Advertenties
schakeld en de lichtsensor duisternis
herkent.
De naverlichtingstijd begint als het laat-
ste portier of de achterklep wordt ge-
sloten.
Coming-homefunctie uitschakelen
1.
Automatisch na afloop van de ingestel-
de naverlichtingstijd.
Of: Automatisch als ongeveer 30 se-
conden na het inschakelen nog een
portier of de achterklep is geopend.
Of: Lichtschakelaar zo vaak indrukken
tot de instelling
in het instrumenten-
paneel wordt weergegeven.
Of: Contact inschakelen.
Leaving-homefunctie inschakelen
1.
Auto ontgrendelen als de automatische
aansturing van de rijverlichting
ingeschakeld en de lichtsensor herkent
dat het donker is.
Leaving-homefunctie uitschakelen
1.
Automatisch na afloop van de naver-
lichtingstijd.
Of: Auto vergrendelen.
Of: Lichtschakelaar zo vaak indrukken
tot de instelling
in het instrumenten-
paneel wordt weergegeven.
Of: Contact inschakelen.
Lichtfuncties
Statische bochtenverlichting
Als het dimlicht is ingeschakeld, wordt bij
langzaam afslaan of in zeer scherpe boch-
ten de statische bochtenverlichting inge-
schakeld.
Bij het inschakelen van de achteruit-
versnelling wordt de statische boch-
tenverlichting aan beide autozijden inge-
schakeld om de omgeving bij het manoeu-
vreren beter te verlichten.
Automatische aansturing rijver-
lichting
Als de automatische aansturing van de rij-
verlichting
de autoverlichting en de instrumenten- en
schakelaarverlichting in de volgende om-
standigheden automatisch in:
— De lichtsensor heeft herkend dat het
donker is.
— De ruitenwissers vóór zijn gedurende lan-
gere tijd ingeschakeld.
Bij ingeschakeld licht brandt het controle-
lampje
geel → pag. 105.
De automatische aansturing van de rijver-
lichting is slechts een hulpmiddel en kan
niet alle rijsituaties goed genoeg herken-
nen.
Als de betreffende uitrusting aanwezig is,
is
kan het inschakeltijdstip van de automati-
sche aansturing van de rijverlichting in de
voertuiginstellingen in het infotainmentsys-
teem worden ingesteld → pag. 35.
Lichtbundelhoogteverstelling
Met de lichtbundelhoogteverstelling kan de
lichtbundel van het dimlicht aan de bela-
ding van de wagen worden aangepast.
Hierdoor heeft de bestuurder een zo goed
mogelijk zicht en het tegemoetkomende
verkeer wordt niet verblind →
Afhankelijk van de uitrusting kan de licht-
bundel in het infotainmentsysteem worden
ingesteld.
Handmatige lichtbundelhoogteverstel-
ling
Instelling in het infotainmentsysteem:
1.
Toets of functietoets
2. Functietoetsen
het menu Wageninstellingen te ope-
nen.
3. Functietoets
het menu Instellingen licht te openen.
4. Functietoets
aantippen.
is ingeschakeld, schakelen
.
indrukken.
,
aantippen om
Wagen
aantippen om
Rijverlichting
Lichtbundelhoogteverstelling
Lichtfuncties
111
Advertenties
