Voertuigstekkerdoos in de voorbumper
1
Aansluiting wisselstroomladen
2
Uitbreiding aansluiting gelijkstroomladen
%
Bij gebruik van een CCS-laadkabel (Combi‐
ned Charging System) voor het gelijkstroom‐
laden worden beide delen van de voertuig‐
stekkerdoos door de laadkabelstekker
bedekt.
Oplaadmogelijkheden van de hoogspannings‐
accu:
Opladen tijdens het rijden door recuperatie
R
Stationair wisselstroomladen:
R
aan een netcontactdoos (mode 2)
-
aan een wallbox of laadstation (mode 3)
-
Stationair gelijkstroomladen:
R
aan een snellaadstation (mode 4)
-
Afhankelijk van de laadkabel van uw voertuig is
ook eenfasig wisselstroomladen met maximaal
vermogen mogelijk.
Bij het laden altijd rekening houden met de moge‐
lijk, lokaal verschillende netwerkvereisten van de
plaats waar u zich bevindt. Alleen laadkabels
gebruiken die voldoen aan deze netwerkvereis‐
ten. Bij vragen over de netwerkvereisten contact
opnemen met een elektrotechnicus of de lokale
netbeheerder.
Daarnaast kunt u de waarde beperken van de
maximaal toelaatbare laadstroom waarmee de
hoogspanningsaccu bij het wisselstroomladen
moet worden opgeladen. Op die manier kan het
stroomnet worden beschermd tegen overbelas‐
ting wanneer bijvoorbeeld het laden plaatsvindt
via een laag gezekerde netcontactdoos.
De hoogspanningsaccu vanwege het grotere laad‐
vermogen en het betere laadrendement bij voor‐
keur bij een wallbox of een laadstation opladen.
Systeemgrenzen
De oplaadtijd van de hoogspanningsaccu kan lan‐
ger worden door de volgende invloeden:
Lage of hoge buitentemperaturen
R
Een langere periode van stilstand zonder
R
lading
De maximaal beschikbare laadstroom van de
R
wallbox of de stroomvoorziening
De instellingen voor het opladen in de boord‐
R
computer (
pagina 142)
/
Functie van de oplaadprognose
Wanneer het voertuig met het stroomnet wordt
verbonden en het contact uitgeschakeld is, toont
het multifunctioneel display de laadtoestandweer‐
gave met de laadprognose. Na circa twee minu‐
ten wordt het display automatisch uitgeschakeld.
1
Actuele laadtoestand
2
Geschat tijdstip voor de ingestelde laadtoe‐
stand
3
3
Ingestelde laadtoestand
4
Weergave bij actieve/inactieve vertrektijd of
actief weekprofiel (
5
Geschatte laadtoestand bij ingestelde ver‐
trektijd
6
Weergave bij ingestelde klimaatregeling
vooraf (
pagina 127)
/
7
Actueel laadvermogen en ingestelde laad‐
stroombegrenzing (
Rijden en parkeren 141
pagina 142)
/
pagina 142)
/