Of: Beschadigd wiel met bandenaf-
dichtset afdichten en oppompen
→ pag. 372.
4. Als er geen uitwendige schade zicht-
baar is, langzaam en voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde hiervoor gekwalifi-
ceerde specialist rijden om de auto te
laten controleren.
Vreemd voorwerp steekt in de band
Een vreemd voorwerp steekt in de band of
tussen de profielblokjes.
Bij auto's met zelfdichtende banden: vreem-
de voorwerpen in de band laten zitten en
een hiervoor gekwalificeerde specialist op-
zoeken. Een aan de binnenzijde van de
band op het loopvlak aangebracht afdicht-
ingsmateriaal omsluit het vreemde voor-
werp en dicht de band tijdelijk af.
1.
Binnengedrongen vreemde voorwerpen
in de band laten als deze tot in de band
zijn doorgedrongen! Voorwerpen die
tussen de blokjes profiel van de band
klem zitten, kunnen worden verwijderd.
2. Beschadigd wiel verwisselen → pag.
363. Zo nodig specialistische hulp in-
schakelen.
Of: Beschadigd wiel met bandenaf-
dichtset afdichten en oppompen
→ pag. 372.
3. Bandenspanning controleren en aan-
passen.
4. Hiervoor een gekwalificeerde specialist
opzoeken.
Banden verliezen grip
De auto verliest bij het rijden van bochten
grip en vertoont neiging tot overstuur. De
remweg is langer en de aandrijfslipregeling
(ASR) en het antiblokkeersysteem (ABS)
regelen eerder.
De band kan te sterk versleten zijn om vol-
doende grip te waarborgen → pag. 350.
1.
Langzaam en voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde hiervoor gekwalificeer-
de specialist rijden om de auto te laten
controleren.
354
Velgen en banden
Wielbouten kunnen maar moeilijk wor-
den losgedraaid
De wielbouten kunnen na verloop van tijd
corroderen. Daardoor kunnen de wielbou-
ten maar moeilijk worden losgedraaid.
1.
De hulp van een hiervoor gekwalificeer-
de specialist inschakelen of langzaam
en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
hiervoor gekwalificeerde specialist rij-
den om de auto te laten controleren.
WAARSCHUWING
Ongebruikelijke trillingen of eenzijdig trek-
ken van de auto tijdens het rijden kunnen
op schade aan de banden wijzen.
Bandschade kan verlies van de controle
over de auto, zware ongevallen en dode-
lijke verwondingen tot gevolg hebben.
·
Ga direct langzamer rijden en stop de
auto zodra de verkeerssituatie het toe-
laat en het veilig is.
·
Controleer banden en velgen op be-
schadigingen.
·
Rijd nooit met beschadigde banden of
velgen verder. Schakel in plaats daar-
van de hulp in van een hiervoor gekwa-
lificeerde specialist.
·
Als er geen uitwendige schade zicht-
baar is, rijd dan langzaam en voorzichtig
naar de dichtstbijzijnde hiervoor gekwa-
lificeerde specialist om de auto te laten
controleren.
Bandencontrole
Werking van de bandencontrole
De bandencontrole waarschuwt de be-
stuurder voor een te lage bandenspan-
ning.
De bandencontrole is een bandencontrole-
systeem en vergelijkt tijdens het rijden met
behulp van de ABS-sensoren onder andere
het toerental en de afrolomtrek van de af-
zonderlijke wielen.