— Overschrijd nooit de maximale vermo-
gensopname, omdat dan de gehele
elektrische installatie van de wagen
beschadigd kan raken.
— Gebruik alleen accessoires die conform
de geldende richtlijnen betreffende de
elektromagnetische verdraagzaam-
heid zijn getest.
— Leid nooit stroom naar het stopcon-
tact.
·
230 volt veiligheidsstopcontact:
— Sluit geen te zware apparaten of stek-
kers direct op het stopcontact aan, bv.
nettransformator.
— Sluit geen lampen aan die een neon-
buis bevatten.
— Sluit alleen apparaten op het stopcon-
tact aan waarvan het voltage overeen-
komt met dat van het stopcontact.
— Bij verbruikers met een hoge start-
stroom voorkomt de ingebouwde
spanningspiekuitschakeling het in-
schakelen. Maak in dit geval de net-
voeding van de verbruiker los en her-
stel de verbinding weer na ongeveer 10
seconden.
Niet-afgeschermde apparaten kunnen
storingen in het infotainmentsysteem
en in de wagenelektronica veroorzaken.
Bij sommige apparaten die op het 230
volt veiligheidsstopcontact worden
aangesloten, kunnen wegens het geringere
vermogen (wattage) beperkingen in de
werking optreden.
Oplaadmogelijkheden voor mobi-
ele apparaten
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 214.
Mobiel apparaten kunnen in de auto via
de ingebouwde USB-C-aansluitingen
of inductief worden geladen.
Laden via USB-C-aansluitingen
In de auto kunnen de volgende USB-C-aan-
sluitingen aanwezig zijn:
Stopcontacten en laadmogelijkheden voor mobiele apparaten
aan het begin van
Aanduiding van een USB-aanslui-
ting via welke gegevens kunnen
worden overgedragen en appara-
ten kunnen worden opgeladen.
Aanduiding van een USB-aan-
sluiting via welke alleen appara-
ten kunnen worden opgeladen.
Beschikbaar laadvermogen
Via de USB-aansluiting worden spanningen
tot 20 V beschikbaar gesteld, waarmee een
laadvermogen van 45 W mogelijk is.
Door de USB-aansluitingen kunnen afhan-
kelijk van de uitrusting de volgende laad-
profielen worden ondersteund:
— Legacy Charging (2,5 W).
— BC1.2 (7,5 W).
— USB-C Charging (15 W).
— USB Power Delivery (tot 45 W).
Het werkelijk opgenomen laadvermogen
van het aangesloten apparaat hangt af van
de volgende punten:
— Ondersteunde laadprofielen.
— Ladingstoestand van het apparaat.
— Temperatuur van het apparaat.
— Gebruikte laadkabel.
Bij dubbele USB-aansluitingen kan het
laadvermogen over beide aansluitin-
gen worden verdeeld.
Draadloze oplader voor accessoires
Afb. 145 Opbergvlak met matje voor de
draadloze oplader voor accessoires (principe-
afbeelding)
217