Passief
Mobiele telefoon is gekoppeld en
verbonden. Alleen inkomende oproe-
pen kunnen via de telefooninterface
worden beantwoord. Andere functies
zijn niet beschikbaar.
Verbindingstype wisselen (passief naar
actief)
Voorwaarde:
✓ meerdere mobiele telefoons zijn gelijk-
tijdig met het infotainmentsysteem ver-
bonden.
1.
aantippen.
De mobiele telefoon met actieve ver-
binding is gemarkeerd.
2. Naam van de gewenste mobiele tele-
foon aantippen.
Andere mobiele telefoons zijn automa-
tisch passief verbonden.
Verbindingen beheren
Voorwaarde:
✓ De mobiele telefoon is gekoppeld en
verbonden.
1.
Mobiele apparaten aantip-
HOME
pen.
2. De voor de verbinding gewenste tech-
nologie aantippen.
Telefoonboek
Bij de eerste koppeling van een mobiele te-
lefoon met het infotainmentsysteem wordt
het telefoonboek in het infotainmentsys-
teem opgeslagen. De overdracht moet zo
nodig op de mobiele telefoon worden be-
vestigd.
In het telefoonboek kunnen afhankelijk van
de uitrusting maximaal 5000 contacten
worden opgeslagen.
Telkens als er opnieuw verbinding wordt
gemaakt, wordt het telefoonboek geüpda-
tet. Tijdens de update kan het nog aanwe-
zige telefoonboek worden gebruikt.
Als telefoonconferenties worden onder-
steund, kan het telefoonboek tijdens een
telefoongesprek worden geopend en kan
nog een deelnemer aan het telefoonge-
sprek worden toegevoegd.
254
Infotainmentsysteem
Als bij een contact een foto is opgeslagen,
kan deze in de lijst naast de vermelding
worden weergegeven.
Bellen
Kies een telefoonnummer om een oproep
te starten. Voor de keuze van het telefoon-
nummer zijn verschillende functies be-
schikbaar.
Contactgegevens gebruiken
Bij meerdere telefoonnummers per contact
moet u het gewenste nummer kiezen.
1.
aantippen en gezochte contact-
gegevens ingeven.
Of:
Favorieten aantippen.
Of:
Alle aantippen.
2. Om de oproep te starten, in de lijst het
gewenste contact aantippen.
Bij het zoeken naar een contact ach-
ternaam en voornaam met een spatie
ertussen ingeven.
Oproepenlijst gebruiken
De telefooninterface slaat inkomende en
uitgaande oproepen in de oproepenlijst op.
Veelgebruikte telefoonnummers worden
onder de favorieten opgeslagen. Start op-
roepen via de oproepenlijst.
1.
Alle aantippen.
Of:
Gemiste oproepen aantippen.
Of:
Mob. tel. aantippen.
2. Om de oproep te starten, in de lijst een
contact of een nummer aantippen.
Telefoonnummer handmatig ingeven
1.
aantippen en een telefoonnummer
ingeven.
2. Om de oproep te starten,
Terwijl u een telefoonnummer ingeeft,
worden op het beeldscherm van het
infotainmentsysteem bij het nummer pas-
sende contacten weergegeven.
Favorieten en snelkeuzetoetsen
Op een snelkeuzetoets kan een favoriet uit
het telefoonboek worden gezet. Als in de
vermelding een foto is opgeslagen, wordt
deze op de snelkeuzetoets weergegeven.
aantippen.