Advertenties
4. Nieuw ruitenwisserblad van dezelfde
lengte en uitvoering op de ruitenwisse-
rarm steken tot dit vastklikt.
5. Ruitenwisserarmen voorzichtig tegen
de voorruit plaatsen.
Ruitenwisserblad van de achterruit ver-
vangen
Afb. 171 Aan de achterzijde van de auto: Rui-
tenwisserblad van de achterruit vervangen
Ontgrendelingsknop.
1
1.
Ruitenwisserarm optillen en wegklap-
pen. Daarbij de ruitenwisserarm alleen
bij de ruitenwisserbladbevestiging vast-
pakken.
2. De ontgrendelingsknop ingedrukt hou-
den →
afb. 171
.
1
3. Ruitenwisserblad in de richting van de
ruitenwisserarm kantelen →
en gelijktijdig in pijlrichting eraf trek-
ken
. Daarvoor kan een grotere
B
krachtsinspanning nodig zijn.
4. Nieuw ruitenwisserblad met dezelfde
lengte en uitvoering tegen de pijlrichting
in op de ruitenwisserarm schuiven
afb. 171
tot deze vastklikt. Hierbij
→
B
moet het ruitenwisserblad zijn wegge-
klapt
.
A
5. Ruitenwisserarm voorzichtig tegen de
achterruit terugplaatsen.
Lichtbronnen vervangen
Inleiding
Controleer voordat u het gloeilampje ver-
vangt of er een gloeilampje of een
306
Tips om het zelf te doen
LEDlampje defect is. Gloeilampjes kunt
u doorgaans zelf vervangen. Als de buiten-
verlichting afhankelijk van het type en de
uitrusting met LEDtechniek is uitgevoerd,
kunt u de LEDlampjes of afzonderlijke LEDs
niet zelf vervangen. Uitval van afzonderlijke
LEDs kan een indicatie zijn voor mogelijke
verdere uitval van LEDs. In dit geval lamp-
jes door een hiervoor gekwalificeerde spe-
cialist laten controleren en zo nodig laten
vervangen.
In de auto moet altijd een doosje met voor
de verkeersveiligheid benodigde reserve-
gloeilampjes aanwezig zijn. Reservegloei-
lampjes zijn verkrijgbaar bij een hiervoor ge-
kwalificeerde specialist. In sommige landen
is het meenemen van deze reservegloei-
lampjes wettelijk verplicht.
Het rijden met defecte lampen is boven-
dien doorgaans in strijd met de wet.
Extra specificaties voor gloeilampjes
Enkele gloeilampjes in de koplampen of in
de achterlichten kunnen af fabriek bepaal-
de specificaties hebben die van de conven-
tionele gloeilampjes afwijken. De betreffen-
de beschrijving staat op de lampvoet of op
het lampenglas.
WAARSCHUWING
Als de voertuigverlichting niet naargelang
de weersomstandigheden is ingescha-
afb. 171
A
keld, wordt de weg onvoldoende verlicht.
De auto kan niet of moeilijk door andere
verkeersdeelnemers worden gezien. Dat
kan ongevallen en zware of dodelijke ver-
wondingen veroorzaken.
·
Controleer regelmatig de verlichting en
de richtingaanwijzers van de auto.
·
Repareer zo nodig de verlichting en de
richtingaanwijzers.
WAARSCHUWING
Het op onjuiste wijze vervangen van gloei-
lampjes kan ongevallen en zware verwon-
dingen veroorzaken.
·
Lees en neem voor alle werkzaamhe-
den in de motorruimte altijd de waar-
schuwingsaanwijzingen in acht → pag.
324.
·
Vervang nooit zelf een gloeilampje als
u niet met de noodzakelijke handelin-
Advertenties
