Advertenties
2. Hendel vanuit de middenstand naar vo-
ren drukken →
afb.
83.
Grootlicht uitschakelen
1.
Hendel vanuit de middenstand naar
achteren trekken →
Grootlichtsignaal in- en uitschakelen
1.
Hendel vanuit de middenstand naar
achteren trekken en vasthouden →
83.
Om uit te schakelen de hendel loslaten.
Grootlichtassistent
Afhankelijk van de uitrusting kan een dyna-
mische grootlichtassistent beschikbaar zijn
→ pag. 113.
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van het grootlicht kan on-
gevallen en zware verwondingen veroor-
zaken, omdat het grootlicht andere ver-
keersdeelnemers kan afleiden en verblin-
den.
Automatische grootlichtregeling
De automatische grootlichtregeling dimt
automatisch als tegemoetkomende of voor
u rijdende voertuigen worden herkend. Bo-
vendien herkent de automatische groot-
lichtregeling doorgaans verlichte gebieden
en deactiveert het grootlicht tijdens het rij-
den door bijvoorbeeld de bebouwde kom.
Het grootlicht wordt binnen de systeem-
grenzen afhankelijk van de omgevings- en
verkeersomstandigheden en de rijsnelheid
automatisch in- of uitgeschakeld →
Als de betreffende uitrusting aanwezig is,
kan de automatische grootlichtregeling in
de wageninstellingen in het infotainment-
systeem worden geactiveerd en gedeacti-
veerd → pag. 34.
Automatische grootlichtregeling in-
schakelen
1.
Contact en automatische aansturing
van de rijverlichting
2. Richtingaanwijzer- en grootlichthendel
vanuit de basisstand naar voren tippen.
afb.
83.
afb.
.
inschakelen.
Bij ingeschakelde automatische grootlicht-
regeling brandt het controlelampje
het display in het instrumentenpaneel. Als
de automatische grootlichtregeling actief
is, brandt ook het blauwe controlelampje
voor grootlicht in het instrumentenpaneel.
Automatische grootlichtregeling uit-
schakelen
1.
Automatische aansturing van de rijver-
lichting
uitschakelen.
Of: Automatische grootlichtregeling in-
geschakeld en actief: richtingaanwijzer-
en grootlichthendel naar achteren trek-
ken.
Of: Automatische grootlichtregeling in-
geschakeld en niet actief: richtingaan-
wijzer- en grootlichthendel naar voren
tippen om het handbediende grootlicht
in te schakelen. De richtingaanwijzer-
en grootlichthendel naar achteren trek-
ken om zo nodig het handbediende
grootlicht uit te schakelen.
Of: Contact uitschakelen.
Systeemgrenzen
Onder de volgende voorwaarden moet het
grootlicht handmatig worden uitgescha-
keld, omdat het door de automatische
grootlichtregeling niet tijdig of helemaal
niet wordt uitgeschakeld:
— Op slecht verlichte wegen met sterk re-
flecterende borden.
— Bij verkeersdeelnemers met ontoereiken-
de verlichting, bv. voetgangers, fietsers.
— In scherpe bochten, bij moeilijk zichtbare
tegenliggers, op steile bergtoppen of hel-
lingen.
— Bij tegemoetkomende wagens op wegen
met middenvangrail als de bestuurder
ruim over de middenvangrail kan kijken,
bv. een vrachtwagenchauffeur.
— Bij mist, sneeuw en zware neerslag.
— Bij opstuivend stof en zand.
— Bij beschadiging van de voorruit in het
cameravenster.
— Wanneer het cameravenster beslagen,
vuil of door stickers, sneeuw en ijs bedekt
is.
Grootlicht
op
113
Advertenties
