Als een telefoongesprek via de hand-
sfreeset wordt gevoerd of als een
hoog volume is ingesteld, kunnen derden
buiten de auto meeluisteren.
Plaatsen met bijzondere voorschriften
Mobiele telefoon en telefooninterface op
plaatsen met explosiegevaar uitschakelen.
Deze plaatsen zijn niet altijd duidelijk ge-
markeerd. Hiertoe behoren bijvoorbeeld:
— Omgeving van leidingen en tanks waarin
zich chemicaliën bevinden.
— Benedendeks op schepen en veerboten.
— Omgevingen van auto's die op vloeibaar
gas, zoals propaan of butaan, rijden.
— Plaatsen waar chemicaliën of stofdeel-
tjes, zoals meel, stof of metaalpoeder in
de lucht zitten.
— Elke andere plaats waar de motor moet
worden afgezet of de mobiele telefoon
uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Schakel de mobiele telefoon en de tele-
fooninterface uit op plaatsen met explo-
siegevaar en op plaatsen waar bijzondere
voorschriften gelden!
LET OP
Op plaatsen waar bijzondere voorschriften
gelden en waar het gebruik van mobiele te-
lefoons is verboden, moet de mobiele tele-
foon altijd worden uitgeschakeld. De door
de ingeschakelde mobiele telefoon afgege-
ven straling kan interferenties bij gevoelige
technische en medische apparatuur ver-
oorzaken. Dit kan een storing of beschadi-
ging van de apparatuur tot gevolg hebben.
Typen telefooninterfaces
De volgende soorten telefooninterfaces
kunnen afhankelijk van het land en de uit-
rusting in uw auto aanwezig zijn:
— Basisuitvoering van de telefooninterface.
De telefooninterface gebruikt het Blue-
tooth-profiel Hands-free Profile (HFP)
voor de overdracht. De interface maakt
het gebruik van telefoonfuncties via het
infotainmentsysteem en geluidsweerga-
ve via de autoluidsprekers mogelijk.
— Telefooninterface Comfort.
252
Infotainmentsysteem
De telefooninterface Comfort gebruikt
net als de basisuitvoering van de tele-
fooninterface het Bluetooth-profiel HFP.
De telefooninterface Comfort kan zijn
uitgerust met de draadloze oplader voor
accessoires. Om de functies van de
draadloze oplader voor accessoires te
gebruiken, moet u een geschikte mobiele
telefoon correct in het opbergvak leggen.
Als u een geschikte mobiele telefoon in
het opbergvak legt, wordt de mobiele te-
lefoon afhankelijk van de uitrusting met
de voertuigantenne verbonden. Hierdoor
verbeteren de ontvangst en de gespreks-
kwaliteit.
Koppelen, verbinden en beheren
Raadplaag
en
en
aan het begin van dit hoofdstuk op
pag. 251.
Om de functies van de telefooninterface te
gebruiken, koppelt en verbindt u een mobi-
ele telefoon met het infotainmentsysteem.
U kunt maximaal twee mobiele telefoons
gelijktijdig met het infotainmentsysteem
verbinden. Daarbij is altijd slechts een ap-
paraat actief en kan worden gebruikt om
oproepen te doen. Het tweede verbonden
apparaat kan via het infotainmentsysteem
oproepen beantwoorden en voor de me-
diaweergave worden gebruikt
Beschikbare functies zijn afhankelijk van de
gebruikte mobiele telefoon en het bestu-
ringssysteem hiervan.
Mobiele telefoon koppelen
Voordat voor het eerst verbinding wordt ge-
maakt, moet de mobiele telefoon met het
infotainmentsysteem worden gekoppeld.
Daarbij wordt automatisch een gebruikers-
profiel in het infotainmentsysteem opge-
slagen → pag. 253. Het koppelingsproces
kan enkele minuten duren.
Voorwaarden:
✓ Bluetooth op de mobiele telefoon is ge-
activeerd.
✓ Bluetooth in het infotainmentsysteem
is geactiveerd.
op pag. 225 en