Voorruitverwarming schakelt automa-
tisch uit
Als aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan, schakelt de voorruitverwarming
automatisch uit:
— Het stroomverbruik is te hoog.
— Er is sprake van een storing in het kli-
maatregelingssysteem.
— De ingestelde tijd is verstreken.
Dakventilator
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 125.
De dakventilator leidt lucht van het voorste
deel naar het achterste deel van het interi-
eur. De dakventilator heeft geen eigen fris-
se-luchtaanzuiging.
Instellingen voor de dakventilator ope-
nen
1.
in het bovenste gedeelte van de
middenconsole aantippen.
2. Om het menu voor de zitplaatsen ach-
terin te openen, Rear aantippen.
Dakventilator in- en uitschakelen
1.
aantippen.
Als de dakventilator is ingeschakeld,
wordt ook bij het laagste ventilatortoe-
rental continu lucht naar het achterste
deel van het interieur geleid.
Automatische regeling van de dakven-
tilator
Het ventilatortoerental wordt auto-
matisch geregeld. De automatische
regeling wordt uitgeschakeld als het
ventilatortoerental handmatig wordt
veranderd. Het ventilatortoerental in
de automatische regeling kan via de
klimaatprofielen worden geregeld.
LET OP
Als de motor niet draait, terwijl de dakven-
tilator is ingeschakeld, wordt de 12 volt ac-
cu ontladen.
130
Verwarming en airconditioning
aan het begin van
Stuurwielverwarming
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 125.
De stuurwielverwarming werkt alleen als
de motor draait.
Verwarmingsstanden van de stuurwiel-
verwarming
Als u de stuurwielverwarming inschakelt,
wordt de actuele verwarmingsstand per-
manent in het instrumentenpaneel als bal-
kweergave weergegeven. In de hoogste
verwarmingsstand zijn alle drie de balken
gevuld.
Stuurwielverwarming van het multi-
functiestuurwiel in- en uitschakelen
1.
Om de stuurwielverwarming met de
hoogste verwarmingsstand in te scha-
kelen,
indrukken.
2. Om de verwarmingsstand in te stellen,
herhaaldelijk op
drukken.
3. Om de stuurwielverwarming uit te
schakelen, herhaaldelijk op
tot de balkweergave op het display in
het instrumentenpaneel uitgaat.
Verwarmingsstand opslaan
1.
Stuurwielverwarming inschakelen en
gewenste verwarmingsstand instellen.
2. Om de actuele verwarmingsstand op te
slaan,
in drukken en ca. 1 seconde in-
gedrukt houden.
De verwarmingsstand is opgeslagen en
de stuurwielverwarming wordt uitge-
schakeld.
3. Om de stuurwielverwarming met de
laatst opgeslagen verwarmingsstand
weer in te schakelen,
ca. 1 seconde ingedrukt houden.
Stuurwielverwarming schakelt auto-
matisch in
Als u de motor binnen circa 10 minuten
weer start, wordt de laatst ingestelde ver-
warmingsstand automatisch ingeschakeld.
aan het begin van
drukken,
indrukken en