Wiel verwisselen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 363.
Wiel verwijderen
Afb. 218 Wielbouten met de wielsleutel los-
draaien
1.
Checklist in acht nemen → pag. 364.
2. Wielbouten losdraaien → pag. 369.
3. Auto opkrikken.
4. Losgedraaide wielbouten met de wiel-
sleutel →
afb. 218
volledig eruit draaien
en op een schone ondergrond leggen.
5. Wiel verwijderen.
Reservewiel of noodreservewiel monte-
ren
Afb. 219 Bandenventiel
sen van de antidiefstalwielbout
1.
Let op de draairichting van de band
→ pag. 378.
2. Wiel plaatsen.
3. Antidiefstalwielbout met de adapter op
4. Alle andere wielbouten rechtsom erin
5. Auto met de krik op de grond laten zak-
6. Alle wielbouten met de wielsleutel ste-
7.
Na het verwisselen van een wiel
1.
2. Zo nodig het boordgereedschap
3. Aantrekmoment van de wielbouten of
4. Beschadigde wiel zo snel mogelijk laten
Aantrekmoment van de wielbouten
Voorgeschreven aantrekmoment van de
wielbouten bij stalen en lichtmetalen vel-
gen:
— 140 Nm (103 ft-lbs).
Na het verwisselen van een wiel zo snel
mogelijk het aantrekmoment van de wiel-
bouten met een goed werkende moments-
en inbouwplaat-
1
leutel laten controleren.
of
2
3
Roestige en moeilijk draaiende wielbouten
moeten voor het controleren van het aan-
trekmoment worden vervangen en de
schroefgangen in de wielnaaf moeten wor-
den schoongemaakt.
de correcte positie rechtsom erin
schroeven en licht vastdraaien.
Bij een wiel met een wieldop moet de
antidiefstalwielbout op plek →
of
, afhankelijk van de positie van
2
3
het bandenventiel
, erin zijn gedraaid.
1
Anders kan de wieldop niet worden
aangebracht.
draaien en met de wielsleutel licht
vastdraaien.
ken.
vig rechtsom aantrekken →
bouten daarbij altijd kruislings aantrek-
ken.
Doppen of wieldop monteren → pag.
367, → pag. 367, → pag. 368.
Verwisselde wiel schoonmaken en vei-
lig in de reservewielhouder opbergen
→ pag. 365.
schoonmaken en veilig in de auto op-
bergen → pag. 303.
wielmoeren direct laten controleren
→ pag. 349.
vervangen.
Wiel verwisselen
afb. 219
. De wiel-
371