2. Gewenste vermeldingen kiezen en zo
nodig de volgorde herschikken.
3.
opnieuw aantippen.
Menu 'Voertuiginstellingen'
Het infotainmentsysteem brengt be-
langrijke voertuigsystemen in een cen-
trale bedieningseenheid samen, bij-
voorbeeld menu-instellingen, radio- of
navigatiesysteem. In de voertuiginstel-
lingen van het infotainmentsysteem
kunt u afzonderlijke functies en syste-
men in- en uitschakelen en instellingen
uitvoeren.
Afhankelijk van de uitrusting kan de
menugeleiding naar de voertuiginstel-
lingen verschillen.
Basisinformatie voor de bediening
In het volgende hoofdstuk staat de voor in-
stellingen in het menu Voertuig relevante
informatie.
Ingeschakelde functies worden in kleur ge-
accentueerd.
Menu Voertuiginstellingen openen
1.
Contact inschakelen.
2. Zo nodig infotainmentsysteem inscha-
kelen.
3. Afhankelijk van de uitvoering functie-
toets
aantippen.
Voertuig
Of: Toets
indrukken.
4. Om in het menu Voertuiginstellingen
verdere submenu's te openen of om in
de menupunten instellingen uit te voe-
ren, de betreffende functietoetsen aan-
tippen.
5. Gewenst menu openen en de gewenste
instelling uitvoeren.
6. Om terug te keren naar het start-
scherm, toets
aantippen.
Of: Toets
indrukken.
Systeeminstellingen en weergave van
voertuiginformatie
Na het aantippen van de functietoets
kunt u door het aantippen van de
Voertuig
overeenkomstige functietoetsen informatie
weergeven of instellingen uitvoeren.
— Voertuiginstellingen → pag. 35.
— Voertuigstatus.
— Rijgegevens.
WAARSCHUWING
Als de bestuurder wordt afgeleid, kan dit
ongevallen en verwondingen veroorzaken.
·
Bedien nooit de menu's op het display
in het instrumentenpaneel of in het in-
fotainmentsysteem tijdens het rijden.
Na het starten van de motor met vol-
ledig ontladen 12 volt accu of na ver-
vanging van de 12 volt accu kunnen sys-
teeminstellingen, bv. tijd, datum, persoon-
lijke comfortinstellingen, programmeringen
en gebruikersaccounts, ontregeld of gewist
zijn. Instellingen controleren en corrigeren,
nadat de 12 volt accu weer voldoende is ge-
laden.
Driver Alert
Inleiding
Afb. 18 Op het display in het instrumenten-
paneel: Symbool Driver Alert
Driver Alert informeert de bestuurder
als zijn rijgedrag vermoeidheid doet
vermoeden.
Driver Alert bepaalt aan het begin van een
rit het rijgedrag van de bestuurder en bere-
kent daaruit een vermoeidheidsinschatting.
Deze vermoeidheidsinschatting wordt con-
Menu 'Voertuiginstellingen'
35