Gevaren bij het vervoer van kinderen op
de bijrijdersstoel
Bij het gebruik van een met de rug naar
het dashboard gekeerd kinderzitje kan
een bijrijdersvoorairbag die wordt geacti-
veerd levensgevaarlijke of dodelijke ver-
wondingen tot gevolg hebben →
Met de rug naar het dashboard gekeerde
kinderzitjes mogen alleen op de bijrijders-
stoel worden gebruikt als de bijrijdersvoor-
airbag buiten werking is gesteld. Een buiten
werking gestelde bijrijdersvoorairbag wordt
met het permanent brandende controle-
lampje PASSENGER AIR BAG
dakconsole aangegeven. Bijrijdersvoorair-
bag buiten werking stellen → pag. 53.
Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitje de bijrijdersvoorairbag niet bui-
ten werking stellen. Bij het inbouwen van
het kinderzitje de grootst mogelijke afstand
tot de bijrijdersvoorairbag tot stand bren-
gen. Een bijrijdersvoorairbag die wordt ge-
activeerd kan zware verwondingen veroor-
zaken →
.
Niet elk kinderzitje is voor gebruik op de bij-
rijdersstoel toegelaten. Het kinderzitje
moet door de fabrikant speciaal voor het
gebruik op de bijrijdersstoel in wagens met
voor- en zij-airbag zijn goedgekeurd.
Gevaren door zij-airbags of middenair-
bags
Bij een activering van de zij-airbag of mid-
denairbag kan het kind door de airbag aan
het hoofd worden geraakt en zwaar ge-
wond raken →
.
GEVAAR
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen voor
de bijrijdersvoorairbag opvolgen → pag.
55.
GEVAAR
Bij gebruik van een met de rug naar het
dashboard gekeerd kinderzitje op de bijrij-
dersstoel neemt voor het kind in het geval
van een ongeval het risico van levensge-
vaarlijke of zware verwondingen toe met
mogelijk zelfs de dood als gevolg.
·
Gebruik nooit een met de rug naar het
dashboard gekeerd kinderzitje op de
62
Veiligheid
bijrijdersstoel als de bijrijdersvoorairbag
in paraatheid is.
·
Stel de bijrijdersvoorairbag buiten werk-
ing. Als de bijrijdersvoorairbag niet bui-
ten werking kan worden gesteld, mo-
gen met de rug naar het dashboard ge-
.
keerde kinderzitjes niet worden ge-
bruikt.
·
Zet de bijrijdersstoel zo ver mogelijk
naar achteren en helemaal naar boven
om de grootst mogelijke afstand tot de
bijrijdersvoorairbag tot stand te bren-
gen.
in de
·
Zet de rugleuning rechtop.
·
Stel de gordelhoogte van de veilig-
heidsgordel zo in dat een natuurlijk, aan
het kinderzitje aangepast gordelverloop
zonder sterke bochten ontstaat. Voor
met de rug naar het dashboard gekeer-
de kinderzitjes de onderste stand van
de gordelhoogteverstelling gebruiken.
·
Gebruik alleen kinderzitjes die door de
fabrikant van het kinderzitje voor het
gebruik op de bijrijdersstoel met voor-
en zij-airbag zijn vrijgegeven.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwondingen door verkeerd
ingebouwde kinderzitjes.
·
Raadpleeg altijd de inbouwhandleiding
en waarschuwingsaanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje en volg de-
ze op.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwondingen bij gebruik van
een naar voren gericht kinderzitje op de
bijrijdersstoel.
·
Zet de bijrijdersstoel zo ver mogelijk
naar achteren en helemaal naar boven
om de grootst mogelijke afstand tot de
bijrijdersvoorairbag tot stand te bren-
gen.
·
Zet de rugleuning rechtop.
·
Stel de gordelhoogte van de veilig-
heidsgordel zo in dat een natuurlijk, aan
het kinderzitje aangepast gordelverloop
zonder sterke bochten ontstaat. Ge-
bruik voor met de rug naar het dash-
board gekeerde kinderzitjes de onder-