De motor kan niet door kort indrukken van
de drukknop contactschakelaar worden af-
gezet.
Er moet een nooduitschakeling worden uit-
gevoerd:
1.
Drukknop contactschakelaar tweemaal
binnen een paar seconden indrukken of
eenmaal lang ingedrukt houden.
De motor wordt automatisch afgezet
→ pag. 140.
Motor kan niet worden gestart
Als een onrechtmatige autosleutel wordt
gebruikt of bij een storing in het systeem
verschijnt een overeenkomstige weergave
op het display in het instrumentenpaneel.
1.
Rechtmatige autosleutel gebruiken.
2. Als de storing zich blijft voordoen, spe-
cialistische hulp inschakelen.
Motor afzetten
Motor afzetten
Auto's met contactslot:
1.
Auto tot stilstand brengen →
2. Auto parkeren → pag. 187.
3. Contact uitschakelen.
4. Let op de aanwijzingen op het display in
het instrumentenpaneel → pag. 20.
Auto's met drukknop contactschakelaar:
1.
Auto tot stilstand brengen →
2. Auto parkeren → pag. 187.
3. Drukknop contactschakelaar kort in-
drukken. Als de motor niet kan worden
afgezet, noodafzetprocedure uitvoeren
→ pag. 141.
4. Let op de aanwijzingen op het display in
het instrumentenpaneel.
Wasstraatfunctie
Auto's met automatische transmissie: Wordt
in de neutrale stand N het contact uitge-
schakeld, dan kan de auto gedurende
30 minuten rollen. Daarna wordt bij stil-
stand automatisch de parkeervergrende-
ling P ingeschakeld. 1 minuut voordat de
144
Rijden
parkeervergrendeling automatisch wordt
ingeschakeld, verschijnt op het display in
het instrumentenpaneel een overeenkom-
stige waarschuwingsmelding → pag. 188.
Waarschuwing bij verlaten
Om bij het verlaten van de auto erop te at-
tenderen dat de auto nog kan rollen, klinkt
er bij het openen van het bestuurderspor-
tier een akoestisch waarschuwingssignaal
en op het display in het instrumentenpa-
neel verschijnen overeenkomstige waar-
schuwingsmeldingen.
WAARSCHUWING
Zet nooit de motor af, zolang de auto in
beweging is. Dit kan verlies van controle
over de auto, ongevallen en zware ver-
wondingen veroorzaken.
·
De airbags en gordelspanners zijn bui-
ten werking als het contact is uitge-
schakeld.
·
De rembekrachtiger werkt niet bij uitge-
schakeld contact. Om te stoppen moet
er meer druk op het rempedaal worden
uitgeoefend.
·
De stuurbekrachtiging werkt niet bij af-
gezette motor. Er moet meer kracht
.
worden gebruikt om de auto te sturen.
·
Als de autosleutel uit het contact wordt
getrokken, kan het stuurslot vergrende-
len en kan de auto niet meer worden
bestuurd.
WAARSCHUWING
.
De onderdelen van het uitlaatsysteem
worden zeer heet. Daardoor kunnen bran-
den en zware verwondingen worden ver-
oorzaakt.
·
Zet de auto nooit zo neer dat onderde-
len van het uitlaatsysteem met licht
ontvlambare materialen onder de auto
in aanraking kunnen komen, bv. kreu-
pelhout, bladeren, droog gras, gemor-
ste brandstof enz.
·
Breng nooit een extra bodembescher-
ming of corrosiewerend middel op uit-
laatpijpen, katalysatoren, hitteschilden
of roetfilters aan.