Bij een hoge luchtvochtigheid buiten en la-
ge omgevingstemperaturen kan condens-
water door de werkende interieurvoorver-
warming worden verdampt. In dit geval kan
er waterdamp onder de auto tevoorschijn
komen. Het gaat daarbij niet om een be-
schadiging aan de auto.
Bedieningsvelden reageren anders dan
verwacht
Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de
bedieningsvelden beperken.
1.
Bedieningsvelden altijd schoon en
droog houden.
Interieurvoorverwarming en -
ventilatie
Inleiding
Met de interieurvoorverwarming en -
ventilatie kan het interieur in de winter
worden verwarmd en in de zomer wor-
den geventileerd. De voorruit kan van
ijs, condens en een dunne sneeuwlaag
worden vrijgemaakt. De interieurvoor-
verwarming werkt met brandstof uit de
tank van de auto en kan bij stilstand bij
uitgeschakeld contact worden ge-
bruikt. De interieurvoorventilatie wordt
door de 12 volt accu van spanning voor-
zien.
Werking van de interieurvoorverwar-
ming (alleen bij automatische klimaat-
regeling)
Als de interieurvoorverwarming is inge-
schakeld, stelt de auto afhankelijk van de
buitentemperatuur automatisch de be-
drijfsmodus verwarmen of ventileren in.
Bij hoge buitentemperaturen leidt de interi-
eurvoorventilatie frisse lucht in het interieur
van de auto en gaat zo hittestuwing tegen.
Uitlaatsysteem van de interieurvoor-
verwarming
De uitlaatgassen van de interieurvoorver-
warming, worden afgevoerd via een uitlaat-
pijp aan de onderzijde van de auto. De uit-
132
Verwarming en airconditioning
laatpijp mag niet door sneeuw, modder of
voorwerpen zijn geblokkeerd.
GEVAAR
De uitlaatgassen van de interieurvoorver-
warming bevatten onder andere het geur-
en kleurloze koolmonoxide, een giftig gas.
Koolmonoxide kan bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
·
Als de auto zich in ongeventileerd of af-
gesloten ruimtes bevindt, schakel de in-
terieurvoorverwarming dan nooit in of
laat de interieurvoorverwarming nooit
in ongeventileerde of afgesloten ruim-
tes draaien.
·
Programmeer de interieurvoorverwar-
ming nooit zo dat deze in ongeventi-
leerde of afgesloten ruimtes inschakelt
en draait.
WAARSCHUWING
Onderdelen van het uitlaatsysteem van
de interieurvoorverwarming worden zeer
heet. Daardoor kan brand worden veroor-
zaakt.
·
Zet de auto zo neer dat de onderdelen
van het uitlaatsysteem niet met licht
ontvlambare materialen onder de auto
in aanraking kunnen komen, bv. droog
gras.
LET OP
Warmte- of koudegevoelige levensmidde-
len, medicijnen en voorwerpen kunnen door
de uitstromende lucht beschadigd of on-
bruikbaar worden.
·
Plaats geen levensmiddelen, medicijnen
of andere temperatuurgevoelige voor-
werpen voor de luchtroosters.
Interieurvoorverwarming en -ven-
tilatie in- en uitschakelen
Raadpleeg
,
en
van dit hoofdstuk op pag. 132.
De interieurvoorverwarming en -ventilatie
kan bij in- en uitgeschakeld contact worden
gebruikt.
aan het begin