motorvermogen kan bv. bij inhaalma-
noeuvres tot ongevallen leiden. Dat kan
zware of dodelijke verwondingen tot ge-
volg hebben.
·
Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan het
zicht, het weer, de weg- en verkeersom-
standigheden aan.
Motor inrijden
Een nieuwe motor moet tijdens de eerste
1500 km (ongeveer 1000 mijl) worden in-
gereden. Alle bewegende onderdelen moe-
ten zich op elkaar kunnen afstemmen. Tij-
dens de eerste bedrijfsuren heeft de motor
een hogere inwendige wrijving dan later.
Tot 1000 km (ongeveer 600 mijl):
— Geen volgas geven.
— De verbrandingsmotor niet met meer dan
2/3 van het maximumtoerental belasten.
— Niet met een aanhangwagen rijden.
Van 1000 tot 1500 km kilometer (onge-
veer 600 tot 1000 mijl):
1.
Snelheid en motortoerental geleidelijk
opvoeren.
De rijstijl gedurende de eerste 1500 km
(ongeveer 1000 mijl) beïnvloedt ook de
motorkwaliteit. Ook daarna moeten – met
name bij koude motor – hoge motortoeren-
tallen worden vermeden om de slijtage van
de motor te beperken en de levensduur van
de motor te verlengen.
Niet met een te laag toerental rijden. Altijd
terugschakelen als de motor niet meer soe-
pel draait.
Nieuwe banden → pag. 345 en remblokken
→ pag. 137 moet u voorzichtig inrijden.
Als u de nieuwe verbrandingsmotor
voorzichtig inrijdt, neemt de levens-
duur hiervan toe, terwijl tegelijk het moto-
rolieverbruik afneemt.
154
Rijden
Schakeladvies
Afb. 105 Op het display in het instrumenten-
paneel: Schakeladvies
Actueel ingeschakelde versnelling.
A
Aanbevolen versnelling die ingescha-
B
keld zou moeten worden.
Afhankelijk van de wagenuitrusting kan op
het display in het instrumentenpaneel tij-
dens het rijden een advies over de keuze
van een brandstofbesparende versnelling
als cijfer worden weergegeven →
Wagens met automatische transmissie: De
transmissie moet daarvoor in het handma-
tige schakelprogramma staan → pag. 148.
Als de optimale versnelling is gekozen,
wordt geen schakeladvies gegeven. De ac-
tueel gekozen versnelling wordt weergege-
ven.
Informatie over het "schoonrijden" van
het roetfilter
De motorregeling herkent een roetfilter dat
vol raakt en ondersteunt met een gericht
schakeladvies de regeneratie van het roet-
filter. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn, bij
wijze van uitzondering met een verhoogd
motortoerental te rijden → pag. 300.
VOORZICHTIG
Het schakeladvies is slechts een hulpmid-
del en kan de oplettendheid van de be-
stuurder niet vervangen.
·
De verantwoordelijkheid voor de juiste
keuze van de versnelling in de betref-
fende rijsituatie, bijvoorbeeld bij inhalen
of rijden in de bergen, ligt bij de bestuur-
der.
Een optimaal gekozen versnelling
helpt brandstof te besparen.
afb.
105.