Landen buiten de USA die zendontvan- ginstallaties volgens de US-Ameri- kaanse FCC-richtlijn goedkeuren en toelaten: FCC ID: 2AOUZ17101001, 2AOUZ17101002, 2AOUZ17101010, 2AOUZ17101022, 2AOUZ17101023, 2AOUZ17101031, 2AOUZ17101032, 2AOUZ17101033, 2AOUZ17101034, 2AOUZ17101041, Afb. 231 Kennzeichnung gemäß Funkkom- 2AOUZ17101042, 2AOUZ17101043, munikationsgesetz (Prinzipdarstellung).
Pagina 426
(2) This device must accept any interferen- try to correct the interference by one or mo- ce received, including interference that may re of the following measures: cause undesired operation. — Reorient or relocate the receiving anten- CAUTION TO USERS: Changes or modifica- tions not expressly approved by the party —...
Pagina 429
Technische gegevens Rijprestaties De rijprestaties zijn bepaald zonder presta- tieremmende meeruitvoeringen zoals aan- Aanwijzingen bij de techni- bouwdelen. sche gegevens Om toelatingstechnische of belastingtech- nische redenen kunnen het vermogen en de Voor zover niet anders aangegeven of af- rijprestaties afwijken. zonderlijk vermeld, gelden de technische Bij enkele motortypes met onderstel voor gegevens voor het basismodel.
Pagina 430
Plaats van het voertuigidentificatie- Aanduiding van de voertuigfabrikant: nummer Ford Opvulteken: afhankelijk van de fabrikant kunnen de opvultekens verschillend zijn of informatie bevatten over de carrosserie- vorm en het transmissietype. Voertuigklasse per model: Tourneo Afhankelijk van de fabrikant kunnen de po-...
Pagina 431
Afhankelijk van het land kan het nummer Een veiligheidscertificaat op de portierstijl van de typegoedkeuring, bv. EG-nummer van het bestuurdersportier vermeldt de van de wettelijke goedkeuring, zijn vermeld. volgende informatie: Het typeplaatje is afhankelijk van land en — Model. model na het openen van het bestuurders- —...
Pagina 432
De gegevens in de tabel gelden voor het gens voor andere landen kunnen de aange- basismodel met basisuitrusting. geven waarden afwijken. Door andere velgen- en bandenmaten, Informatie over de samenstelling van de meeruitvoeringen of speciale type-uitvoe- gewichtsgegevens is te vinden in het ringen, het achteraf inbouwen van acces- hoofdstuk →...
Pagina 433
Benzinemotoren 1,5 l, 4-cilinder EcoBoost, 84 kW, benzinemotor Motoroverzicht Vermogen 84 bij 4500 – 6000/min Motorcode (MC) DPBC Maximaal koppel 220 bij 1750 – 3000/min Transmissie Topsnelheid Tourneo Connect L1 km/h Tourneo Connect L2 Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen Transmissie 1542 –...
Pagina 435
Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen 1610 – 1728 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2220 – 2350 Toegestane voorasbelasting 1130 Toegestane achterasbelasting 1130 – 1270 Het exacte gewicht vindt u op het typeplaatje → pag. 428 resp. het veiligheidscertificaat → pag. 429 van de auto.
Pagina 436
2,0 l, 4-cilinder EcoBlue, 75 kW, dieselmotor Motoroverzicht Vermogen 75 bij 2750 – 4250/min Motorcode (MC) DTRE Maximaal koppel 280 bij 1500 – 2500/min Transmissie Topsnelheid Tourneo Connect L1 km/h Tourneo Connect L2 Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen 1610 – 1727 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2220 –...
Pagina 437
Maximaal toegestane kogeld- Draagvermogen voor bagagedragers → pag. 287, Montage van een bagagedrager resp. fietsdrager op de trekhaak Energieverbruik (Off-Vehicle Charging) Europese richtlijn 1999/94/EG brandstofverbruik (verbrandingsmotor Het brandstof-/energieverbruik, de CO2- en niet Off-Vehicle Charging) en CO2- uitstoot en het elektrisch bereik van een emissies auto zijn niet alleen afhankelijk van het effi- De WLTP-gegevens over brandstof-/ener-...
Pagina 438
Tourneo Connect L1: aanhangwagenge- wichten Aanhangwagengewicht ge- 1400 – 1500 remd, hellingen tot 12% Aanhangwagengewicht onge- remd Maximaal toegestaan treinge- 3720 – 3750 wicht Maximaal toegestane kogeld- Draagvermogen voor bagagedragers → pag. 287, Montage van een bagagedrager resp. fietsdrager op de trekhaak Tourneo Connect L2: gewichtsgegevens en asbelastingen 1678 –...
Pagina 439
Brandstofverbruikswaarden Laag Gemiddeld Hoog Extra hoog Gecombi- CO2-emis- neerd sies l/100 km l/100 km l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) (mpg) (mpg) 7 – 5,9 5,7 – 4,5 5,7 – 4,1 6,2 – 5,1 5,7 – 4,8 126 –...
Pagina 440
1682 – 1934 1709 – 1960 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2300 – 2450 2300 – 2450 Toegestane voorasbelasting 1180 1220 Toegestane achterasbelasting 1160 – 1280 1150 – 1280 Het exacte gewicht vindt u op het typeplaatje → pag. 428 resp. het veiligheidscertificaat → pag. 429 van de auto.
Pagina 441
Afkortingsoverzicht Afkorting Betekenis A2DP Advanced Audio Distribution Profile: fabrikantoverstijgende techniek voor de overdracht van audiosignalen via Bluetooth®. Advanced Audio Coding: formaat voor het comprimeren van audiobestan- den. Antiblokkeersysteem. ACT® Actief cilindermanagement (cilinderuitschakeling). Automatisch zendervolgsysteem ALAC Apple Lossless Audio Codec: formaat voor het comprimeren van audiobe- standen.
Pagina 442
Afkorting Betekenis MPEG Moving Picture Experts Group. Near Field Communication: Standaard voor dataoverdracht over korte af- stand middels NFC-techniek. OPUS Formaat voor het comprimeren van audiobestanden. PBAP Phone Book Access Profile: fabrikantoverstijgende techniek voor overdracht van de telefoonboekvermeldingen van de mobiele telefoon. Persoonlijk identificatienummer (pincode).
Pagina 443
Trefwoordenlijst Getallen en symbolen Betekenis symbolen Laden 4-seizoenenbanden Massa-aansluiting voor starthulp Ontlaadt zich Starthulp Aan- en opbouwdelen Vervangen Aanhangwagen Voorbereidende handelingen Aanhangwagengewicht Achterklep Aanhangwagenstabilisator Handmatig openen en sluiten Achterlichten Achterlichten Afneembare trekhaak Verzorgen en schoonmaken Alarmsysteem Achterruitverwarming Beladen Achteruitkijkspiegel Breekkabel Achteruitrijcamera (Rear View) Buitenspiegels Bedienen...
Pagina 444
Sleepkabel Auto opkrikken Sleepoog achter Checklist Sleepoog vóór Auto StartStop Sleepstang Bij aanhangwagengebruik Versnellingsbak Controlelampje Afspeelvolume aanpassen Auto wassen Afstandsbediening Automatische wasinstallaties Zie: Radiografische afstandsbedie- Hogedrukreiniger ning Met de hand wassen Afvalverwerking Auto-holdfunctie Afvoer Automatic Emergency Braking Gordelspanners Acute waarschuwing Airbagsysteem Afstandswaarschuwing Beschadigingen...
Pagina 445
Bagageruimteklep Zie: Achterklep Zie: Remhulpsystemen Banden Batterij In de radiografische afstandsbediening Probleemoplossingen vervangen Bandenafdichtset Bediening Banden afdichten Achteruitrijcamera (Rear View) Banden oppompen Bedieningselementen 232, 234 Compressor Verzorgen en schoonmaken Controle na 10 minuten Bedrijfstemperaturen Niet te gebruiken bij Zie: Digitaal instrumentenpaneel Onderdelen Beeldscherm 232, 234...
Pagina 447
Rugleuning terugklappen Lane-Keeping System Zitplaatsen inbouwen Noodgevalassistent Zitplaatsen uitbouwen Rijgegevensindicaties resetten Diensten Speed Limiter Zie: Mobiele onlinediensten Waarschuwings- en informatietek- sten Diesel Doppen van de wielbouten Veroudering Aanbrengen Dieselmotoren Verwijderen Technische gegevens Downloaden Digitaal instrumentenpaneel Over-the-Air-update Batterij van mobiele telefoon Draadloze oplader voor accessoires 217 Bediening via de ruitenwisserhen- Draagvermogen van de banden...
Pagina 448
Bluetooth-audio Wifi-audio Handbediende klimaatregeling Extra verwarming Zie: Klimaatregeling Zie: Klimaatregeling Handsfreefunctie Hill Start Assist Hogedrukreiniger Fietsdrager Hoofdairbags Op de trekhaak monteren Zie: Airbagsysteem Fietserherkenning Hoofdsteun 102, 103 Foutmelding Hoofdsteunen voorin Traffic Sign Recognition Uit- en inbouwen Frequentiegebied Hoofdweergave Frequentiegebieden Zie: Digitaal instrumentenpaneel Frisseluchtaanzuiging Hulp van een specialist Functie...
Pagina 449
Brandblusser Motor Gevarendriehoek Instellen Verbanddoos Juiste zithouding Verbandpakket Lichtbundelhoogte Informatie over de EU-richtlijn Mechanisch verstelbare voor- 2014/53/EU stoel Informatie over de richtlijn Rugleuning neerklappen 2014/53/AB Rugleuning op de tweede zitrij Informatie over de richtlijn Radio Equi- Rugleuning terugklappen pment Regulations 2017 Tijd en datum Informatie over de richtlijn TR-355 396 Zitplaatsen inbouwen...
Pagina 450
Kickdownfunctie Probleemoplossingen Kilometerstand Specificatie Kilometerteller Vulopening Kinderslot Koelvloeistofconcentraat Kinderzitje Koelvloeistoftemperatuur Airbagsticker Zie: Digitaal instrumentenpaneel Bevestigingssystemen Kogeldruk 431–434, 436–438 Gewichtsgroepen Aanhangwagen beladen Met bevestigingsgordel Top Tether be- Toelichtingen op de gegevens vestigen Kogelkop Met blokkeerbare veiligheidsgordel be- Zie: Trekhaak vestigen Kompas Met Isofix bevestigen Zie: Digitaal instrumentenpaneel Met veiligheidsgordel bevestigen...
Pagina 451
Dynamische lichtbundelhoogteverstel- Mobiele telefoon ling Draadloos laden Eenzijdig parkeerlicht Gebruik zonder buitenantenne In- en uitschakelen Koppelen Instrumenten- en schakelaarverlich- Laden ting Uitschakelen Leaving home Verbinden Leeslampjes Mobieltje Lichtbundelhoogteverstelling Zie: Mobiele telefoon Mistachterlicht Motor Mistlampen Geluiden Parkeerlicht aan beide zijden Inrijden Rijverlichting Nooduitschakeling Stadslicht...
Pagina 452
Uzelf en de wagen in veiligheid bren- Multifunctie-indicatie Multifunctiecamera Noodgevalassistent Grenzen Displayweergaven Multifunctiestuurwiel In- en uitschakelen VIEW-toets 22, 27 Probleemoplossingen Werking Naafdop Noodreservewiel Aanbrengen Aanwijzingen voor het rijden Verwijderen Monteren Naloop koelluchtventilator Sneeuwkettingen Zie: Digitaal instrumentenpaneel Noodsleutel Natuurnappa Ontgrendeling Verzorgen en schoonmaken Nooduitschakeling Navigatie Adres ingeven...
Pagina 453
Parkeerlicht in- en uitschakelen Achterklep beweegt stroef Parkeerrem AdBlue-peil laag Auto-holdfunctie Airbagactivering Probleemoplossingen Automatische transmissie Parkeerruimte zoeken Autosleutel niet herkend Parkeersensoren Beslagen ruiten In- en uitschakelen Brandstofmeter Parkeersystemen Cilinderoverslag Probleemoplossingen Connected auto Controlelampje in de wagensleutel Uitstapwaarschuwing knippert niet Parkeren Controlelampje rempedaal Voorwaarden Drukknop contactschake-...
Pagina 454
Sluit-openingsautomaat werkt Oude wagen niet Recycling van oude wagens StartStop-functie Regelapparaten Storing in SCR-systeem Software updaten Stuurinrichting Regen-lichtsensor Stuurkolom Storing Temperatuureenheid Reisdoelinformatie Toerentalbegrenzing Zie: Digitaal instrumentenpaneel Uitlaatgasrelevante storing Reismodus Voorgloeisysteem Wagen kan niet goed worden ver- of Auto-holdfunctie ontgrendeld Parkeerrem Water in de diesel Remblokken Water onder de auto...
Pagina 455
Rijden over ondergelopen wegen Schakeladvies Zuinig Schakeltransmissie Rijden door water Versnelling inschakelen Versnelling inschakelen (schakeltrans- Rijden in het buitenland missie) Koplampen Waarschuwings- en controlelamp- Rijden met aanhangwagen Technische voorwaarden Schakelindicatie Rijgegevens Zie: Schakeladvies Rijgegevensindicatie Schakeltransmissie Rijgegevensgeheugen wissen Waarschuwings- en controlelamp- Weergaven in het infotainmentsysteem kiezen Zie ook: Schakelen...
Pagina 459
Aanwijzingen Zie: Airbagsysteem Aanwijzingen voor onderhoudsmidde- Voorbereidende handelingen Accu (12 volt) Bedieningselementen Bandenafdichtset Binnenzijde Gloeilampjes vervangen Displays en beeldschermen In de motorruimte werken Elektrisch verstelbare stoelen Motorolie bijvullen Kunststof onderdelen Motoroliepeil controleren Microvezelstof Voorgloeien Natuurnappa Voorklep Rubber afdichtingen Displayweergave Ruiten Openen Ruitenwisserbladen Sluiten...
Pagina 460
Wasinstallatie Winterse omstandigheden Wasresten verwijderen Sneeuwkettingen Wasstraatfunctie Verzorging van de auto Water in de brandstof Winterbanden Waarschuwingslampje Weergave- en bedieningseen- heid 232, 234 Zekeringen Doorgebrande zekering herken- Wegrijblokkering Wiel verwisselen In de motorruimte 314, 315 Auto opkrikken In het dashboard 312, 313 Procedure Kleurcode...