motor. De hulp van een specialist in-
schakelen.
Motoroliepeil zeer laag
Het waarschuwingslampje knippert rood.
Er wordt een melding weergegeven op het
display in het instrumentenpaneel.
Niet verder rijden! Dit zou kunnen lei-
den tot schade aan de motor.
1.
Zodra het mogelijk en veilig is de wagen
tot stilstand brengen.
2. Motor afzetten.
3. Motoroliepeil controleren → pag. 332.
4. Indien nodig, motorolie voorzichtig in
kleine hoeveelheden bijvullen tot het
motoroliepeil weer in het normale ge-
bied staat of het bijvuladvies in het in-
strumentenpaneel opvolgen → pag.
332.
5. Als het waarschuwingslampje brandt,
hoewel het motoroliepeil in orde is, niet
verder rijden of de motor laten draaien.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan de
motor. De hulp van een specialist in-
schakelen.
Motoroliepeil te laag
Het controlelampje brandt geel. Er wordt
een melding weergegeven op het display in
het instrumentenpaneel.
1.
Zodra het mogelijk en veilig is de wagen
tot stilstand brengen.
2. Motor afzetten.
3. Motoroliepeil controleren → pag. 332.
4. Zo nodig, voorzichtig in kleine hoeveel-
heden motorolie bijvullen, niet meer
dan in totaal 0,5 l (0,5 qt) of het bijvul-
advies in het instrumentenpaneel op-
volgen.
5. Als het controlelampje brandt, hoewel
het motoroliepeil in orde is, niet verder
rijden of de motor laten draaien. Dit zou
kunnen leiden tot schade aan de motor.
De hulp van een specialist inschakelen.
334
Controleren en bijvullen
Motoroliepeil te hoog
Het controlelampje brandt geel. Er wordt
een melding weergegeven op het display in
het instrumentenpaneel.
1.
Zodra het mogelijk en veilig is de wagen
tot stilstand brengen.
2. Motor afzetten.
3. Motoroliepeil controleren → pag. 332.
4. Als het motoroliepeil te hoog is, niet
verder rijden of de motor laten draaien.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan de
motor. De hulp van een specialist in-
schakelen.
of
Storing in motoroliesys-
teem
Het controlelampje knippert geel. Er wordt
een melding weergegeven op het display in
het instrumentenpaneel.
1.
Een hiervoor gekwalificeerde specialist
opzoeken.
Koelvloeistof
Inleiding
Werkzaamheden aan het koelsysteem al-
leen zelf verrichten, wanneer u vertrouwd
bent met de noodzakelijke handelingen en
de algemeen geldende veiligheidsmaatre-
gelen en u over de juiste bedrijfsmiddelen,
bedrijfsvloeistoffen en gereedschappen be-
schikt. Door onjuist uitgevoerde werkzaam-
heden kunnen zware verwondingen worden
veroorzaakt →
. Laat alle werkzaamhe-
den zo nodig uitvoeren door een hiervoor
gekwalificeerde specialist.
Informatie over brandende waarschu-
wings- en controlelampjes vindt u in de
probleemoplossingen aan het einde van
het hoofdstuk → pag. 337.
WAARSCHUWING
Koelvloeistof is giftig. Contact met koel-
vloeistof en vooral het inslikken van koel-
vloeistof kan tot zware of dodelijke ver-
wondingen leiden.