6. Bij aanhangwagengebruik: de aanhang-
wagen van de trekkende auto loskop-
pelen en neerzetten → pag. 281.
7.
Bij beladen bagageruimte: bagage ver-
wijderen.
8. Bandenafdichtset uit de auto halen.
9. Het vreemde voorwerp, bv. een schroef,
niet uit de band verwijderen.
WAARSCHUWING
Het negeren van de voor uw eigen veilig-
heid belangrijke checklist kan ongevallen
en zware verwondingen veroorzaken.
·
Volg altijd de handelingen in de chec-
klist op.
·
Neem altijd de algemeen geldende vei-
ligheidsmaatregelen in acht.
Band afdichten en oppompen
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 372.
Band afdichten
Afb. 220 Onderdelen van de bandenaf-
dichtset (principeafbeelding)
Sticker met de snelheidsaanduiding
1
"max. 80 km/h" of "max. 50 mph".
Vulslang met sluitstop.
2
Flesje met bandenafdichtmiddel.
3
Reserve-ventielinzetstuk.
4
Ventielsleutel.
5
374
Velgen en banden
aan het begin van
De ventielsleutel →
aan de onderzijde een gleuf, waarin
het ventielinzetstuk past. Alleen hiermee
kan het ventielinzetstuk uit en weer in het
ventiel worden gedraaid. Dat geldt ook voor
het reserveventielinzetstuk
1.
Sticker uit de bandenafdichtset →
220
in het gezichtsveld van de be-
1
stuurder op het dashboard plakken.
2. Ventieldop van het bandenventiel af
draaien.
3. Met de ventielsleutel →
ventielinzetstuk uit het bandenventiel
draaien en op een schone ondergrond
leggen.
4. Flesje met bandenafdichtmiddel →
220
enkele malen krachtig schud-
3
den.
5. Vulslang →
afb. 220
op het flesje met bandenafdichtmiddel
draaien. De folie op de afsluiting wordt
hierbij automatisch doorgeprikt.
6. Sluitstop van de vulslang →
verwijderen en het open uiteinde hele-
maal op het bandenventiel aansluiten.
7.
Flesje met bandenafdichtmiddel onder-
steboven houden en al het afdichtmid-
del uit het flesje in de band vullen.
8. Lege flesje met bandenafdichtmiddel
van het ventiel verwijderen.
9. Ventielinzetstuk met de ventielsleutel
afb. 220
weer in het bandenven-
→
5
tiel draaien.
afb. 220
heeft
5
.
4
afb.
afb. 220
het
5
afb.
stevig rechtsom
2
afb. 220
2