veer 60 seconden na inschakelen van
het contact of na in paraatheid bren-
gen van de bijrijdersvoorairbag met
de sleutelschakelaar →
gaat daarna vanzelf uit. De bijrijders-
voorairbag werd in paraatheid ge-
bracht.
1.
Controleer of de bijrijdersvoorairbag in
paraatheid moet blijven.
Bijrijdersvoorairbag buiten werking ge-
steld
Afb. 32 In de dakconsole: Controlelampje
voor buiten werking gestelde bijrijdersvoorair-
bag
Het gele controlelampje
brandt permanent →
De bijrijdersvoorairbag werd
buiten werking gesteld.
1.
Controleer of de bijrijdersvoorairbag
buiten werking gesteld moet blijven, bv.
bij gebruik van een kinderzitje op de bij-
rijdersstoel.
Bijrijdersvoorairbag in paraatheid bren-
gen
1.
Contact uitschakelen.
2. Bijrijdersportier openen.
3. Noodsleutel uit de autosleutel nemen.
4. Sleutelbaard tot aan de tweede weer-
stand in de sleutelschakelaar steken
afb.
30. De sleutelbaard zit dan on-
→
geveer 3/4 in de sleutelschakelaar →
5. De noodsleutel zonder grote krachtsin-
spanning in de stand ON draaien.
6. Noodsleutel uit de sleutelschakelaar
trekken en weer terug in de autosleutel
steken.
Het gele controlelampje PASSENGER
AIR BAG
in de dakconsole gaat
branden en gaat na ongeveer 60 se-
conden uit.
56
Veiligheid
7.
Bijrijdersportier sluiten.
8. Controleer of bij ingeschakeld contact
het controlelampje PASSENGER AIR
afb. 31
en
BAG
→ pag. 53.
Bijrijdersvoorairbag buiten werking
stellen
1.
Contact uitschakelen.
2. Bijrijdersportier openen.
3. Noodsleutel uit de autosleutel nemen.
4. Sleutelbaard tot aan de tweede weer-
stand in de sleutelschakelaar steken
→
geveer 3/4 in de sleutelschakelaar →
5. De noodsleutel zonder grote krachtsin-
spanning in de stand OFF draaien.
6. Bijrijdersportier sluiten.
7.
Het controlelampje PASSENGER AIR
BAG
ingeschakeld contact permanent
→ pag. 53.
Als de bijrijdersvoorairbag buiten werking is
afb.
32.
gesteld, mag op de bijrijdersstoel geen pas-
sagier worden vervoerd. Er mogen alleen
met de rug naar het dashboard gekeerde
kinderzitjes worden gebruikt →
Herkenningskenmerk voor de buiten
werking gestelde bijrijdersvoorairbag
Een buiten werking gestelde bijrijdersvoor-
airbag wordt alleen aangegeven doordat
het controlelampje PASSENGER AIR BAG
53.
Als het controlelampje
sole niet permanent of samen met het
controlelampje
strumentenpaneel brandt, kan er sprake
zijn van een storing in het airbagsysteem.
.
Daarom mag om veiligheidsredenen geen
kinderveiligheidssysteem op de bijrijders-
stoel worden gemonteerd. De bijrijders-
voorairbag zou bij een ongeval kunnen wor-
den geactiveerd →
GEVAAR
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen voor
de bijrijdersvoorairbag opvolgen → pag.
61.
in de dakconsole niet brandt
afb.
30. De sleutelbaard zit dan on-
in de dakconsole brandt bij
in de dakconsole blijft branden → pag.
op het display in het in-
.
.
.
in de dakcon-