Download Print deze pagina

Ford TOURNEO CONNECT 2023 Handleiding pagina 359

Advertenties

Vertrouw niet alleen op het banden-
controlesysteem. Controleer regelma-
tig de banden om er zeker van te zijn dat de
bandenspanning in orde is en de banden
geen tekenen van beschadigingen verto-
nen, zoals barsten of scheuren. Verwijder
vreemde voorwerpen uit het bandenprofiel
als deze niet in de band zijn binnengedron-
gen.
Grenzen van de bandencontrole
Regelmatig onderhoud
De bandencontrole vervangt het regelmati-
ge onderhoud en de controle van de ban-
den niet. De bestuurder is ervoor verant-
woordelijk dat de correcte bandenspanning
altijd wordt aangehouden, zelfs als de ban-
dencontrole nog geen waarschuwing voor
een te lage bandenspanning weergeeft.
De bandenspanning van alle banden moet
maandelijks met koude banden worden ge-
controleerd en overeenkomen met de fa-
brieksgegevens op het bandenspannings-
plaatje.
Dit geldt ook voor de bandenspanning van
het reservewiel of noodreservewiel.
De aanbevolen bandenspanning voor de af
fabriek gemonteerde banden staat op het
bandenspanningsplaatje aangegeven
→ pag. 348.
Niet-verholpen storing
Als de bandencontrole een storing weer-
geeft kan de bandenspanning niet correct
worden gecontroleerd. Een storing in de
bandencontrole kan verschillende oorza-
ken hebben, bijvoorbeeld een vervangen
wiel of band. Na vervanging van een wiel of
een band moet worden gecontroleerd of
het controlelampje
een systeemstoring
aangeeft om zeker te zijn dat de banden-
controle correct werkt → pag. 358.
Sportieve rijstijl
De bandencontrole kan bij sportieve rijstijl,
op winterse of onverharde wegen of bij het
rijden met sneeuwkettingen vertraagd of
helemaal niets weergeven.
Bandencontrole inleren
De bandencontrole moet in de volgende
gevallen opnieuw worden ingeleerd:
— Als de bandenspanningen werden aan-
gepast.
— Als één of meerdere wielen werden ver-
wisseld.
— Als de wielen werden geruild, bv. van
voor naar achteren.
De bandencontrole mag alleen opnieuw
worden ingeleerd als alle banden met de
correcte bandenspanning, gemeten aan de
koude band, gevuld zijn. De auto moet voor
het meten van de koude bandenspanning
sinds drie uur stilstaan of in deze tijd
slechts enkele kilometers met lage snel-
heid gereden hebben.
Schakel na een waarschuwing over
een te lage bandenspanning het con-
tact uit en weer in. Pas dan kunt u de ban-
dencontrole opnieuw inleren.
1.
Contact inschakelen.
2. Infotainmentsysteem inschakelen.
3.
aantippen.
Wagen
4.
aantippen.
Status
5.
aantippen.
Bandenspanning
6.
aantippen.
SET
7.
Als alle vier de bandenspanningen de
vereiste waarden hebben,
pen.
Het systeem leert na een rijtijd van ten
minste 20 minuten met verschillende
snelheden zelfstandig de nieuwe waar-
den in en bewaakt deze.
WAARSCHUWING
Als de bandencontrole bij een te hoge of
een te lage bandenspanning wordt inge-
leerd, kan de bandencontrole verkeerde
waarschuwingen geven of ondanks een
gevaarlijk lage bandenspanning geen
waarschuwing geven.
·
Zorg ervoor dat de bandenspanning van
alle banden correct is, voordat u de
bandencontrole inleert.
Bandencontrole
aantip-
OK
357

Advertenties

loading