Pagina 3
Hartelijk dank dat u voor een Ford heeft gekozen. Wij adviseren om u met uw wagen ver- trouwd te maken, door deze publicatie aandachtig te lezen. Het veilige gebruik van uw wa- gen verhoogt de verkeersveiligheid en geeft u meer plezier bij rijden.
Pagina 4
Inhoudsopgave Wagenoverzichten Stuurwiel — Vooraanzicht — Stand van het stuurwiel verstellen — Achteraanzicht Stoelen en hoofdsteunen — Bestuurdersportier — Voorstoelen — Bestuurderszijde — Zitplaatsen achterin — Middenconsole — Hoofdsteunen — Bijrijderszijde — Stoelfuncties — Bedieningselementen in de hemelbekleding Licht — Knipperlichten Bestuurdersinformatie —...
Pagina 5
Parkeren en manoeuvreren Brandstof en uitlaatgasreiniging — Parkeren — Veiligheidsaanwijzingen voor het werken met brandstof — Parkeerrem — Brandstofsoorten en tanken — Uitstapwaarschuwing — Uitlaatgasreiniging — Algemene aanwijzingen voor de parkeersystemen Tips om het zelf te doen — Parkeersensoren — Wagengereedschap —...
Pagina 6
— Informatie over zendontvanginstallatie — Conformiteitsverklaring voor zendontvanginstallaties in landen buiten de Europese Unie (EU) Technische gegevens — Aanwijzingen bij de technische gegevens — Chassisnummer — Typeplaatje — Veiligheidscertificaat — Afmetingen — Vulhoeveelheden — Benzinemotoren — Dieselmotoren Afkortingsoverzicht Trefwoordenlijst Inhoudsopgave...
Pagina 7
Over deze handleiding Deze handleiding geldt voor alle varianten en uitvoeringen van uw Ford-model en mo- deljaar. De handleiding beschrijft alle uit- rustingen en modellen, zonder deze als meeruitvoeringen of modelvarianten te kenmerken. Zo kunnen er uitrustingen be- schreven zijn die uw wagen mogelijkerwijs niet heeft of die slechts in enkele markten verkrijgbaar zijn.
Pagina 8
Geautoriseerde Informatie in mijlen in plaats van kilometers dealers zijn werkplaatsen, die een of mph in plaats van km/h heeft betrekking contractuele relatie met Ford Motor op landspecifieke instrumentenpanelen of Company hebben. Door deze con- infotainmentsystemen. tractuele relatie hebben deze werk-...
Pagina 9
Het symbool betekent "Copyright" en geeft aan dat de volledige gebruiks- rechten bij Ford Motor Company liggen. In het bijzonder is elke verveelvoudi- ging, verspreiding, opslag of beschikbaarstelling aan het publiek zonder voorafgaande toestemming van Ford Motor Company verboden.
Pagina 10
Wagenoverzichten Vooraanzicht Afb. 1 Overzicht voorzijde wagen Portiergrepen ..........................Tankklep ............................Koplamp ............................Sensoren voor hulpsystemen ....................Mistlampen............................. Radarsensor voor hulpsystemen .................... Achter een afdekking: montagegat voor sleepoog ............Bedieningshendel voor de voorklep ..................Voorruit: — met chassisnummer ........................ —...
Pagina 11
Achteraanzicht Afb. 2 Overzicht van de achterzijde van de wagen 288, Dakreling ............................Portiergrepen ..........................Buitenspiegels ..........................Rail van de zijschuifdeur Steunpunten voor de krik ......................110, Achterlichten en reflectoren ..................... Achter de bumper: radarsensor voor hulpsystemen ............Sensoren voor hulpsystemen ....................
Pagina 12
Bestuurdersportier Afb. 3 Overzicht van de bedieningselementen van het bestuurdersportier (wagen met links stuur) Portiergreep Knoppen voor het centraal ver- en ontgrendelen van de wagen ......Controlelampje van de centrale vergrendeling ..............Opbergvak met opbergmogelijkheid voor een veiligheidsvest ........Knoppen: —...
Pagina 14
Bestuurderszijde Afb. 4 Overzicht bestuurderszijde (wagen met links stuur) Afb. 5 Overzicht bestuurderszijde (wagen met rechts stuur) Wagenoverzichten...
Pagina 15
Luchtroosters ..........................Richtingaanwijzer- en grootlichthendel ................109, 112 Bedieningsveld: — voor lichtfuncties ........................— voor ruitverwarming en ventilatie ..................Bedieningselementen van het multifunctiestuurwiel: — voor bestuurdersassistentiesystemen ................— voor menukeuze ........................— voor aanname van telefoonoproepen ................— voor audio, navigatie .......................
Pagina 16
Bedieningselementen: — voor het in- en uitschakelen van het infotainmentsysteem ........232, 233 — voor temperatuurinstelling van de klimaatregeling resp. het verwarmings- en ventilatiesysteem ....................... — voor volume-instelling ......................Luchtroosters ..........................Knop voor in- en uitschakelen van de alarmlichten ........... Bedieningselementen: —...
Pagina 17
Bijrijderszijde Afb. 8 Bijrijderszijde (wagen met links stuur): Overzicht van het dashboard (wagen met rechts stuur in spiegelbeeld uitgevoerd) Inbouwplaats van de bijrijdersvoorairbag in het dashboard ........Luchtrooster ............................ Verstelbaar luchtrooster ......................Dashboardkastje of geopend opbergvak ................Bedieningshendel voor dashboardkastje ................
Pagina 18
Bestuurdersinformatie Symbool Betekenis Niet verder rijden! Symbolen in het instrumen- Storing in koelvloeistofsys- tenpaneel teem → pag. 30 Rempedaal intrappen! → pag. De waarschuwings- en controlelampjes ge- ven waarschuwingen, storingen of bepaal- de functies aan. Sommige waarschuwings- Motoroliepeil te laag → pag. en controlelampjes gaan bij het inschake- len van het contact branden en moeten na enige tijd weer uit gaan.
Pagina 19
Symbool Betekenis Symbool Betekenis Airbag- of gordelspannersys- Ruitensproeiervloeistofpeil te teem met diagnosetester uit- laag → pag. 120 geschakeld → pag. 55 Storing in stuurinrichting Storing in airbag- of gordel- → pag. 160 spannersysteem → pag. 49, → pag. 55 Niet verder rijden! Bijrijdersvoorairbag buiten Bandenspanning te laag werking gesteld →...
Pagina 20
Symbool Betekenis Symbool Betekenis Storing in het uitlaatsysteem Lane-Keeping System actief → pag. 301 → pag. 179 Dieselmotor gloeit voor Speed Limiter ingeschakeld, → pag. 149, → pag. 301 regeling actief → pag. 163 Noodgevalassistent niet be- Grootlicht of grootlichtsignaal schikbaar →...
Pagina 21
Daarnaast kunnen actuele aanwezige sto- Symbool Betekenis ringen handmatig worden opgeroepen. Mobiele telefoon via Blue- Hiervoor het menu Wagenstatus of Wagen tooth® verbonden → pag. 25 openen → pag. 34. Ladingstoestand van de bat- Waarschuwingsmelding met priori- terij van de mobiele telefoon teit 1 →...
Pagina 22
· Inleiding instrumentenpaneel Voer alle instellingen in het instrumen- tenpaneel en in het infotainmentsys- teem alleen bij stilstaande auto uit. De auto kan met een analoog of met een digitaal instrumentenpaneel zijn uitgerust. WAARSCHUWING Het instrumentenpaneel geeft belangrijke informatie weer, zoals de snelheid. Als er sprake is van een ernstige storing in het instrumentenpaneel, kan het display Bovendien zijn, afhankelijk van de uitrus-...
Pagina 23
Afb. 9 Digital Cockpit in het instrumentenpaneel (principeafbeelding) Digitale snelheidsweergave. Nevenweergaven. Actuele ingeschakelde versnelling of Pop-ups. keuzehendelstand. Hoofdweergaveveld. Nevenweergaven. Bediening digitaal instrumenten- paneel Afb. 11 Rechts aan de stuurkolom: Toetsen in de ruitenwisserhendel (principeafbeelding) Bij auto's met multifunctiestuurwiel verval- len de toetsen in de ruitenwisserhendel. De multifunctie-indicatie wordt dan uitsluitend via de toetsen op het multifunctiestuurwiel Afb.
Pagina 24
stuurwiel worden bevestigd en uitgescha- Auto's zonder multifunctiestuurwiel: keld. Contact inschakelen. Auto's zonder multifunctiestuurwiel: Zolang 2. Als een melding of het voertuigpicto- er een waarschuwingsmelding met priori- gram wordt weergegeven, toets teit 1 wordt weergegeven, kunnen er geen afb. 11 indrukken, zo nodig →...
Pagina 25
Auto's zonder multifunctiestuurwiel: WAARSCHUWING In het weergegeven menu boven- of Als de bestuurder tijdens het rijden wordt onderzijde van de tuimelschakelaar afgeleid, kunnen ongevallen en zware ver- afb. 10, → afb. 10 indrukken, tot → wondingen worden veroorzaakt. het gewenste menupunt is gemarkeerd. ·...
Pagina 26
— Verbruiksgunstige rijtoestand Snelheidswaarschuwing voor winter- banden — Waarschuwings- en informatieteksten. Een overschrijding van de ingestelde maxi- — Keuzehendelstand voor automatische mumsnelheid wordt getoond. transmissie. Instellingen voor de snelheidswaarschu- Buitentemperatuurmeter wing kunnen in de voertuiginstellingen in het infotainmentsysteem worden uitge- Bij buitentemperaturen lager dan circa +4 voerd →...
Pagina 27
Verbruiksgunstige rijtoestand Koppelverdeling Tijdens het rijden wordt weergegeven of de In de nevenweergave Koppelverdeling auto zich in een verbruiksgunstige rijtoe- wordt het actuele koppel wielselectief weergegeven. stand bevindt. Navigatieaanwijzingen Keuzehendelstand voor automatische transmissie Bij geactiveerde routegeleiding wordt in de De ingeschakelde rijstand en, afhankelijk nevenweergave Navigatieaanwijzingen van het schakelprogramma, de ingescha- middels een pijlweergave de rijrichting ge-...
Pagina 28
bv. binnenkomende telefoonoproepen, worden afgedekt. Analoog instrumentenpaneel Overzicht analoog instrumentenpaneel Afb. 12 Analoog instrumentenpaneel in het dashboard Toerenteller (omwentelingen x 1000 per minuut van de draaiende motor) → pag. 28. Temperatuurweergave van de koelvloeistof → pag. 29. Displayweergaven → pag. 28. Snelheidsmeter.
Pagina 29
afb. 14 worden bevestigd en Bediening analoog instrumenten- → onderdrukt. paneel Menu of informatieweergave kiezen Auto's met multifunctiestuurwiel: Contact inschakelen. 2. Als een melding of het voertuigpicto- gram wordt weergegeven, toets afb. 13 indrukken, zo nodig meer- → maals. 3. Om een menu weer te geven of door het menu te bladeren, toets drukken →...
Pagina 30
Een vinkje geeft aan dat de betreffen- Informatieweergaven analoog in- de functie is ingeschakeld. strumentenpaneel Auto's zonder multifunctiestuurwiel: De omvang van de menu's en de informa- In het weergegeven menu op de boven- tieweergaven is afhankelijk van de wagen- of onderzijde van de tuimelschakelaar elektronica en de uitrusting van de wagen.
Pagina 31
Brandstofmeter Afhankelijk van de uitrusting: als het con- trolelampje gaat branden, schakelen de interieurvoorverwarming en de brandstof- Digitale brandstofmeter aangedreven koelvloeistofverwarmer auto- matisch uit. WAARSCHUWING Het rijden met een te geringe brandstof- voorraad kan tot stilvallen van de auto in het verkeer, ongevallen en zware verwon- dingen leiden.
Pagina 32
Rijgegevensindicatie Analoge koelvloeistoftempera- tuurmeter De rijgegevensindicatie (multifunctie-indi- catie) geeft verschillende rij- en verbruiks- waarden weer. Afhankelijk van de voertuiguitrusting kun- nen verschillende rijgegevens worden weergegeven. De weergegeven rijgegevens zijn afhankelijk van het actuele rijgedrag, van de voertuigtoestand, bv. roetfilterrege- neratie, en van de actuele rijsituatie, bv. stadsverkeer.
Pagina 33
Ander geheugen in het analoge instru- op het multifunctiestuurwiel in- mentenpaneel kiezen drukken. 3. Binnen ongeveer 5 seconden met de Auto's met multifunctiestuurwiel: toetsen op het multifunctie- Toets indrukken. stuurwiel de snelheid instellen. Auto's zonder multifunctiestuurwiel: 4. Toets op het multifunctiestuurwiel Toets in de ruitenwisserhendel indrukken of enkele seconden wachten.
Pagina 34
Weergave -snelheid Servicemenu in het digitale instrumen- tenpaneel openen De gemiddelde snelheid wordt na ongeveer 100 m (ca. 328 ft) weergegeven. Tot dan Informatieprofiel Rijtijd/Afstand in de worden streepjes weergegeven. nevenweergaven kiezen. 2. Afhankelijk van het gekozen neven- Weergave -brandstofverbruik weergaveveld de toets op het Het gemiddelde brandstofverbruik wordt...
Pagina 35
Er zijn verschillende uitvoeringen van het in- De servicetermijn kan ook via het service- strumentenpaneel en het infotainmentsys- menu worden opgevraagd → pag. 32. teem, daarom kunnen de uitvoeringen en Service-intervalindicatie terugzetten weergaven van de schermen variëren. Als de service-intervalindicatie na de servi- Bij auto's met vast Olieservice-interval zijn cebeurt of het onderhoud niet werd terug- de service-intervallen voorgeprogram-...
Pagina 36
3. Menu Tijd kiezen. 2. Vermeldingen naar wens opnieuw orde- nen. 4. Correcte tijd met de toets instellen. opnieuw aantippen. Tijd en datum via het infotainmentsys- teem instellen Functietoets aantippen → pag. Menu 'Wageninstellingen' Setup 2. Om de tijd en datum in te stellen, me- Het infotainmentsysteem brengt be- nupunt kiezen.
Pagina 37
Systeeminstellingen en weergave van Als het systeem vermoeidheid bij de be- wageninformatie stuurder herkent, informeert het akoestisch en optisch met een symbool op het display Na het aantippen van de functietoets in het instrumentenpaneel in combinatie kunt u door het aantippen van de Wagen met een aanvullende tekstmelding →...
Pagina 38
In- en uitschakelen Grenzen van Driver Alert In het infotainmentsysteem het menu Raadpleeg aan het begin van dit Hulpsystemen openen → pag. 34. hoofdstuk op pag. 35. 2. Driver Alert in- en uitschakelen Na het starten van de motor schakelt Driver Functiebeperkingen Alert zichzelf automatisch in.
Pagina 39
Weergave van verkeersborden fic Sign Recognition biedt, mag niet verlei- den tot het nemen van een veiligheidsrisi- co. Het systeem kan de oplettendheid van de bestuurder niet vervangen. · Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan het weer, het zicht en de weg- en verkeers- omstandigheden aan.
Pagina 40
Traffic Sign Recognition: voorruit Traffic Sign Recognition bedienen schoonmaken! voorruit is bij de camera verontreinigd of het Raadpleeg aan het begin van dit camerazicht wordt door weersinvloe- hoofdstuk op pag. 36. den belemmerd. Voorruit schoonma- ken → pag. 376. Snelheidswaarschuwing Traffic Sign Recognition is momenteel Als de Traffic Sign Recognition herkent dat beperkt.
Pagina 41
Sommige van de verzamelde neerde diensten. gegevens worden in storingverslagen opge- Meer informatie over ons privacybeleid slagen. vindt u op de Ford-website van uw land. Storingverslagen worden na onder- Door derden ter beschikking gestelde houd of reparatie gewist. diensten...
Pagina 42
Meer infor- Uw wagen is met elektronische regelappa- matie over ons privacybeleid vindt u op de raten uitgerust, die de mogelijkheid hebben, Ford-website van uw land of op: gegevens op te slaan met betrekking tot www.FordConnected.com uw persoonlijke instellingen. De gegevens...
Pagina 43
Meer informatie over ons privacybeleid ven. Via het systeem kunt u uw wagenge- vindt u op de Ford-website van uw land. gevens voor mobiele apps op uw apparaat vrijgeven → pag. 265. Om vast te stellen, of uw wagen met connectiviteitstechnologieën is uitge-...
Pagina 44
Veiligheid — Of de noodoproep automatisch of hand- matig werd verzonden. — Voertuigcategorie. Algemene aanwijzingen — Aantal inzittenden in de wagen. De wettelijk voorgeschreven noodop- Afhankelijk van de gebruiksomstandighe- den van de wagen kan het zinvol zijn om roepsystemen kunnen niet worden een bodembeschermingsplaat voor het gedeactiveerd.
Pagina 45
✓ Voorstoelen, hoofdsteunen en spiegels ✓ Zijn de benodigde gereedschappen, di- overeenkomstig uw lichaamslengte op agnoseapparaten en onderdelen voor de juiste wijze instellen → pag. 44. service- en reparatiewerkzaamheden beschikbaar? ✓ Schoenen aantrekken die uw voeten een goede grip geven voor de bediening ✓...
Pagina 46
Onderhoud lijke verwondingen veroorzaken. daarom volgens de Ford-richtlijnen laten · Alcohol, drugs, medicamenten en an- uitvoeren. Bij zware gebruiksomstandighe- dere verdovende middelen kunnen uw...
Pagina 47
moeten zo nodig stoelbevestigingspunten vooral vergroot als een airbag die wordt ge- volgens de richtlijnen van de fabrikant door activeerd de inzittende treft die een ver- een hiervoor gekwalificeerde specialist in keerde zithouding heeft ingenomen. De be- de bodemplaat worden bevestigd. stuurder heeft de verantwoordelijkheid voor alle inzittenden en vooral voor kinde- Ook voor naderhand ingebouwde stoelen...
Pagina 48
melijk of dodelijk letsel, met name hoofd zich daarna onder de bovenkant wanneer de airbags worden geacti- van de hoofdsteun bevindt. veerd en daarbij een inzittende treffen — Bij grote mensen de hoofdsteun tot de die een verkeerde zithouding heeft inge- aanslag omhoogschuiven.
Pagina 49
gen aan het gordelweefsel, de gordelver- een ongeval of een plotselinge remma- bindingen, de oprolautomaat of het slot, de noeuvre scheuren. betreffende veiligheidsgordel direct door · Beschadig nooit de veiligheidsgordel een hiervoor gekwalificeerde specialist la- door deze in het portier of het stoelme- ten vervangen →...
Pagina 50
· Laat nooit de gordel bekneld raken. Be- Gordelstatusindicatie voor de zitplaat- schadig nooit de gordel en laat deze sen achterin nooit langs scherpe randen schuren. De gordelstatusindicatie toont de bestuur- der bij het inschakelen van het contact op het display in het instrumentenpaneel het aantal herkende zitplaatsen.
Pagina 51
· Zorg er te allen tijde voor dat alle inzit- 2. Zitplaatsen achterin controleren en zo tenden van de wagen, met name kinde- nodig batterij laten vervangen. ren, de betreffende veiligheidsgordel correct hebben omgegespt. Veiligheidsgordel omgespen of Uitgebouwde stoelen die zich in de losmaken buurt van de wagen bevinden, kunnen mogelijk door de wagen worden herkend.
Pagina 52
Veiligheidsgordel alleen bij stilstaande wa- gen losmaken. Rode knop in het gordelslot indrukken afb. 24. De slotgesp springt eruit. → 2. Gordel met de hand terug geleiden, zo- dat de gordel gemakkelijker oprolt, de veiligheidsgordel niet verdraait en de bekleding niet wordt beschadigd. Verdraaide veiligheidsgordel Als u de veiligheidsgordel alleen stroef uit de gordeldoorvoer kunt trekken, kan het zijn...
Pagina 53
Gordelverloop aan de lichaamslengte Personen die om lichamelijke redenen aanpassen niet het optimale gordelverloop kun- nen aanhouden, kunnen bij een hiervoor ge- Het gordelverloop kan met de volgende kwalificeerde specialist informeren naar middelen worden aangepast: mogelijke speciale aanpassingen om de —...
Pagina 54
· Stel de gordelhoogte altijd vóór het be- Bij activering kan fijn stof ontstaan. Dat is gin van de rit in conform de juiste zit- volledig normaal en betekent niet dat er in houding. de wagen brand is uitgebroken. · Verander nooit de gordelhoogteverstel- WAARSCHUWING ling tijdens het rijden.
Pagina 55
raties kan de veiligheidsgordel ongemerkt De airbags zijn geen vervanging voor de vei- worden beschadigd. Dat kan tot gevolg ligheidsgordels. De veiligheidsgordels moe- hebben dat de gordelspanners in geval van ten altijd worden omgegespt, ook wanneer een aanrijding niet juist of helemaal niet er voorairbags voor de voorste zitplaatsen werken.
Pagina 56
veerd, moet het systeem worden vervan- met reinigingsmiddelen die oplosmid- gen. delen bevatten. · Laat geactiveerde airbags en betreffen- de systeemonderdelen direct vervan- gen door nieuwe onderdelen die door Type bijrijdersvoorairbagsysteem de wagenfabrikant voor de wagen zijn vrijgegeven. Raadpleeg aan het begin van dit ·...
Pagina 57
Controlelampje WAARSCHUWING Bij een storing in het airbagsysteem kan Raadpleeg aan het begin van dit de airbag mogelijk niet optimaal, hele- hoofdstuk op pag. 53. maal niet of onverwacht activeren, wat zware of dodelijke verwondingen kan ver- oorzaken. · Laat het airbagsysteem onmiddellijk door een hiervoor gekwalificeerde spe- cialist controleren.
Pagina 58
Bijrijdersvoorairbag buiten vouwen van de geactiveerde airbag kan werking gesteld ook wrijvingswarmte ontstaan. Het gele controlelampje voor buiten werk- Airbags bieden geen bescherming voor de ing gestelde bijrijdersvoorairbag brandt armen en de onderste lichaamsdelen. permanent. De belangrijkste factoren voor het activeren De bijrijdersvoorairbag werd buiten werking van de airbags zijn het soort ongeval, de gesteld.
Pagina 59
Het airbagsysteem is onderdeel van het to- Situaties, waarin de voor-, zij-, midden- tale passieve veiligheidsconcept. De beste en hoofdairbag niet activeert: beschermende werking van het airbagsys- — Als tijdens een botsing het contact is uit- teem kan alleen in combinatie met correct geschakeld.
Pagina 60
· Bevestig nooit voorwerpen op de af- dekkingen en in het werkingsgebied van de airbageenheden, zoals bekerhouders of telefoonhouders. · Tussen de inzittenden op de voorstoe- len en het werkingsgebied van de air- bags mogen zich geen andere perso- nen, dieren of voorwerpen bevinden. Let erop dat ook kinderen en passagiers zich hier aan houden.
Pagina 61
AIR BAG in de dakconsole niet Bijrijdersvoorairbag buiten werk- brandt → pag. 55. ing stellen en in paraatheid bren- Bijrijdersvoorairbag buiten werking stellen Raadpleeg aan het begin van dit Contact uitschakelen. hoofdstuk op pag. 53. 2. Bijrijdersportier openen. 3. Noodsleutel uit de wagensleutel ne- men.
Pagina 62
· Stel de bijrijdersvoorairbag alleen bui- Zij-airbags ten werking en breng deze alleen in pa- raatheid als het contact is uitgescha- Raadpleeg aan het begin van dit keld om schade aan het airbagsysteem hoofdstuk op pag. 53. te voorkomen. · De verantwoordelijkheid voor de juiste stand van de sleutelschakelaar ligt bij de bestuurder.
Pagina 63
en verminderen zo het gevaar voor verwon- Middenairbag dingen voor de inzittenden aan de zijde waar de impact plaatsvindt. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 53. WAARSCHUWING Het ontvouwen van de geactiveerde air- bag gebeurt in fracties van seconden en met zeer hoge snelheid.
Pagina 64
bag mogen zich geen andere personen, dieren of voorwerpen bevinden. Let er- op dat ook kinderen en passagiers zich hier aan houden. · Breng alleen stoelbekledingen of be- schermhoezen aan die uitdrukkelijk voor het gebruik in de wagen zijn vrijge- geven.
Pagina 65
· · Hang uitsluitend kleding met weinig ge- Neem bij het bevestigen van het kinder- wicht op aan de kledinghaken in de au- zitje in de auto en voor het vastzetten to. Laat geen zware of scherpe voor- van het kind in het kinderzitje de infor- werpen in de zakken.
Pagina 66
Gebruik alleen die kinderzitjes die officieel rugleuning. We adviseren het gebruik van zijn goedgekeurd en voor het kind geschikt kinderzitjes met rugleuning. Kinderzitjes zijn. uit de groep 2 zijn voor de leeftijdsgroep tot ongeveer 7 jaar geschikt, kinderzitjes Normen voor kinderzitjes uit de groep 3 vanaf ongeveer 7 jaar.
Pagina 67
zijn toegelaten, kunt u navragen bij de fa- — Altijd voldoende vrije ruimte rond het kin- brikant van het kinderzitje. derzitje laten. Zo nodig de stoel ervoor verstellen. Let daarbij beslist op de juiste zithouding van de bestuurder en bijrijder en neem deze in acht →...
Pagina 68
Voor het plaatsen van een met de rug naar vaarlijke of zware verwondingen toe met het dashboard gekeerd kinderzitje beslist mogelijk zelfs de dood als gevolg. de waarschuwingsaanwijzingen raadple- · Gebruik nooit een met de rug naar het gen → dashboard gekeerd kinderzitje op de bijrijdersstoel als de bijrijdersvoorairbag Gevaren bij het vervoer van kinderen op...
Pagina 69
het kinderzitje aangepast gordelverloop vestiging moet zo nodig met een bovenste zonder sterke bochten ontstaat. Ge- bevestigingsgordel (Top Tether) of steun bruik voor met de rug naar het dash- worden aangevuld. board gekeerde kinderzitjes de onder- — 3-puntsrolgordel: indien beschikbaar ste stand van de gordelhoogteverstel- moet aan de bevestiging van kinderzitjes ling.
Pagina 70
Kinderzitje met Isofix bevestigen Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 63. Overzicht inbouw met Isofix en i-Size De volgende tabel laat de inbouwmogelijk- heden van Isofix- of i-Size-kinderzitjes op De aanduiding van de Isofix- of i-Size-ver- de Isofix-verankeringspunten van de afzon- ankeringspunten is afhankelijk van de uit- derlijke wagenzitplaatsen zien.
Pagina 71
— Klasse: de opgave uit de klasse komt overeen met het voor het kinderzitje toe- gestane lichaamsgewicht. Bij kinderzitjes met de toelating "universeel" of "semi- universeel" is de klasse op het ECE-con- trolezegel aangegeven. De opgave uit de klasse is op het betreffende kinderzitje aangebracht.
Pagina 72
keringen schuiven → afb. 43. Het kinder- Als het kinderzitje met een steun is uitge- zitje moet goed en hoorbaar vastklik- rust, moet de steun stevig op de bodem- ken. plaat rusten. 4. Door aan beide zijden van het kinderzi- tje te trekken, controleren of het kinder- zitje juist is vergrendeld.
Pagina 73
8. Zo nodig de laadruimteafdekking in- bouwen. WAARSCHUWING Bevestig de bevestigingsgordel alleen aan de daarvoor bestemde bevestigingsogen. Anders zouden zware verwondingen het gevolg kunnen zijn. · Bevestig per bevestigingsoog altijd slechts een bevestigingsgordel van een kinderzitje. Afb. 47 Derde zitrij: Vastgehaakte bovenste ·...
Pagina 74
Bijrijdersstoel Zitplaatsen Zitplaatsen Bijrijders- van de ach- Bijrijders- wicht op de achter- voorairbag Groep terbank voorair- van het bank buiten (tweede zit- bag in pa- kind (derde zitrij) werking rij) raatheid gesteld Tot 10 Groep 0 Groep 0+ 13 kg Met de rug naar 9 tot 18...
Pagina 75
— Chicco Seat Up RF. — MaxiCosi Tobi. — Cybex Aton M i-Size. — MaxiCosi Priori. — Cybex Cloud Z i-Size. — MaxiCosi PrioriFix. — Joie Gemm. — MaxiCosi Opal. — Joie i-Gemm. — MaxiCosi Axiss. — MaxiCosi Cabriofix. — RECARO Young Sport. —...
Pagina 77
alarmknipperen wordt dan tijdelijk onder- den en zware verwondingen worden ver- broken. oorzaakt. · Zet de wagen zo neer dat de onderde- Alarmlichten inschakelen len van het uitlaatsysteem nooit met Om het achteropkomende verkeer te waar- licht ontvlambare materialen onder de schuwen, in de volgende situaties de wagen in aanraking komen, bv.
Pagina 78
— Rechts in de bagageruimte, aan de zij- door het interieur van de wagen worden kant achter een afdekking. geslingerd en zware verwondingen ver- oorzaken. Veiligheidsvest · Bevestig de EHBO-set, gevarendrie- Afhankelijk van de uitrusting kan het veilig- hoek en brandblusser altijd veilig in de heidsvest in een opbergvak van de voorpor- daarvoor bedoelde houders in de wa- tierbekleding of in het dashboardkastje zit-...
Pagina 79
· bevindt. Bovendien worden er automatisch De landelijke alarmcentrale is technisch wettelijk verplichte, voor de noodoproep niet in staat noodgevalgegevens te ont- relevante gegevens doorgegeven aan de vangen. landelijke alarmcentrale, bv. de actuele lo- · De voor de handmatige of automati- catie van de wagen.
Pagina 80
cialist opzoeken en de geïntegreerde accu Probleemoplossingen laten vervangen. Storing in noodoproepsysteem Dataoverdracht eCall Bij een noodoproep worden de wettelijk Het controlelampje in de noodoproeptoets verplichte gegevens aan de landelijke brandt permanent rood . Bovendien kan alarmcentrale doorgegeven voor het bepa- op het display in het instrumentenpaneel len van de noodzakelijke reddingsmaatre- een melding worden weergegeven.
Pagina 81
Open en dicht gekwalificeerd zijn om deze wagensleutels te maken. Wagensleutels WAARSCHUWING Onoplettend gebruik van de wagensleutel Functies van de wagensleutel of gebruik zonder toezicht kan ongevallen en zware verwondingen veroorzaken. Knoppen op de wagensleutel · Als u de wagen verlaat altijd alle wa- Wagen vergrendelen.
Pagina 82
Knoopcel vervangen (variant 1) Afb. 51 Wagensleutel: Ontgrendeling van de noodsleutel Afb. 52 Autosleutel: Knoopcel vervangen Sleutelbaard van de autosleutel uit- Ontgrendelingsknop kort indrukken. De klappen. sleutelring klapt open. 2. Klepje naar boven toe openen → afb. 52 Ontgrendelingsknop indrukken, nood- sleutel in pijlrichting eruit trekken.
Pagina 83
Noodsleutel eruit nemen → pag. 79. Wagensleutel synchroniseren 2. Noodsleutel in de sleuf steken → afb. Als de wagen niet met de wagensleutel kan , in pijlrichting drukken en de af- worden ontgrendeld of vergrendeld, wa- dekking eruit wippen. gensleutel synchroniseren of knoopcel ver- 3.
Pagina 84
→ pag. 87. Als de wagen is uitgerust Ontgrendelen of vergrendelen met een alarmsysteem, wordt het met Keyless Entry alarm onmiddellijk geactiveerd. 2. Contact inschakelen en wagen via de knop voor centraal openen en sluiten ontgrendelen → pag. 85. Of: De centrale vergrendeling werd kort uit- geschakeld om het systeem tegen overbe- lasting te beschermen.
Pagina 85
Als de wagensleutel in een benade- Wagen met de knop op de wagen- ringsgebied → afb. 56 wordt herkend, sleutel vergrendelen. wordt de wagen ontgrendeld. Alle knip- 2. Binnen vijf seconden de sensor aan de perlichten knipperen tweemaal. buitenzijde van de portiergreep een- Als de wagen langere tijd niet wordt ont- maal aanraken →...
Pagina 86
wijze zijn gesloten. Niet verder rijden! LET OP Betreffende portier of klep sluiten → Door een sterke water- of stoomstraal kun- De weergave is ook bij uitgeschakeld con- nen de sensoren in de portiergrepen wor- tact zichtbaar en gaat na enkele seconden den geactiveerd als er zich een geldige wa- uit, nadat de wagen bij gesloten portieren gensleutel in het benaderingsgebied be-...
Pagina 87
· Let er bij het sluiten op dat het portier Wagen met SAFE-vergrendeling (af- goed en volledig sluit. Het gesloten por- hankelijk van de uitrusting) tier moet vlak aansluiten op de carros- — Als het rode ledlampje met lange tussen- seriedelen eromheen.
Pagina 88
— Als alle portieren en de achterklep geslo- Als de SAFE-vergrendeling is gedeacti- ten en vergrendeld zijn, brandt het con- veerd, geldt: trolelampje in de knop geel. — De auto kan van binnenuit met de slot- — Openen van de portieren en de achter- greep worden ontgrendeld en geopend.
Pagina 89
brandt het controlelampje in de knop voor centrale vergrendeling geel. Als de auto wordt ontgrendeld en geen portier of achterklep wordt geopend, ver- grendelt de auto na enkele seconden weer automatisch. Deze functie voorkomt dat de auto onbedoeld continu is ontgrendeld. Afb.
Pagina 90
· Rechtervoorportier zonder slotcilinder: Open of sluit alleen dan portieren als niemand zich in het zwenkgebied be- Portier openen. vindt. 2. Sleutelbaard van de autosleutel in de slotcilinder boven het portierslot ste- LET OP ken. Bouw de onderdelen voorzichtig uit en 3.
Pagina 91
· Het sluiten kan altijd worden onderbro- Wagen vergrendelen na een airbagacti- ken, door aan de deurgreep of de slot- vering greep te trekken. Als de airbags bij een ongeval activeren, ontgrendelt de gehele wagen. Afhankelijk LET OP van de mate van de beschadiging kan de wagen na het ongeval als volgt worden Wagens zonder tankklep-botsbeveiliging: vergrendeld:...
Pagina 92
niet wordt herkend, wordt op het display in 2. Bij wagens met Keyless Entry: portier- het instrumentenpaneel een overeenkom- greep omvatten. stige melding weergegeven. Dit kan het ge- Bij een zwakke of ontladen 12 volt ac- val zijn als het signaal van de wagensleutel cu werkt het alarmsysteem niet cor- door een ander radiografisch signaal wordt rect.
Pagina 93
— Als de auto moet worden getranspor- Een symbool op het display in het instru- teerd. mentenpaneel wijst u erop, indien de ach- terklep niet op de juiste wijze gesloten is. — Als de auto met omhooggebrachte as Niet verder rijden! Achterklep sluiten moet worden afgesleept.
Pagina 94
LET OP WAARSCHUWING Controleer vóór het openen van de achter- Onjuist of zonder toezicht openen of slui- klep of er voldoende vrije ruimte voor het ten van de achterklep kan zware verwon- openen en sluiten van de achterklep aan- dingen veroorzaken. wezig is, bijvoorbeeld in een garage.
Pagina 95
Openingsautomaat: schakelaar voor de be- kelaar buiten werking, zodat de ruiten treffende ruit kort tot in de tweede stand niet kunnen worden geopend of geslo- naar beneden drukken. ten. Sluit-openingsautomaat stoppen: opnieuw WAARSCHUWING op de schakelaar voor de betreffende ruit Onjuist bedienen van de elektrische ruit- drukken resp.
Pagina 96
Als u de schakelaar binnen enkele secon- Ruit kan niet worden gesloten den nogmaals bedient, sluit de ruit zonder Controleer of er zich een obstakel in het krachtbegrenzing → werkingsgebied bevindt. Als de ruit nog steeds niet kan worden ge- 2.
Pagina 97
Stuurwiel WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de stuurwielstandin- stelling en een verkeerde instelling van Stand van het stuurwiel ver- het stuurwiel kunnen zware of dodelijke stellen verwondingen veroorzaken. · Zwenk de hendel na het verstellen altijd stevig naar boven, zodat het stuurwiel tijdens het rijden niet onbedoeld van positie verandert.
Pagina 98
Stoelen en hoofdsteunen WAARSCHUWING Onjuist verstellen van de stoelen kan on- Voorstoelen gevallen en zware verwondingen veroor- zaken. Inleiding · Verstel de stoelen alleen als de wagen stilstaat, omdat de stoelen anders tij- Hierna worden de verstelmogelijkheden dens het rijden onverwachts kunnen van de voorstoelen beschreven.
Pagina 99
van bewegende stoelonderdelen be- Hendel bedienen om de lendensteun te vindt. verstellen. Rugleuning niet belasten en handwiel LET OP draaien om de rugleuning te verstellen. Scherpe randen kunnen de stoelen bescha- Hendel zo nodig meerdere keren omh- digen. oog- of omlaagbewegen om de stoel- ·...
Pagina 100
Mechanische en elektrische bedieningsele- Bijrijdersstoelleuning neer- en te- menten van de stoel kunnen gecombineerd rugklappen zijn. Raadpleeg aan het begin van WAARSCHUWING dit hoofdstuk op pag. 96. Onoplettend gebruik van de elektrisch be- dienbare voorstoelen of gebruik zonder toezicht kan zware verwondingen veroor- zaken.
Pagina 101
3. Bijrijdersstoel zo ver mogelijk terug- dersstoelleuning vastraken. Dit kan tot schuiven. gevolg hebben dat de bijrijdersstoelleu- ning niet juist vergrendelt als deze in de 4. Hoofdsteun helemaal omlaagschuiven. rechtopstand wordt teruggeklapt. 5. Hendel → afb. 62 naar voren trekken ·...
Pagina 102
· tijd op dat de juiste zithouding is ingesteld Let erop dat bij het in- en uitbouwen → pag. 44. van de zitplaatsen achterin de poten niet beschadigd worden of verontrei- GEVAAR nigd raken. · Onderdelen in de zitplaatsen achterin be- Vloermatten of andere voorwerpen vatten knoopcellen en zijn bij neergeklap- kunnen in de scharnieren van de rugleu-...
Pagina 103
Rugleuning op de tweede zitrij verstellen Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 99. Afb. 66 Tweede zitrij: Markering voor niet goed vergrendelde rugleuning De zitplaatsen op de tweede zitrij zijn ver- deeld in een enkele stoel en een 2-zitsbank. De beide rugleuningen kunnen onafhanke- lijk van elkaar worden ingesteld.
Pagina 104
Rugleuning terugklappen Zitplaatsen op de tweede zitrij naar voren en terugklappen Een van de lussen achter de stoel resp. aan de zijkant van de stoel → afb. 65 Raadpleeg aan het begin aantrekken, de rugleuning een stuk om- van dit hoofdstuk op pag. 99. hoogklappen en de lus loslaten.
Pagina 105
ken, tot de borgstang is vergrendeld afb. → Zitplaats terugklappen Borgstang uit de zitplaatsverankering loshaken. 2. Borgstang in de houder onder de zit- plaats bevestigen. 3. Zitplaats geheel terugklappen, tot deze goed is vergrendeld. 4. Rugleuning terugklappen → pag. 101. WAARSCHUWING Afb.
Pagina 106
2. De trekstang → 2. Ontgrendelingshendel afb. 71 in pijlrichting volledig naar omlaagdrukken, tot beide vergrende- achteren trekken om de rugleuning te ontgrendelen. lingsindicaties in het groene gebied staan. 3. Rugleuning met de hand naar beneden leiden. De zitplaats is nu vergrendeld. Bij neergeklapte rugleuning mogen op de 3.
Pagina 107
4. Links en rechts aan de zijkant van de Stoelen op de derde zitrij uit- en stoel in de uitsparingen grijpen en de inbouwen stoel eruit nemen. Raadpleeg aan het begin Zitplaats inbouwen van dit hoofdstuk op pag. 99. Stoel in de beide steunen in de bodem plaatsen.
Pagina 108
Juiste hoofdsteuninstelling Hoofdsteun verstellen Hoofdsteun zo instellen dat de bovenzijde van de hoofdsteun zo mogelijk in lijn ligt Raadpleeg aan het begin van met het bovenste gedeelte van uw hoofd, dit hoofdstuk op pag. 105. maar niet lager dan ooghoogte. Uw achter- hoofd moet zo dicht mogelijk tegen de hoofdsteun aan liggen.
Pagina 109
Hoogte instellen (derde zitrij) Hoofdsteun voorin inbouwen Hoofdsteun helemaal omhoog- of om- Hoofdsteun correct boven de hoofd- laagschuiven. steungeleidingen houden en in de gelei- dingen van de betreffende rugleuning 2. De hoofdsteun klikt nu in de bovenste steken. stand vast. 2.
Pagina 110
Stoelfuncties Middenarmsteun Afb. 79 Derde zitrij: Hoofdsteun uitbouwen Afb. 80 Tussen de voorstoelen: Middenarm- Hoofdsteun achterin uitbouwen steun — Zo nodig de rugleuning een stuk naar vo- ren klappen → pag. 101, → pag. 104. De middenarmsteun kan in lengte en hoog- te versteld worden.
Pagina 111
Licht zithouding kan zware verwondingen veroorzaken. Knipperlichten Knipperlichten in- en uitschake- Afb. 81 Links aan de stuurkolom: Knipper- licht- en grootlichthendel Rechts knipperen . Links knipperen . Richting aangeven Contact inschakelen. 2. Hendel uit de middenstand in de ge- wenste stand brengen → afb.
Pagina 112
Dimlicht ingeschakeld. Het controle- WAARSCHUWING lampje brandt groen. Onjuist gebruik van de knipperlichten, de Weergave alleen in het instrumenten- knipperlichten niet gebruiken of vergeten paneel: licht uitgeschakeld. Vanaf het knipperlicht weer uit te schakelen, kan een snelheid van ongeveer 10 km/h verkeersdeelnemers verwarren.
Pagina 113
te verlichten en door andere verkeers- schakelde automatische aansturing van de deelnemers te worden gezien. rijverlichting de mistlampen worden ingeschakeld, wordt ook het dimlicht inge- · Schakel het dimlicht bij duisternis, neer- schakeld, ongeacht de omgevingshelder- slag en slecht zicht altijd in. heid.
Pagina 114
ten de statische bochtenverlichting inge- Verlichting controleren en zo nodig be- schakeld. treffende gloeilampje vervangen → pag. 305. Waarschuwingsgeluiden voor niet-uit- 2. Als de storing blijft bestaan, een hier- geschakeld licht voor gekwalificeerde specialist opzoe- Wanneer het contact werd uitgeschakeld ken.
Pagina 115
2. Hendel vanuit de middenstand naar vo- Bij ingeschakelde automatische grootlicht- ren drukken → afb. regeling brandt het controlelampje het display in het instrumentenpaneel. Als Grootlicht uitschakelen de automatische grootlichtregeling actief is, brandt ook het blauwe controlelampje Hendel vanuit de middenstand naar voor grootlicht in het instrumentenpaneel.
Pagina 116
— Bij defecte camera of onderbroken Parkeerlicht stroomvoorziening. Parkeerlicht in- en uitschakelen WAARSCHUWING Het hogere comfort dat de automatische grootlichtregeling biedt, mag niet verlei- den tot het nemen van een veiligheidsrisi- co. Het systeem kan de oplettendheid van de bestuurder niet vervangen. ·...
Pagina 117
schakeld en de regen-lichtsensor duis- WAARSCHUWING ternis herkent. Als de wagen onvoldoende verlicht wordt De naverlichtingstijd begint als het laat- geparkeerd en daardoor niet of slechts ste portier van de wagen of de achter- moeilijk door andere verkeersdeelnemers klep wordt gesloten. wordt gezien, kunnen ongevallen en zwa- re verwondingen worden veroorzaakt.
Pagina 118
Handmatige lichtbundelhoogteverstel- WAARSCHUWING ling Als de dynamische lichtbundelhoogtever- Instelling in het infotainmentsysteem: stelling uitvalt of niet goed werkt, kan dit Toets of functietoets indrukken. tot gevolg hebben dat de koplampen an- dere verkeersdeelnemers verblinden en 2. Functietoetsen aantippen om Wagen afleiden.
Pagina 119
afhankelijk van de omgevingshelderheid Dashboardkastje- en laadruimtever- automatisch in en uit. lichting Bij het openen en sluiten van het dash- Bij uitgeschakelde verlichting en inge- boardkastje of de achterklep wordt de be- schakeld contact is de instrumenten- treffende verlichting in- of uitgeschakeld. verlichting (naalden en wijzerplaten) inge- schakeld.
Pagina 120
Zicht Ruitenwissers Ruitenwisserhendel bedienen Afb. 87 Rechts aan de stuurkolom: Achter- ruitwisser bedienen Intervalwissen voor de achterruit. De ruitenwisser wist ongeveer elke zes seconden. Wis-wasautomaat voor het schoonmaken van de achterruit bij van Afb. 86 Rechts aan de stuurkolom: Ruiten- u af gedrukte hendel.
Pagina 121
slangen die het ruitensproeierwater aan- LET OP voeren. Onjuist gebruik van de ruitenwissers kan beschadigingen aan de ruit, de ruitenwis- serbladen en de ruitenwissermotor tot ge- Regen-lichtsensor volg hebben. · Controleer vóór het begin van de rit en voordat het contact wordt ingeschakeld of de ruitenwisserhendel in de basisstand staat.
Pagina 122
Voor een lagere gevoeligheid de scha- — Insecten: als insecten de voorruit raken, kelaar naar links zetten. kunnen de ruitenwissers worden inge- schakeld. WAARSCHUWING — Zoutresten: in de winter kan het door De regen-lichtsensor kan niet elke neer- zoutresten op de ruit mogelijk zijn dat de slag voldoende herkennen en de ruiten- ruitenwissers lang nawissen, terwijl de wissers inschakelen.
Pagina 123
Deze niet-zichtbare gebieden noemt men vooral bij personen met astma of soort- dode hoek. In de dode hoek kunnen zich gelijke aandoeningen. Direct voor vol- andere weggebruikers en voorwerpen be- doende frisse lucht zorgen en de wagen vinden. verlaten. Als dit niet mogelijk is alle rui- ten en portieren openen.
Pagina 124
Afhankelijk van de gemeten waarden is de Binnenspiegel binnenspiegel zelfdimmend. Raadpleeg aan het begin van Wanneer de lichtinval op de sensoren dit hoofdstuk op pag. 120. wordt belemmerd of onderbroken, bv. door een rolgordijn of opgehangen voorwerpen, werkt de zelfdimmende binnenspiegel niet of niet storingsvrij.
Pagina 125
Modelafhankelijk kunnen elektrische bedie- Buitenspiegels ningselementen met mechanisch inklapba- re buitenspiegels zijn gecombineerd. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 120. Buitenspiegelfuncties activeren De hierna genoemde buitenspiegelfuncties moeten eenmalig in de wageninstellingen in het infotainmentsysteem worden geacti- veerd → pag. 34. Synchrone spiegelinstelling De synchrone spiegelinstelling stelt bij het instellen van de linkerbuitenspiegel tegelijk...
Pagina 126
· Gewelfde spiegelvlakken (convex of as- Bescherming tegen de zon ferisch) vergroten het blikveld en ma- ken dat voorwerpen in de spiegel klei- Zonnekleppen ner en verder weg lijken. · Als u gewelfde spiegels voor het in- schatten van de afstand tot het achter- opkomende verkeer bij het wisselen van rijbaan gebruikt, is de inschatting on- nauwkeurig en kan ongevallen en zware...
Pagina 127
· Verwarming en aircondi- Gebruik de circulatiefunctie alleen ge- durende korte tijd. De ruiten kunnen an- tioning ders zeer snel beslaan en het zicht zeer ernstig beperken. Verwarming, ventilatie, koe- · Schakel de circulatiefunctie uit als deze ling niet meer nodig is. WAARSCHUWING Inleiding Verbruikte lucht kan ertoe leiden dat de...
Pagina 128
In het bovenste gedeelte van de mid- het infotainmentsysteem weergege- denconsole ven. Airco-instellingen in het infotain- Stoelverwarming in- en uitschakelen mentsysteem openen. → pag. 128. Achterruitverwarming bij draaiende In het infotainmentsysteem: menu motor in- en uitschakelen. Comfort De achterruitverwarming schakelt Als een Comfort-functie wordt ingescha- zichzelf uiterlijk na tien minuten uit.
Pagina 129
Temperatuurinstellingen van de be- Circulatiefunctie in- en uitschakelen stuurdersstoel voor alle zitplaatsen in het bovenste gedeelte van de overnemen. middenconsole aantippen. in het infotainmentsysteem aantip- Lucht naar de voorruit leiden. pen. Automatische luchtververser Lucht naar het bovenlichaam leiden. De automatische luchtververser kan het binnendringen van schadelijke stoffen en allergenen verminderen.
Pagina 130
· Schakel de circulatiefunctie uit als deze Of: Om de stoelverwarming in of uit te niet meer nodig is. schakelen, met twee vingers de touch- regelaar voor de bestuurders- of bijrij- LET OP derszijde onder het infotainmentsys- teem aantippen (afhankelijk van de uit- In auto's met klimaatregeling bij ingescha- rusting).
Pagina 131
gevallen invloed hebben op actieve medi- hiervoor gekwalificeerde specialist con- sche implantaten (bv. pacemakers). troleren. · · Dragers van een actief medisch implan- Als de originele stoelbekledingen door taat zouden voor gebruik van de stoel- een ander materiaal worden vervangen, verwarming moeten overleggen met kan de stoelverwarming oververhitten of hun arts of de fabrikant van hun im-...
Pagina 132
Voorruitverwarming schakelt automa- Stuurwielverwarming tisch uit Raadpleeg aan het begin van Als aan één van de volgende voorwaarden dit hoofdstuk op pag. 125. is voldaan, schakelt de voorruitverwarming automatisch uit: De stuurwielverwarming werkt alleen als — Het stroomverbruik is te hoog. de motor draait.
Pagina 133
Stuurwielverwarming schakelt auto- Probleemoplossingen matisch uit Als aan één van de volgende voorwaarden Raadpleeg aan het begin van is voldaan, schakelt de stuurwielverwar- dit hoofdstuk op pag. 125. ming automatisch uit: De koelfunctie of de verwarming — Het stroomverbruik is te hoog. kan niet worden ingeschakeld of werkt —...
Pagina 134
Bij een hoge luchtvochtigheid buiten en la- laatpijp mag niet door sneeuw, modder of ge omgevingstemperaturen kan condens- voorwerpen zijn geblokkeerd. water door de werkende interieurvoorver- GEVAAR warming worden verdampt. In dit geval kan er waterdamp onder de auto tevoorschijn De uitlaatgassen van de interieurvoorver- komen.
Pagina 135
Menu Interieurvoorverwarming openen Interieurvoorverwarming schakelt au- tomatisch uit Home-knop aantippen. Als aan één van de volgende voorwaarden 2. Om het menu Interieurvoorverw. te is voldaan, schakelt de interieurvoorver- openen, aantippen. warming automatisch uit: Interieurvoorverwarming inschakelen — De geprogrammeerde vertrektijd is be- reikt of de ingestelde werkingstijd is ver- Direct-verwarmenfunctie in het menu...
Pagina 136
verwarmenfunctie of met de radio- Programmering controleren grafische afstandsbediening wordt in- Als er een vertrektijd is geactiveerd, brandt geschakeld. de gele led in het instrumentenpaneel na het uitschakelen van het contact geduren- De maximale werkingstijd van de interieur- de ongeveer 10 seconden. voorverwarming bedraagt 60 minuten.
Pagina 137
Bereik Het bereik van de radiografische afstands- bediening bedraagt bij een volle knoopcel en optimale omstandigheden enkele hon- derden meters. — Ten minste 2 m (7 ft) afstand tussen de radiografische afstandsbediening en de wagen in acht nemen. — Obstakels tussen de radiografische af- standsbediening en de wagen voorko- men.
Pagina 138
· Roep direct de hulp van een arts in als u vermoedt dat er een knoopcel is inge- slikt. · Als het batterijklepje niet kan worden gesloten, gebruik de radiografische af- standsbediening dan niet. · Bewaar de radiografische afstandsbe- diening en de sleutelhanger met knoop- cellen altijd buiten het bereik van kinde- ren.
Pagina 139
Rijden Alleen vloermatten gebruiken die de peda- len vrijlaten en veilig tegen verschuiven zijn bevestigd in de voetenruimte. Aanwijzingen voor het rijden WAARSCHUWING Pedalen Voorwerpen in de voetenruimte van de bestuurder kunnen de bediening van de pedalen belemmeren. Dit kan ertoe leiden dat u de controle over de auto verliest en verhoogt het risico van zware verwondin- gen.
Pagina 140
De weergave van het schakeladvies Schakeladvies verdwijnt, wanneer bij wagens met schakeltransmissie het koppelingspedaal wordt ingetrapt of bij wagens met automa- tische transmissie het handmatige scha- kelprogramma wordt verlaten. Zuinige rijstijl Afb. 98 Op het display in het instrumenten- paneel: Schakeladvies Actueel ingeschakelde versnelling.
Pagina 141
Energiebesparend schakelen Bandenspanning controleren Vroeg opschakelen bij een motortoerental Te lage bandenspanning leidt niet alleen van 2000/min spaart energie. Niet zo lang tot slijtage, maar verhoogt de rolweerstand mogelijk in een versnelling rijden en hoge van de banden en daarmee het brandstof- toerentallen vermijden.
Pagina 142
den verwijderd door voorzichtig te remmen LET OP → Laat de wagen nooit in de neutrale stand N Corrosie op de remschijven en verontreini- van bergen of heuvels omlaagrollen. De ging van de remblokken worden bevorderd transmissie wordt hierbij niet gesmeerd en door lange perioden van stilstand, weinig kan daardoor worden beschadigd.
Pagina 143
· Rijd tijdens de inrijperiode van de nieu- breken van remkrachtondersteuning we remblokken nooit te dicht op andere langer wordt. wagens en vermijd rijsituaties waarbij · Houd de voetenruimte onder de peda- de remmen zwaar worden belast. len altijd vrij, zodat het rempedaal vrij kan bewegen.
Pagina 144
· Als u bij uitzondering met geopende Met geopende achterklep rijden achterklep moet rijden, moet het vol- gende worden gedaan om het binnen- Het rijden met geopende achterklep brengt dringen van giftige uitlaatgassen in het speciale gevaren met zich mee. Alle voor- interieur te verminderen: werpen en de geopende achterklep goed vastzetten en geschikte maatregelen ne-...
Pagina 145
Tussen 1000 en 1500 km (ca. 600 en LET OP 1000 mijl): · Snelheid en motortoerental geleidelijk Ford is niet verantwoordelijk voor schade opvoeren. aan uw wagen die het gevolg is van min- derwaardige brandstof, ontoereikende De rijstijl gedurende de eerste 1500 kilome- service of een gebrek aan originele on- ter (ca.
Pagina 146
Probleemoplossingen Storing in remsysteem Het waarschuwingslampje brandt rood. Daarnaast kan een tekstmelding worden weergegeven. Niet verder rijden! Direct de hulp van een specialist in- schakelen en het remsysteem laten controleren. Als het remvermogen van de wagen verandert Als de remvoeringen zijn versleten of u con- stateert dat de wagen niet meer zo remt als gewoonlijk (bv.
Pagina 147
worden bediend, wat zware verwondin- schakelaar en bij ingetrapt rempedaal ge- gen tot gevolg kan hebben. start. · Laat nooit kinderen of hulpbehoevende De wagen kan alleen worden geactiveerd personen in de wagen achter als de wa- als zich een geldige wagensleutel in de wa- gen wordt vergrendeld.
Pagina 148
· Neem als u de wagen verlaat altijd alle 4. Drukknop contactschakelaar indrukken wagensleutels mee. Kinderen of onbe- → pag. 145 – geen gas geven. Om de voegde personen kunnen de wagen motor te starten moet er een geldige vergrendelen, de motor starten of het wagensleutel in de wagen zijn.
Pagina 149
Na het starten van de motor kan er als WAARSCHUWING gevolg van de bedrijfsomstandighe- Onoplettend gebruik van de wagensleutel den korte tijd meer motorgeluid te horen of gebruik zonder toezicht kan ongevallen zijn. Dit is normaal en geen reden om u zor- en zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 150
Daarom kan de motor alleen met een pas- grendelen en kan de wagen niet meer sende, gecodeerde en originele Ford-wa- worden bestuurd. gensleutel worden gestart. Gecodeerde wagensleutels zijn verkrijgbaar bij een ge- WAARSCHUWING kwalificeerde specialist.
Pagina 151
Het aandrijfvermogen van de wagen kan Voorgloeisysteem of motorrege- beperkt zijn! ling Er is een storing in de motorregeling of het Wagens met dieselmotor: rijvermogen is beperkt om oververhitting van onderdelen van de motorregeling te Het controlelampje brandt geel. voorkomen. Als de dieselmotor wordt voorgegloeid, Let op de tekstmelding in het instru- brandt gedurende enkele seconden het...
Pagina 152
Er moet een nooduitschakeling worden uit- resp. bij het bereiken van wagenstil- gevoerd: stand wordt de motor afgezet. 2. Om de motor opnieuw te starten, de Drukknop contactschakelaar tweemaal voet van het rempedaal af halen of het binnen een paar seconden indrukken of gaspedaal intrappen.
Pagina 153
In principe geldt: de motor start altijd weer WAARSCHUWING automatisch als het voor de herkende situ- Schakel het contact nooit uit zolang de atie en de wagen nodig is. wagen in beweging is. Dit kan verlies van controle over de wagen, ongevallen en Omstandigheden die handmatig star- zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 154
Schakelbak 4. Koppelingspedaal voor het koppelen loslaten. Schakeltransmissie: versnelling Terugschakelen inschakelen Terugschakelen tijdens het rijden moet al- tijd per versnelling plaatsvinden, dus in de eerstvolgende lagere versnelling en mag niet bij te hoge motortoerentallen plaats- vinden → . Bij hoge snelheden of motor- toerentallen kan het overslaan van één of meerdere versnellingen bij het terugscha- kelen tot koppelings- en transmissieschade...
Pagina 155
tra waarschuwingslampjes en een tekst- LET OP melding op het display in het instrumen- Als bij hoge snelheden of hoge motortoe- tenpaneel. rentallen de versnellingshendel in een te la- — Verder rijden is mogelijk. ge versnelling wordt gezet, kan ernstige koppelings- en transmissieschade het ge- Koppeling defect volg zijn.
Pagina 156
geopend. Dit maakt zeer snel schakelen – Parkeervergrendeling mogelijk. De aangedreven wielen zijn geblokkeerd. Net als bij de schakeltransmissie is ook de Alleen bij stilstaande wagen inschakelen. koppeling in de automatische transmissie aan slijtage onderhevig. Afhankelijk van het Om de parkeervergrendeling in te schake- type automatische transmissie is regelma- len, de P-knop indrukken →...
Pagina 157
Andere rijstand kiezen LET OP Om de eerstvolgende rijstand te kiezen, de Als bij stilstaande wagen de parkeerrem keuzehendel tot aan het eerste drukpunt niet is ingeschakeld en het rempedaal bij naar voren of achteren bewegen. De keuze- ingeschakelde parkeervergrendeling P hendel keert naar zijn uitgangsstand terug.
Pagina 158
Zodra de transmissie naar het handmatige Rijden op afdalingen programma is omgeschakeld, wordt dit op Hoe steiler de afdaling is, des te lager moet het display in het instrumentenpaneel met u de versnelling kiezen. Lagere versnellin- M weergegeven. gen verhogen de remwerking van de motor. Wagen nooit in de neutrale stand N van Als de motor wordt afgezet terwijl de trans- bergen of heuvels omlaag laten rollen.
Pagina 159
Als u het gaspedaal helemaal intrapt, scha- WAARSCHUWING kelt de automatische transmissie afhanke- Laat de rem nooit te vaak en te lang "aan- lijk van de snelheid en het motortoerental lopen" of bedien het rempedaal te vaak naar een lagere versnelling terug. Daardoor en te lang.
Pagina 160
4. De hulp van een specialist inschakelen. WAARSCHUWING Anders kan ernstige transmissieschade Zet nooit de parkeervergrendeling los zo- het gevolg zijn. lang de parkeerrem is uitgeschakeld. Op hellingen of afdalingen kan de auto an- Motor start niet ders onvoorzien in beweging komen en daardoor ongevallen en zware verwon- Het controlelampje brandt groen.
Pagina 161
— De motor draait "soepel". Stuurinrichting — Koppelingspedaal helemaal intrappen en bij het vooruit bergopwaarts rijden de 1e Informatie over de stuurinrichting versnelling inschakelen of bij het achter- uit bergopwaarts rijden de achteruitver- Om diefstal van de wagen te bemoeilijken, snelling inschakelen.
Pagina 162
nen, daarna het contact uitschakelen. Zo- Als het waarschuwingslampje rood brandt, lang de wagen niet wordt vergrendeld, blijft kan het stuurwiel zwaar draaien, omdat de ook de stuurkolom ontgrendeld. elektromechanische stuurinrichting is uit- gevallen. Tegenstuurhulp Als het waarschuwingslampje rood knip- De tegenstuurhulp ondersteunt de bestuur- pert, kan de stuurkolom niet worden ont- der bij het sturen in kritieke rijsituaties.
Pagina 163
Bestuurdershulpsyste- Bergaf rijden De auto kan de opgeslagen snelheid niet in alle rijsituaties constant houden. Wees al- tijd klaar om de auto af te remmen. Cruise Control Voor langere afdalingen terugschake- len. Inleiding Hierdoor gebruikt u de remwerking van de motor en ontlast u de remmen. De Cruise Control helpt een door u in- WAARSCHUWING gestelde snelheid constant te houden.
Pagina 164
Regeling annuleren Cruise Control bedienen Toets kort indrukken. Raadpleeg aan het begin van dit Of: Rempedaal intrappen. hoofdstuk op pag. 161. De snelheid blijft opgeslagen. Regeling hervatten Knop indrukken. De Cruise Control neemt de opgeslagen snelheid weer op en regelt deze. Uitschakelen Toets lang indrukken.
Pagina 165
De regeling wordt automatisch onder- Speed Limiter ingeschakeld. broken — U heeft het koppelingspedaal langere tijd Speed Limiter ingeschakeld, rege- ingetrapt. ling actief. — De auto heeft de opgeslagen snelheid gedurende langere tijd overschreden. Speed Limiter ingeschakeld, rege- — Er is geen rijstand voor vooruitrijden inge- ling actief.
Pagina 166
Regeling hervatten Speed Limiter bedienen Knop indrukken. Raadpleeg aan het begin van dit Uitschakelen hoofdstuk op pag. 163. Toets lang indrukken. De Speed Limiter wordt uitgeschakeld, de opgeslagen snelheid wordt gewist. Naar een ander bestuurdersassistentie- systeem schakelen Afhankelijk van de uitrusting kunt u naar de volgende bestuurdersassistentiesystemen schakelen: —...
Pagina 167
De Speed Limiter schakelt om veiligheids- teem de wagen bovendien niet in alle rijsi- redenen pas volledig uit, indien u het gas- tuaties voldoende vertragen. pedaal eenmaal loslaat of het systeem Bij een actief systeem kan de eco-as- handmatig uitschakelt. sistent ook zonder weergegeven aan- wijzing de vertraging verhogen en daardoor de snelheid aan een herkend voor u rijdend...
Pagina 168
Als u met de Adaptieve Cruise Control of de Snelheidsbereik Cruise Control rijdt, wordt de eco-assistent U kunt een snelheid tussen 20 km/h (15 tijdelijk automatisch gedeactiveerd. mph) en 210 km/h (130 mph) instellen. Af- hankelijk van het land kan dit snelheidsbe- Als de reden voor de deactivering niet meer reik afwijken.
Pagina 169
het zicht, het weer en de weg- en ver- display in het instrumentenpaneel geeft en- keersomstandigheden aan. kele seconden Adaptieve Cruise Control klaar om weg te rijden weer. · Gebruik de Adaptieve Cruise Control nooit bij slecht zicht, niet op steile, Auto's met Adaptieve Cruise Control met La- bochtige of gladde wegen, bv.
Pagina 170
Rechtsinhaalpreventie (links rijdend — Wagens zonder rechtsinhaalpreventie: Rit- verkeer: linksinhaalpreventie) ten op wegen met meerdere rijstroken als voertuigen op de inhaalstrook langza- mer rijden. — Na geweldsinwerking op de onderdelen van de radarsensor, bv. na een kop- staartbotsing. WAARSCHUWING Als u de Adaptieve Cruise Control in de genoemde situaties gebruikt, kunnen on- gevallen en zware verwondingen het ge- volg zijn en kunnen wettelijke bepalingen...
Pagina 171
worden afgeremd. De Adaptieve Cruise — Voertuigen waarvan opbouw- of aan- Control voert geen noodstop uit. bouwdelen over de wagen uitsteken. De reactie op stilstaande voertuigen is af- hankelijk van de uitrusting en is niet in alle Adaptieve Cruise Control in- en landen beschikbaar.
Pagina 172
Adaptieve Cruise Control regelt, Adaptieve Cruise Control instel- geen voor u rijdend voertuig herkend. Adaptieve Cruise Control regelt, Raadpleeg aan het begin van dit geen voor u rijdend voertuig herkend. hoofdstuk op pag. 166. Adaptieve Cruise Control regelt, voor Afstand instellen u rijdend voertuig herkend.
Pagina 173
· Het display in het instrumentenpaneel Wees altijd bereid de auto zelf af te laat de ingestelde stand zien → afb. remmen. · , → afb. 116 . Neem de landspe- Als u het gaspedaal intrapt, wordt de cifieke voorschriften voor de minimu- snelheids- en afstandsregeling overru- mafstand in acht.
Pagina 174
Adaptieve Cruise Control werkt niet Automatic Emergency Bra- volgens verwachting king — De radarsensor is verontreinigd. Radar- sensor schoonmaken → pag. 376. Inleiding — De systeemgrenzen zijn niet in acht ge- nomen → pag. 168. De Automatic Emergency Braking kan —...
Pagina 175
U kunt automatische stuuringrepen afbre- aanvang van de rit naar bij een hiervoor ken door tegen te sturen. gekwalificeerde specialist. Automatische remingreep De Automatic Emergency Braking kan de Waarschuwingsstappen en re- wagen zo nodig tot stilstand vertragen. De mondersteuning wagen wordt aansluitend niet blijvend stil- gehouden.
Pagina 176
Afstandswaarschuwing Aan de Automatic Emergency Braking zit- ten natuurkundige en door het systeem be- De Automatic Emergency Bra- paalde beperkingen. Daarom steeds oplet- king herkent wanneer de vei- tend blijven en zo nodig zelf ingrijpen! ligheid in gevaar is als gevolg van te dicht op de voorligger rijden.
Pagina 177
— Als de radarsensor of het cameravenster Uitwijkassistent verontreinigd, bedekt of beschadigd is. — Als meerdere remlichten van de wagen Raadpleeg aan het begin van dit defect zijn. hoofdstuk op pag. 172. — Als meerdere remlichten van de elek- trisch aangesloten aanhangwagen (af- De uitwijkassistent kan helpen de wa- hankelijk van het land) of fietsdrager de- gen in kritieke rijsituaties om een ob-...
Pagina 178
Grenzen Als u de Automatic Emergency Bra- king uitschakelt, zijn alle afhankelijk De remfunctie voor afslaan is alleen be- van het land bijbehorende functies schikbaar als u richting aangeeft, het stuur- eveneens uitgeschakeld. Op het dis- wiel heeft gedraaid en daardoor met af- play in het instrumentenpaneel slaan bent begonnen.
Pagina 179
voorbeeld door sneeuw, of door wasmid- Bedieningsvelden reageren anders dan delresten of coatings belemmerd. Radar- verwacht sensor en voorruit schoonmaken → pag. Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de 374. bedieningsvelden beperken. — Het zicht van de radarsensor is door aan- Bedieningsvelden altijd schoon en bouwdelen, sierlijsten van kenteken- droog houden.
Pagina 180
sturen. De verantwoordelijkheid voor — Bij slechte weersomstandigheden en op het op juiste wijze aanhouden van de slechte wegen. rijstrook ligt altijd bij de bestuurder. — Bij wegwerkzaamheden. · Overrule een ongewenste ingreep van — Voor heuveltoppen of dalen. het systeem direct door te sturen. —...
Pagina 181
Rijden met het Lane-Keeping Sys- Rijstrookbegrenzing herkend. Systeem regelt niet. Rijstrookbegrenzing herkend. Systeem Raadpleeg aan het begin van dit regelt ondersteunend aan de getoonde hoofdstuk op pag. 177. zijde. Systeem is niet klaar om te regelen. Af- In- en uitschakelen hankelijk van de uitrusting wordt er Afhankelijk van het land wordt het Lane- geen of een dunne witte lijn getoond.
Pagina 182
sche waarschuwingen opgeroepen, midden Lane-Keeping System weer beschikbaar. in de eigen rijstrook te rijden als de corrige- Motor afzetten en opnieuw starten. rende stuuringreep langer duurt. — Storing of defect. Motor afzetten en op- nieuw starten. Stuurwieltrilling — Als het probleem blijft bestaan, een hier- De volgende situaties kunnen tot een tril- voor gekwalificeerde specialist opzoe- ling van het stuurwiel leiden:...
Pagina 183
dachtig door en let op de daar besproken Afhankelijk van de uitrusting kunnen op het systeemgrenzen en aanwijzingen. display in het instrumentenpaneel meer details worden weergegeven, bv. gestreep- Beschikt de auto over de Adaptieve te rijstrookmarkeringen en voor u rijdende Cruise Control met Lane Centring? voertuigen.
Pagina 184
Cruise Control met Lane Centring is al- Inschakelen en regeling beginnen leen ontwikkeld voor rijden op verhard Tijdens het vooruitrijden met ingescha- wegdek. kelde Adaptieve Cruise Control toets · De Adaptieve Cruise Control met Lane op het multifunctiestuurwiel indrukken. Centring reageert niet op personen, die- De auto wisselt van de Adaptieve Crui- ren, kruisende of op dezelfde rijstrook se Control naar de Adaptieve Cruise...
Pagina 185
Overige instellingen uitvoeren langere tijd losgelaten of de systeemgren- zen zijn bereikt. De verdere bediening van de Adaptieve Cruise Control met Lane Centring komt Stuurwiel direct vastpakken en bestu- overeen met de bediening van de Adaptie- ring van de auto overnemen. ve Cruise Control →...
Pagina 186
· Pas snelheid en veiligheidsafstand ten Systeemingreep opzichte van voor u rijdende voertuigen Als de bestuurder niet reageert, kan het altijd aan het zicht, het weer en de weg- systeem de auto afremmen en in de rijst- en verkeersomstandigheden aan. rook houden.
Pagina 187
— Bij glooiingen in het wegdek. Probleemoplossingen — Bij slechte weersomstandigheden. Raadpleeg aan het begin van dit — Bij speciale randbebouwingen, zoals ho- hoofdstuk op pag. 183. ge of versprongen vangrails. Noodgevalassistent niet beschik- WAARSCHUWING baar De intelligente techniek van de Blind Spot Storing of defect.
Pagina 188
— Bij het inhalen van een ander voertuig, tot Rijden met Blind Spot Assist ongeveer 15 km/h (ca. 9 mph) snelheids- verschil. Als beduidend sneller wordt in- Raadpleeg aan het begin van dit gehaald, volgt er geen weergave. hoofdstuk op pag. 185. Als bij het richting aangeven in de richting In- en uitschakelen van het herkende voertuig een mogelijke...
Pagina 189
Afhankelijk van de uitrusting kunt u de ba- — Als het probleem blijft bestaan, een hier- sishelderheid van de weergave in het menu voor gekwalificeerde specialist opzoe- 'Hulpsystemen’ in het infotainmentsys- ken. teem instellen. Tijdens het instellen is de Bedieningsvelden reageren anders dan Blind Spot Assist niet actief.
Pagina 190
Parkeren en manoeuvre- kreupelhout, bladeren, droog gras, ge- morste brandstof enz. WAARSCHUWING Onjuist verlaten en parkeren van de wa- Parkeren gen kan ertoe leiden dat de wagen weg- rolt. Daardoor kunnen ongevallen en zwa- Wagen stilzetten re verwondingen worden veroorzaakt. Wagen op een geschikte ondergrond ·...
Pagina 191
Parkeerrem LET OP Onjuist verlaten en parkeren van de wagen Parkeerrem bedienen kan beschadigingen aan de wagen tot ge- volg hebben. · Schakel altijd de parkeerrem in om onge- wilde wagenbewegingen bij het stilzetten van de wagen te voorkomen. · Uit de bodem stekende voorwerpen kun- nen bij het in- en uitparkeren de bumper en andere wagenonderdelen beschadi-...
Pagina 192
Wegrijden op steile hellingen of met Wasstraatfunctie verhoogd gewicht Schakeltransmissie: Als de parkeerrem Schakeltransmissie: Het automatisch uit- moet worden uitgeschakeld om door een schakelen van de parkeerrem kan worden wasstraat te rijden: voorkomen door de knop afb. 121 tij- → Rempedaal intrappen en knop dens het wegrijden te blijven aantrekken.
Pagina 193
tenpaneel na het uitschakelen van het Auto-holdfunctie contact rood brandt. Probleemoplossingen Parkeerrem is ingeschakeld Het controlelampje brandt rood. Remkracht in de actuele situatie is te gering Het controlelampje knippert rood. Veilig stilzetten van de wagen is niet moge- lijk. Afb. 122 In de middenconsole: Knop voor Wagen op een andere plek of op een Auto Hold vlakke ondergrond stilzetten.
Pagina 194
· 3. Schakeltransmissie: Koppeling ofwel Let erop dat het controlelampje volledig ingetrapt houden ofwel in de groen resp. rood in het instru- neutrale stand schakelen. mentenpaneel brandt als de wagen veilig moet worden stilgehouden. Bij het 4. Rempedaal loslaten. groene controlelampje wordt de wagen De wagen wordt door de auto-holdfunctie met Auto Hold stilgehouden, bij het ro- stilgehouden →...
Pagina 195
Als er een obstakel wordt herkend, houdt het portier dan gesloten. Let ook op de veiligheidsaanwijzingen voor de parkeersystemen → pag. 194. Bij geopende portieren kunnen func- tiebeperkingen zijn. Bijzonderheden bij het rijden met aan- hangwagen De uitstapwaarschuwing wordt automa- Afb.
Pagina 196
— Bepaalde voorwerpen kunnen door de WAARSCHUWING resolutie van het beeldscherm en bij on- De uitstapwaarschuwing waarschuwt voldoende verlichting niet of onvoldoen- niet voor stilstaande of langzaam bewe- de worden weergegeven, bijvoorbeeld gende objecten en personen. Bij het nege- smalle palen of hekken. ren hiervan kunnen ongevallen, zware ver- —...
Pagina 197
tot muren en gebouwen aanhouden om Opdat een geschikte parkeerruimte correct schade aan de wagen te voorkomen. kan worden weergegeven resp. herkend, moet aan de volgende voorwaarden zijn LET OP voldaan: Bij uitval van een ultrasoonsensor wordt ✓ Lengte en breedte van de parkeerruim- het betreffende deel van de ultrasoonsen- te zijn groter dan de afmetingen van de sorengroep uitgeschakeld en kan niet meer...
Pagina 198
automatische remingreep de wagen Manoeuvreerremfunctie gedeacti- zelf af. veerd of storing in manoeuvreerrem- functie. Roodgekleurd beeldsegment: obsta- kel dichtbij. De wagen loopt gevaar. Weergaven in het infotainment- Remmen. systeem Geelgekleurd beeldsegment: obsta- kel op de rijweg. De wagen loopt ge- Afhankelijk van het land en apparaat en af- vaar.
Pagina 199
afgebeeld. Er vindt geen automatische ob- halve seconde worden stilgehouden. stakelherkenning door camera's plaats. De Trap de rem in! bestuurder moet zelf inschatten of de wa- Uitschakelen gen in de parkeerruimte past. De functie voor een automatische remin- In het bereik van de camera achter greep is gedeactiveerd, zodra een parkeer- worden alle oriëntatiehulplijnen uitge- systeem wordt gedeactiveerd.
Pagina 200
· Blijf oplettend en vertrouw niet uitslui- beeldscherm van het infotainmentsys- tend op de parkeersystemen. teem alleen het geregistreerde gebied aan de voorzijde weergegeven. · Wees altijd gereed om de wagen zelf te remmen en te sturen. — De wagen is bij de sensoren resp. de ca- mera beschadigd, bv.
Pagina 201
lingshoek van de wagen, kan de actieve Parkeersensoren parkeerhulp de wagen voor een obstakel automatisch afremmen. Aansluitend moet Inleiding de bestuurder het rempedaal intrappen. Als er een automatische remingreep De parkeersensoren ondersteunen de plaatsvindt, is de parkeerhandeling beëin- bestuurder bij het inparkeren en ma- digd.
Pagina 202
Instellingen voor de parkeersensoren Parkeersensoren in- en uitschake- In het infotainmentsysteem zijn meer in- stellingen voor de parkeersensoren moge- lijk, bv. automatische activering bij vooruit- Raadpleeg aan het begin van rijden, manoeuvreerremfunctie of volume dit hoofdstuk op pag. 199. van de signaaltonen. Bedieningsveld voor parkeerfuncties bedienen →...
Pagina 203
2. Functietoets in het infotainmentsys- Aanhangwagenondersteuning: teem aantippen. Weergave van het gebied direct ach- ter de wagen hulplijnen. 3. Functie activeren. De automatische activering vindt maar WAARSCHUWING eenmaal plaats. Een hernieuwde automati- De intelligente techniek van de parkeer- sche activering is onder de volgende om- systemen kan de natuurkundig bepaalde standigheden mogelijk: grenzen niet overwinnen en functioneert...
Pagina 204
Achterste begrenzing van de parkeer- Haaks op de weg inparkeren ruimte. Raadpleeg aan het begin van dit Inparkeren hoofdstuk op pag. 201. Vóór het voorbijrijden aan de gekozen parkeerruimte het bedieningsveld voor parkeerfuncties → pag. 12 bedienen. Daarna eventueel de functietoets het infotainmentsysteem aantippen.
Pagina 205
· Functietoets aantippen om de par- Houd het parkeren en het verkeer op- keermodus te kiezen. lettend in de gaten. Houd daarbij de parkeerrichting in het oog. De achteruitrijcamera laat in het onderste · Rem de wagen in een gevaarlijke situ- deel van het scherm het trekhaaksysteem atie met het rempedaal af.
Pagina 206
sparkeerruimte (blauwe auto) weergege- Parkeerruimte zoeken ven. Raadpleeg aan het begin van De actieve parkeerhulp kan nader- dit hoofdstuk op pag. 203. hand worden geactiveerd. Als eerder langs een geschikte parkeerruimte werd gereden, wordt deze weergegeven. Als de actieve parkeerhulp niet is ge- activeerd, worden herkende parkeer- ruimtes →...
Pagina 207
stig wisselen → afb. 132 of → afb. Het kan noodzakelijk zijn meerdere par- keerbewegingen uit te voeren. Als de parkeerhandeling werd afgerond, ver- schijnt een tekstmelding op het display in het instrumentenpaneel. Aan het einde van een inparkeerbewe- ging altijd wachten tot de actieve par- keerhulp de draaibewegingen van het stuurwiel heeft beëindigd om een opti- maal parkeerresultaat te bereiken.
Pagina 208
4. Stuurwiel loslaten en alle handelingen 5. Functietoets op het beeldscherm zoals boven beschreven volgen. van het infotainmentsysteem aantip- pen. De actieve parkeerhulp kan ook onafhanke- 6. Tekstmeldingen op het display in het in- lijk van deze parkeerscenario's worden ge- strumentenpaneel opvolgen.
Pagina 209
Pro Trailer Backup Assist Als binnen ongeveer drie minuten geen bestuurdersinteractie plaats- vindt, breekt de manoeuvre af en wordt de Inleiding Pro Trailer Backup Assist beëindigd. De Pro Trailer Backup Assist onder- steunt de bestuurder bij het achteruit- Voorwaarden rijden en manoeuvreren met een aan- hangwagen.
Pagina 210
Raadpleeg vóór gebruik van de Pro Trailer Inschakelen en auto met aan- Backup Assist de voorwaarden → pag. 207: hangwagen manoeuvreren Achteruitversnelling inschakelen. Raadpleeg aan het begin van dit 2. Functietoets in het infotainmentsys- hoofdstuk op pag. 207. teem aantippen. 3.
Pagina 211
— Uitzondering: als er een gevaarlijke si- tuatie ontstaat, ingrijpen en de bestu- ring zelf overnemen. WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen! De automati- sche remingreep mag niet verleiden tot het nemen van een veiligheidsrisico. Het systeem kan de oplettendheid van de be- stuurder niet vervangen.
Pagina 212
Trap het rempedaal in om de wagen stil Als er een remhulpsysteem regelt, met de te houden. noodzakelijke kracht blijven remmen en, in- dien noodzakelijk, de auto sturen. Storing WAARSCHUWING Bij een storing in de Cross Traffic Alert, bv. door verontreinigde sensoren of een sys- De intelligente techniek van de remhulp- teemfout, brandt het volgende controle- systemen kan de natuurkundig bepaalde...
Pagina 213
· Laat ombouwen en wijzigingen aan de verdere botsingen tijdens het ongeval te auto alleen door een hiervoor gekwalifi- verminderen door een automatisch gestar- ceerde specialist uitvoeren. te remingreep. · Gebruik altijd geschikte banden. De Het vervolgongevalreductiesysteem werkt rijstabiliteit is afhankelijk van de grip alleen bij botsingen die door het airbagre- van de banden.
Pagina 214
· Zet nooit de motor af en schakel nooit Probleemoplossingen het contact uit, zolang de auto in bewe- ging is. Elektromechanische rembekrachti- · Als de rembekrachtiger niet werkt of de ger uitgevallen auto afgesleept wordt, moet het rem- Niet verder rijden! pedaal krachtiger worden ingetrapt, Controlelampje brandt rood.
Pagina 215
Praktische uitrusting Met de noodzakelijke kracht blijven remmen en, indien nodig, de wagen stu- ren. Opbergmogelijkheden WAARSCHUWING Inleiding Als het remsysteemwaarschuwingslamp- samen met het ABS-controlelampje Opbergvakken zijn alleen bedoeld voor het gaat branden, kan de regelfunctie van opbergen van lichte of kleine voorwerpen. het ABS zijn uitgevallen.
Pagina 216
WAARSCHUWING Draadloze oplader voor accessoi- Voorwerpen in de voetenruimte van de bestuurder kunnen de bediening van de Raadpleeg aan het begin van pedalen belemmeren. Dit kan ertoe leiden dit hoofdstuk op pag. 213. dat u de controle over de wagen verliest en verhoogt het risico van zware verwon- dingen.
Pagina 217
beschermhoesje met een maximaal for- WAARSCHUWING maat (breedte x lengte) van 80 x 160 mm Berichten op het scherm van de mobiele (3,15 x 6,299 inch) plat worden neergelegd. telefoon kunnen de bestuurder afleiden Mobiele telefoons met Qi-functionaliteit en het risico van een ernstig ongeval ver- met een groter formaat kunnen niet draad- groten.
Pagina 218
Schuifladen Klaptafel Raadpleeg aan het begin van Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 213. dit hoofdstuk op pag. 213. Afb. 142 Aan de voorstoel: Klaptafel om- hoogklappen In de klaptafel is een bekerhouder geïnte- Afb. 141 Onder de voorstoel: Schuiflade greerd.
Pagina 219
ker kan bij ingeschakeld contact ge- LET OP bruikt worden. · Sluit nooit stroomleverende elektrische · Stop nooit papier of andere voorwer- apparaten, zoals zonnepanelen of accu- pen die brand kunnen veroorzaken in de laders, op het 12 volt stopcontact aan om asbak.
Pagina 220
den overschreden. De vermogensopname Stopcontacten in de wagen van de apparaten staat op de typeplaatjes ervan vermeld. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 217. 12 volt stopcontact De stopcontacten werken ook wanneer het contact is uitgeschakeld → Als de motor niet draait, maar het contact wel is ingeschakeld en er is een elektrisch apparaat aangesloten en ingeschakeld,...
Pagina 221
Knippert groen Het contact is uitgescha- — Overschrijd nooit de maximale vermo- keld, maar er is nog voldoende ener- gensopname, omdat dan de gehele gie beschikbaar om het stopcontact elektrische installatie van de wagen nog eens maximaal 10 minuten van beschadigd kan raken.
Pagina 222
Mobiele onlinediensten Software-updates verbeteren in principe de veiligheid, stabiliteit en uitvoeringssnelhe- den van de voertuigsystemen bij auto's. Cyberveiligheid WAARSCHUWING Ondanks ingebouwde veiligheidsmecha- Onder cyberveiligheid verstaan we nismen kan schadelijke software storin- maatregelen die het risico van een on- gen in regelapparaten en voertuigfuncties rechtmatige toegang door schadelijke veroorzaken.
Pagina 223
De functie "Systeemupdate" is slechts in ✓ U heeft een actief FordPass-account. enkele landen en niet in alle wagens be- ✓ U heeft de wagen aan uw actieve Ford- schikbaar. account toegekend. Waaraan herken ik een gereedstaande ✓...
Pagina 224
Downloaden ✓ De wagen is overeenkomstig de wette- lijke voorschriften en plaatselijke om- Het downloaden van een systeemupdate standigheden veilig geparkeerd → pag. kan op elk moment worden onderbroken 188. en wordt zo nodig met het inschakelen van het contact weer voortgezet. Motor afzetten en parkeerrem inscha- De duur van het downloaden is afhankelijk kelen.
Pagina 225
Probleemoplossingen voor de bandenspanning, het brandstofpeil en de systeemupdate locatie van de wagen controleren. Meer informatie vindt u op de lokale Ford- Raadpleeg aan het begin van dit website. hoofdstuk op pag. 221. Software-installatie is mislukt Eisen aan connected wagens —...
Pagina 226
Optie 1: van de FordPass-app Rij- en voertuigdata vrijgeven: uw au- Om de verbinding tussen auto en Ford- to is in staat om gegevens naar het Pass-account te verbreken, verwijdert netwerk te versturen, nu kunt u uw...
Pagina 227
— In sommige functies kan er informatie worden weergegeven die van derden af- — Zoek favoriete radiozenders, hierna ook komstig is. Ford Motor Company is er niet zenders genoemd, en sla deze op voor- voor verantwoordelijk dat informatie van keuzetoetsen op om er snel gebruik van andere aanbieders juist, actueel en volle- te kunnen maken →...
Pagina 228
· — Folies of stickers met een metaalcoating Rijd altijd oplettend en met verant- op de antenne en de ruiten kunnen de ra- woordelijkheidsbesef. dio-ontvangst belemmeren. WAARSCHUWING — Bij gebruik van mobiele telefoons, op- slagmedia, externe apparaten, externe Ongunstige lichtomstandigheden en een audio- en mediabronnen de gebruiksaan- beschadigd of verontreinigd beeldscherm wijzing van de betreffende fabrikant...
Pagina 229
· onderdelen in de wagen beschadigd Houd tussen de antennes van de mobi- zijn, niet werken of onvoldoende elektri- ele telefoon en een actief medisch im- sche energie hebben. plantaat, bijvoorbeeld een pacemaker, een minimumafstand van 20 cm (ca. · Als de batterij van de mobiele telefoon 8 inch) aan, omdat mobiele telefoons leeg is of onvoldoende geladen.
Pagina 230
oorzaken. Dit kan een storing of beschadi- WAARSCHUWING ging van de apparatuur tot gevolg hebben. Lees bij gebruik van mobiele telefoons, opslagmedia, externe apparaten, externe LET OP audio- en mediabronnen de gebruiksaan- Het erin schuiven van voorwerpen, het ver- wijzing van de betreffende fabrikant door keerd plaatsen van opslagmedia en het en neem in acht.
Pagina 231
worden weergegeven en functies worden snelling het volume van de actuele audi- uitgevoerd. Hoe lang het duurt voordat obron automatisch verlaagd. De volume- het systeem is opgestart, hangt af van verlaging kan worden ingesteld → pag. het aantal functies van het infotainment- 200.
Pagina 232
Of: Bij de geautoriseerde dealer ver- symbol are trademarks of Dolby Labora- krijgbare reinigingsdoek of een andere tories. geschikte reinigingsdoek gebruiken. — Manufactured under license from Dolby ✓ Bij hardnekkige verontreiniging: Laboratories. Dolby, Pro Logic and the double-D symbol are trademarks of Dol- —...
Pagina 233
centie van Microsoft of een geautoriseer- de Microsoft-vertegenwoordiging is ver- boden. Auteursrecht De op opslagmedia en audiobronnen opge- slagen audio- en videobestanden worden in de regel beschermd door het auteurs- recht volgens de daarvoor geldende inter- nationale en nationale bepalingen. De wet- telijke bepalingen opvolgen! Merken, licenties, auteursrecht...
Pagina 234
Infotainmentsysteem Eerste stappen Overzicht en bedieningselementen van de 10 inch variant Afb. 145 Overzicht: Weergave- en bedieningseenheid in de 10 inch variant Tijd. Statusweergave van de functie "Privésfeer" en aantal berichten. Home Button: (hierna: HOME Statusweergave voor stoelverwarming en stoelventilatie. Sensorveld (infotainmentsysteem aan of uit).
Pagina 235
Home Button: (hierna: Scrollbalk HOME De Home Button wordt hierna met Sommige menu's en functies hebben ver- HOME aangeduid. dere informatie boven en onder de actuele beeldschermweergave. Om het startscherm te openen, HOME aantippen. Om de overige informatie weer te ge- ven, scrollbalk aantippen en naar bene- Sensorveld (infotainmentsysteem den of naar boven trekken.
Pagina 236
Afb. 146 Overzicht: Weergave- en bedieningseenheid in de 8,25 inch variant Draai-drukknop. Tijd. Aantalindicatie van de functie "Privésfeer" met berichten. Home Button: Statusweergave voor stoelverwarming en stoelventilatie. Functietoetsen voor hoofdmenu's. Control Center. Beeldscherm (touchscreen). Aanzichten (actuele aanzicht is geaccentueerd). Scrollbalk. Menuknop.
Pagina 237
pen, bv. voor de telefooninterface bewegingen vindt u in de digitale handlei- → pag. 251. ding, indien aanwezig. Bediening aantippen. HOME Control Center Scrollbalk In het Control Center bevinden zich meer functietoetsen voor functies en waarschu- Sommige menu's en functies hebben ver- wingen.
Pagina 238
Help: hier vindt u meer informatie Weergave van afbeeldingen en kaarten over functies en de bediening van het op het beeldscherm vergroten en ver- infotainmentsysteem. kleinen Advies: duim en wijsvinger gebruiken. Klank. Met twee vingers gelijktijdig het beeld- scherm aantippen en gedrukt houden. Navigatie.
Pagina 239
Tegels aanpassen Aanpassing aantippen. HOME Pas de tegels en de weergegeven functies van de tegels in de aanzichten van het info- tainmentsysteem aan om het infotain- Systeem- en klankinstellingen mentsysteem aan uw behoeften aan te passen. Afhankelijk van het land en de uitrusting varieert het aantal mogelijke instellingen.
Pagina 240
— Dataoverdracht mobiele apparaten. ders ontvangen en uw favorieten op voor- keuzetoetsen voor snelle toegang opslaan. — Dataverbinding. Beschikbare ontvangstsoorten en frequen- — Bluetooth. tiegebieden zijn afhankelijk van de uitrus- — Mobiele apparaten. ting en niet in alle landen beschikbaar. Fre- —...
Pagina 241
— Maximaal 36 voorkeuzetoetsen als ge- Frequentieband weergeven om heugenplaatsen voor favorieten. handmatig de AM-frequentie te kie- zen. — Zenderlogo's. — Antenneversterker. Symbolen in het FM-/DAB-frequentie- gebied — DAB/DAB+ (meervoudige tuner met MRC). Zenderlijst van de FM- en DAB-zen- — DAB-diashow. ders weergeven.
Pagina 242
afhankelijk van de frequentieband en de Zenders onder voorkeuzetoetsen op- ontvangstsoort. slaan U kunt maximaal 38 zenders van verschil- Via frequentieband kiezen (AM en lende frequentiebanden en ontvangstvor- men als favorieten onder voorkeuzetoetsen Frequentieband weergeven. opslaan. Gewenste zender instellen. 2. Cursor aantippen, op de frequentieband verschuiven en bij de gewenste fre- 2.
Pagina 243
TP (verkeersinformatie) automatisch de beste ontvangstvorm ge- kozen. De TP-functie bewaakt de meldingen van een ingestelde verkeersinformatiezender Als in het DAB-frequentiegebied de ont- en geeft deze automatisch tijdens de ac- vangst van een ingestelde zender wegvalt, tuele radiofunctie of de mediaweergave kan bij beschikbaarheid van deze of een weer.
Pagina 244
Mediafunctie standen op de opslaglocaties waarnaar de afspeellijst verwijst op het opslagmedium aanwezig zijn. Inleiding Voor beschadigde, gewijzigde of verlo- In de mediafunctie kunt u mediabestanden ren gegane bestanden op de opslag- vanaf opslagmedia via het infotainment- media kunnen wij niet aansprakelijk wor- systeem afspelen.
Pagina 245
bronnen worden in een mediadatabase Afspeellijsten. opgeslagen. — Media zoeken. Albums. Symbolen voor mediabronnen Mijn media als mediabron kiezen. Artiesten. Onder Mijn media kunnen verbonden USB-apparaten worden gekozen. Genre. Via Bluetooth verbonden apparaat als mediabron kiezen. Podcasts. Via USB-aansluiting verbonden ap- paraat als mediabron kiezen.
Pagina 246
tuur van de afzonderlijke USB-opslagmedia Of: Reeds bezette favorietenplek aan- staat ook onder Mijn media. tippen en circa 3 seconden vasthouden. Mapstructuur weergeven. 4. Uit de keuzelijst kiezen: De mapstructuur van de gekozen me- — Titel. diabron wordt weergegeven. Als Mijn —...
Pagina 247
Navigatie het infotainment eveneens een routegelei- ding mogelijk te maken. Inleiding Bij ontbrekende of onvolledige navigatieda- ta kan de voertuigpositie mogelijkerwijs niet precies worden bepaald. Dit kan ertoe Een mondiaal satellietsysteem bepaalt de leiden dat de navigatie niet zo nauwkeurig actuele voertuigpositie.
Pagina 248
Navigatiekaart aanpassen Als u een gebeurtenis aantipt, opent een extra venster met verdere opties. De be- Om een optimaal aanzicht mogelijk te ma- schikbare opties zijn afhankelijk van de ge- ken, kunt u de navigatiekaart ook met uit- beurtenis en van de actuele instellingen gebreide vingerbewegingen aanpassen.
Pagina 249
Extra venster in de routeplanning slui- Als bij inactieve routegeleiding een reeds geleerde route wordt gereden, wordt het reisdoel in de routeplanning overgenomen. Een vrij gedeelte buiten het extra ven- Een routegeleiding naar het geleerde reis- ster aantippen. doel hoeft niet actief te worden gestart. Voor verkeersopstoppingen wordt eventu- Voorkeurscategorieën bijzonder reis- eel gewaarschuwd.
Pagina 250
— Online verkeersinformatie. Routeopties en informatie over de ac- tuele routegeleiding weergeven. Algemene symbolen van de navigatie Laatste navigatiemelding herhalen. Andere opties voor de routegeleiding weergeven. Volume van navigatiemeldingen. Navigatiekaart weergeven. Overige symbolen Opgeslagen adressen (contactenlijst van de verbonden mobiele telefoon) Reisdoel zoeken: gedetailleerde reis- openen.
Pagina 251
Werk aan de weg. 3. Start aantippen. aantippen. Sterke wind. Snelle start aantippen. 2. Adres van het reisdoel ingeven, het ge- wenste reisdoel aantippen en enkele Reisdoel ingeven en routegelei- seconden gedrukt houden. ding starten Geef het reisdoel zo nauwkeurig mo- gelijk in.
Pagina 252
Reisdoel kiezen en navigatie starten aantippen. Favorieten aantippen. Adresgegevens van een contact gebrui- 2. Gewenste reisdoel aantippen. Start een routegeleiding via opgeslagen 3. Start aantippen. adresgegevens van een contact. Opgesla- aantippen. gen contacten zonder adresgegevens kun- nen niet voor een routegeleiding worden Snelle start gebruikt.
Pagina 253
de internetverbinding en geldige privésfeer- Verkeersopstoppingen instellingen automatisch op de achter- Verkeersopstoppingen, bv. file, worden als grond geüpdatet. symbolen op de navigatiekaart weergege- Contact inschakelen. ven → pag. 247. 2. Internetverbinding en privésfeerinstel- De routeplanning laat actuele verkeersop- lingen controleren. Zo nodig internet- stoppingen zien als de navigatiedata be- verbinding tot stand brengen en een schikbaar zijn.
Pagina 254
paraat actief en kan worden gebruikt om — Telefoonboek met maximaal 5000 con- oproepen te doen. Het tweede verbonden tacten. apparaat kan via het infotainmentsysteem — Sms-functies via Bluetooth: oproepen beantwoorden en voor de me- — Sms lezen. diaweergave worden gebruikt —...
Pagina 255
Symbolen van de oproepenlijsten Gesprek in wacht zetten. Om de oproepenlijsten te openen, aantippen. Ontvangen oproep. Oproep met sms-sjabloon afwij- zen. Gemiste oproep. Handsfreesysteem deactiveren of activeren. Telefoonnummer (zakelijk). Deelnemer aan conferentie toevoe- gen. Telefoonnummer (privé). Conferentie starten. Mobiel nummer. Oproep naar de achtergrond zetten.
Pagina 256
Basisuitrusting van de telefooninterfa- Plaatsen met bijzondere voor- schriften De basisuitrusting van de telefooninterface maakt gebruik van het HFP-Bluetooth-pro- Raadpleeg op pag. 225. fiel voor de overdracht. De interface maakt het gebruik van telefoonfuncties via het in- Plaatsen met explosiegevaar fotainmentsysteem en geluidsweergave via Mobiele telefoon en telefooninterface op de wagenluidsprekers mogelijk.
Pagina 257
Mobiele telefoon kie- 2. De voor de verbinding gewenste tech- HOME zen aantippen. nologie aantippen. Het zoeken naar beschikbare Blue- Actieve en passieve verbinding tooth-apparaten wordt gestart. Na het Om de functies van de telefooninterface te beëindigen van het zoeken wordt een gebruiken, moet ten minste een mobiele lijst met de beschikbare Bluetooth-ap- telefoon met het infotainmentsysteem zijn...
Pagina 258
Gebruikersprofiel wissen onder de favorieten opgeslagen. Start op- roepen via de oproepenlijst. U kunt de gebruikersprofielen afzonderlijk Alle aantippen. Om de oproep te via de instellingen wissen. Om de opgesla- starten, in de lijst een nummer aantip- gen gegevens volledig te wissen, infotain- pen.
Pagina 259
6. Om het bericht te versturen, Verzenden 2. Nieuw contact uit het telefoonboek aantippen. aantippen. Als bij het contact meerdere telefoonnummers zijn opgeslagen, nummer uit de lijst aantippen. Telefoonboek, favorieten en snel- Favoriet bellen keuzetoetsen Bezette snelkeuzetoets aantippen. Raadpleeg op pag. 225. Favorieten worden niet automatisch geüpdatet.
Pagina 260
Spraakbediening is actief en herkent Spraakbediening starten en be- de gesproken woorden. eindigen Test de spraakbediening vóór een rit Raadpleeg op pag. 225. om u met de werking vertrouwd te maken. Spraakcommando's De spraakbediening herkent alleen spraak- commando's in de taal die in het infotain- Verschillen in de spraakbedienin- mentsysteem is ingesteld.
Pagina 261
Spraakbediening Activa- HOME tiewoord aantippen. Kabelaansluitingen en draad- Activatiewoord uitspreken en herken- loze aansluitingen Het activatiewoord luidt: OK Ford. Inleiding Voorwaarde Sommige externe apparaten kunnen via ✓ Het Activatiewoord is in de instellingen kabelaansluitingen en draadloze aanslui- ingeschakeld.
Pagina 262
Het type en aantal kabelaansluitingen en USB-aansluiting draadloze aansluitingen is afhankelijk van de uitrusting en het land. Binnen een mo- Raadpleeg aan het begin van dit delserie en afwijkend daarvan bij een speci- hoofdstuk op pag. 259. aal model kunnen de aansluitingen ver- schillen.
Pagina 263
Beschikbare functies van de dataover- functies optreden of kunnen deze uitval- dracht len. De volgende functies van de USB-datao- verdracht zijn afhankelijk van de uitrusting mogelijk. Bluetooth-interface — App-Connect → pag. 264. Raadpleeg aan het begin van dit — Mediaweergave → pag. 242. hoofdstuk op pag.
Pagina 264
Bluetooth audioweergave starten Als een externe mediaspeler gelijktij- dig via Bluetooth en via de USB-aan- Voorwaarden sluiting met het infotainmentsysteem wordt verbonden, wordt de Bluetooth-au- ✓ De Bluetooth audiobron is met het info- dioverbinding afhankelijk van het apparaat tainment gekoppeld en verbonden. automatisch verbroken.
Pagina 265
Weergave bedienen Wifi-instellingen uitvoeren In hoeverre de wifi-audiobron (WLAN) via De functietoets van het onderdeel aan- het infotainmentsysteem kan worden be- tippen, waarvoor instellingen moeten diend, is afhankelijk van de verbonden wifi- worden uitgevoerd. audiobron (WLAN). 2. Overeenkomstige gegevens invoeren of functietoetsen aantippen.
Pagina 266
4. Het WLANnetwerk van het gewenste Apple CarPlay en Android Auto zijn techno- WLAN-apparaat kiezen. logieën die door derden worden beheerd en aan Ford Motor Company ter beschikking 5. De netwerksleutel van de WLANhot- worden gesteld. Ford Motor Company is spot in het infotainmentsysteem inge- niet verantwoordelijk als deze technologie- ven en met OK bevestigen.
Pagina 267
5. Mobiele telefoon en de gewenste tech- functioneren. De door Ford aangeboden nologie kiezen. apps kunnen zonder voorafgaande aan- 6. Om het infotainmentsysteem de beno- kondiging worden gewijzigd, gestaakt, ge- digde autorisaties te geven, autorisatie- deactiveerd, gereactiveerd en uitgebreid.
Pagina 268
Om in het hoofdmenu Mobiele apps te Mobiele apparaten: Apparatenmanager komen, in de Apple CarPlay-functie openen. FORD aantippen. 2. Om de actieve verbinding te verbreken, aantippen. Apple CarPlay De weergave van de functietoetsen op het display kan variëren.
Pagina 269
Android Auto den, compatibele smartphones, ge- aantippen. certificeerde apps en beschikbaarheid is via de homepage van Ford en Apple CarPlay of Verbinding verbreken bij de geautoriseerde dealer beschikbaar. Om in het hoofdmenu Mobiele apps te komen, in Android Auto-werking Te- of Beëindig aantippen.
Pagina 270
De beschikbaarheid van de technolo- gieën is landspecifiek en kan variëren. Informatie over technische voorwaar- den, compatibele smartphones, ge- certificeerde apps en beschikbaarheid is via de homepage van Ford en Android Auto of bij de geautoriseerde dealer beschikbaar. Infotainmentsysteem...
Pagina 271
· Transporteren Berg alle voorwerpen veilig in de auto · Berg voorwerpen zo in het interieur op Lading opbergen dat deze tijdens het rijden nooit in de werkingsgebieden van de airbags kun- Altijd de wettelijke bepalingen in acht ne- nen komen. men.
Pagina 272
· Losse voorwerpen in de laadruimte pend. Kinderen zouden in de laadruimte kunnen plotseling verschuiven en het kunnen komen en de achterklep kun- rijgedrag van de auto veranderen. nen sluiten en zouden niet in staat zijn zelfstandig uit de auto te komen. Dat ·...
Pagina 273
· teafdekking met een hand omhoog- Laat de gordel niet bekneld raken, be- zwenken tot aan de bovenrand van de schadig de gordel niet en laat de gordel zijruit. niet langs scherpe randen schuren. 3. Linkerzijde van de laadruimteafdekking LET OP optillen en uit de laadruimte nemen.
Pagina 274
2. Laadruimteafdekking in de houders Scheidingsnet links en rechts aan de zijkant vasthaken. Scheidingsnet in- en uitbouwen Laadruimteafdekking uitbouwen Laadruimteafdekking in pijlrichting ont- Scheidingsnet achter de voorstoelen grendelen → afb. 149 en in pijlrichting gebruiken afb. 149 optillen. → Het scheidingsnet kan alleen achter de voorstoelen worden ingebouwd als de 2.
Pagina 275
Scheidingsnet achter de tweede zitrij Scheidingsnet achter de derde zitrij ge- gebruiken bruiken Het is alleen in de 7-zitter mogelijk om het scheidingsnet achter de derde zitrij in te bouwen. Afb. 151 Achter de tweede zitrij: Ingebouwd scheidingsnet Inbouwen Afb. 152 Scheidingsnet achter de derde zitrij Scheidingsnet in de voorste linker- (5- ingebouwd zitter) of middelste linkersteun (7-zitter)
Pagina 276
· Zet voorwerpen vast, ook als het schei- Scheidingsrek achter de tweede zitrij dingsnet correct is ingebouwd. inbouwen · Als het scheidingsrek achter de tweede zit- Als de wagen in beweging is, mogen er rij wordt gebruikt, mogen de zitplaatsen geen personen achter het ingebouwde van de tweede zitrij niet worden uitge- scheidingsnet zitten.
Pagina 277
5. Zo nodig zitplaatsen op de tweede zitrij Tassenhaken terugklappen. WAARSCHUWING Losse voorwerpen kunnen bij plotselinge rij- of remmanoeuvres en bij een ongeval door het interieur van de wagen worden geslingerd en zware verwondingen ver- oorzaken. · Controleer of het verstelbare schei- dingsrek juist is ingebouwd.
Pagina 278
· Belast sjor-, fixeer- of spanbanden nooit sterker dan de maximale trek- kracht. · Bevestig de sjor-, fixeer- en spanban- den goed aan de sjorogen. · Losse voorwerpen in de laadruimte kunnen plotseling verschuiven en het rijgedrag van de wagen veranderen. ·...
Pagina 279
Trekhaaksysteem 3. Sluitstop uit het montagegat voor de trekhaak onder de bumper verwijderen. Sluitstop veilig in de wagen opbergen. Afneembare trekhaak monteren 4. Controleer of het montagegat, het handwiel → afb. 157 , de schacht en de vergrendelingskogels van de trekhaak schoon en onbeschadigd zijn .
Pagina 280
3. Het handwiel → trekhaak in het montagegat drukt, afb. 157 staat nu in springt het handwiel in de oorspronke- de oorspronkelijke stand. Er is geen lijke stand terug. spleet meer tussen handwiel en trek- · haak. Als het niet lukt om de trekhaak aan te brengen, laat het trekhaaksysteem dan 4.
Pagina 281
5. Sleutel → afb. 158 in het slot steken Trekhaak verwijderen en ontspan- en linksom draaien. 6. Trekhaak → afb. 158 met één hand vasthouden → Met de andere hand het handwiel afb. 158 in pijlrichting eruit trek- → ken en in deze stand vasthouden. 8.
Pagina 282
noeuvre en bij een ongeval in de wagen Bevestigingspunten worden rondgeslingerd en verwondingen 5-zitter: 934 mm. veroorzaken. · Berg de trekhaak altijd in de opbergbox 7-zitter: 1072 mm. Ten minste 65 mm. 350 mm tot 420 mm. LET OP 235 mm. De afneembare trekhaak is nodig voor het 531 mm.
Pagina 283
· Zwenk de trekhaak naar binnen of ver- teerd en wanneer een naderhand door Ford wijder deze, indien mogelijk, om het risi- gemonteerd trekhaaksysteem niet door het co van lichamelijk letsel bij aanrijdingen...
Pagina 284
lingshoeksensor kan anders onbedoeld het WAARSCHUWING alarm activeren. Het rijden met een aanhangwagen en het Rijd met een nieuwe motor tijdens de vervoeren van zware of grote voorwerpen eerste 1000 km niet met een aan- kan de rijeigenschappen veranderen, de hangwagen.
Pagina 285
Als u niet zeker weet, hoe de aanhangwa- WAARSCHUWING gen elektrisch goed op de trekkende wagen Een onjuist ingebouwd of ongeschikt trek- moet worden aangesloten, vraag dit dan na haaksysteem kan tot gevolg hebben dat bij een hiervoor gekwalificeerde specialist. de aanhangwagen loskomt van de wa- gen.
Pagina 286
· Laat alle werkzaamheden aan de elek- Aanhangwagen beladen trische installatie alleen uitvoeren door een hiervoor gekwalificeerde specialist. Raadpleeg aan het begin van · Sluit de elektrische installatie van de dit hoofdstuk op pag. 281. aanhangwagen nooit aan op de elektri- Basisinformatie sche aansluitingen van de achterlichten van de trekkende wagen of andere...
Pagina 287
maximaal toelaatbare bandenspanning Bijzonderheden bij het rijden met een brengen → pag. 350. aanhangwagen — Bij een aanhangwagen met oplooprem WAARSCHUWING eerst zacht, daarna stevig remmen. Zo Verschuivende lading kan de rijstabiliteit voorkomt u remschokken door blokke- en de rijveiligheid van de wagen met aan- rende aanhangwagenwielen.
Pagina 288
Knop pas loslaten als de motor vol- lisator automatisch met de tegenstuurhulp doende aandrijfkracht voor het wegrij- het slingeren van de aanhangwagen te ver- den heeft. minderen. Afhankelijk van het land kan de aanhangwagenstabilisator gedeactiveerd 8. Langzaam wegrijden. zijn. WAARSCHUWING Voorwaarden voor aanhangwagensta- Onjuist trekken van een aanhangwagen bilisator...
Pagina 289
Gebruik alleen bagagedragers die door de betreffende fabrikant voor het model, het modeljaar en de voertuiguitvoering zijn be- doeld. Ford adviseert het gebruik van Ford Origi- nele Accessoires, die u bij een Ford-Partner kunt aanschaffen. Bagagedrager aan de hand van de monta- gehandleiding van de fabrikant monteren.
Pagina 290
Het gebruik van Ford originele onderdelen LET OP wordt aanbevolen. Deze kunt u bij een ge- Het bevestigen van wat voor dakdragersys- autoriseerde dealer aanschaffen.
Pagina 291
dragersysteem, kan ernstige beschadiging Dragers en dakdragersysteem bevesti- van de wagen tot gevolg hebben. gen (wagens met dakreling) Dragers aan de hand van de bijgeleverde montagehandleiding aan de dakreling monteren. Dakdragersysteem bevestigen Op de dakreling zitten markeringen (drie- Raadpleeg aan het begin van hoekjes).
Pagina 292
Dakdragersysteem beladen Gebruiksaanwijzingen Raadpleeg aan het begin van Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 288. dit hoofdstuk op pag. 288. Maximaal toegestane dakbelasting Dakdragersysteem in de volgende situ- aties verwijderen De maximaal toegestane dakbelasting be- draagt 100 kg (220 lbs). —...
Pagina 293
Brandstof en uitlaatgas- Een noodontgrendeling van de tank- klep is niet mogelijk. Schakel zo nodig reiniging een specialist in. Veiligheidsaanwijzingen voor Brandstofsoorten en tanken het werken met brandstof Inleiding WAARSCHUWING Op onjuiste wijze omgaan met brandstof De tankklep zit aan de linkerzijde van de kan explosies, brand, zware brandwonden wagen.
Pagina 294
Benzine Benzine E5 staat voor benzine met een etha- De benzinesoorten verschillen in octaange- nolaandeel van maximaal 5%. tal (RON). De auto kan met benzine wor- E10 staat voor benzine met een etha- den getankt die een hoger octaangetal nolaandeel van maximaal 10 %. (RON) heeft dan de motor nodig heeft.
Pagina 295
dan eerst of u een dieselvulpistool gebruikt. Diesel Heeft u zich ervan verzekerd dat u het juiste vulpistool gebruikt, draai dan het dieselvul- Altijd diesel met een laag zwavelgehalte of pistool met lichte druk iets heen en weer. zwavelvrije diesel tanken om schade aan Daardoor kan de beveiliging tegen verkeerd de motor en het roetfilter te voorkomen.
Pagina 296
5. De greep van het vulpistool naar bene- Brandstof tanken den houden om te waarborgen dat er optimaal wordt getankt. De brandstoftank is vol, zodra het vol- gens voorschrift bediende automati- sche vulpistool voor het eerst uitscha- kelt → 6. Tankdop op de vulopening draaien tot deze hoorbaar vastklikt.
Pagina 297
stof, wat schade aan het brandstofsys- — Met gemiddelde toerentallen en lage teem van de wagen tot gevolg kan hebben. motorbelasting naar de dichtstbijzijnde specialist rijden. Volgende maatregelen uitvoeren om scha- — Als de symptomen direct na het tanken de aan het brandstofsysteem van de wa- optreden, direct de motor afzetten om gen te voorkomen.
Pagina 298
brande brandstof zou anders in het uitlaat- Het kan strafbaar zijn om de auto zonder systeem en dus in de atmosfeer kunnen ko- AdBlue ® dat voldoet aan ISO-22241-1 te ge- men. Bovendien kunnen de uitlaatgasrele- bruiken. vante componenten ook door oververhit- Als het uitlaatgasreinigingssysteem niet ting worden beschadigd! zoals voorgeschreven wordt gebruikt, kun-...
Pagina 299
· Vanaf een rijbereik van 2000 km (1200 Bewaar AdBlue ® altijd op een veilige mijl) of 2400 km (1500 mijl) (afhanke- plaats buiten het bereik van kinderen. lijk van de uitrusting) verschijnt een mel- · Spoel de ogen direct ten minste 15 mi- ®...
Pagina 300
Tanken voorbereiden ® AdBlue tanken De AdBlue ® -vulopening zit achter de tank- Raadpleeg aan het begin van dit klep naast de tankvulopening voor brand- hoofdstuk op pag. 295. stof → afb. 164 Auto op een vlakke ondergrond neer- zetten en het contact uitschakelen. 2.
Pagina 301
6. De AdBlue 4. Als de navulling niet werd herkend, con- ® -tank is vol als er geen Ad- tact uitschakelen en ca. 2 minuten ® Blue meer uit de navulfles stroomt wachten. → 5. Opnieuw alleen het contact inschake- Navulfles niet in elkaar drukken om de len gedurende ten minste 30 seconden, tank niet overvol te maken.
Pagina 302
dieke tussenpozen plaats bij hoge tempe- Benzinemotoren raturen. Om hoge temperaturen in het roet- Functie filter te verkrijgen, wordt extra diesel in de motor gespoten, die in de dieseloxidatieka- Het roetfilter (afhankelijk van de uitrusting) talysator wordt verbrand en daarmee de filtert roet uit het uitlaatgas.
Pagina 303
Daarnaast kan een tekstmelding worden Voor benzinemotoren weergegeven. Met een snelheid van ten minste 80 Er is geen motorstart mogelijk, omdat het km/h (50 mph) rijden. ® AdBlue -peil te laag is. 2. Om de wagen bij ingeschakelde ver- snelling te laten rollen, de voet enkele Wagen stilzetten.
Pagina 304
Tips om het zelf te doen Cilinderoverslag Het controlelampje knippert geel. Wagengereedschap Er is sprake van cilinderoverslag die de wa- gen kan beschadigen. Inleiding Een hiervoor gekwalificeerde specialist Bij het in veiligheid brengen van de auto bij opzoeken en de motor en het uitlaat- pech de wettelijke bepalingen van het be- systeem laten controleren.
Pagina 305
Onderdelen van het boordgereed- Wielsleutel. schap Krikslinger. Hulpstuk voor achterlichtdemontage. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 302. Krik onderhouden Voor de krik gelden over het algemeen geen De omvang van het boordgereedschap is onderhoudsintervallen. Indien noodzakelijk, afhankelijk van het land en de uitrusting. In de krik met universeel smeervet smeren.
Pagina 306
5. Functietoets kiezen en Ruitenwisserbladen schoonmaken Spiegels en wissers aantippen. Ruitenwisserarmen vóór het optillen in 6. Functietoets Ruitenwissers in servicestand de servicestand zetten. aantippen om de servicestand te acti- 2. Bij het optillen van een ruitenwisserarm, veren of deactiveren. deze alleen bij de ruitenwisserbladbe- Als de checkbox in de functietoets is geac- vestiging vastpakken.
Pagina 307
· Ruitenwisserblad van de achterruit ver- Gebruik geen schoonmaakmiddelen die vangen oplosmiddelen bevatten, harde sponzen en andere scherpe voorwerpen, omdat deze bij het schoonmaken de grafietcoa- ting van de ruitenwisserbladen kunnen beschadigen. · Maak de ruiten nooit met nagellakremo- ver, lakverdunner of iets dergelijks schoon.
Pagina 308
WAARSCHUWING Informatie over het vervangen van een gloeilampje Het op onjuiste wijze vervangen van gloei- lampjes kan ongevallen en zware verwon- Raadpleeg aan het begin van dingen veroorzaken. dit hoofdstuk op pag. 305. · Lees en neem voor alle werkzaamhe- den in de motorruimte altijd de waar- De volgende handelingen voor het vervan- schuwingsaanwijzingen in acht →...
Pagina 309
14. Na elke keer dat u een gloeilampje hebt vervangen aan de voorzijde van de auto de koplampafstellingen door een hier- voor gekwalificeerde specialist laten controleren. WAARSCHUWING Het negeren van de voor uw eigen veilig- heid belangrijke instructies kan ongeval- len en zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 310
5. Defect gloeilampje vervangen door een vergrendeling op de fitting indrukken en identiek nieuw gloeilampje. Zo nodig de het gloeilampje recht uit de fitting trek- vergrendeling op de fitting indrukken en ken. het gloeilampje recht uit de fitting trek- 5. Fitting → afb.
Pagina 311
Gloeilampje vervangen Achterlicht inbouwen Handelingen alleen in de aangegeven volg- orde uitvoeren: Fitting voorzichtig in het achterlicht plaatsen → afb. 175. 2. Fitting met de drie schroeven aan het achterlicht vastschroeven → afb. 175 3. Controleer of de fitting correct is inge- bouwd en goed vastzit.
Pagina 312
zekering is een volledig overzicht van de ze- keringsplaatsen op het moment van ter perse gaan van deze handleiding niet mo- gelijk. Informatie over details van het zeke- ringenoverzicht kunt u opvragen bij een ge- autoriseerde dealer. Meerdere elektrische verbruikers kunnen gezamenlijk via een zekering zijn beveiligd.
Pagina 313
· Zorg er tijdens het vervangen van de ze- Zekeringen in het dashboard kering voor dat het contact niet kan wor- den ingeschakeld. Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 310. LET OP Auto met links stuur: zekeringenhouder Als een zekering door een zwaardere zeke- in het dashboard openen ring wordt vervangen, kan er schade ont-...
Pagina 314
Auto met rechts stuur: zekeringenhou- Zekeringentabel voor zekeringen der in het dashboard openen in het dashboard Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 310. Afb. 179 Afdekking van de zekeringenhouder in het dashboard: Auto met rechts stuur, aan bijrijderszijde (principeafbeelding) Remelement.
Pagina 315
40 ampère, MAXI+ ® , buitenverlich- Zekeringen in de motorruimte ting rechts. ® Raadpleeg aan het begin van 40 ampère, MAXI+ , centrale ver- dit hoofdstuk op pag. 310. grendeling. ® 7,5 ampère, MINI , telefoon. ® , infotainmentsys- 20 ampère, ATO teem.
Pagina 316
Insteekplaatsen bij wagens met af fabriek Zekeringentabel voor zekeringen ingebouwde interieurvoorverwarming en - in de motorruimte ventilatie → afb. 182. ® 20 ampère, ATO , interieurvoorver- Raadpleeg aan het begin van warming. dit hoofdstuk op pag. 310. Doorgebrande zekeringen vervan- Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag.
Pagina 317
Kleurcode van de zekeringen 5. Afdekking weer plaatsen. Zekeringen (ATO ® - MINI ® - MAXI ® resp. LET OP ® MAXI+ Wanneer een zekering door een zwaardere Kleur Stroomsterkte zekering wordt vervangen, kan er schade Zwart 1 ampère op een andere plaats in de elektrische in- 3 ampère Violet stallatie ontstaan.
Pagina 318
en veiligheidsmaatregelen door en volg Starthulppunt (massa-aanslui- deze op → pag. 336. ting) · Let erop dat de stroomgevende accu dezelfde spanning (12 volt) en ongeveer Raadpleeg aan het begin van dezelfde capaciteit moet hebben als de dit hoofdstuk op pag. 315. ontladen 12 volt accu.
Pagina 319
van een exploderende 12 volt accu te ver- ting), een massief aan het motorblok minderen, het volgende in acht nemen: vastgeschroefd metalen onderdeel of · het motorblok zelf. Draag altijd een geschikte beschermen- de bril en beschermende handschoe- Startkabels alleen in de volgorde A – B – C nen en buig nooit over de 12 volt accu –...
Pagina 320
wachten tot de motor "mooi rond De auto kan met een sleepstang of een draait". sleepkabel worden afgesleept. De trans- missie wordt bij hogere snelheden en gro- Als de motor niet aanslaat, het starten na tere afstanden niet voldoende gesmeerd: 10 seconden afbreken en het na ca.
Pagina 321
ling vergrendelen. De auto kan dan niet Aanwijzingen voor het afslepen meer worden bestuurd. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen, Raadpleeg aan het begin van wat tot ongevallen en zware verwon- dit hoofdstuk op pag. 318. dingen kan leiden. Tijdens het afslepen kan op de afgesleepte ·...
Pagina 322
Afslepen WAARSCHUWING Nooit de sleepkabel of de sleepstang aan Raadpleeg aan het begin van onderdelen van de assen of het onderstel dit hoofdstuk op pag. 318. vastmaken. Deze kunnen beschadigd ra- ken wat ongevallen en zware verwondin- De sleepkabel of de sleepstang alleen aan gen tot gevolg kan hebben.
Pagina 323
· Gebruik in dat geval voor het afslepen dig en stevig in het montagegat kan een sleepkabel. worden vastgeschroefd. 5. Na het afslepen het sleepoog tegen de Bij auto's zonder af fabriek gemonteerd trek- pijlrichting in eruit draaien. haaksysteem zit het montagegat voor het 6.
Pagina 324
Controleren en bijvullen In de motorruimte Veiligheidsaanwijzingen voor werkzaamheden in de motorruim- De motorruimte van een wagen is een ge- vaarlijk gebied. Werkzaamheden aan de motor en in de motorruimte alleen zelf ver- Afb. 190 Rechts in de voorbumper: Sleep- oog erin schroeven richten, wanneer u vertrouwd bent met de noodzakelijke handelingen en de algemeen...
Pagina 325
den door een hiervoor gekwalificeerde WAARSCHUWING specialist laten uitvoeren. Het verkeerd In de motorruimte bevinden zich draaien- uitvoeren van werkzaamheden kan de delen die zware verwondingen kunnen zware verwondingen tot gevolg heb- veroorzaken. ben. · Grijp nooit in de koelluchtventilator of in ·...
Pagina 326
gekwalificeerde specialist controleren als WAARSCHUWING op de grond vlekken van bedrijfsvloeistof- Extra dempende stoffen, zoals bekledin- fen zichtbaar zijn. Weggelekte bedrijfsvloei- gen in de motorruimte, kunnen de werking stoffen vakkundig afvoeren en verwerken. van de motor storen, branden veroorza- ken en zware verwondingen tot gevolg hebben.
Pagina 327
Voorklep openen en sluiten Afb. 194 Aan de voorklep: Houder voor voor- klepsteun Afb. 191 In de linkervoetenruimte: Ontgren- Voorklep openen delingshendel voor de voorklep (principeaf- Vóór het openen van de voorklep con- beelding) troleren of de ruitenwisserarmen tegen de voorruit aan liggen → 2.
Pagina 328
Niet verder rijden! WAARSCHUWING 2. Zo nodig voorklep nogmaals optillen en Een niet goed gesloten voorklep kan tij- opnieuw sluiten. dens het rijden opengaan en het zicht naar voren blokkeren. Dit kan ongevallen De weergave is ook bij uitgeschakeld con- en zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 329
· Werk bij het gebruik van producten die rechtkomen, die verstopping van de ruiten- schadelijke dampen afgeven, altijd in sproeiers tot gevolg hebben. de buitenlucht of in een goed geventi- Voorklep openen → pag. 325. leerde omgeving. Het ruitensproeiervloeistofreservoir is ·...
Pagina 330
contact, wat effect heeft op de veroudering Het gebruik van oliesoorten en vloeistoffen van de motorolie. De juiste motorolie is be- die niet aan de vastgelegde specificaties en langrijk voor de werking en levensduur van viscositeiten voldoen, leidt soms tot: de motor.
Pagina 331
Bij bijzondere belasting van de motor moet WAARSCHUWING het motoroliepeil in het bovenste toegesta- Mocht het voorkomen dat u zelf de mo- ne gebied liggen → pag. 329, bv. bij lange torolie moet verversen, dan moet het vol- ritten op de autosnelweg in de zomer of bij gende in acht worden genomen: pasritten in het hooggebergte.
Pagina 332
Motoroliepeil in normale gebied. Mo- torolie kan tot aan de bovenste grens van dit gebied worden bijgevuld, bv. bij hoge motorbelasting → pag. 327, → pag. 329. Verder met stap 8 of 16. Motoroliepeil te laag. Eventuele mel- dingen op het display in het instrumen- tenpaneel in acht nemen resp.
Pagina 333
motor. De hulp van een specialist in- WAARSCHUWING schakelen. Motorolie kan vlam vatten als deze op he- te motoronderdelen terechtkomt. Dit kan Motoroliepeil zeer laag brand, brandwonden en andere zware verwondingen veroorzaken. Het waarschuwingslampje knippert rood. · Er wordt een melding weergegeven op het Controleer altijd of het deksel van de display in het instrumentenpaneel.
Pagina 334
· Bewaar de koelvloeistof buiten het be- Motoroliepeil te hoog reik van kinderen. Het controlelampje brandt geel. Er wordt · Zorg ervoor dat het aandeel van het een melding weergegeven op het display in juiste koelvloeistofconcentraat vol- het instrumentenpaneel. doende is voor de laagste te verwach- ten temperatuur in de omgeving waar Zodra het mogelijk en veilig is de wagen de wagen rijdt.
Pagina 335
minste 40% koelvloeistofconcentraat Koelvloeistofpeil controleren en G12evo worden gebruikt om de optimale koelvloeistof bijvullen corrosiebescherming te verkrijgen → Raadplaag op pag. 322 en WAARSCHUWING aan het begin van dit hoofdstuk op Gebrekkige bescherming tegen bevriezing pag. 332. in het koelsysteem kan tot gevolg hebben dat de motor uitvalt en kan daardoor Voorbereidingen zware verwondingen veroorzaken.
Pagina 336
— Bescherm altijd het gezicht, de han- Bij warme motor kan het koelvloeistof- den en de armen tegen hete koel- peil iets boven de bovenste markering vloeistof of damp door een grote dik- liggen. ke doek over de vuldop van het koel- 3.
Pagina 337
cialist in. Anders kan er schade aan de Als er geen remvloeistof beschikbaar is die motor ontstaan! aan de norm van de fabrikant voldoet, kan remvloeistof volgens DIN ISO 4925 CLASS · Let er bij het bijvullen van bedrijfsvloei- 6 of US-norm FMVSS 116 DOT 4 worden stoffen op dat de juiste bedrijfsvloeistof- gebruikt.
Pagina 338
· Laat regelmatig het remsysteem en het gelen en u niet over de juiste gereedschap- remvloeistofpeil controleren of de rem- pen beschikt → ! Anders alle werkzaam- vloeistof verversen! heden bij een hiervoor gekwalificeerde spe- · cialist laten uitvoeren. Zware verwondingen De bijgevulde remvloeistof moet nieuw kunnen door ondeskundig handelen wor- zijn.
Pagina 339
· Draag altijd een beschermende bril en Accuzuurstand van de 12 volt accu beschermende handschoenen. controleren · Accuzuur is zeer agressief. Als accuzuur in aanraking komt met de huid, kan Raadplaag op pag. 322 en men zware verwondingen oplopen. Als aan het begin van dit hoofdstuk accuzuur in de ogen terechtkomt, kan op pag.
Pagina 340
specialist laten controleren en zo no- kwalificeerde specialist opzoeken en de 12 dig laten vervangen. volt accu laten controleren. Zwart Accuzuurstand van de 12 volt accu is 12 volt accu laden in orde. Het laden van de 12 volt accu moet altijd De accuzuurstand van 12 volt accu's die door een hiervoor gekwalificeerde specia- met het opschrift...
Pagina 341
2. Voordat de accukabels worden losge- De 12 volt accu ontlaadt zich maakt de wagen ontgrendelen, omdat De 12 volt accu ontlaadt zich door het ge- anders een eventueel aanwezig alarm- bruik van elektrische verbruikers bij afge- systeem wordt geactiveerd. zette motor.
Pagina 342
Velgen en banden Lever de 12 volt accu altijd conform de voorschriften voor afvalverwerking in. 12 volt accu's kunnen giftige stoffen zoals Bandencontrolesystemen zwavelzuur en lood bevatten. Accuzuur kan het milieu verontreini- Inleiding gen. Vang gemorste bedrijfsvloeistof- fen op en voer deze vakkundig en milieube- wust af.
Pagina 343
· Controleer regelmatig de bandenspan- Bandencontrole ning en houd altijd de aangegeven waarde aan → pag. 350. Door een te la- Raadpleeg aan het begin van dit ge bandenspanning kan de band zo hoofdstuk op pag. 340. sterk opwarmen dat dit kan leiden tot loslaten van het loopvlak en een klap- Beschrijving van de werking band.
Pagina 344
dencontrole nog geen waarschuwing voor aantippen. een te lage bandenspanning weergeeft. Als alle vier de bandenspanningen de vereiste waarden hebben, aantip- De bandencontrole beschikt daarnaast pen. over een storingindicatie die aan het waar- schuwingslampje is gekoppeld. Bij on- Het systeem leert na ten minste 20 mi- juiste werking van de bandencontrole knip- nuten rijden en verschillende snelheden pert het waarschuwingslampje...
Pagina 345
Weergave van de bandenspanningen in Bandenspanningcontrolesysteem in- of het infotainmentsysteem uitschakelen (wagenafhankelijk) Neem de landspecifieke wettelijke bepalin- gen voor het bandenspanningcontrolesys- teem in acht. Als er een bandenset op de wagen is ge- monteerd die geen of niet bij de wagen passende wielsensoren heeft, knippert het controlelampje ongeveer 1 minuut en...
Pagina 346
aantippen. 5. Als de storing blijft bestaan, een hier- Banendaanduiding voor gekwalificeerde specialist opzoe- 6. Passende bandenmaat kiezen. ken. Bij het monteren van bandenmaten die af fabriek niet voor de wagen bestemd zijn, Storing in de bandencontrole kan de bijbehorende normbandenspanning achteraf door een hiervoor gekwalificeerde Het controlelampje knippert ongeveer een specialist worden toegevoegd.
Pagina 347
· Bij rijden met te lage bandenspanning 2. Alle banden op uitwendige beschadi- krijgt de band een grotere vervorming te gingen en binnengedrongen vreemde verwerken. Daardoor kan de band zo voorwerpen controleren. sterk opwarmen dat dit kan leiden tot 3. Bandenspanning van alle banden con- loslaten van het loopvlak en een klap- troleren →...
Pagina 348
· ing van het systeem tijdelijk worden belem- Een te hoge of te lage bandenspanning merd. verkort de levensduur van de banden en verslechtert het rijgedrag van de wa- Storingsbronnen, bv. zendontvangap- gen. paratuur, radiografische afstandsbedie- · ningen of kinderspeelgoed, uitschake- Als de band niet "plat"...
Pagina 349
voorzichtig om ongevallen en zware WAARSCHUWING verwondingen te voorkomen. Wielen kunnen door onjuist aangetrokken · Controleer regelmatig de bandenspan- of ontbrekende wielbouten losraken en ning bij de koude band en houd de op- verlies van de controle over de wagen, on- gegeven waarden aan.
Pagina 350
Wielen wisselen Ook verliezen winter- of 4-seizoenenban- den door veroudering grotendeels hun ei- Voor een gelijkmatige slijtage van alle ban- genschappen - onafhankelijk van de diepte den is het aan te raden de wielen regelma- van het nog aanwezige bandenprofiel. tig volgens het schema →...
Pagina 351
· Bij wagens met bandenspanningcon- Houd altijd rekening met de veranderde trolesysteem rijeigenschappen en rijd overeenkom- stig voorzichtig. Let er bij vervanging van de af fabriek inge- bouwde wielen van de wagen op dat de WAARSCHUWING nieuwe wielen met sensoren zijn uitgerust die compatibel zijn met het BSC →...
Pagina 352
geschikt is voor de wagen. Bewaar de — Velgmaat. schriftelijke verklaring goed en neem deze — Naam van de fabrikant of het merk. mee in de wagen. — Productiedatum (maand/jaar). — Land van herkomst. — Productienummer. Velgen en wielbouten — Grondstofchargenummer. Raadpleeg aan het begin van dit —...
Pagina 353
denspanning geldt voor een koude band. Bandenmaat De bandenspanning is bij warme banden Aanwijzing: bandenspanning bij de kou- hoger dan bij koude banden. Laat daar- de band controleren. om nooit lucht uit een warme band ont- snappen om de bandenspanning aan te Velgmaat.
Pagina 354
op het ventiel terecht komt. Anders kan banden vervangen door nieuwe ban- het bandenventiel worden beschadigd. den. · · Rijd altijd met volledig erop geschroefde Versleten banden hebben een sterk ventieldopjes. verminderde grip, met name op een nat wegdek, waardoor de wagen eerder Te lage bandenspanning verhoogt het gaat "glijden"...
Pagina 355
Of: Beschadigd wiel met bandenaf- van de hulp in van een hiervoor gekwa- dichtset afdichten en oppompen lificeerde specialist. → pag. 369. · Als er geen uitwendige schade zicht- 3. Bandenspanning controleren en aan- baar is, rijd dan langzaam en voorzichtig passen.
Pagina 356
van de wielen, bv. van voor naar achteren agressieve stoffen altijd bij de banden → pag. 341. uit de buurt. Extra bij wagens met bandenspanning- WAARSCHUWING controlesysteem Nieuwe banden moeten worden ingere- Als u de af fabriek ingebouwde wielen van den, omdat nieuwe wielen in het begin de wagen vervangt, moet u erop letten dat verminderde grip en remwerking hebben.
Pagina 357
verkoper bij de band een schriftelijke ver- wordt gereden, bijvoorbeeld bij winterban- klaring van de fabrikant afgeven, waaruit den of het noodreservewiel, mag het reser- blijkt dat het bandentype eveneens ge- vewiel alleen in geval van pech korte tijd en schikt is voor de wagen.
Pagina 358
Aanduidingen op de band (voorbeeld), betekenis Informatie voor eindverbruikers over vergelijkende waarden ten opzichte van de basis- band (gestandaardiseerde testmethode) → pag. 383: Relatieve levensverwachting van de band, gebaseerd op een VS-specifieke standaardtest. Een band met de opgave 280 slijt 2,8 keer langzamer dan de normband die een tread- wearwaarde van 100 heeft.
Pagina 359
Aanduidingen op de band (voorbeeld), betekenis Maataanduiding: Aanduiding voor personenwagen. Breedte van band van wang tot wang in mm. P 195 / 65 R 15 XL Hoogte-breedteverhouding in % Code voor radiaalband Diameter van de velgen in inches Versterkt uitgevoerde band ("Extra Load"). MAX LOAD 615 KG Amerikaanse beladingsgegevens voor de maximale belading (1235 LBS)
Pagina 360
825 kg max. 150 km/h (93 mph) 850 kg max. 160 km/h (99 mph) 875 kg max. 170 km/h (106 mph) 900 kg max. 180 km/h (112 mph) 925 kg max. 190 km/h (118 mph) 950 kg max. 200 km/h (125 mph) 975 kg max.
Pagina 361
Let erop dat de haak van de wielsleutel in het gat van de houder zit → afb. 209 (deelvergroting). De ingehaakte wiel- sleutel mag niet naar achteren eruit te trekken zijn. 3. Wielsleutel met beide handen vastpak- ken. 4. Wielsleutel samen met de reservewiel- houder optillen en wielsleutel naar links leiden.
Pagina 362
leerd, ten minste eenmaal per maand. Het Bevestig zo mogelijk het reservewiel, reservewiel krijgt de hoogste bandenspan- het noodreservewiel of het verwissel- ning die voor de wagen is aangegeven de wiel veilig in de reservewielhouder onder → pag. 350. de wagen. Afhankelijk van de uitrusting kunnen WAARSCHUWING sommige wagens af fabriek met een...
Pagina 363
· een snelheidswaarschuwing ingesteld wor- Overschrijd nooit het maximale draag- den. vermogen van de gemonteerde winter- banden. Bij V-winterbanden hangen de snelheids- · Pas uw snelheid en rijstijl aan het zicht, beperking en de vereiste bandenspanning het weer en het wegdek en de verkeers- van het motortype af.
Pagina 364
Tourneo Connect Soort te gebruiken sneeuwket- Bandenmaat Velg tingen 205/65 R15 99H XL 6,0Jx15 ET47 Alleen sneeuwkettingen met platte schakels gebruiken die niet 205/60 R16 96H XL 6,5Jx16 ET48 dikker zijn dan ca. 13,5 mm (17/32 215/55 R17 98H XL 6,5Jx17 ET49 inch).
Pagina 365
Wieldoppen Wieldop Naafdop Wagens met lostrekbare naafdop Afb. 211 Wieldop eraf trekken De wieldop dient ter bescherming van de wielbouten en moet weer worden aange- Afb. 210 Naafdop lostrekken bracht nadat u een wiel heeft verwisseld. De naafdop dient ter bescherming van de Wieldop eraf trekken wielbouten en moet weer worden aange- Wielsleutel en haak uit het wagenge-...
Pagina 366
brengen van wieldoppen. Onvoldoende 2. Lostrekhaak door de opening in de dop ventilatie van het remsysteem kan een steken → afb. 212 en dop in pijlrichting aanzienlijk langere remweg tot gevolg eraf trekken. hebben. Aanbrengen: LET OP Dop tot de aanslag op de wielbouten zetten.
Pagina 367
· Zorg ervoor dat de ondergrond vlak en 5. Schakeltransmissie: versnelling inscha- stevig is. Gebruik zo nodig een grote, kelen. stabiele plaat onder de krik. 6. Alle inzittenden laten uitstappen en · Verwissel het wiel alleen dan zelf als zichzelf weg van het verkeer in veilig- u vertrouwd bent met de noodzakelijke heid laten brengen.
Pagina 368
Antidiefstalwielbout losdraaien Wielbouten Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 364. Wielbouten losdraaien Afb. 214 Wiel verwisselen: Bandenventiel en inbouwplaatsen van de antidiefstalwiel- bout Adapter voor de antidiefstalwielbout uit het wagengereedschap nemen. 2. Adapter tot de aanslag in de antidief- stalwielbout schuiven →...
Pagina 369
WAARSCHUWING Wagen met de krik omhoogbren- Onjuist aangetrokken wielbouten kunnen tijdens het rijden loskomen en ongevallen Raadpleeg aan het begin van dit en zware verwondingen veroorzaken en hoofdstuk op pag. 364. tevens kunt u de controle over de wagen verliezen. Steunpunten ·...
Pagina 370
om de rand onder de wagen grijpt afb. 217. → 11. Wagenkrik verder omhoogdraaien tot het wiel net vrij van de grond is. WAARSCHUWING Onjuist gebruik van de krik kan tot gevolg kan hebben dat de wagen van de krik af glijdt en zware verwondingen veroorzaakt.
Pagina 371
4. Alle andere wielbouten rechtsom erin WAARSCHUWING draaien en licht vastdraaien. Het negeren van de voor uw eigen veilig- 5. Wagen met de krik op de grond laten heid belangrijke checklist kan ongevallen zakken. en zware verwondingen veroorzaken. 6. Alle wielbouten met de wielsleutel ste- ·...
Pagina 372
· voorwerp, bv. een schroef of een spijker, Zorg ervoor dat de ondergrond vlak en mag niet uit de band worden verwijderd! stevig is. · Alle passagiers en in het bijzonder kin- Nadat de band met het afdichtmiddel is deren moeten zich altijd op een veilige gevuld, moet de bandenspanning ongeveer afstand en buiten het werkgebied be- 10 minuten nadat u weer gaat rijden, beslist...
Pagina 373
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwij- zing van de fabrikant van de bande- nafdichtset. Onderdelen van de bandenaf- dichtset Raadpleeg aan het begin van dit hoofdstuk op pag. 369. Afb. 220 Principeafbeelding: Luchtcom- pressor van de bandenafdichtset De compressor van de bandenafdichtset bestaat uit de volgende onderdelen: 12 volt kabelstekker.
Pagina 374
3. Automatische transmissie: keuzehendel draaien en op een schone ondergrond in stand P zetten. leggen. 4. Motor afzetten en wagensleutel uit het 3. Flesje met bandenafdichtmiddel → afb. contactslot trekken. enkele malen goed schudden. 5. Schakeltransmissie: versnelling inscha- 4. Vulslang → afb.
Pagina 375
· 10. Bandenvulslang van de luchtcompres- Leg de hete bandenvulslang en de hete sor opnieuw stevig op het bandenven- luchtcompressor niet op brandbare tiel draaien en het oppompen herhalen. materialen. · 11. Als ook nu de vereiste bandenspanning Laat het apparaat eerst goed afkoelen, niet wordt bereikt, is de band te ernstig voordat u het opbergt.
Pagina 376
Onderhoud Onderhoudsmiddelen Bij vragen over onderhoudsproducten of niet-genoemde wagenonderdelen kunt Verzorging van de wagen u contact opnemen met een hiervoor ge- kwalificeerde specialist. Geschikte acces- Aanwijzingen voor de verzorging soires zijn verkrijgbaar bij een hiervoor ge- van de wagen kwalificeerde specialist. Let op de gebruiks- aanwijzingen op de verpakking.
Pagina 377
Om uw wagen op juiste en deskundige wij- LET OP ze te wassen, de volgende informatie in Wasinstallaties die contouren mechanisch acht nemen. aftasten, kunnen de wagen beschadigen. WAARSCHUWING Hogedrukreiniger Na een wasbeurt kan de remwerking ver- — Nooit roterende sproeikoppen gebruiken! traagd verlopen en de remweg langer Aanwijzingen van de fabrikant in acht ne- worden.
Pagina 378
— Ruitenwisserbladen schoonmaken of zo LET OP nodig vervangen. → pag. 303. De afvoeren van de waterkast kunnen door bladeren en vuil verstopt raken. Als het wa- Sensoren en cameralenzen ter niet wegloopt, kan het in het interieur Op de inbouwplaatsen van de onderdelen terechtkomen.
Pagina 379
Sierfolies, beschermfolies ken. Wij adviseren u de velgen elke drie maanden met een geschikte vaste was in — Verontreinigingen zoals bij Lak verwijde- te wrijven. ren. Voor matte sierfolies een geschikt — Beschadigingen aan de beschermende reinigingsmiddel voor kunststof gebrui- laklaag direct met een lakstift herstellen.
Pagina 380
— Ingedroogde vlekken met een geschikte Interieur verzorgen en schoonma- leerreiniger behandelen. — Bij verontreinigingen op vetbasis, bv. bij olie, de nieuwe vlekken met een goed ab- — Gebruik voor het schoonmaken in geen sorberende doek verwijderen. geval een stoomreiniger, borstels, harde sponzen enz.
Pagina 381
Displays en beeldschermen om een tekortkoming van de bekleding. In de zitkussens kunnen onderdelen van het Display in het instrumentenpaneel en airbagsysteem en stekkers zijn ingebouwd. beeldscherm van het infotainmentsysteem Beschadiging, onjuiste reiniging en behan- niet droog schoonmaken. deling of nat worden van de zittingen en Infotainmentsysteem tijdens het rugleuningen kunnen behalve schade aan schoonmaken tijdelijk uitschakelen.
Pagina 382
— Bij sommige wagenuitvoeringen kan het wordt verschroot bij de overdracht van de Ford-embleem het zicht van de radar- wagen aan het uitvoerende demontagebe- sensor aan de voorzijde belemmeren. drijf worden overhandigd. Op deze manier...
Pagina 383
Andere wijzigingen kunnen de · Gebruik alleen velg-bandcombinaties door de sensoren gemeten krachten ver- die door Ford voor het model zijn goed- minderen en het activeren van de airbag gekeurd. voorkomen als deze geactiveerd zou moe- ten worden.
Pagina 384
Mobiele zendontvangapparaten WAARSCHUWING in de wagen Bij gebruik van een mobiele telefoon resp. zendontvangapparatuur zonder aanslui- Elektromagnetische straling ting op een buitenantenne kunnen in de Bij het gebruik van een mobiele telefoon of wagen de grenswaarden voor elektro- mobiel zendontvangapparaat zonder aan- magnetische straling worden overschre- sluiting op de buitenantenne wordt de den, waardoor de gezondheid van be-...
Pagina 385
Klantinformatie Vloeistoffen in de klimaatre- geling Stickers en plaatjes Koelmedium in de klimaatregeling De sticker in de motorruimte geeft informa- Af fabriek zitten in de motorruimte en op tie over de soort en hoeveelheid gebruikt sommige wagenonderdelen stickers en koelmedium in de klimaatregeling van de plaatjes met belangrijke informatie voor het wagen.
Pagina 386
Voor meer informatie over de REACH-ver- ordening, zoekt u op de Ford-website van uw land naar REACH. Componentenbescherming Om de Ford-website voor uw land te vin- den, gaat u naar: Sommige elektronische onderdelen en https://corporate.ford.com/operations/loca- regelapparaten zijn af fabriek met een tions/global-links.html...
Pagina 387
— Meer informatie over het voorkomen van Approval symbols for radio sys- afval, de terugname en de recycling is te tems in England, Wales and Scot- verkrijgen bij een geautoriseerde dealer land (expected introduction in of op: 2021). https://corporate.ford.com/operations/loca- Importer: tions/global-links.html Ford Motor Company Limited Productrecycling...
Pagina 388
De broncode van bepaalde opensource- softwarecomponenten kan bij de fabrikant van de wagen worden opgevraagd. De fa-...
Pagina 389
імпортер deze zendontvanginstallaties aan de rele- Winner Imports Ukraine vante wettelijke eisen voldoen. Official Importer of Ford in Ukraine De volledige tekst van de conformiteitsver- Kapitanovka, 5-A, klaringen is op het volgende internetadres beschikbaar: Dachnaya Str.
Pagina 390
Koppeling met de buitenantenne Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- LTE Compenser LTE-MBC-EU2 LTE-MBC-EU2 Transceivermodule CM01TN-VWW CM01TN-VWW Transceivermodule CM01TN-VWW additi- onal model names: CM01XN-VWE Antennes Onderdeel Aanduiding /...
Pagina 393
Radiografische afstandsbediening (interieurvoorverwarming) Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Handzender interieur- Sender STH VW D - voorverwarming 50001194 Handzender interieur- Sender STH MAN C - voorverwarming 50001209 Handzender interieur-...
Pagina 394
Infotainmentsystemen Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- MIB3 EI MIB3E_MQB37w_BT Panasonic MIB3E_MQB37w_BT MIB3 OI EU1 MQB MIB3 OI MIB3 OI MIB3 OI EU1 MQB MIB3 OI MIB3 OI MIB3 OI EU2 MQB...
Pagina 395
Draadloze gordelcontrole Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- wSBR F-SG (wireless wSBR F-SG (wireless wSBR F-SG (wireless Seat Belt Reminder re- Seat Belt Reminder - Seat Belt Reminder - gelapparaat voertuig- car unit)
Pagina 396
Instrumentenpaneel/elektronische wegrijblokkering Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Instrumentenpaneel VW MQBAB2020 In- Medium 5c analoog medium strument Cluster and Immobilizer System Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- 17101055 lowline ted in dashboard mo-...
Pagina 397
Onderdeel Aanduiding / Aanduiding / Fre- Fabri- Product Type De- Product Type De- quen- kant signation signation EU/UK Oekraïne + zend- vermo- Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- analoog medium ted in dashboard mo- dule instrument clus- ter / Wegfahrsperre im Schalttafeleinsatz Kombi-Instrument" Instrumentenpaneel "Immobilizer integra- 18100931...
Pagina 404
Fre- Frequentieband Maximaal zendvermogen quen- WCDMA band 1: 1920 MHz – 1980 MHz WCDMA band 1: 22,47 dBm WCDMA band 3: 1710 MHz – 1785 MHz WCDMA band 3: 22,81 dBm WCDMA band 8: 880 MHz – 915 MHz WCDMA band 8: 23,31 dBm LTE band 1: 1920 MHz –...
Pagina 405
Fabrikant Fabrikantnaam Adres van de fabrikant DESAY SV Automotive Fabrikant/Manufacturer: Huizhou Desay SV Automotive Co., Ltd. NO. 103 Hechang 5th Road West, Zhongkai National Hi-tech Industrial Develop- ment Zone, Huizhou, Guangdong 516006 P.R. China importeur/Importer: Desay SV Automotive Europe GmbH In der Buttergrube 3-7 99428 Weimar- Legefeld Duitsland...
Pagina 406
Fabrikant Fabrikantnaam Adres van de fabrikant LG ELECTRONICS INC Fabrikant/Manufacturer: LG ELECTRONICS INC. 10, Magokjungang 10-ro, Gangseo-gu, Seoul, Republic of Korea importeur/Importer: LG Electronics European Shared Ser- vice Center B.V. Krijgsman1, 1186 DM Amstelveen, The Netherlands Intellic Fernitzer Straße 5, 8071 Hausmann- stätten Oostenrijk Aptiv...
Pagina 407
Conformiteitsverklaring voor Goedkeuringsmerkteken voor zen- dontvanginstallaties in Australië of zendontvanginstallaties in in Australië en Nieuw-Zeeland. landen buiten de Europese Typegoedkeuringsmerkteken Unie (EU) voor Nieuw-Zeeland. Typegoedkeuringsmerkteken voor Rusland en landen die zendontvan- ginstallaties volgens de EAC-richtlij- nen goedkeuren en toelaten. Typegoedkeuringsmerkteken voor Vietnam.
Pagina 408
— Car-Net Security en Service. Algerije 31.AF/528/DT/DG/ARPT/18. — Radiografische afstandsbediening (inte- rieurvoorverwarming). Agréé par l’ ARPT: — Sleutel met radiografische afstandsbe- 1910/1-36.DA/617/DT/DG/ARPT/18 diening (auto). Agréé par l’ ARPCE: — Infotainmentsysteem. 13/1-88.DA/1419/DT/DG/ARPCE/18, — Draadloze gordelcontrole. 18/1-88.DA/1424/DT/DG/ARPCE/18, — Draadloze laadfunctie. 22/1-88.DA/1428/DT/DG/ARPCE/18, 1146/1-17.MS/603/DT/DG/ARPCE/19, —...
Pagina 418
2AOUZ17101001, 2AOUZ17101002, This device complies with FCC radiation ex- 2AOUZ17101010, 2AOUZ17101022, posure limits set forth for an uncontrolled 2AOUZ17101023, 2AOUZ17101031, environment and meets the FCC radio fre- 2AOUZ17101032, 2AOUZ17101033, quency (RF) Exposure Guidelines. This 2AOUZ17101034, 2AOUZ17101041, transmitter must not be colocated or ope- 2AOUZ17101042, 2AOUZ17101043, rating in conjunction with any other anten- 2AOUZ17101051, 2AOUZ17101052,...
Pagina 419
— Consult the dealer or an experienced ra- Verenigde Arabische Emiraten dio/TV technician for help. TRA, REGISTERED No_DEALER No ER0109760/13_DA0043253/10, Oekraïne ER0126849/14_DA0127935/14, Meer aanwijzingen voor zendontvanginstal- ER34947/14_DA0043252/10, laties → pag. 387. ER35423/14_DA35176/14, BSD 3.0, LCA 2.0, RS4 (Radargeräte): ER37807/15_DA38660/15, ER450/20, Hella GmbH &...
Pagina 421
Technische gegevens Gegevens over aanhangwagengewich- ten en kogeldruk De gegevens over het aanhangwagenge- Aanwijzingen bij de techni- wicht en de kogeldruk op het typeplaatje van het trekhaaksysteem zijn slechts test- sche gegevens waarden van het trekhaaksysteem. De voertuigspecifieke waarden die vaak onder Voor zover niet anders aangegeven of af- deze waarden liggen, zijn in de autopapie- zonderlijk vermeld, gelden de technische...
Pagina 422
dit aanzienlijke schade aan de auto tot ge- Typeplaatje volg hebben. · Het aangegeven aanhangwagengewicht en het aangegeven treingewicht nooit overschrijden. Chassisnummer Afb. 228 In het voorportier op de B-stijl: Ty- peplaatje (principeafbeelding) Het typeplaatje bevat de volgende gege- vens: Fabrikant.
Pagina 423
Veiligheidscertificaat Afhankelijk van het land kan er een veilig- heidscertificaat op de portierstijl van het bestuurdersportier zijn aangebracht. Op het veiligheidscertificaat staat de vol- gende informatie: — Model. — Fabrikant. — Productiedatum. — Productieland — Chassisnummer Afb. 229 Principeafbeelding: Veiligheidscer- tificaat Afmetingen Afb.
Pagina 424
Legenda bij afb. 230: Tourneo Con- Tourneo Con- nect L1 nect L2 Breedte zonder buitenspiegels 1855 1855 Breedte van buitenspiegel tot bui- 2100 2100 tenspiegel Hoogte in onbeladen toestand 1798 – 1817 1800 – 1820 Hoogte met antennevoet in onbe- 1833 –...
Pagina 425
Benzinemotoren 1,5 l, 4-cilinder EcoBoost, 84 kW Motoroverzicht Vermogen 84 bij 4500 – 6000/min Motorcode (MC) DPBC Maximaal koppel 220 bij 1750 – 3000/min Transmissie Topsnelheid Tourneo Connect L1 km/h Tourneo Connect L2 Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen Transmissie 1542 –...
Pagina 427
Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen 1610 – 1728 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2220 – 2350 Toegestane voorasbelasting 1130 Toegestane achterasbelasting 1130 – 1270 Het exacte gewicht vindt u op het typeplaatje → pag. 420 resp. het veiligheidscertificaat → pag. 421 van de auto.
Pagina 428
2,0 l, 4-cilinder EcoBlue, 75 kW, dieselmotor Motoroverzicht Vermogen 75 bij 2750 – 4250/min Motorcode (MC) DTRE Maximaal koppel 280 bij 1500 – 2500/min Transmissie Topsnelheid Tourneo Connect L1 km/h Tourneo Connect L2 Tourneo Connect L1: gewichtsgegevens en asbelastingen 1610 – 1727 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2220 –...
Pagina 429
Maximaal toegestane kogeld- Draagvermogen voor bagagedragers → pag. 287, Montage van een bagagedrager resp. fietsdrager op de trekhaak Energieverbruik (Off-Vehicle Charging) Europese richtlijn 1999/94/EG brandstofverbruik (verbrandingsmotor Het brandstof-/energieverbruik, de CO2- en niet Off-Vehicle Charging) en CO2- uitstoot en het elektrisch bereik van een emissies auto zijn niet alleen afhankelijk van het effi- De WLTP-gegevens over brandstof-/ener-...
Pagina 430
Tourneo Connect L1: aanhangwagenge- wichten Aanhangwagengewicht ge- 1400 – 1500 remd, hellingen tot 12% Aanhangwagengewicht onge- remd Maximaal toegestaan treinge- 3720 – 3750 wicht Maximaal toegestane kogeld- Draagvermogen voor bagagedragers → pag. 287, Montage van een bagagedrager resp. fietsdrager op de trekhaak Tourneo Connect L2: gewichtsgegevens en asbelastingen 1678 –...
Pagina 431
Brandstofverbruikswaarden Laag Gemiddeld Hoog Extra hoog Gecombi- CO2-emis- neerd sies l/100 km l/100 km l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) (mpg) (mpg) 7 – 5,9 5,7 – 4,5 5,7 – 4,1 6,2 – 5,1 5,7 – 4,8 126 –...
Pagina 432
1682 – 1934 1709 – 1960 Leeggewicht Maximaal toegestaan gewicht 2300 – 2450 2300 – 2450 Toegestane voorasbelasting 1180 1220 Toegestane achterasbelasting 1160 – 1280 1150 – 1280 Het exacte gewicht vindt u op het typeplaatje → pag. 420 resp. het veiligheidscertificaat → pag. 421 van de auto.
Pagina 433
Afkortingsoverzicht Afkorting Betekenis A2DP Advanced Audio Distribution Profile: fabrikantoverstijgende techniek voor de overdracht van audiosignalen via Bluetooth®. Advanced Audio Coding: formaat voor het comprimeren van audiobestan- den. Antiblokkeersysteem. ALAC Apple Lossless Audio Codec: formaat voor het comprimeren van audiobe- standen. Amplitudemodulatie: middengolf.
Pagina 434
Afkorting Betekenis Near Field Communication: Standaard voor dataoverdracht over korte af- stand middels NFC-techniek. OPUS Formaat voor het comprimeren van audiobestanden. PBAP Phone Book Access Profile: fabrikantoverstijgende techniek voor overdracht van de telefoonboekvermeldingen van de mobiele telefoon. Persoonlijk identificatienummer (pincode). Point of Interest: interessante plaats.
Pagina 435
Trefwoordenlijst Getallen en symbolen Laden Massa-aansluiting voor start- 4-seizoenenbanden hulp Ontlaadt zich Starthulp Aan- en opbouwdelen Vervangen Aanhangwagen Voorbereidende handelingen Aanhangwagengewicht Achterklep Aanhangwagenstabilisator Handmatig openen en sluiten Achterlichten Met geopende klep rijden Afneembare trekhaak Achterlichten Alarmsysteem Verzorgen en schoonmaken Beladen Achterruitverwarming Breekkabel Zie: Klimaatregeling...
Pagina 436
De eigen auto Asymmetrische banden Schakeltransmissie Auteursrecht Sleepkabel Auto StartStop Sleepoog achter Bij aanhangwagengebruik Sleepoog vóór Controlelampje Sleepstang Auto-holdfunctie Transmissie Automatic Emergency Braking Afspeelvolume aanpassen Acute waarschuwing Afstandsbediening Afstandswaarschuwing Zie: Radiografische afstandsbedie- Bedienen ning Camera Afvalverwerking Fietserherkenning Afvoer In- en uitschakelen Gordelspanners Pedestrian Detection Airbagsysteem...
Pagina 437
Controle na tien minuten Bijrijdersvoorairbag Buiten werking stellen met sleutelscha- Niet te gebruiken bij kelaar Onderdelen Zie: Airbagsysteem Voorbereidende handelingen Bijvullen Bandencontrole Veiligheidsaanwijzingen Banden vervangen 348, 353 Bijzonderheden Bandencontrolesysteem Afslepen Bandencontrole Componentenbescherming Bandenspanningcontrolesys- teem Infotainmentsysteem Controlelampje 344, 345 Rijden met een aanhangwagen Storing 344, 345 Binnenspiegel...
Pagina 438
Bandencontrolesysteem 344, 345 Bestuurdersportier Camera Centrale vergrendeling Camera's Elektromechanische rembekrachti- Aanbouwdelen Beschadiging Reparaties Overzicht Cameralenzen Remhulpsystemen Verzorgen en schoonmaken Schakelen Centraal openen Stuurkolomvergrendeling Ruiten Veiligheidsgordels Centrale vergrendeling Controlelampjesoverzicht Knop voor centraal openen en slui- Controles bij het tanken Checklist Ruiten Cross Traffic Alert SAFE-vergrendeling Bedienen...
Pagina 440
Bandenspanningcontrolesys- teem Geautoriseerde dealer Blind Spot Assist Gebruiksaanwijzingen Cruise Control Geluiden Driver Alert Motor Eco-assistent Remhulpsystemen Elektronisch sperdifferentieel Gemiddeld brandstofverbruik (EDS) Gereedschap Elektronische remkrachtverdeling Zie: Wagengereedschap (EBV) Gevarendriehoek Elektronische stabiliteitscontrole Gewicht (ESC) Toelichtingen op de gegevens Hill Start Assist Gewichtsgegevens 423, 425–429 Lane-Keeping System Glazen oppervlakken...
Pagina 441
Bereik radiografische afstandsbedie- Inleiding ning Instellingen Functie Klankinstellingen Inschakelen 132, 133 Mediafunctie Probleemoplossingen Menu Wageninstellingen Programmeren Menu's aanpassen Radiografische afstandsbedie- Navigatie ning Personaliseren Werkingstijd Radiofunctie Internetverbinding Schoonmaken Dataverbinding tot stand bren- Spraakbediening Startscherm Wificlient Systeeminstellingen Isofix Tegels Zie: Kinderzitje Telefooninterface Tijd en datum Veiligheidsaanwijzingen Keuzehendelstand...
Pagina 442
Stoelverwarming Launch Control Stuurwielverwarming Leaving-homefunctie Temperatuur instellen Leeslampje Uitschakelen Licenties Ventilator Licht Voorruitverwarming 125, 129 AUTO Klok Automatische grootlichtregeling Automatische uitschakeling van stads- Knipperlichten in- en uitschakelen of parkeerlicht Knoopcel Binnenverlichting 116, 117 In de autosleutel Coming home Zie: Radiografische afstandsbedie- ning Dagrijverlichting Dynamische lichtbundelhoogteverstel-...
Pagina 443
Microvezelstof Verversen Verzorgen en schoonmaken Vulopening Middenarmsteun Motorruimte Milieubewust rijden Motorolie Mobiele apps Veiligheidsaanwijzingen Android Auto Verzorgen en schoonmaken Apple CarPlay Voorbereidende handelingen Apps Waterkast Draadloos Motortoerental Instellingen Zie: Toerenteller Symbolen Multi Collision Brake Wireless Zie: Vervolgongevalreductiesys- teem Mobiele apps Wireless Multifunctie-indicatie Mobiele onlinediensten Multifunctiestuurwiel...
Pagina 444
Verkeersopstoppingen Middenconsole Navigatieaanwijzingen Vooraanzicht Waarschuwings- en controlelamp- Zie: Digitaal instrumentenpaneel Nieuwe banden 347, 353 Wagen Nieuwe motor Noodgeval Alarmlichten Parkeerlicht Bij pech Parkeerlicht in- en uitschakelen Checklist Parkeerrem Uzelf en de wagen in veiligheid bren- Auto-holdfunctie Probleemoplossingen Noodgevalassistent Parkeerruimte zoeken Displayweergaven Parkeersensoren In- en uitschakelen...
Pagina 445
Aanhangwagenknipperlicht Noodoproepsysteem eCall Aanwijzingen voor het rijden Noodprogramma Accu (12 volt) controlelampje Noodstartfunctie Accu (12 volt) waarschuwingslamp- Nooduitschakeling Oververhitting van de motor Accu (12 volt): ladingstoestand Parkeersystemen slecht Regen-lichtsensor 112, 120 Achterklep beweegt stroef Rem: remvloeistofpeil te laag Adaptieve Cruise Control Remhulpsystemen Adaptieve Cruise Control met Lane Remsysteem...
Pagina 446
Radio-ontvangst Richtingaanduidingen Antennes Rijden Radiofunctie Met automatische transmissie Radiografische afstandsbediening Met een aanhangwagen Gebruiken Milieubewust Knoopcel Op hellingen stoppen Recycling Op hellingen wegrijden Airbagsysteem Rijden over ondergelopen wegen Elektronische apparaten Voorbereidingen voor het rijden Oude batterijen Zuinig Oude wagen Rijden door water Recycling van oude wagens Rijden in het buitenland Regen-lichtsensor...
Pagina 447
Sneeuw verwijderen Schade aan de band Sneeuwkettingen Schakeladvies Noodreservewiel Zie: Digitaal instrumentenpaneel Reservewiel met vouwband Schakelbak Snelheden Schakelen 152, 153 Snelheidscode Automatische transmissie Snelheidswaarschuwing Met automatische transmissie Snelheidswaarschuwing voor winter- Schakeladvies banden Schakeltransmissie Zie: Digitaal instrumentenpaneel Versnelling inschakelen Sneltoetsen Versnelling inschakelen (schakeltrans- Specialist missie) Speed Limiter...
Pagina 448
Stoelen Inbouwen Tanken Naderhand inbouwen Analoge brandstofmeter Uitbouwen Brandstofmeter Stoelen met airbagonderdelen Digitale brandstofmeter Verzorgen en schoonmaken Tankinhoud Stoelfuncties Zie: Vulhoeveelheden Stoelverwarming Tassenhaken Zie: Klimaatregeling Stopcontacten In- en uitschakelen 12 volt Zie: Remhulpsystemen 211, 212 230 volt Technische gegevens Storing Aanhangwagengewicht Automatische transmissie Afmetingen...
Pagina 449
Voorschriften Voorspannen Temperatuurmeter Zie: Rijden met aanhangwagen Koelvloeistof Trekhaaksysteem Temperatuurweergave Fietsdrager monteren Zie: Digitaal instrumentenpaneel Monteren Textiel Naderhand inbouwen Verzorgen en schoonmaken Verwijderen Tijd en datum instellen Tweede zitrij 101–103 Tijd instellen Hoofdsteun inbouwen Tips om het zelf te doen Hoofdsteun uitbouwen Tire Mobility Set Zitplaats inbouwen...
Pagina 450
4-seizoenenbanden Vervangend wiel Aanduiding Zie: Noodreservewiel Aanduiding op banden Zie: Reservewiel All-terrainbanden Vervanging van onderdelen Asymmetrische banden Vervolgongevalreductiesysteem (Multi Collision Brake) Banden opslaan Verzorging van de auto Banden vervangen 348, 353 Bedieningselementen Bandenslijtage Binnenzijde Bandenspanning Displays en beeldschermen Bandentype Elektrisch verstelbare stoelen Beschadigingen voorkomen Kunststof onderdelen Binnengedrongen vreemde voorwer-...
Pagina 451
Externe audiobronnen vastleg- Stuurkolomvergrendeling Waarschuwingslampjesoverzicht Vóór het eerste gebruik Wagen Voorairbags In veiligheid brengen bij pech Zie: Airbagsysteem Recycling Voorbereidende handelingen Terugname Accu (12 volt) Wagen omhoogbrengen Bandenafdichtset Krik Gloeilampjes vervangen Wagen opkrikken In de motorruimte werken Checklist Koelvloeistof bijvullen Wagen wassen Koelvloeistofpeil controleren Automatische wasinstallaties...
Pagina 452
Stand van het stuurwiel verstel- Wifihotspot Extern wifi-apparaat Stoelverwarming Wifiverbinding Tweede zitrij 101, 102 Externe audiobron verbinden Zithouding Wijzigingen aan de wagen Zittingen met stoelverwarming Stickers Verzorgen en schoonmaken Winterbanden Zonnekleppen Snelheidsbegrenzing Zuinig rijden Vierwielaandrijving Winterse omstandigheden Sneeuwkettingen Verzorging van de wagen Winterbanden Zekeringen Doorgebrande zekering herken-...