Voorwerpen in het interieur kunnen het correct
functioneren van een airbag in gevaar brengen.
Elke inzittende moet altijd met name de volgende
punten in acht nemen:
zich geen andere personen, dieren of voor‐
R
werpen tussen de inzittenden en een airbag
bevinden.
Er mogen geen voorwerpen tussen de stoel
R
en de deur als ook de deurstijl (B-stijl) liggen.
Er mogen geen harde voorwerpen zoals kle‐
R
dinghangers aan handgrepen of kledinghaken
hangen.
Er mogen geen accessoires zoals mobiele
R
navigatiesystemen, mobiele telefoons of
bekerhouders in het ontplooiingsgebied van
een airbag zijn aangebracht, bijvoorbeeld op
de cockpit, aan deuren, zijruiten of zijbekle‐
dingen.
Bovendien mag geen aansluitkabel, spanband
of bevestigingsriem in het ontplooiingsgebied
van een airbag lopen of worden bevestigd.
Altijd de montagehandleiding van de fabrikant
van het accessoire in acht nemen, in het bij‐
zonder ook de aanwijzingen met betrekking
tot een geschikte montageplaats.
er geen zware, scherpe of breekbare voorwer‐
R
pen in de zakken van uw kledingstukken aan‐
wezig zijn. Dergelijke voorwerpen op een
geschikte plaats opbergen.
Beperking van het beschermingspotentieel
van de airbags
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door wijzigingen aan de afdekking van
een airbag
Als u de afdekking van een airbag wijzigt of
voorwerpen, bijvoorbeeld ook stickers, hierop
aanbrengt, kan de airbag niet meer zoals
bedoeld functioneren.
Nooit de afdekking van een airbag ver‐
#
anderen en geen voorwerpen erop aan‐
brengen.
De inbouwplaats van een airbag is herkenbaar
aan het opschrift AIRBAG (
pagina 31).
/
Veiligheid voor inzittenden
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door ongeschikte stoelhoe‐
zen
Door ongeschikte stoelhoezen kunnen de air‐
bags de inzittenden niet meer zoals bedoeld
beschermen.
Bovendien kan de werking van de automati‐
sche uitschakeling van de passagiersairbag
nadelig worden beïnvloed.
Alleen stoelhoezen gebruiken die
#
Mercedes-Benz voor de betreffende
stoel heeft goedgekeurd.
Voertuigen met windowbags voor alle rijen
zitplaatsen:
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door storingen in de werking van de sen‐
soren in de portierbekleding
Door wijzigingen of ondeskundig uitgevoerde
werkzaamheden aan portieren of portierbe‐
kledingen en door beschadigde portieren kan
de airbag niet meer zoals bedoeld werken.
Nooit de portieren of delen waarvan wij‐
#
zigen.
Werkzaamheden aan portieren of por‐
#
tierbekledingen bij een gekwalificeerde
werkplaats laten uitvoeren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door een reeds geactiveerde airbag
Een reeds geactiveerde airbag biedt geen
beschermende werking meer.
Om een geactiveerde airbag te vervan‐
#
gen, de auto naar een gekwalificeerde
werkplaats laten slepen.
Geactiveerde airbags direct laten vervangen.
Status van de bijrijdersairbag
Functie van de automatische uitschakeling
van de bijrijdersairbag
De automatische uitschakeling van de bijrijders‐
airbag kan herkennen of een persoon op de bijrij‐
dersstoel zit of dat een kinderzitjesbevestigings‐
systeem op de stoel is gemonteerd. Dienovereen‐
komstig wordt de bijrijdersairbag in- of uitgescha‐
keld.
33