wordt de Blind Spot Assist automatisch
uitgeschakeld. Zodra een aanhangwagen
elektrisch met de auto is verbonden en de
bestuurder wegrijdt, verschijnt er een tekst-
melding op het display in het instrumen-
tenpaneel dat de Blind Spot Assist gedeac-
tiveerd is. Nadat u de elektrische verbinding
heeft verbroken, wordt de Blind Spot Assist
automatisch weer ingeschakeld.
Bij niet af fabriek ingebouwde trekhaaksys-
temen moet u de Blind Spot Assist hand-
matig uit- en weer inschakelen.
Weergaven in de buitenspiegel
Afb. 121 In de behuizing van de buitenspie-
gels: Optische weergaven van de Blind Spot
Assist
knippert: er is een voertuig in de dode
hoek herkend en de richtingaanwijzer
is in de richting van het herkende
voertuig bediend.
brandt: de eigen auto wordt inge-
haald of u haalt een ander voertuig in
met een snelheidsverschil tot ca.
15 km/h (ca. 9 mph).
Als beduidend sneller wordt inge-
haald, volgt er geen weergave.
Hoe sneller een ander voertuig nadert, des
te vroeger volgt er een weergave in de be-
huizing van de buitenspiegel.
Blind Spot Assist "Plus"
Bij auto's met Lane-Keeping System wordt
u bij een rijstrookwissel tijdens een mogelijk
kritieke situatie (informatiefase, waarschu-
wingsfase) door een corrigerende stuurin-
greep gewaarschuwd als het Lane-Keeping
System is ingeschakeld. De stuuringreep
186
Bestuurdershulpsystemen
vindt ook plaats als u de richtingaanwijzer
voor de betreffende richting heeft inge-
schakeld. Als u ondanks de stuuringreep
stuurt, wordt een extra waarschuwing in de
vorm van een stuurwieltrilling gegeven.
Hiervoor moet de stuurwieltrilling in het
menu 'Hulpsystemen' in het infotainment-
systeem geactiveerd zijn.
Helderheid
De helderheid van de optische weergave
past zichzelf automatisch afhankelijk van
de omgevingshelderheid aan.
Afhankelijk van de uitrusting kunt u de ba-
sishelderheid van de weergave in het menu
'Hulpsystemen' in het infotainmentsys-
teem instellen. Tijdens het instellen is de
Blind Spot Assist niet actief.
Probleemoplossingen
Raadpleeg
aan het begin van dit
hoofdstuk op pag. 184.
Storing in Blind Spot Assist
Storing of defect. Het controlelampje op
het display in het instrumentenpaneel
brandt geel. Bovendien gaat het gele cen-
trale waarschuwingslampje
1.
Motor afzetten en opnieuw starten.
2. Als het probleem blijft bestaan, een
hiervoor gekwalificeerde specialist op-
zoeken.
Geen sensorzicht, storingmelding, sys-
teem schakelt zichzelf uit
— Radarsensoren schoonmaken en stickers
of accessoiredelen van de radarsensoren
of de bumper verwijderen → pag. 384.
— Controleer of er beschadigingen zijn vast
te stellen.
— Als het probleem blijft bestaan, een hier-
voor gekwalificeerde specialist opzoe-
ken.
Het systeem gedraagt zich anders dan
verwacht
— De radarsensoren zijn vuil. Radarsenso-
ren schoonmaken → pag. 384.
branden.