Advertenties
WAARSCHUWING
De regen-lichtsensor kan niet elke neer-
slag voldoende herkennen en de ruiten-
wissers inschakelen.
·
Schakel zo nodig de ruitenwisser tijdig
handmatig in als het water op de voor-
ruit het zicht belemmert.
Probleemoplossingen
Ruitensproeierwaterpeil te laag
Het controlelampje brandt geel.
1.
Ruitensproeierwaterreservoir bij de vol-
gende gelegenheid bijvullen → pag. 329.
Storing in ruitenwissers
Het controlelampje brandt geel.
De ruitenwissers wissen niet.
1.
Contact uit- en inschakelen.
2. Als de storing blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Storing in regen-lichtsensor
De ruitenwissers worden in de regen-licht-
sensorfunctie bij regen niet automatisch in-
geschakeld.
1.
Contact uit- en inschakelen.
2. Als de storing blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Regen-lichtsensor reageert anders
Mogelijke oorzaken voor storingen en ver-
keerde interpretaties bij het gevoelige vlak
van de regen-lichtsensor → pag. 8 zijn on-
der andere:
— Beschadigde ruitenwisserbladen: een
waterlaagje of wisstrepen door bescha-
digde ruitenwisserbladen kunnen de in-
schakelduur verlengen, de wisintervallen
aanzienlijk korter maken of snel continu
wissen tot gevolg hebben.
— Insecten: als insecten de voorruit raken,
kunnen de ruitenwissers worden inge-
schakeld.
116
Zicht
— Zoutresten: in de winter kan het door
zoutresten op de ruit mogelijk zijn dat de
ruitenwissers lang nawissen, terwijl de
ruit nagenoeg droog is.
— Vuil: droog stof, was, ruitcoating (lotus-
effect), shampooresten (wasstraat) kun-
nen de regen-lichtsensor ongevoeliger
maken of later, langzamer of helemaal
niet meer laten reageren. Gevoelig vlak
van de regen-lichtsensor regelmatig
schoonmaken en de ruitenwisserbladen
op beschadigingen controleren → pag.
384.
— Scheur in de ruit: een steenslag acti-
veert bij ingeschakelde regen-lichtsensor
een wiscyclus. Daarna herkent de regen-
lichtsensor de verkleining van het gevoe-
lige vlak en stelt zich hierop in. Afhanke-
lijk van de grootte van de steenslag kan
het activeringsgedrag van de regen-licht-
sensor veranderen.
Om wasresten en glanslagen te verwijde-
ren, wordt het gebruik van een alcoholhou-
dende ruitenreiniger aanbevolen.
Bij een obstakel op de ruit probeert de
ruitenwisser dit obstakel weg te schui-
ven. Indien het obstakel de ruitenwisser
blijft blokkeren, stopt de ruitenwisser. Ob-
stakel verwijderen en de ruitenwissers op-
nieuw inschakelen.
Spiegels
Inleiding
Via de buitenspiegels en de binnenspiegel
kan de bestuurder het achteropkomende
verkeer in de gaten houden en het eigen
rijgedrag afstemmen op het achteropko-
mende verkeer.
Voor de rijveiligheid is het belangrijk dat de
bestuurder voor het begin van de rit de bui-
tenspiegels en de binnenspiegel juist instelt
.
→
Bij het kijken door de buitenspiegels en de
binnenspiegel kan niet de hele omgeving
naast en achter de auto worden gezien. De-
ze niet-zichtbare gebieden noemt men do-
de hoek. In de dode hoek kunnen zich ande-
re weggebruikers en voorwerpen bevinden.
Advertenties
