Actieve parkeerhulp
Inleiding
De actieve parkeerhulp laat een par-
keerruimte zien die geschikt is om in te
parkeren en ondersteunt de bestuurder
bij het in- en uitparkeren.
De actieve parkeerhulp is een aanvulling op
de parkeersensoren.
De actieve parkeerhulp stuurt de auto au-
tomatisch. Gaspedaal, het schakelen en de
rem moet de bestuurder bedienen → pag.
193!
De volgende functies worden ondersteund:
— Geschikte parkeerruimte weergeven.
— Parkeermodus kiezen.
— Inparkeren in geschikte fileparkeerruim-
tes en haakse parkeerruimtes.
— Uitparkeren vanuit geschikte fileparkeer-
ruimtes.
Let op de tekstmeldingen op het display
van het instrumentenpaneel en in het info-
tainmentsysteem.
WAARSCHUWING
De intelligente techniek van de parkeer-
systemen kan de natuurkundig bepaalde
grenzen niet overwinnen en functioneert
uitsluitend binnen de systeemgrenzen. Bij
het negeren hiervan kunnen ongevallen,
zware verwondingen en beschadigingen
aan de auto het gevolg zijn.
·
Houd het parkeren en het verkeer op-
lettend in de gaten. Houd daarbij de
parkeerrichting in het oog.
·
Rem de auto in een gevaarlijke situatie
met het rempedaal af.
WAARSCHUWING
Snelle draaibewegingen van het stuurwiel
kunnen zware verwondingen veroorzaken.
·
Pak tijdens het manoeuvreren het
stuurwiel niet vast tot het systeem
u hiervoor opdracht geeft.
·
Als er een gevaarlijke situatie ontstaat,
neem dan het stuur over.
202
Parkeren en manoeuvreren
LET OP
De parkeerassistent (Park Assist) oriën-
teert zich op geparkeerde voertuigen, trot-
toirranden of andere omstandigheden. Let
erop dat lager gelegen voertuigonderdelen,
zoals banden en velgen, bij het inparkeren
niet worden beschadigd.
·
Trap zo nodig het rempedaal in en beëin-
dig de parkeermanoeuvre.
Oefen het gebruik van de actieve par-
keerhulp op een plek met weinig ver-
keer of op een parkeerplaats om met het
systeem en de functies vertrouwd te raken.
Naderhand op de auto gemonteerde
aanbouwdelen, zoals fietsdragers,
kunnen de werking van de actieve parkeer-
hulp belemmeren en beschadigingen tot
gevolg hebben.
Als er een elektrisch verbonden aan-
hangwagen door de auto is herkend,
kan de actieve parkeerhulp niet worden
geactiveerd → pag. 281.
Bij parkeerhandelingen kan er geremd
worden, zodra de bestuurder te sterk
accelereert.
Als in het infotainmentsysteem ande-
re functies tijdens het parkeren wor-
den bediend, wordt de parkeerfunctie in-
clusief de akoestische waarschuwingen ge-
deactiveerd.
De actieve parkeerhulp wordt uitge-
schakeld als het bestuurdersportier,
de schuifdeur of de achterklep geopend is.