88
Stoelen en opbergen
Achterbank aanbrengen
De achterbank aan de handgrepen
#
pakken en schuin van voren van bovenaf in de
voorste stoelverankeringen
De achterbank naar achteren kantelen en
#
laten vergrendelen.
De ontgrendelingshendels
van de voertuigbodem omlaagklappen.
De achterbank terugklappen in de zitpositie.
#
De achterste steunvoeten van de achterbank zijn
correct vergrendeld wanneer de steunvoeten
hoorbaar vergrendelen en de controlenokken bij
de steunvoeten niet meer zichtbaar en volledig in
de steunvoeten geschoven zijn
De achterbank in de basisstand schuiven
#
(
pagina 85).
/
In- en uitstaphulp EASY-ENTRY gebruiken (zit‐
plaats achterin)
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel bij niet-vergrendelde stoel
Als een stoel niet vergrendeld is, kan deze tij‐
dens het rijden losraken.
Altijd controleren of alle stoelen zoals
#
beschreven vergrendeld zijn.
De stoelgeleiderails en verankeringen in de voer‐
tuigbodem vrij van vuil en voorwerpen houden,
om een veilige vergrendeling van de stoelen te
waarborgen.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
instelling van de stoelen
Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of
een van de inzittenden ingeklemd raken.
Bij het verstellen van een stoel mogen
#
zich geen lichaamsdelen in het bewe‐
gingsgebied van de stoel bevinden; dit
controleren.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
niet vergrendelde stoel
De stoel vergrendelt bij het voorover klappen
niet. De stoel kan onverwijld terugklappen,
bijvoorbeeld bij het accelereren, remmen, bij
een abrupte verandering van rijrichting of bij
een ongeval.
Personen in het bewegingsbereik van de stoel
kunnen bekneld raken.
1
vast‐
4
schuiven.
2
in de richting
Een naar voren geklapte stoel voor het
#
rijden altijd terugklappen.
Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is.
#
Als u de zitplaats achterin naar voren klapt, kunt
u gemakkelijker in de tweede rij zitplaatsen ach‐
terin in- of uitstappen.
Zitplaats achterin naar voren klappen: Een
#
van de beide ontgrendelingshendels EASY-
ENTRY
2
omhoogtrekken en de zitplaats
achterin naar voren klappen.
Zitplaats achterin terugklappen: De zit‐
#
plaats achterin aan de handgreep
achteren klappen, tot deze in de stoelveran‐
keringen vergrendelt.
De controlenok
3
wordt volledig in de stoelpoot getrokken.
Rugleuning instellen (zitplaats achterin)
De ontgrendelingshendel van de rugleuning
#
1
omhoogtrekken en vasthouden.
De rugleuning in de gewenste positie zetten.
#
De ontgrendelingshendel van de rugleuning
#
1
loslaten en de rugleuning iets bewegen.
De rugleuning wordt vergrendeld.
Zitplaats achterin verschuiven
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
instelling van de stoelen
Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of
een van de inzittenden ingeklemd raken.
1
naar
is niet meer zichtbaar en