Advertenties
den overschreden. De vermogensopname
van de apparaten staat op de typeplaatjes
ervan vermeld.
12 volt stopcontact
De stopcontacten werken ook wanneer het
contact is uitgeschakeld →
Als de motor niet draait, maar het contact
wel is ingeschakeld en er is een elektrisch
apparaat aangesloten en ingeschakeld,
wordt de accu ontladen.
Om schade door spanningsschommelingen
te voorkomen, schakelt u aangesloten
elektrische apparaten uit, voordat u het
contact in- of uitschakelt en voordat u de
motor start.
12 volt stopcontacten kunnen op de vol-
gende plaatsen in de wagen zijn aange-
bracht:
— Opbergvak in het dashboard → pag. 12.
— Middenconsole → pag. 14.
— In de laadruimte of voor de derde zitrij.
230 volt veiligheidsstopcontact
Het 230 volt stopcontact kan op de volgen-
de plaatsen in de wagen zijn aangebracht
afb.
144:
→
— in de scheidingswand naar de laadruim-
te.
— In de middenconsole achterin.
Het stopcontact wordt automatisch inge-
schakeld, zodra bij draaiende motor een
stekker erin wordt gestoken. Indien vol-
doende energie beschikbaar is, kan het
stopcontact eventueel ook bij afgezette
motor gebruikt blijven worden →
Elektrisch apparaat aansluiten
1.
Om de geïntegreerde kinderbeveiliging
te ontgrendelen, afdekking openklap-
pen en stekker tot de aanslag in het
stopcontact steken.
Pas wanneer de kinderbeveiliging ontgren-
deld is, staat er stroom op het stopcontact.
Ledindicatie op het stopcontact:
Brandt permanent groen
veiliging is ontgrendeld. Het stopcon-
tact is klaar voor gebruik.
216
Praktische uitrusting
Knippert groen
.
Knippert rood
Temperatuuruitschakeling
De omvormer van het 230 volt veiligheids-
stopcontact schakelt zichzelf automatisch
uit als een bepaalde temperatuur wordt
overschreden. De uitschakeling voorkomt
oververhitting bij bovenmatige vermogens-
opname van de aangesloten apparaten en
bij hoge omgevingstemperaturen. Het 230
volt veiligheidsstopcontact kan pas na een
afkoelfase weer worden gebruikt.
Om het 230 volt stopcontact na de afkoel-
fase weer te gebruiken, verwijdert u de
stekker van een aangesloten apparaat
eerst en steekt u deze daarna er weer in.
Hierdoor wordt voorkomen dat aangeslo-
ten elektrische apparaten onbedoeld weer
inschakelen.
Hoogspanning in de elektrische installa-
tie!
·
Mors geen vloeistoffen over de stop-
contacten.
·
.
Steek geen adapters of verlengsnoeren
in het 230 volt veiligheidsstopcontact.
De ingebouwde kinderbeveiliging is dan
uitgeschakeld en er staat stroom op het
stopcontact.
·
Steek geen geleidende voorwerpen, bv.
breinaalden, in de contacten van het
230 volt veiligheidsstopcontact.
·
Neem de gebruiksaanwijzingen van de
De kinderbe-
aangesloten apparaten in acht!
·
12 volt stopcontact:
Het contact is uitgescha-
keld, maar er is nog voldoende ener-
gie beschikbaar om het stopcontact
nog eens maximaal 10 minuten van
stroom te voorzien. Als de stekker
binnen deze periode uit het stopcon-
tact wordt getrokken, wordt het stop-
contact uitgeschakeld en kan niet
meer worden gebruikt tot het contact
opnieuw wordt ingeschakeld.
Er is een storing, bijvoor-
beeld uitschakeling vanwege te hoge
stroom of temperatuur.
GEVAAR
LET OP
Advertenties
