Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Instructieboekje
FordTourneoConnect
FordTransitConnect
100% Ford. 100% tevredenheid.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford Tourneo Connect 2006

  • Pagina 1 Instructieboekje FordTourneoConnect FordTransitConnect 100% Ford. 100% tevredenheid.
  • Pagina 2 Deze publicatie, of een deel daarvan, mag niet worden gereproduceerd of vertaald zonder onze toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2006 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: 7T1J-19A321-CA (CG3526nl) 06/2006 20060720170747...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding.....5 Werking..........34 Overzicht van symbolen....5 Gecodeerde sleutels......34 Onderdelen en accessoires....5 Immobilisatiesysteem inschakelen........36 Immobilisatiesysteem Kort overzicht uitschakelen.........36 Veiligheidsuitrusting Alarm voor kinderen Alarm inschakelen......37 Kinderzitjes........10 Alarm uitschakelen......37 Plaatsing van kinderzitjes....12 Zitverhogers........14 Stuurwiel ISOFIX verankeringspunten...15 Stuurwiel afstellen......38 Kindersloten........17 Audiobediening.......38 Bescherming van Ruitenwissers en...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Gloeilampen vervangen....48 Aansteker.........83 Asbak..........84 Ruiten en spiegels Extra voedingsaansluitingen..84 Elektrisch bedienbare ruiten..53 Dashboardkastje......85 Buitenspiegels.........53 Middenconsole.......85 Elektrisch verstelbare Opbergruimtes........86 buitenspiegels......54 Wegenkaartopbergvakken...87 Binnenspiegel........55 Rugleuningtafeltjes......88 Achterste zijruiten......55 De motor starten Instrumenten Algemene informatie......89 Overzicht instrumentenpaneel..56 Contactslot........89 Meters..........60 Een benzinemotor starten....89 Waarschuwings- en Een dieselmotor starten....90 indicatielampen......61 Motor uitschakelen......91...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Parkeerhulp Bergen van de auto Werking..........98 Sleeppunten........111 Gebruik maken van de Auto op vier wielen slepen...112 parkeerhulp........98 Onderhoud Transport Algemene informatie.....113 Algemene informatie......99 De motorkap openen en Dakrekken en bagagedragers..99 sluiten...........114 Bagagenetten.........99 Overzicht motorruimte - 1,8 l Duratec-DOHC (Zeta) ....115 Overzicht motorruimte - 1,8 l Aanhangers trekken Duratorq-TDDi (Lynx) diesel /1,8...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Velgen en banden Een wiel vervangen.......127 Verzorging van banden....133 Gebruiki van sneeuwkettingen..133 Technische specificatie....134 Voertuigidentificatie Voertuigidentificatieplaatje...137 Voertuigidentificatienummer (VIN)..........137 Motornummer........137 LAV-plaatje (lastafhankelijke remdrukregelklep).....137 Technische specifi- caties Technische specificatie....138 Typegoedkeuring...
  • Pagina 7: Inleiding

    U riskeert beschadiging van uw auto wanneer u niet de Hartelijk dank voor het kiezen van instructies opvolgt waarop u door dit een Ford. Wij raden u aan de tijd te waarschuwingssymbool wordt nemen om uw auto goed te leren geattendeerd.
  • Pagina 8: Kort Overzicht

    Kort overzicht Ontgrendelen Druk de ontgrendeltoets op de afstandsbediening tweemaal Transit Connect binnen drie seconden in om alle portieren te ontgrendelen. E66522 Druk de ontgrendeltoets van de laadruimte op de afstandsbediening eenmaal om alleen de achterdeuren en de schuifdeur(en) te ontgrendelen. E74805 Stand 1 eenmaal om beide Tourneo Connect...
  • Pagina 9 Kort overzicht Stand 1 eenmaal om alle portieren te In stand 2 draaien. ontgrendelen. De richtingaanwijzers knipperen eenmaal ter bevestiging. E66524 E74802 Druk eenmaal op de vergrendeltoets op de afstandsbediening. Bij wagens Druk de ontgrendeltoets op de zonder dubbele vergrendeling afstandsbediening eenmaal in om knipperen de richtingaanwijzers alle portieren te ontgrendelen.
  • Pagina 10 Kort overzicht Klok gelijkzetten Draai de sleutel in een voorportier in stand 1 en vervolgens binnen drie Versie 1 seconden in stand 2. De centrale of de dubbele vergrendeling kan ook via de achterdeur worden geactiveerd. Draai de sleutel in de aangeduide richting voor het rechter voorportier.
  • Pagina 11 Kort overzicht Druk op toets A om de tijd weer te geven. Voorruit ontdooien en ontwasemen E74666 Stel de maximum temperatuur in, zet de luchtverdeelknop in de stand voorruit en zet de aanjagerschakelaar in stand 4. De airconditioning wordt automatisch ingeschakeld om het ontdooien of ontwasemen te ondersteunen.
  • Pagina 12: Veiligheidsuitrusting Voor Kinderen

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Breng altijd de hoofdsteun van de achterbank omhoog wanneer een kinderveiligheidszitje wordt aangebracht of een persoon erop plaatsneemt, schuif daarbij het kinderveiligheidszitje niet van de bank N.B.: Indien de auto betrokken is geweest bij een aanrijding, laat dan het kinderzitje door een deskundige op beschadiging controleren.
  • Pagina 13 In sommige landen moeten deze door de overheid zijn goedgekeurd Kinderveiligheidszitje (afhankelijk van het land). Een ECE goedgekeurd kinderzitje is bij uw Ford dealer verkrijgbaar. Vraag welk kinderzitje wordt aanbevolen. Zij bieden in combinatie met de aanwezige veiligheidsgordels een optimale bescherming aan kinderen.
  • Pagina 14: Plaatsing Van Kinderzitjes

    9 kg moet plaatsnemen op een WAARSCHUWINGEN voorstoel waarvóór zich een airbag Wanneer uw Ford is uitgerust bevindt, gebruik dan altijd een in de met een front-airbag aan rijrichting geplaatst kinderzitje. passagierszijde, mogen kinderen met...
  • Pagina 15 U = Zitplaats geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichts-/leeftijdsgroep. = Zitplaats geschikt voor universele kinderzitjes, maar Ford adviseert kinderen altijd in een geschikt kinderzitje op de achterbank te vervoeren. L = Zitplaats geschikt voor bepaalde kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichts-/leeftijdsgroep.
  • Pagina 16: Zitverhogers

    150 cm moeten gebruikmaken van een kinderzitje of een zitverhoger. Voor kinderen met een gewicht van 15 tot 25 kg raadt Ford het gebruik van een kinderzitje aan dat een combinatie is van een zitverhoger en een rugleuning in een kinderzitje.
  • Pagina 17: Isofix Verankeringspunten

    Tourneo Connect rugleuning wordt bevestigd. Wanneer de twee onderste WAARSCHUWINGEN bevestigingspunten door uw Ford Ford raadt het gebruik van een Dealer toegankelijk zijn gemaakt, kunt ISOFIX systeem zonder gebruik u deze in op de middelste zitplaats te maken van een draaibeveiliging, van de tweede zitrij vinden.
  • Pagina 18 Deze extra verankeringspunt maak het gebruik van een veiligheidsriem aan de bovenzijde mogelijk. Neem contact op met uw Ford dealer om dit verankeringspunt te laten aanbrengen. E75771 Bij uitvoeringen met acht zitplaatsen bevindt dit punt zich achter de middelste zitplaats op de tweede zitrij.
  • Pagina 19: Kindersloten

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Draai het veiligheidsslot naar binnen KINDERSLOTEN om het slot te deactiveren. Tourneo Connect E75766 WAARSCHUWING Wanneer het kinderveiligheidsslot in werking is gesteld, kan het portier alleen van buitenaf worden geopend. N.B.: Alleen de schuifdeuren zijn voorzien van kinderveiligheidssloten. Draai met behulp van de contactsleutel het veiligheidsslot op het uiteinde van de deur naar buiten.
  • Pagina 20: Bescherming Van Inzittenden

    Bescherming van inzittenden WERKING Airbags E75574 WAARSCHUWING • crashsensoren • een controlelamp op het Breng aan de voorzijde van de instrumentenpaneel auto geen enkele wijziging aan, omdat dit negatieve gevolgen kan • een elektronisch regel- en hebben op de werking van de airbag. diagnosesysteem N.B.: Het opblazen van een airbag gaat gepaard met een luide knal.
  • Pagina 21 Bescherming van inzittenden WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING Reparaties aan hetzij de hoezen Draag altijd de veiligheidsgordel van de voorstoelen of de en houd voldoende afstand tot sensoren die op de stoelen zijn het stuurwiel. Alleen wanneer de aangebracht mogen uitsluitend door veiligheidsgordel op de juiste wijze goed geschoolde monteurs worden wordt gedragen, kan het lichaam op uitgevoerd.
  • Pagina 22 Bescherming van inzittenden De front-airbags treden in werking bij zware aanrijdingen, hetzij frontaal of binnen een hoek van 30 graden van links of van rechts. De airbags worden in enkele milliseconden opgeblazen. Zodra de lichamen van de inzittenden in aanraking komen met de airbags, stromen deze leeg waardoor de voorwaartse beweging wordt opgevangen.
  • Pagina 23 Bescherming van inzittenden Zij-airbags De airbag wordt opgeblazen tussen het portierpaneel en de inzittende en boven het portierbekledingpaneel om het hoofd en de borstkast te beschermen. Zodra deze persoon in aanraking komt met de airbag, stroomt de airbag weer leeg, waardoor het lichaam soepel wordt opgevangen.
  • Pagina 24: Veiligheidsgordels Vastmaken

    Bescherming van inzittenden Gordelslotspanner Bij een lichte frontale aanrijding, of wanneer de auto in de flank of van achteren wordt aangereden, treden de gordelslotspanners niet in werking. VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN E72333 WAARSCHUWING De gordelslotspanners mogen niet worden verwijderd. Nadat de gordelslotspanners bij een aanrijding zijn geactiveerd, moeten zij worden vervangen.
  • Pagina 25: Hoogte Van Veiligheidsgordels Afstellen

    Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels achterin HOOGTE VAN VEILIGHEIDSGORDELS AFSTELLEN Veiligheidsgordel, voor E75564 WAARSCHUWING Om er zeker van kunnen zijn dat de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats correct werkt, E68901 moet de rugleuning van de achterbank goed zijn vergrendeld. Veiligheidsgordel, achter Let erop dat elke slottong in het correcte gordelslot wordt gestoken.
  • Pagina 26: Gebruik Van Veiligheidsgordels Tijdens Zwangerschap

    Bescherming van inzittenden GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS TIJDENS ZWANGERSCHAP E68587 WAARSCHUWING Breng de veiligheidsgordel voor uw eigen veiligheid, maar ook voor dat van uw ongeboren kind op correcte wijze aan. Draag niet alleen de heupgordel of de schoudergordel. De heupgordel moet comfortabel over de heupen liggen aan de onderzijde van uw zwangere buik.
  • Pagina 27: Sleutels En Afstandsbediening

    Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
  • Pagina 28: Batterij Van Afstandsbediening Vervangen

    Sleutels en afstandsbediening stand II staan en blijven staan. De BATTERIJ VAN portiersloten sluiten eenmaal AFSTANDSBEDIENING vergrendelen en ontgrendelen om VERVANGEN aan te duiden dat het nu mogelijk is nieuwe afstandsbedieningen te Wanneer het bereik van de zender programmeren. in de sleutel geleidelijk begint af te •...
  • Pagina 29: Sloten

    Sloten N.B.: Bij de Tourneo Connect kan VERGRENDELEN EN de schuifdeur aan de rechterzijde niet ONTGRENDELEN volledig worden geopend wanneer de klep van de brandstofvulopening Voorportieren is ontgrendeld en geopend. De voorportieren kunnen met de Trek, om de deur te openen, de sleutel of de afstandsbediening deurgreep uit en schuif vervolgens worden vergrendeld en ontgrendeld.
  • Pagina 30 Sloten Dubbele achterdeuren E74707 WAARSCHUWING E74708 Sluit de achterdeuren goed om Trek aan de deurgreep om de linker te voorkomen dat deze tijdens deur te openen. het rijden opengaan. Rijden met een geopende achterdeuren is bijzonder gevaarlijk omdat dan uitlaatgassen het interieur in kunnen worden binnengezogen.
  • Pagina 31 Sloten WAARSCHUWING Sluit de achterklep goed om te voorkomen dat hij tijdens het rijden opengaat. Rijden met een geopende achterklep is bijzonder gevaarlijk omdat dan uitlaatgassen het interieur in kunnen worden binnengezogen. Trek, om de achterklep te openen aan de deurgreep A boven de E74710 kentekenplaat.
  • Pagina 32 Sloten Dubbele vergrendeling WAARSCHUWING Mocht zich een storing in de elektrische installatie van de auto voordoen, dan kunnen de voorportieren of de achterdeur met behulp van de sleutel afzonderlijk worden ontgrendeld. Het centrale vergrendelingssysteem kan vanaf beide voorportieren in werking worden gesteld. Het kan ook E74799 via de achterdeuren of de achterklep worden geactiveerd.
  • Pagina 33 Sloten Met behulp van de afstandsbediening: Druk eenmaal op de ontgrendeltoets om alleen de voorportieren te ontgrendelen of druk tweemaal binnen drie seconden op de ontgrendeltoets om alle deuren te ontgrendelen. E74800 E66522 Met behulp van de sleutel: Draai Druk eenmaal op de ontgrendeltoets de sleutel in het bestuurdersportier om de achterdeuren en de of het voorportier aan passagierszijde...
  • Pagina 34 Sloten Met behulp van de sleutel: Draai Met behulp van de sleutel: Draai de sleutel in het bestuurdersportier de sleutel in het bestuurdersportier of het voorportier aan passagierszijde of het voorportier aan passagierszijde in de stand 1 om de voorportieren te in de stand 2.
  • Pagina 35 Sloten Dubbele vergrendeling en alarminstallatie inschakelen: Met behulp van de sleutel: Draai de sleutel in het bestuurdersportier of het voorportier aan passagierszijde in de stand 1 en vervolgens binnen drie seconden in stand 2. De centrale/ dubbele vergrendeling kan ook via de achterdeur worden geactiveerd door de sleutel in dezelfde richting te draaien als afgebeeld voor het rechter...
  • Pagina 36: Motorstartblokkering

    Motorstartblokkering N.B.: Voor een storingvrije en WERKING probleemloze uitwisseling van signalen tussen de auto en de sleutel, Het immobilisatiesysteem is een mag de sleutel niet door metalen beveiligingssysteem tegen diefstal voorwerpen worden afgedekt. dat voorkomt dat de motor kan worden gestart met een sleutel die niet de juiste code bevat.
  • Pagina 37 Motorstartblokkering Herhaal de procedure na een pauze van twintig seconden met aangezet contact (stand II). Code wissen Met twee voor uw auto gecodeerde sleutels kunt u alle overige gecodeerde sleutels onbruikbaar E66507 maken, bijvoorbeeld na verlies van een sleutel: 1. Steek de eerste sleutel in het contactslot en draai hem in stand Voer elk van de volgende handelingen binnen vijf...
  • Pagina 38: Immobilisatiesysteem Inschakelen

    Motorstartblokkering • Indien het contact gedurende IMMOBILISATIESYSTEEM deze vijf seconden wordt afgezet, UITSCHAKELEN wordt het wissen van de sleutelcode afgebroken en wordt Het immobilisatiesysteem wordt de code niet gewist. automatisch uitgeschakeld bij het • Wanneer het wissen van de met een correct gecodeerde sleutel sleutels is voltooid, kunnen alle aanzetten van het contact.
  • Pagina 39: Alarm

    Alarm De alarminstallatie wordt ALARM INSCHAKELEN uitgeschakeld wanneer de laadruimte met een sleutel wordt ontgrendeld. Het systeem wordt geactiveerd Nadat de bagageruimte is afgesloten, zodra de auto is vergrendeld en wordt de alarminstallatie weer beschermt uw auto tegen indringers ingeschakeld. die trachten de portieren, de motorkap of het bagagecompartiment te openen of...
  • Pagina 40: Stuurwiel

    Stuurwiel Volume STUURWIEL AFSTELLEN E70361 Hoger volume: trek de VOL+ schakelaar in de richting van het stuurwiel. Volume verlagen: trek de VOL− schakelaar in de richting van het E70358 stuurwiel. WAARSCHUWING Seek (zoekfunctie) Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. Druk de vergrendelhendel omlaag om de hoogte van het stuurwiel en de afstand tot de bestuurder ervan...
  • Pagina 41 Stuurwiel • In de radio modus wordt het eerstvolgende radiostation op een hogere of lagere frequentie opgezocht. • In de CD modus wordt het volgende of het vorige nummer gekozen. Mode E70363 Druk kort op de toets aan de zijkant: •...
  • Pagina 42: Ruitenwissers En Ruitensproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is. Druk de knop op het uiteinde van de hendel in en houd deze ingedrukt om de ruitensproeiers in te schakelen.
  • Pagina 43: Voorruitsproeiers Afstellen

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS AFSTELLEN E73425 E74365 De ruitensproeiers kunnen worden WAARSCHUWING afgesteld door een speld in de kogelvormige sproeierkoppen te Schakel de ruitensproeiers niet steken en de sproeiers in de langer dan tien seconden gewenste stand te draaien. achtereen in;...
  • Pagina 44: Ruitenwisserbladen Vervangen

    Ruitenwissers en ruitensproeiers RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN E66645 1. Til de ruitenwisserarm op. 2. Breng het ruitenwisserblad onder een rechte hoek ten opzichte van de ruitenwisserarm (1). 3. Druk de klem in de richting van de pijl (2). 4. Maak het ruitenwisserblad los van de arm (3).
  • Pagina 45: Verlichting

    Verlichting VERLICHTINGSBEDIENING VOORSTE MISTLAMPEN Schakelaarstanden E65986 E65988 Schakel de koplampen in 1 en trek de schakelaar één stand uit 2. Stads- en achterlichten De mistlampen mogen alleen worden Koplampen ingeschakeld wanneer het zicht Mistlampen, vóór ernstig wordt belemmerd door mist, sneeuw of regen.
  • Pagina 46: Koplamphoogte Afstellen

    Verlichting KOPLAMPHOOGTE WAARSCHUWING AFSTELLEN De mistachterlichten mogen alleen worden gebruikt wanneer Alle uitvoeringen het zicht minder dan 50 meter bedraagt en mogen niet worden De hoogte van de gebruikt bij regen of sneeuwval. koplamplichtbundels kan worden aangepast aan de belading van de N.B.: Bij wagens die niet zijn auto.
  • Pagina 47 Verlichting Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Aanbevolen regelknopstanden Belading Regelknopstand Aantal Gewicht in bagage- T200 T210 T220/ personen T230 ruimte max. Wanneer de auto is uitgerust met het wegligging/rijhoogte pack, kan het noodzakelijk zijn de hoogte van de koplamplichtbundels in te stellen. Zie technische gegevens.
  • Pagina 48: Waarschuwingsknipperlichten

    Verlichting Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Aanbevolen regelknopstanden Belading Regelknopstand Aantal personen Gewicht in bagage- K200/ K220 K230 K210 ruimte Voor Achter /0.5 max. /1.5 /2.5 max. /2.5 /2.5 Zie technische gegevens. Zie Technische specificaties (bladzijde 138). Lange wielbasis.
  • Pagina 49: Richtingaanwijzers

    Verlichting Wanneer de schakelaar in stand B RICHTINGAANWIJZERS staat, brandt de interieurverlichting wanneer de portieren met de sleutel of de afstandsbediening worden ontgrendeld (alleen bij centrale vergrendeling) of wanneer een portier wordt geopend. Bij sommige uitvoeringen zal met de schakelaar in de stand B de interieurverlichting na het sluiten van de portieren nog enige tijd blijven branden.
  • Pagina 50: Gloeilampen Vervangen

    Verlichting Richtingaanwijzers, voor GLOEILAMPEN VERVANGEN WAARSCHUWINGEN Als gloeilampen branden, worden deze en hun omgeving heet. Schakel de lampen uit en laat deze afkoelen voordat u ze vervangt. Laat telkens na het vervangen van een gloeilamp de afstelling van de koplampen door een deskundige controleren.
  • Pagina 51 Verlichting Draai de kap linksom en verwijder Koplampen deze. Het aanbrengen vindt in dimlicht/grootlicht omgekeerde volgorde plaats; zorg ervoor dat de pijl op de kap naar boven wijst. Stadslicht E76061 E76062 5 watt lampje met glazen voet H4, 55/60 watt halogeen gloeilamp Verwijder de kap en trek de lamphouder los.
  • Pagina 52 Verlichting Achterlichtunits 5 watt lampje met glazen voet Draai de complete lamp rechtsom en trek hem los. Houd de lamphouder vast; draai het lamphuis linksom los en verwijder het. Trek de gloeilamp los en vervang deze. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
  • Pagina 53 Verlichting Kentekenplaatverlichting Open de achterdeuren en verwijder de twee vleugelmoeren waarmee Uitvoeringen met een het lamphuis is bevestigd. Trek het achterklep lamphuis los van de auto en maak de lamphouder los. Druk de gloeilamp voorzichtig in de lamphouder, draai hem linksom en verwijder de gloeilamp.
  • Pagina 54 Verlichting Interieurverlichting 10 watt buislamp Voor Werk voorzichtig het lamphuis los en verwijder de gloeilamp. Breng een nieuwe gloeilamp in omgekeerde volgorde aan. Leeslampen E76069 5 watt kogellamp E76068 Schakel de interieurverlichting uit. 10 watt buislamp Werk het lamphuis aan de zijde tegenover de schakelaar met een Schakel de interieurverlichting uit.
  • Pagina 55: Ruiten En Spiegels

    Ruiten en spiegels Portierruit aan ELEKTRISCH bestuurderszijde BEDIENBARE RUITEN automatisch openen WAARSCHUWING Druk kort op A. Druk opnieuw op A om de ruit te stoppen. Controleer voordat u de elektrisch bedienbare ruiten BUITENSPIEGELS bedient, of deze vrij zijn van obstructies en overtuig u ervan dat zich geen kinderen en/of huisdieren in de nabijheid van de ruitopeningen bevinden.
  • Pagina 56: Elektrisch Verstelbare Buitenspiegels

    Ruiten en spiegels ELEKTRISCH VERSTELBARE BUITENSPIEGELS E71274 Zorg ervoor dat de spiegel weer volledig wordt vergrendeld wanneer u deze weer in zijn oorspronkelijke stand terugzet. E71280 Linker spiegel Rechter spiegel E71281 Naar rechts...
  • Pagina 57: Binnenspiegel

    Ruiten en spiegels ACHTERSTE ZIJRUITEN Neer Naar links De elektrisch bedienbare buitenspiegels zijn voorzien van een verwarmingselement dat het spiegelglas ontdooit en ontwasemt. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 66). BINNENSPIEGEL E66498 Trek de hendel naar buiten om de ruit te openen. Druk in het midden van de hendel om deze te vergrendelen.
  • Pagina 58: Instrumenten

    Instrumenten OVERZICHT INSTRUMENTENPANEEL Links stuur E74266 Schakelaar verlichting/ mistlampen, vóór/ mistachterlichten. Zie Verlichting (bladzijde 43). Multifunctionele hendel: richtingaanwijzers, grootlicht. Zie Verlichting (bladzijde 43).
  • Pagina 59 Instrumenten Claxon. Instrumentengroep. Zie Instrumenten (bladzijde 56). Digitale klok. Zie Klok (bladzijde 83). Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 40). Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 66). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 46). Audio-installatie. Zie afzonderlijke handleiding. Toetsen temperatuurregelsysteem. Zie Klimaatregeling (bladzijde 65).
  • Pagina 60 Instrumenten Rechts stuur E74267 Audio-installatie. Zie afzonderlijke handleiding. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 46). Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 66).
  • Pagina 61 Instrumenten Multifunctionele hendel: richtingaanwijzers, grootlicht. Zie Verlichting (bladzijde 43). Instrumentengroep. Zie Instrumenten (bladzijde 56). Claxon. Digitale klok. Zie Klok (bladzijde 83). Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 40). Regelknop hoogteverstelling koplamplichtbundels. Zie Koplamphoogte afstellen (bladzijde 44). Schakelaar verlichting/ mistlampen, vóór/ mistachterlichten. Zie Verlichting (bladzijde 43).
  • Pagina 62: Meters

    Instrumenten METERS E74268 Koelvloeistoftemperatuurmeter Toerenteller Snelheidsmeter Brandstofmeter Omschakel- en terugsteltoets Klok, kilometerteller en dagteller Instelknop digitale klok Wanneer de wijzer in het rode gebied Koelvloeistoftempe- komt, is de motor oververhit. Het fail ratuurmeter safe koelsysteem is geactiveerd, waardoor de auto nog tijdelijk kan Bij normale bedrijfstemperatuur blijven doorrijden.
  • Pagina 63: Waarschuwings- En Indicatielampen

    Instrumenten Toerenteller WAARSCHUWINGS- EN INDICATIELAMPEN Bij auto's met een dieselmotor heeft de toerenteller een bereik van 5 000 Wanneer het contact wordt aangezet omwentelingen per minuut. gaan de volgende waarschuwings- Brandstofmeter en controlelampen branden ter bevestiging dat het systeem De pijl naast het symbool van de operationeel is: benzinepomp duidt aan, aan welke •...
  • Pagina 64 Instrumenten Controlelamp airbag Richtingaanwijzers Wanneer het contact wordt Knippert bij ingeschakelde aangezet (stand II) brandt richtingaanwijzers. Een deze lamp kort ter plotselinge toename van de bevestiging dat het systeem knipperfrequentie waarschuwt voor operationeel is. Brandt de een defecte gloeilamp. controlelamp niet, blijft hij branden, of brandt hij met intervallen of continu Controlelamp motor tijdens het rijden, dan duidt dit op een...
  • Pagina 65 Instrumenten Controlelamp laag Wanneer de lamp bij draaiende motor brandt, brandstofniveau duidt dit op een storing. Laat dit zo spoedig mogelijk door een deskundige controleren. Wanneer de lamp tijdens het rijden knippert, minder dan onmiddellijk snelheid. Blijft de lamp knipperen, vermijd dan snel optrekken en krachtig afremmen.
  • Pagina 66: Akoestische Waarschuwingssignalen En -Indicaties

    Instrumenten Controlelamp oliedruk AKOESTISCHE WAARSCHUWINGSSIGNALEN Wanneer de lamp na het aanslaan van de motor blijft EN -INDICATIES branden of tijdens het rijden gaat branden, stop dan onmiddellijk, Verlichting ingeschakeld zet de motor af en controleer het Wanneer bij afgezet contact het oliepeil.
  • Pagina 67: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Verwarming WERKING De verwarmingscapaciteit is Buitenlucht afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur en het Houd de luchtinlaten onder de systeem werkt daarom alleen voorruit altijd vrij van sneeuw, effectief bij warme motor. bladeren e.d., opdat het verwarmings- en ventilatiesysteem Airconditioning optimaal kan functioneren. N.B.: De airconditioning werkt alleen Gerecirculeerde lucht bij temperaturen hoger dan +4 ºC, bij...
  • Pagina 68: Ventilatieroosters

    Klimaatregeling Richt, voor een effectieve koeling van Na korte tijd schakelt het het interieur, de gekoelde lucht op verwarmingssysteem automatisch hoofdniveau. uit. Achterruitverwarming VENTILATIEROOSTERS E74671 Zet eerst het contact aan. E74362 Druk op de schakelaar om het VERWARMDE RUITEN EN systeem in of uit te schakelen.
  • Pagina 69: Handmatige Klimaatregeling

    Klimaatregeling Temperatuurregelknop HANDMATIGE KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop E74658 Blauw Koud Rood Warm E74660 Aanjager Hoofdniveau Hoofdniveau en beenruimte Beenruimte Beenruimte en voorruit Voorruit De luchtverdeelknop kan in elke E74659 gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. Een klein deel van de luchtstroom Plaats de aanjagerschakelaar in een wordt altijd naar de voorruit geleid.
  • Pagina 70 Klimaatregeling Gerecirculeerde lucht Snel verwarmen van het interieur E74661 Druk op de recirculatietoets om te E74662 kiezen tussen toevoer van buitenlucht en gerecirculeerde lucht. Ventilatie De lamp in de schakelaar brandt wanneer het systeem is ingeschakeld. Voorruit snel ontdooien/ ontwasemen E74663 Stel de luchtverdeelknop in op hoofdniveau of hoofdniveau en...
  • Pagina 71 Klimaatregeling Airconditioning Interieur snel afkoelen Airconditioning in- en uitschakelen E74668 E74665 Schakel de airconditioning in. N.B.: De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor. Voorruit ontdooien/ ontwasemen Druk op de schakelaar om het systeem in of uit te schakelen. Het lampje in de schakelaar brandt wanneer de airconditioning is ingeschakeld.
  • Pagina 72: Extra Verwarming

    Klimaatregeling N.B.: De programmeerbare Wanneer de A/C wordt ingedrukt, gaat de lamp in de schakelaar uit, standverwarming schakelt maar de airconditioning kan niet automatisch uit wanneer de accuspanning laag wordt. worden uitgeschakeld zolang de luchtverdeelknop in de stand N.B.: Alle symbolen op het display 'voorruit' staat.
  • Pagina 73 Klimaatregeling • De aanjager van de Voordat de verwarming wordt programmeerbare ingeschakeld of geprogrammeerd standverwarming wordt moeten de volgende instellingen ingeschakeld zodra de worden voorbereid: koelvloeistof een bepaalde • Zet de temperatuurregelknop van temperatuur heeft bereikt. In deze het standaard stand heeft de verwarmingssysteem op omgevingstemperatuur gaan...
  • Pagina 74 Klimaatregeling Druk de toets A langer dan drie Druk de toets A langer dan drie seconden ingedrukt en houd hem seconden ingedrukt en houd hem ingedrukt tot de tijdsaanduiding op ingedrukt tot de tijdsaanduiding op het display knippert. Druk de toetsen het display knippert.
  • Pagina 75 Klimaatregeling De verwarming kan op elk gewenst Verwarmingsmodus moment voor de geprogrammeerde programmeren tijdsduur worden ingeschakeld. Druk De verwarming schakelt automatisch op toets C. Het display wordt verlicht op de geactiveerde inschakeltijd in en toont de resterende en blijft gedurende de verwarmingstijd en het geprogrammeerde verwarmingsduur verwarmingssymbool.
  • Pagina 76 Klimaatregeling Druk na het programmeren van de inschakeltijden op toets A. Het display geeft nu de tijd weer met een knipperende dubbele punt. Geprogrammeerde inschakeltijden activeren/ deactiveren E71352 Druk toets A meerdere keren in tot het symbool 1, 2 of 3) voor de gewenste inschakeltijd wordt weergegeven.
  • Pagina 77: Stoelen

    Stoelen • de hoofdsteun zo instelt, dat de DE JUISTE ZITPOSITIE bovenzijde ervan gelijkligt met de INNEMEN bovenzijde van uw hoofd. • voldoende afstand houdt tussen uzelf en het stuurwiel. minimaal 254 mm (10 inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt.
  • Pagina 78 Stoelen Stoelen naar voren en Stoelhoogte instellen achteren schuiven E74818 E74816 WAARSCHUWING Schuif de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om ervoor te zorgen dat de stoel weer goed wordt vergrendeld. Lendensteun instellen E80778 E74817...
  • Pagina 79 Stoelen Hellingshoek van de WAARSCHUWINGEN rugleuning instellen Leg geen voorwerpen op de rugleuning wanneer de wagen in beweging is. Transit Connect E74819 Armsteun instellen E74821 E74820 Passagiersstoel, voor, neerklappen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld.
  • Pagina 80 Stoelen E74823 1. Trek aan de lus en kantel de zitting naar voren. 2. Kantel de hoofdsteun naar voren. 3. Trek de hendel omhoog. 4. Klap de rugleuning naar voren. 5. Trek de hendel omhoog. E74827 6. Druk de rugleuning naar beneden. Tourneo Connect Verwijder de hoofdsteun.
  • Pagina 81: Hoofdsteunen

    Stoelen E81077 1. Trek aan de lus en kantel de zitting naar voren. 2. Trek de hendel omhoog. 3. Klap de rugleuning naar voren. E81584 4. Trek de hendel omhoog. Hoofdsteun instellen 5. Druk de rugleuning naar beneden. WAARSCHUWING HOOFDSTEUNEN Trek de hoofdsteun omhoog wanneer de achterbank door een passagier of voor een kinderzitje...
  • Pagina 82 Stoelen Derde zitrij WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld. Controleer of de rode indicator niet te zien is wanneer u de armen van de rugleuningen van de tweede zitrij en de sloten van de derde zitrij in aangrijping brengt.
  • Pagina 83 Stoelen Derde zitrij E74833 E74845 E74843 E74846 1. Verwijder de middelste 1. Schuif de hoofdsteunen geheel hoofdsteun. naar beneden. 2. Schuif de buitenste hoofdsteunen 2. Trek de hendels aan de zijkant geheel naar beneden. van de rugleuning omhoog. 3. Trek de hendels aan de zijkant 3.
  • Pagina 84: Verwarmde Stoelen

    Stoelen Achterbank weer 1. Druk de ontgrendelingshendels terugkantelen omlaag. 2. Kantel de zitting naar beneden. Tweede zitrij 3. Kantel de rugleuning omhoog. VERWARMDE STOELEN E74840 1. Trek de vergrendelingshendels omhoog. 2. Kantel de zitting naar beneden. E75768 3. Kantel de rugleuning omhoog. WAARSCHUWING 4.
  • Pagina 85: Gemaksfuncties

    Gemaksfuncties Klok gelijkzetten ZONNEKLEPPEN • Draai de contactsleutel in stand II. • Houd de toets A minimaal drie seconden ingedrukt tot de tijdsweergave op het display knippert. • Druk op toets A om de minuten vooruit te zetten. Houd de toets ingedrukt om snel vooruit te gaan.
  • Pagina 86: Asbak

    20 ampère. Wanneer Gebruik voor het aansluiten van de motor niet draait, wordt hierdoor stroomverbruikers alleen de speciale wel de accu ontladen. stekkers uit het Ford Accessoires Programma of stekkers voor Gebruik voor het aansluiten van standaard SAE-aansluitpunten. stroomverbruikers alleen de speciale...
  • Pagina 87: Dashboardkastje

    Gemaksfuncties Transit Connect MIDDENCONSOLE E74677 Rechts achterin de laadruimte bevindt zich een extra elektrisch aansluitpunt. DASHBOARDKASTJE E74687 In het handschoenenkastje is een haak aangebracht waaraan lichte tassen kunnen worden opgehangen. E74366...
  • Pagina 88: Opbergruimtes

    Gemaksfuncties Opbergruimte boven de WAARSCHUWING voorruit Plaats tijdens het rijden geen bekers met hete dranken in de houders - kans op verbranden. De volgende opbergvakken bevinden zich in de middenconsole: • Muntenhouder • Pennen-/ potlodenhouder • Opbergvak • Bekerhouders E74681 OPBERGRUIMTES WAARSCHUWING Gebruik de opbergruimte boven...
  • Pagina 89: Wegenkaartopbergvakken

    Gemaksfuncties Opbergruimte bij de stoel Voor het opbergen van papieren is er een band op de zonnekleppen aangebracht. Opbergvak op het dashboard E74685 Tas op bestuurdersstoel Opbergvak onder de stoel E74683 Het opbergvak aan de bovenzijde van het dashboard kan worden WEGENKAARTOP- gebruikt voor het opbergen van BERGVAKKEN...
  • Pagina 90: Rugleuningtafeltjes

    Gemaksfuncties E80718 RUGLEUNINGTAFELTJES WAARSCHUWING Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt of de tafeltjes in de onderste stand zijn vergrendeld. E72630...
  • Pagina 91: De Motor Starten

    De motor starten Contact af. Wanneer de sleutel uit ALGEMENE INFORMATIE het contactslot wordt genomen, treedt het stuurslot in werking zodra Algemene opmerkingen het stuurwiel wordt gedraaid. over het starten Stand I Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels Stuurslot ontgrendeld.
  • Pagina 92: Een Dieselmotor Starten

    De motor starten Koude of warme motor EEN DIESELMOTOR STARTEN LET OP Zet, wanneer de temperatuur N.B.: U kunt de startmotor per lager dan -20ºC is, het contact startpoging slechts maximaal 30 minimaal één seconde aan voordat seconden inschakelen. u de motor start. Hierdoor zorgt u Koude of warme motor ervoor dat de maximale benzinedruk is bereikt voordat de motor wordt...
  • Pagina 93: Motor Uitschakelen

    De motor starten MOTOR UITSCHAKELEN Uitvoeringen met een dieselmotor LET OP Zet de motor niet af wanneer deze met een hoog toerental draait. Als de motor bij een hoog toerental wordt afgezet, zal de turbocompressor nog draaien nadat de oliedruk al tot nul is gedaald. Dit heeft vroegtijdige slijtage van de compressorlagers tot gevolg.
  • Pagina 94: Brandstof En Tanken

    Brandstof en tanken VEILIGHEIDS- BRANDSTOFKWALITEIT - MAATREGELEN DIESEL N.B.: Gebruik uitsluitend brandstof WAARSCHUWINGEN van hoge kwaliteit zonder additieven Stop altijd met tanken nadat het of andere toevoegingen. vulpistool voor de tweede keer is afgeslagen. Alle brandstof die u dan WAARSCHUWING nog toevoegt vult de expansieruimte Meng de dieselolie niet met olie, in de brandstoftank, hetgeen er toe...
  • Pagina 95: Tankklep

    Brandstof en tanken Draai de sleutel linksom om de klep LET OP te openen Open de klep en draai de Laat de motor niet met een tankdop linksom los. losgekoppelde bougiekabel draaien. Wanneer u de tankdop losdraait is soms een sissend geluid hoorbaar. Sleep of duw de auto niet aan.
  • Pagina 96: Technische Specificatie

    Brandstof en tanken TECHNISCHE SPECIFICATIE Tourneo Connect Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1,8 l Duratec (115 pk), 13,8 (20,5) 7,3 (38,7) 9,7 (29,1) asoverbrenging: 4,06 1,8 l Duratorq-TDCi Turbo diesel (75 pk, 7,6 (37,2) 5,6 (50,4)
  • Pagina 97: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Versnellingsbak/transmissie Achteruitversnelling - 5- HANDGESCHAKELDE versnellingsbak VERSNELLINGSBAK WAARSCHUWINGEN Schakel de achteruit alleen in wanneer de auto volledig tot stilstand is gekomen. Oefen bij het terugschakelen van de vijfde naar de vierde versnelling geen onnodige zijwaartse kracht uit op de schakelhendel aangezien daardoor de tweede versnelling per ongeluk kan worden ingeschakeld.
  • Pagina 98: Remmen

    Remmen Natte remschijven hebben een lagere WERKING wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het Gescheiden remsysteem rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING ABS is niet bedoeld om de E71353 bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig WAARSCHUWING en oplettend te zijn.
  • Pagina 99: Parkeerrem

    Remmen Op een helling parkeren Wanneer het ABS in werking is, pulseert het rempedaal. Dit is Wanneer u op een helling moet normaal. Blijf het rempedaal parkeren met de voorzijde van de indrukken. wagen hellingopwaarts, schakel dan Het ABS voorkomt geen gevaren die de eerste versnelling in en draai dan ontstaan wanneer: de voorwielen van de trottoirband af.
  • Pagina 100: Parkeerhulp

    Het systeem wordt automatisch parkeerhulp 'gezien' en kunnen uitgeschakeld indien er een door schade aan de auto veroorzaken. Ford goedgekeurde trekhaakmodule Ultrasone geluidsgolven, zware op de auto wordt aangebracht. regenval en/of Houd de sensoren altijd vrij van vuil,...
  • Pagina 101: Transport

    Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Het rijden met een imperiaal kan WAARSCHUWINGEN een negatieve invloed op de Gebruik bevestigingsriemen die rijeigenschappen van de auto voldoen aan een norm, bijv. DIN. hebben. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
  • Pagina 102 Transport E81954 De drie telescopische stangen kunnen worden verplaatst, zodat het bagagenet in vijf verschillende standen kan worden aangebracht.
  • Pagina 103: Aanhangers Trekken

    Aanhangers trekken TREKKEN VAN EEN AANHANGER Het maximum toelaatbaar wagengewicht en het aanhangergewicht geven de technische eisen weer, die worden gesteld voor hellingen tot 12 % en bij hoogten van 1 000 meter boven de zeespiegel. In bergachtige streken worden de prestaties van de motor door de lagere luchtdruk nadelig beïnvloed.
  • Pagina 104: Tips Voor Het Rijden

    Tips voor het rijden Motor ALGEMENE PUNTEN BIJ HET RIJDEN LET OP Rijd de eerste 1.500 kilometer Uitvoeringen met een (1.000 mijl) niet te snel. Varieer dieselmotor van van snelheid en schakel tijdig op. Wanneer de controlelamp laag Laat de motor niet zwoegen. brandstofniveau gaat branden, ga dan zo spoedig mogelijk tanken.
  • Pagina 105: Nooduitrusting

    Nooduitrusting EERSTEHULPSET GEVARENDRIEHOEK Onder de bestuurdersstoel kan een EHBO doos worden opgeborgen. Rechts stuur E75779 Een riem op het achterpaneel van het laadcompartiment kan worden gebruikt om de gevarendriehoek vast te zetten. E75779 Links stuur E75780...
  • Pagina 106: Staat Na Een Aanrijding

    Staat na een aanrijding De schakelaar bevindt zich aan de ONDERBREKINGS- rechterzijde boven het SCHAKELAAR bekledingpaneel bij de voorstijl. Als BRANDSTOFTOEVOER de schakelaar wordt geactiveerd, springt de knop op de schakelaar Uitvoeringen met een omhoog. benzinemotor Schakelaar terugstellen WAARSCHUWING Stel de veiligheidsschakelaar niet terug wanneer u brandstof ruikt of ziet weglekken.
  • Pagina 107: Componenten Van Veiligheidssysteem Inspecteren

    Staat na een aanrijding COMPONENTEN VAN VEILIGHEIDSSYSTEEM INSPECTEREN Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels die aan spanningen zijn blootgesteld - als gevolg van een aanrijding - moeten worden vervangen en de verankeringspunten moeten door een deskundige worden gecontroleerd.
  • Pagina 108: Zekeringen

    Zekeringen Extra zekeringenkast PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS WAARSCHUWING Wijzigingen aan de elektrische installatie of het brandstofsysteem kunnen de veiligheid van de auto nadelig beïnvloeden aangezien er hierdoor brandgevaar of schade aan de motor kan ontstaan. Laat alle E75785 werkzaamheden aan deze systemen N.B.: Laat de MAXI zekeringen of het vervangen van relais of (zekeringen 1-9 in de extra...
  • Pagina 109 Zekeringen Centrale zekeringenkast Rechts stuur Links stuur E75786 De centrale zekeringenkast bevindt zich achter de zekeringenkast in het instrumentenpaneel. E75783 De centrale zekeringenkast bevindt zich achter bekledingpaneel van het instrumentenpaneel. E75787 Zekeringentabel Zekeringen Kantel het handschoenenkastje naar E75784 beneden om de zekeringenkast te Verwijder het bekledingpaneel om kunnen bereiken.
  • Pagina 110: Een Zekering Vervangen

    Zekeringen EEN ZEKERING VERVANGEN WAARSCHUWING Zet het contact af en schakel alle elektrische verbruikers uit voordat u een zekering vervangt. Let er bij het vervangen op dat de nieuwe zekering hetzelfde vermogen heeft als de oude zekering. ZEKERINGLABELS E75788 Nummer van de zekering Het label met de zekeringen is aan de binnenzijde van het Symbool van de functie...
  • Pagina 111 Zekeringen Lichtschakelaar Voorgloeibougies (diesel) Voorruitwissers Accu, dynamo, data link stekker Achterruitenwisser Instrumentengroep, motorcompartiment Voorruitverwarming Stads- en achterlichten Achterruitverwarming Airconditioning Verwarmbare Centrale vergrendeling buitenspiegels Elektrisch verstelbare Extra elektrisch aansluitpunt, buitenspiegels achter Elektrisch bedienbare ruiten A/C schakelaar, voorportieren achterruitverwarming, standverwarming Verwarmbare stoelen Aanjagermotor Koelventilateur Contactslot overbelast,...
  • Pagina 112: Specificatie-Overzicht Zekeringen

    Zekeringen Achteruitrijlicht, SPECIFICATIE- verwarmbare OVERZICHT ZEKERINGEN ruitensproeiers De volgende zekeringen en relais zijn Water in brandstof gemarkeerd met het symbool "Zie instructieboekje" in de zekeringtabellen in uw auto. Extra zekeringenkast Zekering Ampère Beveiligde circuits Motor van brandstofopvoerpomp (uitvoeringen met een dieselmotor) Gloeibougie II defect (auto s met dieselmotor).
  • Pagina 113: Bergen Van De Auto

    Bergen van de auto Tourneo Connect SLEEPPUNTEN Alle uitvoeringen Het sleepoog moet zich altijd in de auto bevinden. Transit Connect Links stuur E76185 Het sleepoog is samen met de krik opgeborgen in het linker zijpaneel van de laadruimte. Alle uitvoeringen E76183 Rechts stuur E76186...
  • Pagina 114: Auto Op Vier Wielen Slepen

    Bergen van de auto LET OP Bevestig aan het voorste sleepoog geen sleepstang. Trek rustig en soepel zonder rukken Auto's met automatische transmissie LET OP Sleep uw auto niet met E76186 snelheden hoger dan 50 km/h Bevestigingspunt voor (30 mph) of over afstanden van meer sleepoog aan achterzijde dan 50 km (30 mijl).
  • Pagina 115: Onderhoud

    • Waarschuwings- en ten goede komen. Er staat een groot controlelampen. netwerk van Ford Erkende Controles bij het tanken Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter • Motoroliepeil. Zie Motorolie zijde kunnen staan.
  • Pagina 116: De Motorkap Openen En Sluiten

    Verwijder, om schade of verlies van de sleutel te voorkomen, de sleutel onmiddellijk na het openen E78142 van de motorkap en draai het Ford logo terug. N.B.: Gebruik bij auto's met key free systeem de reservesleutel om de motorkap te openen.
  • Pagina 117: Overzicht Motorruimte - 1,8 L Duratec-Dohc (Zeta)

    Onderhoud Til de motorkap op en ondersteun Om de motorkap te sluiten brengt u hem met de steunstang in de houder hem omlaag en laat u hem vanaf 3 en let erop dat hij stevig vastzit. 20-30 cm in het slot vallen. Controleer altijd of de motorkap volledig is vergrendeld.
  • Pagina 118: Overzicht Motorruimte - 1,8 L Duratorq-Tddi (Lynx) Diesel /1,8 L Duratorq-Tdci (Lynx) Diesel

    Onderhoud Reservoir ruitensproeiervloeistof Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 121). Accu. Zie Accu van de auto (bladzijde 125). Motoroliepeilstaaf . Zie Motorolie controleren (bladzijde 117). Expansiereservoir . Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 119). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning.
  • Pagina 119: Motorolie Controleren

    Indien het oliepeil zich tussen de Ford Garantie valt. merktekens bevindt, hoeft geen olie te worden bijgevuld. Hete motorolie Het olieverbruik bereikt bij nieuwe kan vanwege de thermische...
  • Pagina 120 Onderhoud Motorolievuldop Als het peil tot het MIN merkteken is gedaald, moet onmiddellijk olie worden bijgevuld die aan de Ford specificatie voldoet. Door circa 0,5 - 1 liter (0,75 liter voor Duratec motoren) motorolie bij te vullen stijgt de oliefilm op de pijlstaaf van het MIN tot het MAX merkteken.
  • Pagina 121: Motorkoelvloeistof Controleren

    Onderhoud Uitvoeringen met een WAARSCHUWING benzinemotor Verwijder nooit de dop van het Motorolie die voldoet aan de Ford expansiereservoir wanneer de specificatie WSS-M2C913-A mag motor heet is. Start de motor niet ook worden gebruikt. voordat het probleem is verholpen. Motorolie bijvullen...
  • Pagina 122: Controle Vloeistofpeil Koppeling En Remsysteem

    Zie Waarschuwings- neem contact op met uw huisarts. en indicatielampen (bladzijde 61). Vul koelvloeistof bij die voldoet aan STUURBEKRACHTI- de Ford specificatie. GINGSVLOEISTOF CONTROLEREN CONTROLE VLOEISTOFPEIL KOPPELING EN REMSYSTEEM...
  • Pagina 123: Ruitensproeiervloeistof Controleren

    Draai de dop van het reservoir na het vullen weer stevig vast. E71366 TECHNISCHE SPECIFICATIE Vloeistoffen Onderdeel Aanbevolen vloeistof Specificatie WSS-M2C913-B of Motorolie Formula E SAE 5W-30 WSS-M2C913-A Ford Stuurbekrachti- Stuurbekrachtiging WSA-M2C-195-A gingsvloeistof Motorcraft SuperPlus Koelvloeistof WSS-M97B44-D antivries Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Vloeistof stuurbekrachti-...
  • Pagina 124 Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) Alle Brandstoftank 60 (13,2) Koelsysteem incl. 1.8 l Duratec 6,5 (1,4) verwarming 1,8 l Duratorq-TDdi/ Koelsysteem incl. 7,0 (1,5) Duratorq-TDCi verwarming 1,8 l Duratec Motorolie - inclusief filter 4,25 (0,9) 1,8 l Duratorq-TDdi/ Motorolie - inclusief filter 5,6 (1,2) Duratorq-TDCi 1,8 l Duratec...
  • Pagina 125: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe WAARSCHUWING voorwerpen, schurende Wanneer de auto tijdens het reinigingsmiddelen of chemische wassen in een autowasserette oplossingen op de binnenzijde van in de was wordt gezet, verwijder dan de achterruit te reinigen.
  • Pagina 126: Reinigen Van Binnenzijde Auto

    Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
  • Pagina 127: Accu Van De Auto

    Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten ONDERHOUD VAN DE ACCU De accu vraagt zeer weinig onderhoud. Uw Ford dealer zal in het kader van het normale onderhoudsschema regelmatig het vloeistofpeil in de accu controleren. GEBRUIK VAN STARTKABELS Alleen accu's met dezelfde nominale spanning (12 volt) mogen met elkaar worden verbonden.
  • Pagina 128: Accu Vervangen

    Accu van de auto • Sluit het ene uiteinde van de ACCU VERVANGEN tweede kabel aan op de negatieve (–) pool van de Uitvoeringen met een hulpaccu en het andere uiteinde benzinemotor zover mogelijk verwijderd van de Wanneer de accu losgekoppeld is accu op het motorblok of een geweest, kan de motor gedurende motorsteun van de te starten...
  • Pagina 129: Velgen En Banden

    Velgen en banden EEN WIEL VERVANGEN Reservewiel WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend banden en velgen met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben en kan de typegoedkeuring ongeldig maken. E76072 Maak de kap los en schuif deze terug om de eerste kabel los te maken.
  • Pagina 130 Velgen en banden Boordkrik De boordkrik en de wielmoersleutel bevinden zich in het linker zijpaneel Transit Connect in de laadruimte. Links stuur Kriksteunpunten E76133 Rechts stuur E76182 De boordkrik en de wielmoersleutel bevinden zich in een tas achter de bestuurdersstoel. E76135 Tourneo Connect De krik mag uitsluiten onder de...
  • Pagina 131 Velgen en banden Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of Alle uitvoeringen de achteruit in. Laat de inzittenden uitstappen. Gebruik de boordkrik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel. Voer geen werkzaamheden onder de auto uit wanneer deze uitsluitend door de krik wordt ondersteund.
  • Pagina 132 Velgen en banden Uitvoeringen met slotmoeren Zorg ervoor dat de gehele krikvoet op een stevige ondergrond komt te staan. Wanneer niet de complete krikvoet op de grond staat, laat dan de wagen zakken en zet de krik opnieuw neer. Krik de wagen op tot de band vrij is van de grond.
  • Pagina 133 Velgen en banden Wiel verwisselen Schuif het reservewiel op de tapeinden. Draai de wielmoeren - Alle uitvoeringen met de conische zijde naar het wiel gekeerd - rechtsom aan, maar zet ze nog niet vast. Wagens met lichtmetalen velgen N.B.: De wielmoeren van lichtmetalen velgen kunnen ook korte tijd worden gebruikt voor het bevestigen van het reservewiel met...
  • Pagina 134 Velgen en banden Leg het wiel plat op de grond met de buitenzijde naar beneden gekeerd en steek het uiteinde van de steun en de bout in de steun door het middelste gat in de velg. E76143 Verwijder de dop van de opening en steek de zeskantige uiteinde van de wielmoersleutel in de opening op het wiel omhoog te brengen.
  • Pagina 135: Verzorging Van Banden

    Velgen en banden Links stuur VERZORGING VAN BANDEN Als u een stoeprand moet oprijden, doe het dan zo langzaam mogelijk en rijd zo mogelijk haaks het trottoir op. Vermijd het rijden over hoge of scherpe obstakels. Laat de banden bij het parkeren niet langs trottoirbanden schuren.
  • Pagina 136: Technische Specificatie

    Velgen en banden Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen Het ABS blijft normaal werken. met kleine schakels. De Om beschadiging van de wieldeksels sneeuwkettingen mogen uitsluitend te voorkomen verdient het om de aangedreven wielen aanbeveling deze te verwijderen (voorwielen) worden aangebracht. wanneer met sneeuwkettingen Rijd niet harder dan 50 km/h.
  • Pagina 137 Velgen en banden Lange wielbasis Bandenspanning Maximaal Normaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) T210 195/65 R 15 2,3 (33) 2,7 (39) 2,3 (33) 3,4 (49) T220 195/65 R 15 2,3 (33) 2,7 (39) 2,5 (36) 3,4 (49) T230...
  • Pagina 138 Velgen en banden Lange wielbasis Bandenspanning Maximaal Normaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) K220 195/65 R 15 2,3 (33) 2,7 (39) 2,3 (33) 3,4 (49) K230 195/65 R 15 2,3 (33) 2,7 (39) 2,3 (33) 3,4 (49)
  • Pagina 139: Voertuigidentificatie

    Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- MOTORNUMMER TIEPLAATJE Afhankelijk van het motortype is het motornummer ingeslagen in het motorblok (gezien vanaf de bestuurdersstoel): Duratec motoren Aan de uitlaatzijde van het motorblok, naast de flens van het versnellingsbakhuis. Turbodieselmotoren Vlak boven het versnellingsbakhuis en ook op de cilinderkop. LAV-PLAATJE (LASTAFHANKELIJKE REMDRUKREGELKLEP)
  • Pagina 140: Technische Specificaties

    Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto Korte wielbasis E76188...
  • Pagina 141 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4278 (168,4) Totale breedte - incl. buitenspiegels 2044 (80,5) Totale hoogte 1824 (71,8) Wielbasis 2665 (104,9) Spoorbreedte - voor 1505 (59,3) Spoorbreedte - achter 1552 (61,1)
  • Pagina 142 Technische specificaties Lange wielbasis E76189 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4525 (178,1) Totale breedte - incl. buitenspiegels 2044 (80,5)
  • Pagina 143 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) 1982−2102 Totale hoogte (78,0-82,8) Wielbasis 2912 (114,6) Spoorbreedte - voor 1505 (59,3) Spoorbreedte - achter 1552 (61,1) Afstanden trekhaak E76190...
  • Pagina 144 460 (18,1) Buitenzijde langsbalk 920 (36,2) Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigingspunt 413,3 (16,3) Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspunt 566,3 (22,3) Alle maten hebben betrekking op officieel door Ford goedgekeurde trekhaken en bevestigingsmaterialen. Wagengewicht Transit Connect Korte wielbasis Max. Toelaat-...
  • Pagina 145 Technische specificaties Lange wielbasis Max. Toelaat- Laadver- toelaat- Rijklaar- Laadver- bare Motor mogen baar gewicht mogen dakbelas- variant totaalge- ting wicht 1,8 l Duratec (115 pk) 2080 1380 1,8 l Duratorq- TDdi 2260 1435 (75 pk) 1,8 l Duratorq- TDCi 2340 1440 (90 pk)
  • Pagina 146 Technische specificaties Max. Toelaat- Laadver- toelaat- Rijklaar- Laadver- bare Motor mogen baar gewicht mogen dakbelas- variant totaalge- ting wicht 1,8 l Duratorq- TDCi 2340 1540 (90 pk) Voor sommige landen geldt een hoger laadvermogen. Raadpleeg het VIN plaatje of het kentekenbewijs voor meer informatie.
  • Pagina 147: Typegoedkeuring

    Typegoedkeuring Afstandsbediening Wanneer de typegoedkeuring van uw afstandsbediening wordt N.B.: Het is raadzaam de gecontroleerd, verwijs dan naar de afstandsbediening uitsluitend te volgende tabel. gebruiken in landen die in de tabel zijn opgenomen. E72068...
  • Pagina 148 Typegoedkeuring Immobilisatiesysteem Wanneer de typegoedkeuring van het immobilisatiesysteem wordt gecontroleerd, verwijs dan naar de volgende tabel.
  • Pagina 149 Typegoedkeuring E74865...
  • Pagina 151 Index Anti Blokkeer Systeem (ABS) Zie: Remmen........96 Asbak..........84 Aanhangers trekken......101 Audiobediening.......38 Aansteker.........83 Mode.............39 Accessoires Seek (zoekfunctie)......38 Zie: Onderdelen en accessoires..5 Volume..........38 Accu van de auto......125 Auto op vier wielen slepen...112 Accu vervangen......126 Alle uitvoeringen........112 Uitvoeringen met een Auto's met automatische benzinemotor.........126 transmissie........112 Achterbank........79...
  • Pagina 152 Index Contactslot........89 Elektrisch bedienbare ruiten..53 Contactsleutelstanden.......89 Portierruit aan bestuurderszijde Contactslot automatisch openen.......53 Elektrisch verstelbare Zie: Contactslot........89 Controle koelvloeistofpeil buitenspiegels.......54 Extra verwarming......70 Zie: Motorkoelvloeistof controleren........119 Algemene informatie......70 Controle oliepeil Werkingsprincipe........71 Extra voedingsaansluitingen..84 Zie: Motorolie controleren....117 Controle vloeistofpeil koppeling en Alle uitvoeringen........84 remsysteem.........120 Transit Connect........85 Dakrekken en bagagedragers..99...
  • Pagina 153 Index Interieurverlichting......47 Leeslampen..........47 ISOFIX verankeringspunten...15 Handgeschakelde Tourneo Connect.........15 versnellingsbak......95 Achteruitversnelling - 5-versnellingsbak......95 Handmatige klimaatregeling..67 Katalysator........92 Aanjager..........67 Parkeren..........93 Airconditioning........69 Rijden met een auto met Gerecirculeerde lucht......68 katalysator.........92 Luchtverdeelknop........67 Kindersloten........17 Snel verwarmen van het interieur..68 Tourneo Connect.........17 Temperatuurregelknop.......67 Kinderzitjes........10 Ventilatie..........68 Kinderzitjes voor verschillende Voorruit snel ontdooien/ gewichtscategorieën......11 ontwasemen........68...
  • Pagina 154 Index Onderhoud........113 Algemene informatie......113 Technische specificatie......121 Meters..........60 Onderhoud van de accu....125 Brandstofmeter........61 Opbergruimtes........86 Dagteller..........61 Banden op de zonnekleppen....86 Digitale klok..........61 Opbergruimte bij de stoel....87 Kilometerteller........61 Opbergruimte boven de voorruit..86 Koelvloeistoftemperatuurmeter..60 Opbergruimte voorin......86 Toerenteller...........61 Opbergvak op het dashboard...87 Middenconsole.......85 Portierbakken........87 Mistachterlichten......43 Over deze handleiding.....5 Motorkapslot Overzicht instrumentenpaneel..56...
  • Pagina 155 Index Spiegels Zie: Ruiten en spiegels......53 Zie: Verwarmde ruiten en spiegels..66 Reinigen van binnenzijde Staat na een aanrijding....104 auto..........124 Standverwarming Veiligheidsgordels......124 Zie: Extra verwarming......70 Reinigen van buitenzijde auto..123 Starten met hulpstartkabels Achterruit reinigen......123 Zie: Gebruik van startkabels.....125 Koplampen reinigen......123 Stoelen..........75 Onderhoud van de lak......123 Stuurbekrachtigingsvloeistof Remmen..........96...
  • Pagina 156 Index Voorstoelen........75 Zie: Klimaatregeling......65 Ventilatieroosters......66 Armsteun instellen.......77 Vergrendelen en Hellingshoek van de rugleuning ontgrendelen.........27 instellen..........77 Achterklep..........29 Lendensteun instellen......76 Centrale vergrendeling.......29 Passagiersstoel, voor, Dubbele achterdeuren.......28 neerklappen........77 Schuifdeur..........27 Stoelen naar voren en achteren Voorportieren........27 schuiven..........76 Wagen ontgrendelen......30 Stoelhoogte instellen......76 Wagen vergrendelen......32 Verlichtingsbediening.....43 Grootlicht/ dimlicht......43 Waarschuwings- en Lichtsignaal...........43...
  • Pagina 157 Index Zekeringlabels........108 Symbolen op het label met zekeringen........108 Zitverhogers........14 Zonnekleppen.........83...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Transit connect 2006

Inhoudsopgave