Advertenties
·
Wees altijd gereed om de auto zelf af te
remmen.
·
Als u het gaspedaal intrapt, wordt de
snelheids- en afstandsregeling overru-
led. De Adaptieve Cruise Control remt in
dit geval niet zelfstandig.
·
Neem de landspecifieke voorschriften
voor de minimumafstand in acht.
·
Stel bij nat wegdek, sneeuw of slecht
zicht altijd een grotere afstand in.
Regelingsgedrag instellen
U kunt beïnvloeden hoe sportief de Adap-
tieve Cruise Control regelt:
1.
gewenste rijprogramma in het menu
'Hulpsystemen' van het infotainment-
systeem instellen.
Probleemoplossingen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 166.
Adaptieve Cruise Control niet be-
schikbaar
Het controlelampje brandt geel.
— De radarsensor is vuil. Radarsensor
schoonmaken → pag. 384.
— Het zicht van de radarsensor wordt be-
lemmerd door het weer, bv. sneeuw, of
door wasmiddelresten of coatings. Ra-
darsensor schoonmaken → pag. 384.
— Het zicht van de radarsensor wordt be-
lemmerd door aanbouwdelen, sierlijsten
van kentekenplaathouders of stickers.
Het gebied rond de radarsensor vrijhou-
den → pag. 388.
— De radarsensor is versteld of beschadigd,
bv. als gevolg van een beschadiging aan
de voorzijde van de auto. Controleer of er
een beschadiging zichtbaar is → pag. 388.
— Storing of defect. Motor afzetten en op-
nieuw starten.
— Er werden spuitwerkzaamheden of con-
structieve wijzigingen aan de voorzijde
van de auto uitgevoerd.
— Als het probleem blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Adaptieve Cruise Control werkt niet
volgens verwachting
— De radarsensor is vuil. Radarsensor
schoonmaken → pag. 384.
— De ultrasoonsensoren zijn vuil, afgedekt
of beschadigd. Ultrasoonsensoren
schoonmaken → pag. 382.
Het gebied rond de ultrasoonsensoren
vrijhouden en controleren of er schade
zichtbaar is → pag. 388.
— De systeemgrenzen zijn niet in acht ge-
nomen → pag. 168.
— De remmen zijn oververhit, de regeling
werd automatisch afgebroken. Remmen
laten afkoelen en werking opnieuw con-
troleren.
— Als het probleem blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Afhankelijk van de storing kan er aan-
vullende informatie in de voertuigsta-
tus worden weergegeven → pag. 35.
De regeling kan niet worden gestart
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaar-
den is voldaan:
— Er is een rijstand voor vooruitrijden geko-
zen.
— De remlichten van de auto werken goed.
— De remlichten van de elektrisch aange-
sloten aanhangwagen (afhankelijk van
het land) werken goed.
— ESC regelt niet.
— Het rempedaal is niet ingetrapt.
Ongewone geluiden tijdens de automa-
tische remingreep
Dit is normaal en is dus geen storing.
Bedieningsvelden reageren anders dan
verwacht
Vocht, vuil en vet kunnen de werking van de
bedieningsvelden beperken.
1.
Bedieningsvelden altijd schoon en
droog houden.
Adaptieve Cruise Control
171
Advertenties
