Er kunnen afwijkingen bestaan tussen de bij
het oppompen van de banden op de ma-
nometer afgelezen waarden en de door het
bandenspanningscontrolesysteem geme-
ten waarden. Het RDK werkt nauwkeuriger!
Normbandenspanning kiezen voor on-
beladen of maximaal beladen auto
Afhankelijk van de belading van de auto
moet de bestuurder de betreffende norm-
bandenspanning kiezen:
1.
Contact inschakelen.
2.
in het infotainmentsysteem
Voertuig
aantippen.
3.
aantippen.
Status
4.
aantippen.
Bandenspanning
5. Belading kiezen.
Type band kiezen
Bij het gebruik van een andere bandenmaat
kan het nodig zijn om de normbandenspan-
ning aan de nieuwe banden aan te passen.
Als geen aanpassing nodig is, is het keuze-
menu niet beschikbaar.
1.
Contact inschakelen.
2.
in het infotainmentsysteem
Voertuig
aantippen.
3.
aantippen.
Voertuig
4.
aantippen.
Banden
5.
aantippen.
Bandenaanduiding
6. Passende bandenmaat kiezen.
Bij het monteren van bandenmaten die af
fabriek niet voor de auto bestemd zijn, kan
de bijbehorende normbandenspanning
achteraf door een hiervoor gekwalificeerde
specialist worden toegevoegd.
Reservewiel
Als de auto af fabriek is uitgerust met een
normaal reservewiel met dezelfde velg-
bandcombinatie als de vier wielen, bevat
het reservewiel ook een compatibele ban-
denspanningssensor.
De bandenspanning van het reservewiel
onder de auto wordt niet gecontroleerd.
362
Velgen en banden
Probleemoplossingen banden-
spanningscontrolesysteem
Bandenspanning laag
Het controlelampje brandt geel.
Tekstmelding: Bandenpech! De banden-
spanning van een of meerdere banden be-
draagt minder dan 1,4 bar (20 psi/140 kPa)
of er is sprake van een kritisch banden-
spanningsverlies.
1.
Auto direct verkeersveilig stoppen.
2. Banden op zichtbare beschadigingen
controleren → pag. 353.
3. Als de band niet zichtbaar beschadigd
is, met lage snelheid naar het dichtstbij-
zijnde tankstation rijden en de banden-
spanningen controleren en, indien no-
dig, aanpassen.
4. Als de band beschadigd is, het bescha-
digde wiel verwisselen → pag. 363. In-
dien nodig, de hulp van een hiervoor ge-
kwalificeerde specialist inschakelen.
Of: Beschadigde band met de bande-
nafdichtset afdichten en oppompen
→ pag. 372.
Tekstmelding: Bandenspanningen te laag!
De waarschuwing geeft voor ten minste
één band een kritische bandenspanning
aan.
1.
Bandenspanning van alle banden con-
troleren en, zo nodig, aanpassen → pag.
348.
2. Als de band de bandenspanning niet
kan vasthouden, de band laten vervan-
gen.
Of: Beschadigde band door een reser-
vewiel of noodreservewiel vervangen en
een hiervoor gekwalificeerde specialist
opzoeken. → pag. 363.
Of: Beschadigde band met de bande-
nafdichtset afdichten en een hiervoor
gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.→ pag. 372
Tekstmelding: Bandenspanningen contro-
leren, a.u.b. De waarschuwing geeft voor