Voorwaarden
✓ De verbonden audiobron beschikt over
een geschikte applicatie (app) of on-
dersteunt mediavrijgave volgens de
standaard UPnP.
✓ Een WLANverbinding met de audiobron
is tot stand gebracht.
Wifi-audioweergave starten
1.
Volume op het infotainmentsysteem
verlagen.
2. Hoofdmenu Media openen.
3. UPnP-serverapplicatie of geschikte app
voor de audioweergave op de WLAN-
audiobron starten.
4.
aantippen en
Wifi kiezen.
5. Aanwijzingen over de verdere handel-
wijze op het beeldscherm van het info-
tainmentsysteem en op het beeld-
scherm van de WLAN-audiobron opvol-
gen.
De functietoets om de audiobron,
hoofdmenu Media te kiezen, kan variëren
als er al een andere audiobron, bv. via USB
, met het infotainmentsysteem verbon-
den en gekozen is.
Weergave bedienen
In hoeverre de WLAN-audiobron via het in-
fotainmentsysteem kan worden bediend, is
afhankelijk van de verbonden WLAN-audi-
obron.
Internetgebruik in de auto
Inleiding
Afhankelijk van de uitrusting kunnen som-
mige infotainmentsystemen de WLANhot-
spot van een extern WLAN-apparaat ge-
bruiken (WLAN-client) → pag. 263.
De WLANfunctie is niet in alle landen en
auto's beschikbaar.
De WLANverbinding is om veiligheids-
redenen standaard met WPA2-code-
ring versleuteld. Wij adviseren u altijd de
WPA2-codering te gebruiken. Neem de
landspecifieke voorschriften in acht.
262
Infotainmentsysteem
Aan de benodigde dataoverdracht
kunnen kosten verbonden zijn. Wij ad-
viseren u vanwege het mogelijke datavolu-
me een mobiele-telefonietarief met data-
flatrate te gebruiken. Informatie hiervoor is
verkrijgbaar bij uw mobiele-telefoonprovi-
der.
Door de uitwisseling van datapakket-
ten vanaf internet kunnen, afhankelijk
van uw mobiele-telefoontarief en met na-
me bij gebruik in het buitenland, extra kos-
ten, bv. roamingtarieven, ontstaan.
Als de grens wordt overgestoken naar
landen met andere vrijgegeven radio-
frequenties dan in het eigen land, moet de
uitvoering van de Wireless-functie/WLAN
vanwege wettelijke bepalingen worden ge-
deactiveerd. De WLANhotspot moet wor-
den gedeactiveerd.
De uitvoering van bedrade functies wordt
hierdoor niet beïnvloed en deze kunnen ge-
woon worden gebruikt.
Instellingen uitvoeren
, in het
Wifi-instellingen openen
1.
HOME
Wifi-instellingen uitvoeren
1.
De functietoets van het onderdeel aan-
tippen, waarvoor instellingen moeten
worden uitgevoerd.
2. Overeenkomstige gegevens invoeren of
functietoetsen aantippen.
Bij het sluiten van een menu worden
wijzigingen automatisch overgenomen.
Instelmogelijkheid
— Met WLAN verbinden → pag. 263, → pag.
263.
Technische eigenschappen voor
internetgebruik
Raadpleeg
Wifi
— WLAN conform IEEE 802.11 a/b/g/n/ac.
— Overdracht in 2,4 GHz en 5 GHz.
Wifi aantippen.
en
op pag. 225.