Download Print deze pagina

Ford TOURNEO CONNECT 2023 Handleiding pagina 47

Advertenties

Voor uw eigen veiligheid en om verwondin-
gen bij een plotselinge remmanoeuvre of
een ongeval tot een minimum te beperken,
de volgende zithouding innemen:
Voor alle inzittenden geldt:
— Hoofdsteun zo instellen dat de bovenzij-
de van de hoofdsteun zo mogelijk in lijn
ligt met het bovenste gedeelte van uw
hoofd, maar niet lager dan ooghoogte.
Uw achterhoofd moet zo dicht mogelijk
tegen de hoofdsteun aan liggen →
20.
— Bij kleine mensen de hoofdsteun tot de
aanslag omlaagschuiven, ook als het
hoofd zich daarna onder de bovenkant
van de hoofdsteun bevindt.
— Bij grote mensen de hoofdsteun tot de
aanslag omhoogschuiven.
— Tijdens het rijden beide voeten in de voe-
tenruimte laten.
— Veiligheidsgordels juist instellen en om-
gespen → pag. 45.
Voor de bestuurder geldt bovendien:
— Bestuurdersstoel zo in lengterichting ver-
stellen dat u de pedalen met licht gebo-
gen benen kunt intrappen en de afstand
tot het dashboard bij de onderbenen ten
minste 10 cm bedraagt →
— Bestuurdersstoel zo in hoogte verstellen
dat u het bovenste punt van het stuur-
wiel kunt bereiken.
— Rugleuning rechtop zetten, zodat de rug
volledig tegen de rugleuning aan ligt.
— Stuurwiel zo verstellen dat de afstand
tussen het stuurwiel en het borstbeen
ten minste 25 cm bedraagt →
en dat het stuurwiel met beide handen
en licht gebogen armen aan de zijkant
aan de buitenrand kan worden vastge-
houden.
— Het verstelde stuurwiel moet altijd in de
richting van de borstkas en nooit in de
richting van het gezicht wijzen.
Voor de bijrijder geldt bovendien:
— Indien mogelijk, rugleuning rechtop zet-
ten, zodat de rug volledig tegen de rug-
leuning aan ligt.
— Indien mogelijk, bijrijdersstoel zo ver mo-
gelijk naar achteren schuiven, zodat de
airbag in geval van activering de beste
beschermende werking kan bieden.
Veiligheidsgordels
Inleiding
Correct omgegespte veiligheidsgordels
afb.
houden de inzittenden bij een remma-
noeuvre of een ongeval in de juiste positie
om maximale bescherming te kunnen bie-
den.
Niet-omgegespte of verkeerd omgegesp-
te veiligheidsgordels kunnen het risico van
zware of dodelijke verwondingen verho-
gen.
·
Iedere inzittende moet altijd vóór elke
rit de juiste zithouding innemen, de bij
de zitplaats horende veiligheidsgordel
juist omgespen en tijdens het rijden juist
omgegespt laten.
·
Zet kinderen voor elke rit en tijdens het
rijden met een bij het lichaamsgewicht
en de lichaamslengte passend veilig-
heidssysteem en juist omgegespte vei-
afb. 20
.
B
ligheidsgordels in de auto vast → pag.
59.
·
Steek de slotgesp alleen in het gordel-
slot dat bij de stoel hoort en laat deze
goed vastklikken. Het gebruik van een
gordelslot dat niet bij de stoel hoort,
vermindert de beschermende werking
en kan zware verwondingen veroorza-
afb. 20
ken.
A
·
Doe nooit de veiligheidsgordel tijdens
het rijden af.
·
Gesp altijd slechts één persoon met
een veiligheidsgordel vast.
·
Neem nooit kinderen of baby's op
schoot mee en maak nooit samen met
een andere persoon gebruik van een
veiligheidsgordel.
·
Rijd niet met dik makende, losse kle-
ding, bv. jas over een colbert, omdat
daardoor de optimale bevestiging en de
WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels
45

Advertenties

loading