Advertenties
3. Na 10 minuten rijden de bandenspan-
ning controleren.
Band oppompen (variant 2)
Afb. 223 Compressor van de bandenaf-
dichtset (principeafbeelding)
Bandenspanningsmeter.
1
Luchtaftapknop.
2
12 volt kabelstekker.
3
Aan-uitknop.
4
Compressor.
5
Bandenvulslang.
6
De compressor uit de bandenafdicht-
set mag op het 12 volt stopcontact
worden aangesloten, ook al overschrijdt
het opgegeven vermogen op het typepla-
tje van de compressor de maximale vermo-
gensopname van het stopcontact.
1.
Bandenvulslang →
afb. 223
compressor stevig op het bandenven-
tiel draaien.
2. Motor van de auto starten en laten
draaien.
3. 12 volt kabelstekker →
12 volt stopcontact van de auto steken
→ pag. 215.
4. Compressor met de aan-uitknop →
223
inschakelen.
4
5. Compressor laten draaien totdat 2,0 –
2,5 bar (29 – 36 psi/200 – 250 kPa) is
bereikt. Maximale inschakeltijd: 10
minuten →
.
6. Compressor uitschakelen.
376
Velgen en banden
Als de bandenspanning van 2,0 – 2,5
bar (29 – 36 psi / 200 – 250 kPa) niet
kan worden bereikt:
1.
2. Met de auto ongeveer 10 meter (ca. 33
3. Bandenvulslang van de compressor op-
4. Als ook nu de vereiste bandenspanning
De compressor kan door langer gebruik
oververhit raken en worden beschadigd.
·
·
Rit voortzetten
1.
2. Direct met maximaal 80 km/h (50
van de
6
3. Na 10 minuten rijden de bandenspan-
afb. 223
in een
3
Controle na 10 minuten rijden
1.
afb.
2. De bandenvulslang →
Bandenvulslang van het bandenventiel
af draaien.
feet) vooruit- of achteruitrijden, zodat
het afdichtmiddel zich in de band kan
verdelen.
nieuw stevig op het bandenventiel
draaien en het oppompen herhalen.
niet wordt bereikt, is de band te ernstig
beschadigd. U kunt de band met de
bandenafdichtset niet afdichten. Niet
verder rijden →
. De hulp van een spe-
cialist inschakelen.
LET OP
Schakel de compressor na uiterlijk 10 mi-
nuten inschakeltijd uit.
Laat de compressor enkele minuten af-
koelen, voordat u deze opnieuw inscha-
kelt.
Compressor losmaken en de banden-
vulslang van het bandenventiel af
draaien.
mph) verder rijden, zodra een banden-
spanning van 2,0 – 2,5 bar (29 – 36
psi/200 – 250 kPa) is bereikt.
ning controleren.
De auto bij de volgende gelegenheid,
bv. op een parkeerplaats, op een vlakke
en stevige ondergrond neerzetten.
afb. 223
weer aansluiten en de
→
6
bandenspanning op de bandenspan-
ningsmeter →
afb. 221
223
aflezen.
1
afb. 221
of
2
of →
afb.
4
Advertenties
