De elektronische parkeerrem zorgt er-
voor dat de auto niet kan wegrollen. In
geval van nood kan de auto hiermee
worden afgeremd.
Inschakelen
1.
Bij stilstaande auto de knop voor de
parkeerrem
afb. 122
→
vasthouden, tot het controlelampje in
de knop geel brandt.
Als de parkeerrem is ingeschakeld,
brandt het controlelampje in het in-
strumentenpaneel rood.
Het controlelampje in de knop
122
brandt geel.
Uitschakelen
1.
Contact inschakelen.
2. Rempedaal intrappen en knop
afb. 122
indrukken.
→
Het controlelampje in de knop
de controlelampje
in het instrumenten-
paneel gaan uit.
Automatisch uitschakelen van de par-
keerrem bij het wegrijden
De parkeerrem wordt bij het wegrijden au-
tomatisch losgezet als bij gesloten be-
stuurdersportier één van de volgende situ-
aties optreedt →
:
— Schakeltransmissie: Vóór het wegrijden
wordt de koppeling helemaal ingetrapt.
— Automatische transmissie: Er wordt een
rijstand ingeschakeld of een andere rijst-
and gekozen.
Wegrijden op steile hellingen of met
verhoogd gewicht
Schakeltransmissie: Het automatisch uit-
schakelen van de parkeerrem kan worden
voorkomen door de knop
dens het wegrijden te blijven aantrekken.
Als bij het wegrijden meer motorvermogen
nodig is, wordt de parkeerrem pas uitge-
schakeld na het loslaten van de knop
Het wegrijden met een hoog aanhangwa-
gengewicht kan hierdoor worden verge-
makkelijkt.
Automatische transmissie: De parkeerrem
kan het wegrijden op steile hellingen verge-
makkelijken, daarom moet vóór het wegrij-
den de parkeerrem met de knop
matig worden aangetrokken. Het gaspe-
daal moet gedoseerd worden bediend om
weg te rijden.
Automatisch inschakelen van de par-
keerrem bij onjuist verlaten van de auto
aantrekken en
Als het systeem herkent dat de auto onjuist
wordt verlaten, kan de parkeerrem auto-
matisch inschakelen →
— Automatische transmissie: Er is een rijst-
and ingeschakeld. Als de keuzehendel in
stand staat, wordt de parkeerrem niet
afb.
→
automatisch ingeschakeld.
Automatisch inschakelen van de par-
keerrem bij auto's met schakeltrans-
missie
Als de functie in de voertuiginstellingen van
het infotainmentsysteem is geactiveerd
→ pag. 35, wordt de parkeerrem bij het uit-
en het ro-
schakelen van het contact automatisch in-
geschakeld.
Bij draaiende motor en op onjuiste wijze
verlaten van de auto wordt de parkeerrem
niet automatisch ingeschakeld →
Noodremfunctie
De noodremfunctie alleen in een noodgeval
activeren als de auto niet met de voetrem
kan worden gestopt →
1.
Knop
houden.
De auto remt sterk af. Gelijktijdig klinkt
er een akoestisch waarschuwingssig-
naal.
Wasstraatfunctie
Schakeltransmissie: Als de parkeerrem
moet worden uitgeschakeld om door een
afb. 122
tij-
→
wasstraat te rijden:
1.
Rempedaal intrappen en knop
→
2. Rempedaal intrappen en knop
.
drukt houden tot het contact is uitge-
schakeld.
Automatische transmissie:
1.
Keuzehendel in stand zetten.
.
!
afb. 122
aantrekken en vast-
→
afb. 122
indrukken.
Auto veilig stilzetten
hand-
.
inge-
189