Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
Slecht zicht door de ruiten verhoogt het
risico van botsingen en ongevallen die
zware verwondingen kunnen veroorzaken.
·
Houd alle ruiten vrij van ijs, sneeuw en
condens.
·
Stel de verwarming, klimaatregeling en
achterruitverwarming zo in dat de rui-
ten niet beslaan → pag. 134.
·
Rijd pas weg als de ruiten vrij zijn.
·
Gebruik de circulatiefunctie alleen ge-
durende korte tijd. De ruiten kunnen an-
ders zeer snel beslaan en het zicht zeer
ernstig beperken.
·
Schakel de circulatiefunctie uit als deze
niet meer nodig is.
Verwarmings- en ventilatiesys-
teem inschakelen en uitschakelen
In het klimaatmenu: bovenste beeld-
schermrand
Verwarmings- en ventilatiesysteem
in- en uitschakelen.
1.
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen → pag. 123.
2.
aantippen.
Klimaatmenu in het infotain-
mentsysteem
In het bovenste gedeelte van de mid-
denconsole
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen.
In de submenu's Standaard en Comfort
vindt u bijvoorbeeld de functies voor de
temperatuurregeling → pag. 123 en de
luchtverdeling → pag. 124.
Het submenu Comfort is afhankelijk van de
uitrusting beschikbaar.
In het klimaatmenu: bovenste beeld-
schermrand
— Front: instellingen voor de zitplaatsen
voorin in de submenu's Standaard en
Comfort uitvoeren.
— Rear: instellingen voor de dakventilator
uitvoeren → pag. 125.
Submenu Setup
Submenu Setup openen.
Afhankelijk van de uitrusting vindt u in het
submenu Setup verdere comfortfuncties:
— Automatische extra verwarming toe-
staan → pag. 129.
— Automatische voorruitverwarming in-
schakelen → pag. 128.
— Stoelverwarming bij aanvang van de rit
automatisch inschakelen → pag. 127.
— Stuurwielverwarming bij aanvang van de
rit automatisch inschakelen → pag. 127.
Temperatuurregeling
In het infotainmentsysteem: onderste
beeldschermrand
Temperatuur instellen. De ingestelde
temperaturen worden continu bij de
onderste beeldschermrand in het in-
fotainmentsysteem weergegeven.
In het klimaatmenu: submenu Stan-
daard
In de koelfunctie wordt de lucht ge-
koeld en ontvochtigd.
Temperatuurinstellingen van de be-
stuurdersstoel voor alle zitplaatsen
overnemen.
Op het infotainmentsysteem: tempera-
tuur met touch-regelaar instellen
Afhankelijk van de uitrusting kunt u de tem-
peratuur met touch-regelaars op het info-
tainmentsysteem instellen.
1.
Om de temperatuur bij de automati-
sche klimaatregeling op +22 °C
(+72 °F) in te stellen, de touch-regelaar
Klimaatmenu in het infotainmentsysteem
123
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
