Achterruitenwisser in- en uitschakelen
Voorwaarden
De spanningsvoorziening is ingeschakeld.
R
1 ô Wissen met ruitensproeiervloeistof
2 ° Intervalwissen
3 g Achterruitenwisser uit
4 ô Wissen met ruitensproeiervloeistof
De schakelaar è in de betreffende stand
#
zetten.
Wissen met ruitensproeiervloeistof: De
#
schakelaar è voorbij de actuele stand tot
de aanslag 1 of 4 drukken en vasthouden.
Ruitenwisserbladen voorruit vervangen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
ingeschakelde ruitenwissers bij het ver‐
vangen van de ruitenwisserbladen
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen
bij het vervangen van de ruitenwisserbladen,
kunt u door de ruitenwisserarm bekneld
raken
Alvorens de ruitenwisserbladen te ver‐
#
vangen, altijd de ruitenwissers en het
contact uitschakelen.
* AANWIJZING Beschadiging van de voor-
of achterruit bij het vervangen van het
ruitenwisserblad
Als de ruitenwisserarm op de voor- of achter‐
ruit wordt teruggeklapt terwijl nog geen rui‐
tenwisserblad is aangebracht, kan de ruit
beschadigd raken door de kracht van de bot‐
sing.
De ruitenwisserarm nooit op de voor- of
#
achterruit terugklappen als nog geen
ruitenwisserblad is aangebracht. De rui‐
tenwisserarm vasthouden, wanneer een
ruitenwisserblad wordt vervangen.
* AANWIJZING Beschadiging aan motor‐
kap of ruitenwissers bij het openen van
de motorkap
Wanneer bij het openen van de motorkap de
ruitenwissers van de ruit weggeklapt zijn,
kunnen de ruitenwissers of de motorkap
beschadigd raken.
Controleren dat de ruitenwissers niet
#
van de ruit verwijderd zijn.
Ruitenwisserbladen verwijderen
De ruitenwisserarmen van de voorruit weg‐
#
klappen.
De ruitenwisserarm met een hand vasthou‐
#
den. met de andere hand het ruitenwisserblad
in de richting van de pijl
van de ruitenwisserarm wegdraaien.
De schuif
2
in de richting van de pijl
#
schuiven, tot deze in de demontagepositie
vergrendelt.
Het ruitenwisserblad in de richting van de pijl
#
4
van de ruitenwisserarm verwijderen.
Licht en zicht 117
1
tot de aanslag
3