Advertenties
WAARSCHUWING
Voertuigonderdelen kunnen door verkeerd
bevestigde sleepkabels of sleepstangen
ernstig worden beschadigd. Het risico van
ongevallen wordt verhoogd en zware of
dodelijke verwondingen kunnen het ge-
volg zijn.
·
Bevestig de auto voor het bergen en af-
slepen alleen aan de daarvoor bestem-
de punten.
·
Maak de sleepkabel of de sleepstang
nooit vast aan onderdelen van de assen
of het onderstel.
·
Schakel de hulp van een specialist in en
laat de auto zo nodig staande op een
bergingsvoertuig afvoeren.
Voorbereidingen
— Let erop dat de sleepkabel niet verdraaid
is. Anders kan bij het afslepen een sleep-
oog eruit draaien.
— Bij beide auto's het contact en de alarm-
lichten inschakelen. Daarbij echter zo no-
dig anders luidende voorschriften in acht
nemen.
— De aanwijzingen over afslepen in de
handleiding van de andere auto in acht
nemen.
Trekkende auto (voor)
1.
Pas echt wegrijden als de sleepkabel
strak staat.
2. Heel voorzichtig gas geven.
3. Plotselinge rem- en rijmanoeuvres ver-
mijden.
4. Bij auto's met schakeltransmissie: bij het
wegrijden de koppeling heel rustig in-
schakelen.
5. Maximaal toegestaan aanhangwagen-
gewicht van de auto niet overschrijden.
Getrokken auto (achter)
LET OP
Als de parkeerrem tijdens het slepen in-
schakelt, kunnen de wielen blokkeren. Ern-
stige schade aan de voertuigen kan het ge-
volg zijn.
·
Stop het slepen onmiddellijk.
·
Schakel de hulp van een specialist in en
laat de auto zo nodig staande op een
bergingsvoertuig afvoeren.
LET OP
Als de ladingstoestand van de 12 volt accu
onvoldoende is, kan het stuurslot niet wor-
den ontgrendeld. Bij het afslepen kan scha-
de aan de auto ontstaan.
·
Om het stuurslot te ontgrendelen, brengt
u bij stroomuitval of storingen zo nodig
door middel van starthulp de rijklaar-
stand tot stand.
·
Schakel de hulp van een specialist in en
laat de auto zo nodig staande op een
bergingsvoertuig afvoeren.
1.
Zorg ervoor dat het contact is ingescha-
keld, zodat het stuurwiel niet is geblok-
keerd en zo nodig de richtingaanwijzers
en de ruitenwissers kunnen worden be-
diend. De rembekrachtiger en de stuur-
bekrachtiging werken alleen bij draaien-
de motor. Anders moet het rempedaal
duidelijk steviger worden ingetrapt en
moet voor het sturen meer kracht wor-
den gebruikt.
2. Let erop dat de autosleutel zich tijdens
het afslepen altijd in de auto bevindt.
3. Bij auto's met schakeltransmissie: uit de
versnelling schakelen.
Bij auto's met automatische transmissie:
rijstand N kiezen.
4. Parkeerrem uitschakelen.
5. Let erop dat de sleepkabel altijd strak
staat.
Sleepoog achter monteren
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 319.
Afhankelijk van het land en de uitrusting zit
achter de afdekking van de bumper het
montagegat voor het sleepoog.
1.
Vóór het afslepen controleren of er een
montagegat met schroefdraad voor het
sleepoog aanwezig is.
2. Aanwijzingen voor het afslepen in acht
nemen → pag. 320.
aan het begin van
Afslepen
321
Advertenties
