Het display in het instrumentenpaneel
laat de ingestelde stand zien →
115
, →
afb. 116
. Neem de landspe-
1
1
cifieke voorschriften voor de minimu-
mafstand in acht.
U kunt in het menu 'Hulpsystemen' van het
infotainmentsysteem instellen of u de re-
geling met de bij het einde van de rit inge-
stelde afstand of een eerder gekozen af-
stand wilt beginnen.
Als de Adaptieve Cruise Control niet regelt,
worden ingestelde afstand en auto op het
display in het instrumentenpaneel niet ge-
accentueerd.
Snelheid instellen
U kunt de opgeslagen snelheid binnen het
opgegeven snelheidsbereik met de toetsen
van het multifunctiestuurwiel als volgt in-
stellen:
+ 1 km/h (1 mph):
Toets
leen als de Adaptieve Cruise Control
regelt.
- 1 km/h (1 mph):
Toets
leen als de Adaptieve Cruise Control
regelt.
+ 10 km/h (5 mph):
Toets
Eén keer drukken wisselt naar het
eerstvolgende grotere tiental (km/h)
of vijftal (mph).
- 10 km/h (5 mph):
Toets
Eén keer drukken wisselt naar het
eerstvolgende kleinere tiental (km/h)
of vijftal (mph).
Om de opgeslagen snelheid continu te ver-
anderen, de toets
of
WAARSCHUWING
Als de minimumafstand ten opzichte van
het voor u rijdende voertuig wordt onder-
schreden of als het snelheidsverschil tus-
sen het voor u rijdende voertuig en uw ei-
gen auto zo groot is dat de snelheidsver-
mindering door de Adaptieve Cruise Con-
trol onvoldoende is, bestaat er gevaar
voor kop-staartbotsingen! Bovendien
neemt bij regen en winterse wegomstan-
digheden de remweg toe.
·
De Adaptieve Cruise Control kan moge-
lijk niet alle rijsituaties juist herkennen.
afb.
Regelingsgedrag instellen
U kunt beïnvloeden hoe sportief de Adap-
tieve Cruise Control regelt:
1.
indrukken, al-
hoofdstuk op pag. 166.
indrukken, al-
schikbaar
indrukken.
Het controlelampje brandt geel.
— De radarsensor is verontreinigd. Radar-
indrukken.
— Het zicht van de radarsensor is belem-
— Het zicht van de radarsensor is door aan-
ingedrukt houden.
— De radarsensor is versteld of beschadigd,
— Storing of defect. Motor afzetten en op-
— Er werden spuitwerkzaamheden of con-
— Als het probleem blijft bestaan, een hier-
·
Wees altijd bereid de auto zelf af te
remmen.
·
Als u het gaspedaal intrapt, wordt de
snelheids- en afstandsregeling overru-
led. De Adaptieve Cruise Control remt in
dit geval niet zelfstandig.
·
Neem de landspecifieke voorschriften
voor de minimumafstand in acht.
·
Stel bij nat wegdek, sneeuw of slecht
zicht altijd een grotere afstand in.
gewenste rijprogramma in het menu
'Hulpsystemen' van het infotainment-
systeem instellen.
Probleemoplossingen
Raadpleeg
aan het begin van dit
Adaptieve Cruise Control niet be-
sensor schoonmaken → pag. 376.
merd door het weer, bv. sneeuw, of door
wasmiddelresten of coatings. Radarsen-
sor schoonmaken → pag. 376.
bouwdelen, sierlijsten van kenteken-
plaathouders of stickers belemmerd. Ge-
bied rond de radarsensor vrijhouden.
bv. als gevolg van een beschadiging aan
de voorzijde van de auto. Controleer of er
een beschadiging zichtbaar is → pag. 380.
nieuw starten.
structieve wijzigingen aan de voorzijde
van de auto uitgevoerd.
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Adaptieve Cruise Control
171