bag mogen zich geen andere personen,
dieren of voorwerpen bevinden. Let er-
op dat ook kinderen en passagiers zich
hier aan houden.
·
Breng alleen stoelbekledingen of be-
schermhoezen aan die uitdrukkelijk
voor het gebruik in de wagen zijn vrijge-
geven. De zij-airbag kan zich anders bij
een activering niet ontvouwen.
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van de bestuurders- en
bijrijdersstoel kan de juiste werking van de
middenairbag belemmeren en zware ver-
wondingen veroorzaken.
·
Verwijder nooit de voorstoelen uit de
wagen en pas nooit onderdelen van de
voorstoelen aan.
·
Wanneer er te grote krachten op de
stoelleuningwangen worden uitgeoe-
fend, kan de middenairbag mogelijk
niet optimaal, helemaal niet of onver-
wacht activeren.
·
Laat beschadigingen aan de originele
stoelbekledingen of de naad in de een-
heid van de middenairbag direct door
een hiervoor gekwalificeerde specialist
herstellen.
Hoofdairbags
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 53.
Afb. 36 Aan de linkervoertuigzijde: Inbouw-
plaats en werkingsgebied van de hoofdairbag
(5-zitter)
62
Veiligheid
Afb. 37 Aan de linkervoertuigzijde: Inbouw-
plaats en werkingsgebied van de hoofdairbag
(7-zitter)
Afhankelijk van de uitrusting zijn hoofdair-
bags aan bestuurderszijde en eventueel
aan bijrijderszijde ingebouwd.
De inbouwplaats van de hoofdairbags zit in
het interieur boven de portieren. De in-
bouwplaats is gemarkeerd met de op-
schriften "AIRBAG" →
afb.
Het rood omkaderde gebied wordt door de
zich activerende hoofdairbag bereikt (wer-
kingsgebied). Daarom mogen in dit gebied
nooit voorwerpen worden neergelegd of
bevestigd →
.
Bij over de kop slaan van de auto en ook bij
een aanrijding van opzij en bepaalde fron-
tale botsingen activeren de hoofdairbags
aan beide zijden.
De hoofdairbags verminderen bij over de
kop slaan van de auto en bij aanrijdingen
van opzij en bij bepaalde frontale botsingen
het gevaar voor verwondingen voor de in-
zittenden op de voorstoelen en de buiten-
ste zitplaatsen achterin.
WAARSCHUWING
Het ontvouwen van de geactiveerde air-
bag gebeurt in fracties van seconden en
met zeer hoge snelheid.
·
Laat altijd het werkingsgebied van de
hoofdairbags vrij.
·
Bevestig nooit voorwerpen op de af-
dekking en in het werkingsgebied van
de hoofdairbag.
·
Tussen de inzittenden op de voorstoe-
len en op de buitenste zitplaatsen ach-
terin en het werkingsgebied van de air-
bags mogen zich geen andere perso-
nen, dieren of voorwerpen bevinden.
Let erop dat ook kinderen en passagiers
zich hier aan houden.
36.