tot muren en gebouwen aanhouden om
schade aan de wagen te voorkomen.
LET OP
Bij uitval van een ultrasoonsensor wordt
het betreffende deel van de ultrasoonsen-
sorengroep uitgeschakeld en kan niet meer
worden geactiveerd tot het defect is ver-
holpen. Bij een storing in het systeem een
hiervoor gekwalificeerde specialist inscha-
kelen.
Oefen het gebruik van de parkeersys-
temen op een plek met weinig verkeer
of op de parkeerplaats om met de syste-
men en de functies vertrouwd te raken.
Voorwaarden
Basisinformatie
Er moet aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan, zodat de sensoren en camera's de
omgeving van de wagen optimaal kunnen
herkennen en in het infotainmentsysteem
kunnen weergeven:
✓ Portieren zijn gesloten.
✓ Buitenspiegels zijn niet ingeklapt.
✓ Sensoren of camera's worden niet door
aanbouwdelen of kentekensierframes
afgedekt.
✓ Ondergrond is een recht vlak.
✓ Wagen is niet achter zwaar of eenzijdig
beladen.
✓ Motor draait.
✓ Remondersteunende systemen zijn in-
geschakeld → pag. 210.
Als in het infotainmentsysteem ande-
re functies tijdens het parkeren wor-
den bediend, wordt de parkeerfunctie in-
clusief de akoestische waarschuwingen ge-
deactiveerd.
Een geschikte parkeerruimte vinden
De actieve parkeerhulp heeft systeembe-
paalde grenzen. Zo is het bijvoorbeeld niet
mogelijk om in en uit te parkeren in nauwe
bochten met ondersteuning van de actieve
parkeerhulp.
Opdat een geschikte parkeerruimte correct
kan worden weergegeven resp. herkend,
moet aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
✓ Lengte en breedte van de parkeerruim-
te zijn groter dan de afmetingen van de
wagen en bieden voldoende ruimte
voor het manoeuvreren.
✓ Afstand bij het passeren van de par-
keerruimte: 0,5 tot 2 meter.
✓ Snelheid bij het passeren van de par-
keerruimte: bij parkeerruimtes parallel
aan de weg maximaal 40 km/h (25
mph) en bij parkeerruimtes haaks op de
weg maximaal 20 km/h (12 mph).
✓ Bij parkeerruimtes parallel aan de weg
is de lengte van de parkeerruimte ten
minste de wagenlengte + 0,8 meter en
bij parkeerruimtes haaks op de weg is
de breedte van de parkeerruimte ten
minste de wagenbreedte + 0,95 meter.
✓ Snelheid bij het inparkeren: maximaal
7 km/h (4 mph). Er kan een automati-
sche remingreep plaatsvinden →
De inparkeerhandeling kan na de auto-
matische remingreep worden voortge-
zet.
De automatische remingreep vindt
maximaal eenmaal per handeling
plaats. Als de snelheid van ongeveer
7 km/h (4 mph) opnieuw wordt over-
schreden, wordt de inparkeerhandeling
afgebroken.
WAARSCHUWING
De automatische remingreep van de ac-
tieve parkeerhulp mag niet verleiden tot
het nemen van een veiligheidsrisico. Het
systeem kan de oplettendheid van de be-
stuurder niet vervangen.
·
De actieve parkeerhulp heeft systeem-
bepaalde grenzen. De automatische re-
mingreep kan in sommige situaties
slechts beperkt of helemaal niet functi-
oneren.
·
Wees altijd gereed om de wagen zelf te
remmen.
·
De automatische remingreep wordt na
ca. 1,5 seconde beëindigd. Rem na de
Algemene aanwijzingen voor de parkeersystemen
.
195