Zodra de transmissie naar het handmatige
programma is omgeschakeld, wordt dit op
het display in het instrumentenpaneel met
M weergegeven.
Als de motor wordt afgezet terwijl de trans-
missie in het handmatige programma
staat, schakelt de transmissie de parkeer-
vergrendeling P in. De wagen is vastgezet
tegen wegrollen.
Automatische transmissie met de ped-
dels bedienen
— Rechterpeddel naar het stuurwiel trekken
om op te schakelen →
— Linkerpeddel naar het stuurwiel trekken
om terug te schakelen.
— Linkerpeddel naar het stuurwiel trekken
en vasthouden om de laagste versnelling
in te schakelen. De rijstandindicatie wis-
selt hierbij naar D.
Verlaten van het handmatige schakelpro-
gramma:
— Automatisch na 5 seconden, als het
handmatige programma vanuit de rijst-
and D werd ingeschakeld.
— Of: Keuzehendel naar achteren drukken
en weer loslaten om de rijstand D in te
schakelen.
— Of: Rechterpeddel ca. 3 seconden lang
naar het stuurwiel trekken en weer losla-
ten.
LET OP
Bij het accelereren schakelt de transmissie
automatisch, kort voordat het maximaal
toelaatbare motortoerental wordt bereikt,
in de volgende hogere versnelling.
LET OP
Bij het handmatig terugschakelen schakelt
de transmissie pas terug als de motor niet
meer een te hoog toerental kan draaien.
Rijden met automatische trans-
missie
De vooruitversnellingen worden automa-
tisch op- en teruggeschakeld.
156
Rijden
Rijden op afdalingen
Hoe steiler de afdaling is, des te lager moet
u de versnelling kiezen. Lagere versnellin-
gen verhogen de remwerking van de motor.
Wagen nooit in de neutrale stand N van
bergen of heuvels omlaag laten rollen.
1.
2. Met de peddels aan het stuurwiel te-
Bergopwaarts stoppen en wegrijden
Hoe steiler de helling is, des te lager moet
de versnelling worden gekozen.
afb.
105.
Als u bergop met draaiende motor stopt of
wegrijdt, moet de Auto-Hold-functie wor-
den gebruikt → pag. 191.
Rijden in de vrijloopfunctie bij automa-
tische transmissie
In de vrijloopfunctie wordt de vaart van de
wagen gebruikt om middels een anticipe-
rende rijstijl brandstof te besparen. De mo-
tor remt de wagen niet meer af - de wagen
kan een langere afstand uitrollen. De func-
tie is alleen in de keuzehendelstand D en bij
niet-ingetrapt gaspedaal beschikbaar.
Bij uitrollen zonder te remmen start de mo-
tor weer vanzelf bij "kruipsnelheid".
Om een veilige herstart van de motor en
een gegarandeerde voeding van de elektri-
sche installatie te waarborgen, kan de mo-
tor automatisch worden gestart.
Vrijloopfunctie activeren
1.
Vrijloopfunctie annuleren
1.
Kickdown
Met de kickdownfunctie is een maximale
acceleratie in keuzehendelstand D, S of in
het handmatige schakelprogramma moge-
lijk.
Snelheid verminderen.
rugschakelen → pag. 155.
Voet van het gaspedaal nemen. De mo-
tor wordt losgekoppeld en draait statio-
nair. De wagen rolt zonder remwerking
van de motor.
Rempedaal intrappen.
Of: Gaspedaal kort intrappen.
Of: Een peddel naar het stuurwiel trek-
ken.