Ontwasemingsfunctie
Op het bedieningsveld in het bovenste
gedeelte van de middenconsole
De ontwasemingsfunctie maakt de
voorruit vrij van ijs en aanslag.
De lucht wordt ontvochtigd en de
ventilator op een hoge stand gezet.
Circulatiefunctie
Bij ingeschakelde circulatiefunctie komt er
geen buitenlucht in het interieur.
Circulatiefunctie in het klimaatmenu
in- en uitschakelen.
1.
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen.
2.
aantippen.
Circulatiefunctie schakelt automatisch
uit
Als aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan, schakelt de circulatiefunctie au-
tomatisch uit →
:
— De ontwasemingsfunctie is ingeschakeld.
— Een sensor herkent dat de ruiten kunnen
beslaan.
WAARSCHUWING
Verbruikte lucht kan ertoe leiden dat de
bestuurder snel vermoeid en ongecon-
centreerd raakt, wat botsingen, ongeval-
len en zware verwondingen kan veroorza-
ken.
·
Gebruik de circulatiefunctie nooit gedu-
rende langere tijd, omdat er geen frisse
lucht in het interieur komt.
·
Gebruik de circulatiefunctie alleen ge-
durende korte tijd. De ruiten kunnen an-
ders zeer snel beslaan en het zicht zeer
ernstig beperken.
·
Schakel de circulatiefunctie uit als deze
niet meer nodig is.
LET OP
In auto's met klimaatregeling bij ingescha-
kelde circulatiefunctie niet roken. De rook
kan op de verdamper van de koeling en het
gecombineerde actief filter neerslaan en
voor blijvende stankoverlast zorgen.
Automatische klimaatregeling: Bij inge-
schakelde achteruitversnelling of tij-
dens het gebruik van de wis-wasautomaat
wordt de circulatiefunctie ingeschakeld om
te voorkomen dat geuren het interieur bin-
nendringen.
Handbediende klimaatregeling: Bij zeer
hoge buitentemperaturen helpt tijde-
lijk gebruik van de circulatiefunctie om het
interieur sneller af te koelen.
Dakventilator
Instellingen voor de dakventilator ope-
nen
1.
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen.
2. Om het menu voor de zitplaatsen ach-
terin te openen,
Dakventilator in- en uitschakelen
1.
aantippen.
Als de dakventilator is ingeschakeld,
wordt ook bij het laagste ventilatortoe-
rental continu lucht naar het achterste
deel van het interieur geleid.
Automatische regeling van de dakven-
tilator
Het ventilatortoerental wordt auto-
matisch geregeld. De automatische
regeling wordt uitgeschakeld als het
ventilatortoerental handmatig wordt
veranderd. Het ventilatortoerental in
de automatische regeling kan via de
klimaatprofielen worden geregeld.
LET OP
Als de motor niet draait, terwijl de dakven-
tilator is ingeschakeld, wordt de 12 volt ac-
cu ontladen.
Ontwasemingsfunctie
aantippen.
125