pedaal loslaten. De motor wordt afge-
zet.
2. Om de motor opnieuw te starten, kop-
peling intrappen.
Auto's met automatische transmissie:
1.
Om te stoppen het rempedaal intrap-
pen en ingetrapt houden. Kort vóór
resp. bij het bereiken van voertuigstil-
stand wordt de motor afgezet.
2. Om de motor opnieuw te starten, de
voet van het rempedaal af halen of het
gaspedaal intrappen.
Belangrijke voorwaarden voor het auto-
matisch afzetten van de motor
— De bestuurder heeft de veiligheidsgordel
omgegespt.
— Het bestuurdersportier is gesloten.
— De voorklep is gesloten.
— Een motorminimumtemperatuur is be-
reikt.
— De temperatuur binnen in de auto ligt in
de buurt van de vooringestelde tempera-
tuurwaarden en de luchtvochtigheid is
niet te hoog.
— De ontwasemingsfunctie van de klimaat-
regeling is niet ingeschakeld.
— De ladingstoestand van de 12 volt accu is
voldoende.
— De temperatuur van de 12 volt accu is
niet te laag of te hoog.
— De auto staat niet op een steile helling of
afdaling.
— Het stuurwiel mag niet te veel verdraaid
zijn.
— De voorruitverwarming is niet ingescha-
keld.
— De achteruitversnelling is niet ingescha-
keld.
— De parkeerhulp is niet geactiveerd.
Ook als pas tijdens stilstand aan de voor-
waarden voor het automatisch afzetten
van de motor wordt voldaan, kan de motor
eventueel alsnog worden afgezet, bv. door
het uitschakelen van de ontwasemings-
functie.
152
Rijden
Omstandigheden voor een automati-
sche herstart
De motor kan onder de volgende omstan-
digheden automatisch starten:
— Als het interieur te sterk opwarmt of af-
koelt.
— Als de auto gaat rollen.
— Als de elektrische spanning in de 12 volt
accu daalt.
In principe geldt: de motor start altijd weer
automatisch als het voor de herkende situ-
atie en de auto nodig is.
Omstandigheden die handmatig star-
ten van de motor noodzakelijk maken
De motor moet onder de volgende omstan-
digheden handmatig worden gestart:
— Als het bestuurdersportier wordt geo-
pend.
— Als de voorklep wordt geopend.
Auto StartStop handmatig deactiveren
en activeren
1.
In de menukeuze in het infotainment-
systeem op de functietoets
pen.
2. Op de functietoets
3. Op de functietoets
Bij gedeactiveerd Auto StartStop is de
functietoets
StartStop
eerd.
Als Auto StartStop de motor heeft afgezet,
start deze direct weer zodra het systeem
met de functietoets
StartStop
deactiveerd.
Bij het rijden door water Auto StartStop al-
tijd handmatig deactiveren.
Auto StartStop-functie bij Adaptieve
Cruise Control
Na een actieve remingreep door de Adap-
tieve Cruise Control tot aan stilstand
→ pag. 166, wordt de motor afgezet.
In de volgende gevallen wordt de motor bij
actieve Adaptieve Cruise Control opnieuw
gestart:
— Als het gaspedaal wordt ingetrapt.
tip-
Voertuig
tippen.
Status
tippen.
StartStop
blauw geaccentu-
wordt ge-