Zicht
Ruitenwissers
Ruitenwisserhendel bedienen
Afb. 86 Rechts aan de stuurkolom: Ruiten-
wissers vóór bedienen
Ruitenwissers uitgeschakeld.
A
Intervalwissen voor de voorruit of re-
B
gensensorfunctie. Het intervalwissen
van de voorruit gebeurt afhankelijk van
de rijsnelheid. Hoe sneller u rijdt, des te
vaker wissen de ruitenwissers.
Langzaam wissen.
C
Snel wissen.
D
Tipwissen – kort wissen. Hendel lan-
E
ger omlaaggedrukt houden om sneller
te wissen.
F
Wis-wasautomaat voor het
schoonmaken van de voorruit bij naar
u toe getrokken hendel. De automati-
sche airconditioning schakelt geduren-
de ca. 30 seconden over naar de circu-
latiefunctie om ervoor te zorgen dat de
geur van de ruitensproeiervloeistof niet
in het interieur van de auto terecht-
komt.
1
Schakelaar voor wisinterval (au-
to's zonder regen-lichtsensor) of ge-
voeligheid van de regen-lichtsensor in-
stellen.
114
Zicht
Afb. 87 Rechts aan de stuurkolom: Achter-
ruitwisser bedienen
G
Intervalwissen voor de achterruit.
De ruitenwisser wist ongeveer elke
6 seconden.
H
Wis-wasautomaat voor het
schoonmaken van de achterruit bij van
u af gedrukte hendel.
De ruitenwissers werken alleen bij inge-
schakeld contact en gesloten voor- of ach-
terklep.
WAARSCHUWING
Ruitensproeiervloeistof kan op de ruit
vastvriezen en het zicht belemmeren als
de bescherming tegen bevriezing onvol-
doende is.
·
Gebruik de ruitensproeierinstallatie bij
winterse temperaturen alleen als de
bescherming tegen bevriezing voldoen-
de is.
·
Gebruik de ruitensproeierinstallatie
nooit bij winterse temperaturen zolang
de voorruit niet met de voorruitverwar-
ming of het ventilatiesysteem is ver-
warmd. De ruitensproeiervloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en het
zicht belemmeren.
WAARSCHUWING
Versleten of vuile ruitenwisserbladen ver-
minderen het zicht en verhogen het risico
van ongevallen en zware verwondingen.
·
Vervang ruitenwisserbladen altijd als ze
beschadigd of versleten zijn en de ruit
niet meer voldoende schoonmaken
→ pag. 305.