Advertenties
een snelheidswaarschuwing ingesteld wor-
den.
Bij V-winterbanden hangen de snelheids-
beperking en de vereiste bandenspanning
van het motortype af. Vraag een hiervoor
gekwalificeerde specialist beslist naar de
toegestane maximumsnelheid en de ver-
eiste bandenspanning.
Vierwielaandrijving
Door de 4-wielaandrijving heeft de wagen
met banden in standaarduitvoering onder
winterse omstandigheden een goede trac-
tie. Desondanks wordt geadviseerd om 's
winters op alle vier de wielen winter- of 4-
seizoenenbanden te gebruiken, omdat hier-
door vooral ook de remwerking wordt ver-
beterd.
Informatie over sneeuwkettingen in acht
nemen → pag. 361.
WAARSCHUWING
De bij winterse wegomstandigheden door
de winterbanden verbeterde rijeigen-
schappen mogen niet verleiden tot het
nemen van een veiligheidsrisico.
Het overschrijden van de snelheidsbeper-
king van de winterbanden kan plotselinge
bandenpech en verlies van controle over
de wagen tot gevolg hebben.
·
Negeer nooit de snelheidsbeperking
van de gemonteerde winterbanden,
ook als de toegestane maximumsnel-
heid van de wagen hoger is.
Sneeuwkettingen
Raadpleeg
aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 346.
Neem de wettelijke voorschriften en de
toegestane maximumsnelheid bij het rijden
met sneeuwkettingen in acht.
Op met ijs of sneeuw bedekte wegen ver-
beteren sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag.
·
Overschrijd nooit het maximale draag-
vermogen van de gemonteerde winter-
banden.
·
Pas uw snelheid en rijstijl aan het zicht,
het weer en het wegdek en de verkeers-
omstandigheden aan.
Bij temperaturen boven de +7 °C (+45
°F) zijn de rijeigenschappen van zo-
merbanden beter. De afrolgeluiden zijn
zachter, de bandenslijtage is geringer en de
energie-efficiëntie is hoger.
Bij wagens met bandencontrole moet
na het vervangen van de zomerban-
den door winterbanden of omgekeerd het
systeem opnieuw worden ingeleerd → pag.
341.
Bij wagens met bandenspanningcon-
trolesysteem moeten winterbanden
met compatibele sensoren voor het ban-
denspanningcontrolesysteem worden ge-
monteerd, zodat het systeem correct werkt
→ pag. 342. Als de winterbanden niet de-
zelfde maten hebben als de zomerbanden
en een andere koude bandenspanning ver-
eisen, moeten de bandenspanningswaar-
den voor het bandenspanningcontrolesys-
teem worden aangepast → pag. 342.
U kunt naar de toegestane winterban-
denmaten bij een hiervoor gekwalifi-
ceerde specialist informeren.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de
voorwielen en alleen op de volgende
velg-bandcombinaties worden gemon-
teerd:
Wetenswaardigheden over velgen en banden
361
Advertenties
