WAARSCHUWING
Een doorweekte stoelbekleding kan sto-
ringen in de stoelverwarming veroorzaken
en het risico van verbrandingen verhogen.
·
Let erop dat de zitting droog is voordat
u de stoelverwarming gebruikt.
·
Ga niet met natte of vochtige kleding
op de stoel zitten.
·
Leg geen vochtige of natte voorwerpen
en kledingstukken op de stoel.
·
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
LET OP
·
Om de verwarmingselementen van de
stoelverwarming niet te beschadigen,
mag u niet op de zittingen knielen of de
zitting en rugleuning op andere manieren
puntvormig belasten.
·
Vloeistoffen, puntige voorwerpen en iso-
lerende materialen, zoals een bescherm-
hoes of kinderzitje, kunnen de stoelver-
warming beschadigen.
·
Schakel de stoelverwarming bij geuront-
wikkeling direct uit en laat deze door een
hiervoor gekwalificeerde specialist con-
troleren.
·
Als de originele stoelbekledingen door
een ander materiaal worden vervangen,
kan de stoelverwarming oververhit raken
of de werking van de stoelverwarming
belemmerd worden.
Stoelverwarming bedienen
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 126.
1.
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen.
2. Om de stoelverwarming met de hoog-
ste verwarmingsstand in te schakelen,
of
op de onderste beeldscherm-
rand aantippen.
3. Om de verwarmingsstand in te stellen,
of
herhaaldelijk aantippen.
4. Om de stoelverwarming uit te schake-
len,
of
herhaaldelijk aantippen tot
het symbool grijs gekleurd is.
aan het begin van
Of: Om de stoelverwarming in of uit te
schakelen, met twee vingers de touch-
regelaar voor de bestuurders- of bijrij-
derszijde onder het infotainmentsys-
teem aantippen (afhankelijk van de uit-
rusting).
Om brandstof te besparen, schakelt
u de stoelverwarming zo snel mogelijk
uit.
Stoelverwarming wordt automatisch
in- en uitgeschakeld
Als u de motor binnen ongeveer 10 minuten
weer start, wordt voor de bestuurdersstoel
de laatst ingestelde verwarmingsstand au-
tomatisch ingeschakeld. Als de bijrijders-
stoel bezet is, wordt ook voor de bijrijders-
stoel de laatst ingestelde verwarmings-
stand automatisch ingeschakeld.
Als de bijrijder bij ingeschakelde stoelver-
warming en draaiende motor deze zitplaats
verlaat, schakelt de stoelverwarming van
de bijrijdersstoel automatisch uit. De weer-
gave in het infotainmentsysteem is na ca.
2 seconden grijs gekleurd. Als de bijrijder bij
nog steeds draaiende motor weer plaats
neemt, schakelt de stoelverwarming van
de bijrijdersstoel automatisch weer in.
Automatische stoelverwarming
bij het begin van de rit
Raadpleeg
en
dit hoofdstuk op pag. 126.
1.
Klimaatmenu in het infotainmentsys-
teem openen.
2. Om het submenu Setup te openen,
aantippen.
3. Checkbox Stoelverwarming aanvinken.
Na het starten van de motor wordt af-
hankelijk van de buitentemperatuur au-
tomatisch de stoelverwarming inge-
schakeld.
Stuurwielverwarming
De stuurwielverwarming werkt alleen als
de motor draait.
Stuurwielverwarming
aan het begin van
127