Advertenties
Cruise Control met Lane Centring is al-
leen ontwikkeld voor rijden op verhard
wegdek.
·
De Adaptieve Cruise Control met Lane
Centring reageert niet op personen, die-
ren, kruisende of op dezelfde rijstrook
tegemoetkomende voertuigen.
·
Neem direct de besturing van de auto
over als op het display in het instru-
mentenpaneel een oproep tot overna-
me door bestuurder wordt weergege-
ven of als de snelheidsvermindering
door de Adaptieve Cruise Control met
Lane Centring niet toereikend is.
·
Rem als de auto onbedoeld begint te
rollen, bv. na een oproep tot overname
door de bestuurder.
·
Handen altijd aan het stuur houden, zo-
dat u te allen tijde zelfstandig kunt stu-
ren. De verantwoordelijkheid voor het
op juiste wijze aanhouden van de rijst-
rook ligt altijd bij de bestuurder.
·
Wees altijd klaar om de snelheid zelf te
regelen.
Adaptieve Cruise Control met La-
ne Centring bedienen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 180.
Afb. 119 Linkerzijde van het multifunctie-
stuurwiel
182
Bestuurdershulpsystemen
Inschakelen en regeling beginnen
1.
Tijdens het vooruitrijden met ingescha-
kelde Adaptieve Cruise Control toets
op het multifunctiestuurwiel indrukken.
De auto wisselt van de Adaptieve Crui-
se Control naar de Adaptieve Cruise
Control met Lane Centring.
Afhankelijk van de rijsituatie schakelt de
auto over naar de volgende systeemstatus
in de Adaptieve Cruise Control met Lane
Centring:
— Als de Adaptieve Cruise Control regelt,
houdt de Adaptieve Cruise Control met
Lane Centring de actuele snelheid en de
vooraf ingestelde afstand tot de voorlig-
ger vast (systeemstatus passief).
Bij herkende wegmarkeringen wordt de
auto tegelijkertijd door stuurbewegingen
binnen de rijstrook gehouden (systeem-
status actief).
— Als de Adaptieve Cruise Control niet re-
gelt, wordt de Adaptieve Cruise Control
met Lane Centring ingeschakeld; deze
blijft echter gedeactiveerd.
1.
Toets
indrukken.
De Adaptieve Cruise Control met Lane
Centring overeenkomstig de rijsituatie
naar de actieve of passieve systeem-
status.
Op het display in het instrumentenpaneel
brandt het controlelampje dat bij de rijsi-
tuatie past: Bovendien wordt er een mel-
ding weergegeven.
Regeling annuleren
1.
Toets
kort indrukken.
Of: Rempedaal intrappen.
De ingestelde afstand blijft opgeslagen.
Naar de Adaptieve Cruise Control wis-
selen
1.
Toets
op het multifunctiestuurwiel
indrukken.
De auto wisselt van de Adaptieve Crui-
se Control met Lane Centring naar de
systeemstatus van de Adaptieve Cruise
Control die bij de rijsituatie past.
Advertenties
