Advertenties
Probleemoplossingen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 183.
Noodgevalassistent niet beschik-
baar
Storing of defect. Het controlelampje
brandt geel. Bovendien wordt er een mel-
ding weergegeven op het display in het in-
strumentenpaneel.
1.
Motor afzetten en opnieuw starten.
2. Als het probleem blijft bestaan, de
noodgevalassistent uitschakelen en
een hiervoor gekwalificeerde specialist
opzoeken.
Bedieningsvelden reageren anders dan
verwacht
Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de
bedieningsvelden beperken.
1.
Bedieningsvelden altijd schoon en
droog houden.
Blind Spot Assist
Inleiding
De Blind Spot Assist ondersteunt de
bestuurder bij het registreren van het
verkeer achter de wagen.
Radarsensoren bewaken het gebied achter
de wagen. Het systeem meet de afstand
tot en het snelheidsverschil met andere
voertuigen en informeert de bestuurder
met optische signalen in de buitenspiegels.
Grenzen van het systeem
De Blind Spot Assist alleen op verharde
wegen gebruiken.
De Blind Spot Assist kan onder andere in de
volgende rijsituaties de verkeerssituatie niet
goed interpreteren:
— In scherpe bochten.
— Bij het rijden in het midden van twee rijst-
roken.
— Bij rijstroken die verschillen in breedte.
— Bij glooiingen in het wegdek.
— Bij slechte weersomstandigheden.
— Bij speciale randbebouwingen, zoals ho-
ge of versprongen vangrails.
WAARSCHUWING
De intelligente techniek van de Blind Spot
Assist kan de natuurkundig bepaalde
grenzen niet overwinnen en functioneert
uitsluitend binnen de systeemgrenzen.
Het hogere comfort dat de Blind Spot As-
sist biedt, mag nooit verleiden tot het ne-
men van een veiligheidsrisico. Onoplet-
tend of onbedoeld gebruik van de Blind
Spot Assist kan ongevallen en zware ver-
wondingen veroorzaken. Het systeem kan
de oplettendheid van de bestuurder niet
vervangen.
·
Pas snelheid en veiligheidsafstand ten
opzichte van voor u rijdende voertuigen
altijd aan het zicht, het weer en de weg-
en verkeersomstandigheden aan.
·
Houd uw handen altijd aan het stuur,
zodat u op elk moment klaar bent om
te sturen.
·
Let op de weergaven in de buitenspie-
gelhuizen en op het display in het in-
strumentenpaneel en handel in over-
eenstemming met de opdrachten.
·
Houd de omgeving van de wagen altijd
in de gaten.
·
Gebruik de Blind Spot Assist nooit als
de radarsensoren verontreinigd, afge-
dekt of beschadigd zijn. De werking van
het systeem kan in dergelijke gevallen
belemmerd zijn.
·
Bij invallende zonnestraling kan de opti-
sche weergave in de buitenspiegel be-
perkt zichtbaar zijn.
De radarsensoren kalibreren zichzelf
eenmalig tijdens de eerste kilometers
na aflevering van de wagen en na een repa-
ratie van het sensorsysteem. Tijdens de ka-
libratiefase kan de reikwijdte van de sensor
beperkt zijn.
Blind Spot Assist
185
Advertenties
