Advertenties
WAARSCHUWING
De onderdelen van het uitlaatsysteem
worden zeer heet. Daardoor kan brand
worden veroorzaakt.
·
Zet de auto zo neer dat de onderdelen
van het uitlaatsysteem niet met licht
ontvlambare materialen onder de auto
in aanraking kunnen komen, bv. droog
gras.
·
Breng nooit een extra bodembescher-
mingslaag of corrosiewerend middel op
uitlaatpijpen, katalysatoren, roetfilters
of hitteschilden aan.
AdBlue
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 295.
Juridische aspecten
Er mogen geen technische wijzigingen aan
het uitlaatgasreinigingssysteem worden
uitgevoerd die van invloed zijn op de uit-
laatgasreiniging door AdBlue
Alleen het gebruik met AdBlue
aan ISO-22241-1 is goedgekeurd door de fa-
brikant en stemt overeen met het certifi-
caat van overeenstemming dat voor dit
model is afgegeven.
Het kan strafbaar zijn om de auto zonder
®
AdBlue
dat voldoet aan ISO-22241-1 te ge-
bruiken.
Als het uitlaatgasreinigingssysteem niet
zoals voorgeschreven wordt gebruikt, kun-
nen de uitlaatgasemissies verslechteren.
Informatie over AdBlue
®
Het AdBlue
-verbruik is afhankelijk van de
rijstijl, de bedrijfs- en de omgevingstempe-
ratuur.
Het rijbereik en de navulhoeveelheid kun-
nen op het display in het instrumentenpa-
neel worden gecontroleerd.
®
Omdat AdBlue
vanaf -11 °C (+13 °F) be-
vriest, kunnen bij zeer lage temperaturen
beperkingen bij het tanken optreden. Tij-
dens het rijden wordt het systeem ver-
warmd om de uitlaatgasreiniging ook bij
zeer lage temperaturen te waarborgen. Bij
296
Brandstof en uitlaatgasreiniging
lange perioden van koud weer met tempe-
raturen onder -11 °C (+13 °F) en onder zeer
ongunstige omstandigheden is het mogelijk
dat AdBlue
dooid en niet beschikbaar is voor de uit-
laatgasreiniging.
1.
2. Wachten tot de AdBlue
3. Het bijvullen eventueel door een hier-
AdBlue
cebeurten worden bijgevuld. Dit kan vaker
en ook tussen de servicebeurten in nodig
zijn.
De AdBlue
Waarschuwings- en alarmeringssys-
teem bij laag vloeistofpeil
Als een oproep om bij te vullen op het dis-
play in het instrumentenpaneel verschijnt,
altijd AdBlue
®
.
®
dat voldoet
Vanaf een rijbereik van 2000 km
(1200 mijl) verschijnt er een melding voor
het bijvullen van AdBlue
het instrumentenpaneel. Het actuele rijbe-
reik wordt bij deze melding eveneens weer-
gegeven.
Als deze melding wordt genegeerd, brandt
vanaf een rijbereik van 1000 km (600
mijl) het gele controlelampje
display in het instrumentenpaneel ver-
®
schijnt de aanwijzing dat de motor over
XXX km niet meer opnieuw kan worden ge-
start.
Als het gele controlelampje nog steeds
wordt genegeerd en het getoonde rijbereik
0 km (0 mijl) bedraagt, kan de motor niet
opnieuw worden gestart. Het rode waar-
schuwingslampje
Waarschuwings- en alarmeringssys-
teem bij storingen
Als er een storing is in het uitlaatgasreini-
gingssysteem of als het uitlaatgasreini-
®
niet goed kan worden ont-
Auto op een warmere plek stoppen.
is.
voor gekwalificeerde specialist laten
uitvoeren.
®
moet onafhankelijk van de servi-
®
-tank mag niet leeg zijn →
®
bijvullen.
®
AdBlue
in het normale gebruiksbe-
reik. Rijbereik van 2000 km
®
(1200 mijl). AdBlue
gelijk, maar niet noodzakelijk.
®
op het display in
brandt.
®
weer vloeibaar
.
bijvullen is mo-
. Op het
Advertenties
